Schriftelijke vragen : Het bericht 'Belastingdienst weegt persoonlijk ondernemerschap zelden mee in oordeel over schijnzelfstandigheid. ‘Onjuiste toepassing’'
Vragen van het lid Aartsen (VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën over het bericht «Belastingdienst weegt persoonlijk ondernemerschap zelden mee in oordeel over schijnzelfstandigheid. «Onjuiste toepassing»» (ingezonden 14 februari 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Belastingdienst weegt persoonlijk ondernemerschap zelden
mee in oordeel over schijnzelfstandigheid. «Onjuiste toepassing»»?1
Vraag 2
Constaterende dat de Hoge Raad in het Deliveroo-arrest een niet-uitputtende lijst
heeft gegeven met criteria die, wanneer holistisch gewogen, duidelijkheid biedt of
er sprake is van een arbeidsovereenkomst, bent u het er, conform de opvatting van
de Hoge Raad, mee eens dat ál deze criteria holistisch gewogen moeten worden om tot
de conclusie te komen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst? Zo nee waarom niet?
Vraag 3
Kunt u expliciet bevestigen dat ook het criterium van extern ondernemerschap, zoals
ook verzocht in de aangenomen motie Podt c.s.2 wordt meegenomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe reflecteert dit op de huidige praktijk
van de Belastingdienst?
Vraag 4
Constaterende dat volgens de Hoge Raad alle Deliveroo-criteria volwaardig zijn en
dat de Belastingdienst het Deliveroo-criterium van extern ondernemerschap in de praktijk
als ondergeschikt behandelt en het pas meeweegt als de overige criteria geen uitsluitsel
geven, hoe beoordeelt u deze werkwijze? Was u ermee bekend dat de Belastingdienst
dit doet? Zo niet, wat is uw reactie hierop?
Vraag 5
Hiermee waardeert de Belastingdienst in de handhavingsstrategie het advies van advocaat-generaal
De Bock in de zaak-Uber boven rechterlijke uitspraken, vindt u een advies van een
advocaat-generaal gezaghebbender dan een uitspraak van de Hoge Raad? Zo ja, waarom?
Zo nee, wat vindt u ervan dat de Belastingdienst hier wel naar handelt?
Vraag 6
Welke stappen gaat u zetten om ervoor te zorgen dat de Belastingdienst haar werkwijze
zo snel mogelijk in overeenstemming brengt met bestaande wetgeving en jurisprudentie?
Bent u bereid deze werkwijze aan te passen?
Vraag 7
Bent u bereid om ook de communicatie op hetjuistecontract.nl in lijn te brengen met
het volwaardig meewegen van het gezichtspunt extern ondernemerschap? Zo nee waarom
niet?
Vraag 8
Hoe verhoudt de casus «kinderopvang» zoals beschreven op hetjuistecontract.nl zich
met de recente uitspraak van de rechtbank Rotterdam3 waarbij het punt van extern ondernemerschap is meegewogen? Bent u bereid deze casussen
aan te passen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Hoe verhoudt de handhavingspraktijk van de Belastingdienst zich volgens u tot de Toelichting
beoordeling arbeidsrelatie, waar persoonlijk (extern) ondernemerschap genoemd wordt
als volwaardig criterium?
Vraag 10
Vindt u het redelijk dat zelfstandigen, die al continu moeten aantonen dat zij gewoon
hun werk mogen doen, nu ook met nog niet behandelde wetten en nog niet gedane uitspraken
van de Hoge Raad rekening moeten houden in het vormgeven van hun overeenkomsten en
werkzaamheden? Hoe rijmt dit met de rechtszekerheid die zelfstandigen mogen verwachten?
Vraag 11
Kunt u deze vragen apart van elkaar beantwoorden voor het commissiedebat Zzp op 12 maart
2025?
Indieners
-
Gericht aan
Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Gericht aan
T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën -
Indiener
Thierry Aartsen, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.