Schriftelijke vragen : De Brief monitoring van de effecten van de aanpak van belastingontwijking
Vragen van het lid Van Eijk (VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën over de Brief monitoring van de effecten van de aanpak van belastingontwijking (ingezonden 3 februari 2025).
Vraag 1
Kan nader worden onderbouwd waarom de earningsstrippingmaatregel uit ATAD1 beperkt
effectief is voor het beleidsdoel «Stimuleren financiering met eigen vermogen»? Zou
het daadwerkelijk stimuleren van financiering met eigen vermogen, bijvoorbeeld door
een aftrek te introduceren voor vennootschappen die met eigen vermogen zijn gefinancierd,
wél effectief zijn om financiering met eigen vermogen te stimuleren?
Vraag 2
Waarom is de lijst met laagbelastende jurisdicties slechts enkele keren geconsulteerd
en daarna niet meer? Heeft de internetconsultatie er wel eens toe geleid dat er een
jurisdictie van de lijst is gehaald omdat deze onterecht op de lijst was geplaatst?
Kan worden toegezegd dat per 2025 de lijst weer ter consultatie zal worden aangeboden?
Vraag 3
Waarom kan de effectiviteit van de aanvullende CFC-maatregel uit ATAD1 niet worden
bepaald?
Vraag 4
Met welke andere wettelijke maatregelen dan de Wet minimumbelasting 2024 kent de aanvullende
CFC-maatregel uit ATAD1 een samenloop? Is er bijvoorbeeld sprake van samenloop met
de Wet bronbelasting 2021? Is er sprake van samenloop met artikel 8bb e.v., van de
Wet Vpb 1969? Zijn er nog andere specifieke maatregelen die een samenloop kennen met
de aanvullende CFC-maatregel?
Vraag 5
Wat betekent de samenloop van de aanvullende CFC-maatregel uit ATAD1 voor de uitvoering
door de Belastingdienst? Is dit één van de maatregelen die volgens de Compliance map
2024 bijdraagt aan de grote uitvoeringsrisico’s die verband houden met de hoge mate
van complexiteit van wet- en regelgeving? Welke andere maatregelen dragen het meeste
bij aan deze uitvoeringsrisico’s?
Vraag 6
Wat zijn de gevolgen voor de bijtelling die in 2021 goed was voor 45 miljoen euro,
doordat de Verenigde Arabische Emiraten geen laagbelastende jurisdictie meer is?
Vraag 7
Hoe verhoudt de afgenomen budgettaire opbrengst van de aanvullende CFC-maatregel zich
tot de daarmee gepaard gaande complexiteit voor Belastingdienst en bedrijfsleven?
Vraag 8
Klopt het dat Nederland de «Model B» CFC regel uit ATAD1 al kende en dat in zoverre
implementatie van de aanvullende CFC-maatregel als een «kop» op Europese wetgeving
kan worden beschouwd? Zo ja, leent de aanvullende CFC-maatregel zich dan voor het
schrappen, volgens het Hoofdlijnenakkoord?
Vraag 9
Kan het kabinet voorts een overzicht verstrekken van de buitenlandse directe investeringen
in Nederland over dezelfde periode (2015 t/m 2023)?
Vraag 10
Ten aanzien van welke richtlijnvoorstellen geldt momenteel een behandelvoorbehoud?
Kan de Kamer een (besloten) briefing krijgen over de stand van de onderhandelingen
van de verschillende richtlijnvoorstellen en de Nederlandse positie hierin?
Indieners
-
Gericht aan
T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën -
Indiener
Wendy van Eijk, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.