Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Thiadens en Emiel van Dijk over het bericht inzake de aanhouding van de 27-jarige verdachte voor de moord op een 76-jarige vrouw in Den Dolder
Vragen van de leden Thiadens en Emiel van Dijk (beiden PVV) aan de Staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Justitie en Veiligheid over het bericht inzake de aanhouding van de 27-jarige verdachte voor de moord op een 76-jarige vrouw in Den Dolder (ingezonden 10 januari 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Karremans (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en van
Staatssecretaris Coenradie (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 12 februari 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht over de aanhouding van de 27-jarige verdachte op 3 januari
voor een dodelijk steekincident in Den Dolder op een 76-jarige vrouw?1
Antwoord 1
Ja, daar zijn wij mee bekend. Het is een tragisch incident en ons medeleven gaat uit
naar de nabestaanden en naasten, de bewoners van Den Dolder, de werknemers van de
kliniek en andere betrokkenen.
Vraag 2
Bent u bekend met het feit dat de verdachte uit dezelfde kliniek komt als Michael
P. die tijdens zijn verlof Anne Faber vermoordde?
Antwoord 2
De verdachte is bij dezelfde zorgaanbieder in zorg. Het betreft een andere afdeling
van een andere kliniek, maar beide klinieken bevinden zich in Den Dolder.
Vraag 3
Kunt u aangeven wie er verantwoordelijk is en wanneer het besluit genomen is om deze
man met verlof de straat op te sturen waar hij vervolgens een nietsvermoedende onschuldige
vrouw doodstak?
Antwoord 3
Nee, dat kunnen we niet. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft laten weten onderzoek
te doen naar het incident2. In afwachting van dit onderzoek kunnen we niet ingaan op vragen over dit specifieke
incident. De betreffende zorgaanbieder, Fivoor, heeft laten weten dat de verdachte
op het moment van aanhouding niet onder justitie viel. Dit betekent dat de zorg die
hij de afgelopen periode ontving, niet verleend werd binnen het kader van een strafrechtelijke
maatregel of voorwaarde. Hiervoor gelden andere regels en voorwaarden rondom verlof.
In algemene zin is het zo dat bij verblijf in een intramurale instelling de zorgaanbieder
verantwoordelijk is voor haar cliënten, en eventuele vrijheden of verlof die zij krijgen.
Daarbij is het goed te realiseren dat verblijf in een intramurale instelling niet
zonder meer gepaard gaat met vrijheidsbeperkende interventies. Per individu wordt
door behandelaren bezien of, en zo ja, welke mate van vrijheidsbeperking passend is,
waarbij de zorgtitel leidend is in de mate van deze vrijheidsbeneming en manier waarop
besloten wordt wanneer vrijheden zijn toegestaan.
Vraag 4, 5 en 6
Waarom heeft de man bij de risicobeoordeling van het verlof geen negatieve beoordeling
gekregen, waren er contra-indicaties?
Op welke datum is deze man met verlof gegaan?
Heeft deze man een verleden van incidenten of enige vorm van geweld in of buiten de
kliniek?
Antwoord 4, 5 en 6
In afwachting van het onderzoek van Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kunnen we niet
ingaan op deze vragen, zie ook het antwoord op vraag 3.
Vraag 7
Hoeveel psychisch gestoorden zijn er op dit moment met verlof in Nederland?
Antwoord 7
We merken op dat we spreken over mensen met een psychische aandoening of stoornis.
In Nederland worden mensen met een psychiatrische aandoening of stoornis of een verstandelijke
beperking die al dan niet tijdelijk de grip op hun leven zijn kwijtgeraakt en/of een
gevaar kunnen vormen voor de samenleving, behandeld. Dit is in het belang van henzelf
en de veiligheid van onze maatschappij.
In het geval deze mensen in aanraking zijn gekomen met politie of justitie, kan zorg
onderdeel worden van een (voorwaardelijke) straf of maatregel. Van de cliënten die
in dit kader ter beschikking zijn gesteld, worden de verlofbewegingen gemonitord en
met de Tweede Kamer gedeeld in de voortgangsbrief forensische zorg.3
Vraag 8
Hoe vaak is het in de afgelopen tien jaar in Nederland voorgekomen dat een bewoner
van een kliniek een ernstig misdrijf pleegt tijdens zijn verlof?
Antwoord 8
Het antwoord op deze vraag kan op dit moment niet worden gegenereerd uit de geautomatiseerde
systemen van de strafrechtketen. In reactie op uw vraag zal de Staatssecretaris van
Justitie en Veiligheid in de eerstvolgende staat van de forensische zorg in kaart
brengen hoeveel terbeschikkinggestelden de afgelopen jaren tijdens verlof een ernstig
misdrijf hebben gepleegd.
Vraag 9
Deelt u de mening dat dat dit soort psychische gestoorden nooit vrij op straat mogen
rondlopen en het liefst op cel vastgezet moeten worden?
Antwoord 9
Nee, deze mening delen we niet. Het is in strijd met onder andere de Grondwet en andere
nationale en internationale wet- en regelgeving en verdragen om mensen hun vrijheid
te ontnemen puur op basis van een psychische stoornis of welke aandoening dan ook.
Slechts in het uiterste geval kan de vrijheid van mensen met een psychische stoornis,
psychogeriatrische aandoening of verstandelijke beperking worden ingeperkt. Dat is
geregeld in de Wet verplichte ggz (Wvggz) en de Wet zorg en dwang (Wzd), die hiervoor
een zorgvuldige procedure vereisen.
Gedwongen zorg – waaronder opname op een gesloten afdeling – is dus een ultimum remedium
en dient niet lichtvaardig of breed toegepast te worden. Daarbij kan het zo zijn dat
patiënten vrij zijn om naar buiten te gaan – ook omdat dit hoort bij hun behandeling
en resocialisatie – tenzij er zeer zwaarwegende redenen zijn om die vrijheid te beperken.
Laten we daarnaast benadrukken dat het grootste deel van de groep mensen die gedwongen
zorg ontvangt niet voor incidenten zorgt. Sinds 2020 is voor ruim 30.000 mensen een
crisismaatregel of zorgmachtiging afgegeven op grond van de Wvggz. Dat gaat om mensen
die ambulant behandeld kunnen worden, maar ook om mensen die langdurig in een instelling
verblijven.
Vraag 10
Welke concrete maatregelen gaat u nemen om de straten veilig te houden van deze psychisch
gestoorden om situaties als deze ten alle tijden te voorkomen?
Antwoord 10
Zoals in verschillende Kamerbrieven aangegeven is het niet mogelijk om alle incidenten
te voorkomen. Wel wordt er door de hele zorg- en veiligheidsketen hard gewerkt om
de kans hierop zo veel als mogelijk te verkleinen. Diverse maatregelen die hierop
toezien worden beschreven in de werkagenda aansluiting reguliere en forensische zorg.
Hierover is op 25 november 2024 een brief naar uw kamer verstuurd.4 Daarnaast wordt er gewerkt aan een brede aanpak onder de verschillende ministeries
rondom verward en/of onbegrepen gedrag naar aanleiding van de parlementaire verkenning
naar dit onderwerp. Hierover is uw kamer op 18 november 2024 geïnformeerd.5
Vraag 11
Kunt u in detail aangeven wat er na aanleiding van de moord op Anne Faber is gedaan
aan veiligheidsmaatregelen in de klinieken om de maatschappij te beschermen van deze
psychisch gestoorden?
Antwoord 11
De moord op Anne Faber heeft een enorme impact gehad op het land, maar ook op de manier
waarop men naar veiligheid in de (forensische) klinieken kijkt.
Anders dan bij in het incident waar in vraag 1 naar verwezen wordt, was Michael P.
in zorg bij de forensische afdeling van de kliniek en daarmee onder de verantwoordelijkheid
van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Naar aanleiding van het onderzoek van
de Inspectie Justitie en Veiligheid (Inspectie JenV), de IGJ en de Onderzoeksraad
voor Veiligheid (OVV) heeft de toenmalige Minister voor Rechtsbescherming in maart
2019 zeven maatregelen aangekondigd om herhaling van dergelijke ernstige incidenten
in de forensische zorg te voorkomen.6 Deze maatregelen zijn getroffen naar aanleiding van de conclusie uit de rapportages
dat de balans tussen zorg en beveiliging was doorgeschoten naar zorg. Om deze balans
te herstellen zijn de volgende maatregelen geïmplementeerd:
– Wijziging in aanpak rondom weigerende observandi: wie voor tbs in aanmerking komt,
kan dit niet langer ontlopen door medewerking aan onderzoek te weigeren.
– Een beter zicht op risico’s: bij uitplaatsing naar een instelling voor forensische
zorg is naast een professioneel oordeel, een gestructureerde risicotaxatie en een
delictanalyse verplicht gesteld.
– Risico’s zwaarder laten meewegen: maatschappelijke risico’s tellen zwaarder mee bij
het al dan niet toekennen van vrijheden bij behandeling en de eventuele toekenning
van voorwaardelijke invrijheidstelling.
– Waarborgen verbeteren bij toekennen vrijheden: de procedures voor de uitplaatsing
en de toekenning van vrijheden zijn aangescherpt. De adviesrol van het Openbaar Ministerie
en de reclassering is versterkt.
– Wegnemen belemmeringen informatie-uitwisseling: bij uitplaatsing naar forensische
zorg is het mogelijk gemaakt om ook zonder toestemming van een gedetineerde informatie
te delen.
– Verbetering informatievoorziening richting gemeenten: alle gemeenten zijn aangesloten
bij de BIJ-regeling. Alle verlofsoorten (ook kort verlof) worden hierin opgenomen.
Gemeenten hebben zelf de keuze of zij meldingen willen ontvangen waarin sprake is
van een delictverleden met geweld of met zeden.
– Doorlichting populatie: de huidige populatie van uitgeplaatste gedetineerden die zijn
veroordeeld voor een ernstig gewelds- of zedenmisdrijf, is toentertijd doorgelicht.
Uit voorzorg zijn toen, waar relevant, toegekende vrijheden ingetrokken.
Daarnaast heeft de toenmalige Minister voor Rechtsbescherming onderzoek gedaan naar
de problemen ten aanzien van de complexiteit van de doelgroep, administratieve lasten,
financiële druk en de arbeidsmarkt. Uit de conclusie bleek dat de forensische sector
onder druk staat. De periodieke voortgangsrapportages forensische zorg beschrijven
hoe het Ministerie van JenV hier mee om gaat.7 Een voorbeeld hiervan in het de inwerkingtreding van het Kwaliteitskader Forensische
Zorg (KKFZ) in oktober 2022. Het KKFZ formuleert op heldere wijze wat wordt verstaan
onder «kwalitatief goede forensische zorg» en heeft tot doel de kwaliteit van de forensische
zorg inzichtelijk te maken en verder te verbeteren.
Meest recentelijk zijn na het steekincident in Den Dolder op 2 januari 2025 de verlofbewegingen
van de cliënten van Fivoor tijdelijk stopgezet en extra buurtcoaches ingezet. Voorts
heeft Staatssecretaris Coenradie van Justitie en Veiligheid op 5 februari jl. overleg
gehad met burgemeester Langenacker en wethouder van Dijk van de gemeente Zeist, én
commissaris van de Koning van de provincie Utrecht, dhr. Oosters. Hierbij is onder
meer besproken of en hoe Rijksvastgoed kan worden ingezet voor de verhuizing van Fivoor.
Ook is gesproken over de veiligheid in Den Dolder. De zorgen en gevoelens van onveiligheid
van de omwonenden zijn begrijpelijk en nemen wij serieus. Daarom wordt bekeken naast
de reeds ingezette maatregelen wat verder nodig is om de veiligheid en leefbaarheid
in Den Dolder te verbeteren. Op uitnodiging van burgemeester Langenacker, gaan wij
binnenkort op werkbezoek naar Den Dolder om hierover verder te praten met omwonenden.
Vraag 12
Klopt het bericht dat er plannen waren dat deze kliniek zou gaan verhuizen? Zo ja,
waarom is dit niet doorgezet, helemaal gezien het feit dat omwonenden al jaren waarschuwen
voor de onveiligheid en overlast afkomstig van veelal criminelen die deze kliniek
huisvest?
Antwoord 12
Ja, dat klopt. Het vinden van een nieuwe plek is ingewikkeld, juist vanwege de zorg
van omwonenden bij incidenten laat Fivoor weten. Overigens willen we er wel op wijzen
dat het niet aan de bewindspersonen van de Ministeries van Justitie en Veiligheid
dan wel Volksgezondheid, Welzijn en Sport is om de kliniek te sluiten of aan te sturen
op een tijdspad richting de voorgenomen verhuizing. Fivoor is een private zorginstelling,
die zelf verantwoordelijk is voor haar vastgoedbeheer.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.