Schriftelijke vragen : Mijnbouwherstel in Limburg
Vragen van het lid Vermeer (BBB) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei over mijnbouwherstel in Limburg (ingezonden 6 februari 2025).
Vraag 1
Wat is er tussen 2020 en 2024 ondernomen om de openstelling van de schadeafhandeling
mogelijk te maken?
Vraag 2
Kunt u nu bevestigen dat u alles scherp op de radar heeft zodat het gerechtvaardigd
is te zeggen dat het Rijk kan garanderen dat de regeling op 2 januari 2026 uiterlijk
voor burgers opengaat?
Vraag 3
Op welke wijze kunt u versnelling organiseren binnen het voorbereidingsproces, zodat
zorgvuldigheid en daadkracht worden gecombineerd en de regeling mogelijk al in 2025
open kan voor de gedupeerde eigenaren?
Vraag 4
Welke zwaarwegende redenen zouden er kunnen zijn om eventueel van een zelfstandig
bestuursorgaan (zbo) af te zien? Zijn er alternatieve rechtsvormen die voor de betrokken
burgers sneller of betere uitkomsten kunnen bieden?
Vraag 5
Kunt u toelichten welke processen parallel geschakeld zijn of worden teneinde de burgers
niet nodeloos te laten wachten op openstelling, in het licht van de oprichting van
een Tijdelijke Organisatie (TO)?
Vraag 6
Deelt u dat de burgers die schade hebben niet nodeloos in schadetoerekeningformules
betrokken moeten worden? Als het aannemelijk is dat de aangetroffen schade voortkomt
uit de mijnbouw, is dat dan afdoende?
Vraag 7
Is het volgen van een medezeggenschapstraject een vereiste voor het oprichten van
een Tijdelijke Organisatie? Is het noodzakelijk dat de selectie van directeur en bestuur
via de Algemene Bestuursdienst verloopt, of is dit een keuze die u zelf kunt maken?
Vraag 8
Is de gehele post «Schadeafhandeling Mijnbouw Limburg» in de begroting van Klimaat
en Groene Groei bedoeld voor schade-uitkeringen aan gedupeerde burgers, of worden
hier ook andere kosten uit gefinancierd?
Vraag 9
Is de begrotingspost van 19,5 miljoen euro bedoeld als een eerste aanzet, en is voorzien
dat deze wordt aangevuld zolang dat nodig is?
Vraag 10
Kunt u toezeggen dat in de nieuwe structuur die nu wordt ingericht, de samenwerking
tussen de drie overheidslagen geborgd blijft? Op welke wijze wordt gewaarborgd dat
de nieuwe organisaties onafhankelijk kunnen adviseren, terwijl er tegelijkertijd voldoende
draagvlak in de regio blijft bestaan?
Vraag 11
Deelt u de zienswijze dat het opteren voor een adviesrecht door de regio een sleutel
voor succes is, en bent u bereid zich maximaal in te spannen om dit te realiseren?
Vraag 12
Kunt u toezeggen dat de Commissie Mijnbouwschade aan de slag gaat met de 10 pilotgevallen,
en dat de Kamer op de hoogte wordt gehouden van het verloop van deze pilots?
Vraag 13
Kunt u toelichten hoe een samenwerking met het Instituut Mijnbouwschade Groningen
(IMG) concreet zal worden ingevuld en welke voordelen dit oplevert voor de schadeafhandeling
in Limburg?
Vraag 14
Zijn er mogelijkheden om een digitaal loket eerder te openen dan december 2025, bijvoorbeeld
in een beperkte vorm, zodat burgers zich tijdig kunnen melden en voorbereiden op de
aanvraagprocedure?
Vraag 15
Kunt u aangeven hoe dit adviesloket wordt ingericht, welke diensten het biedt en op
welke termijn het operationeel zal zijn?
Vraag 16
Kunt u aangeven hoe deze pilotgevallen met kleine schadegevallen worden geselecteerd
en of de lessen hieruit direct worden meegenomen in de verdere uitrol van de regeling?
Indieners
-
Gericht aan
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei -
Indiener
Henk Vermeer, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.