Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op van de leden Martens-America en Kisteman over het bericht ’Kleding SHEIN vol hormoonverstorende stoffen, slippers 325 keer giftiger dan toegestaan’
Vragen van de leden Martens-America en Kisteman (beiden VVD) aan de Minister van Economische Zaken over het bericht «Kleding SHEIN vol hormoonverstorende stoffen, slippers 325 keer giftiger dan toegestaan» (ingezonden 20 december 2024).
Antwoord van Minister Beljaarts (Economische Zaken) (ontvangen 30 januari 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Kleding SHEIN vol hormoonverstorende stoffen, slippers
325 keer giftiger dan toegestaan»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het aanbieden van producten die de Nederlandse veiligheidsnormen
ver overschrijden oneerlijke concurrentie is voor Nederlandse ondernemers die zich
wel aan de regels houden?
Antwoord 2
Ja, deze mening deel ik. Voor een gelijk speelveld is het belangrijk dat alle bedrijven
die een product in de EU aanbieden zich aan de geldende wet- en regelgeving houden.
Vraag 3
Klopt het dat twee van de vijf producten van webwinkel SHEIN die zijn onderzocht niet
voldoen aan de Nederlandse normen? Kunt u met de Kamer cijfers delen over het percentage
producten van SHEIN wat niet aan de normen voldoet? Zo nee, bent u bereid dit te onderzoeken,
andere buitenlandse webshops kunnen ook in het onderzoek worden meegenomen?
Antwoord 3
Verschillende Europese markttoezichthouders onderzochten in hoeverre producten afkomstig
van online platforms buiten de Europese Unie (hierna: EU), waaronder SHEIN, voldoen
aan de EU-productregelgeving. Uit deze onderzoeken blijkt dat circa 85–95% van de
onderzochte producten niet voldoet aan de Europese productregels voor veiligheid,
gezondheid en duurzaamheid2. Dit zijn non-conforme producten. Gezien de selectie van producten binnen het grote
productaanbod op deze platforms kan niet worden vastgesteld dat dit percentage representatief
is voor het volledige productaanbod. Desondanks zijn de uitkomsten van deze onderzoeken
wel zorgwekkend.
Vraag 4 en 5
Welke rechtsgrond hebben Nederlandse instanties om op te treden tegen deze schending
van regelgeving door een buitenlandse webwinkel?
Welke rechtsgrond hebben Europese instanties om op te treden tegen deze schending
van regelgeving door een buitenlandse webwinkel?
Antwoord 4 en 5
Ik beantwoord de vragen 4 en 5 hieronder samen. Er zijn een aantal wettelijke instrumenten
die ingezet kunnen worden om op te treden tegen online platforms buiten de EU.
De digitaledienstenverordening (hierna: «DSA») bevat verschillende zorgvuldigheidsverplichtingen
voor online dienstverleners, waaronder online platforms. Deze verplichtingen zorgen
voor een betere bescherming van gebruikers en bestrijding van illegale inhoud op online
platforms, zoals misleiding. De strengste regels in de DSA gelden voor zogenaamde
«zeer grote online platforms» (very large online platforms, ofwel «VLOPS») en zeer grote online zoekmachines (very large online search engines, ofwel «VLOSEs»). Deze worden aangewezen door de Europese Commissie. Op 26 april 2024 heeft
de Commissie SHEIN aangewezen als zeer groot online platform. De Europese Commissie
is exclusief bevoegd ten aanzien van de verplichtingen in de DSA die uitsluitend gelden
voor VLOPs en VLOSEs. De vijf Nederlandse markttoezichthouders3 voor producten kunnen informatie en andere signalen over non-conforme producten op
de online interface van VLOPs aanleveren bij de Europese Commissie. Deze informatie
kan de Commissie helpen bij het toezicht op VLOPS.
Verder is de toezichthouder in de lidstaat waar het hoofdkantoor van de online marktplaats
(dienstverlener) is gevestigd bevoegd om hierop toezicht te houden. In het geval van
SHEIN is dat de Ierse toezichthouder. Deze houdt toezicht op de overige (niet-VLOP-)
verplichtingen uit de DSA en ondersteunt het toezicht door de Europese Commissie.
De Autoriteit Consument en Markt (ACM), als (beoogd) Nederlandse toezichthouder, speelt
dus in beginsel geen rol in het toezicht op en het handhaven van de DSA ten aanzien
van SHEIN. De Europese Commissie doet op dit moment onderzoek naar SHEIN in het kader
van de DSA4.
Daarnaast geeft de productregelgeving onder de markttoezichtverordening en de algemene
productveiligheidsverordening (GPSR) markttoezichthouders verschillende bevoegdheden
om te handhaven op non-conforme producten. De markttoezichtverordening ziet toe op
goederen waarvoor product specifieke Europese regels bestaan, zoals textiel, batterijen,
speelgoed en chemische stoffen. De algemene productveiligheidsverordening, die in
december 2024 in werking trad, ziet toe op de veiligheid van consumentenproducten
waar geen specifieke Europese regels voor zijn. Deze verordeningen schrijven ook samenwerking
voor tussen markttoezichthouders binnen de Europese Unie. Zo moeten markttoezichthouders
hun toezicht bevindingen registreren in een EU-brede database: Information and Communication
System for Market Surveillance (ICSMS), Safety Gate en Eudamed voor medische hulpmiddelen.
In de verordening algemene productveiligheid en de markttoezichtverordening staat
dat een product alleen in de EU in handel mag worden gebracht als er sprake is van
een verantwoordelijk persoon die in de EU is gevestigd. Deze EU-verantwoordelijke
is onder andere verplicht om technische documentatie te overleggen met de markttoezichtouder.
Dit moet ervoor zorgen dat er altijd iemand in de EU is die de markttoezichthouder
kan aanspreken op de verkoop van non-conforme producten.
Ook moeten online marktplaatsen volgens de algemene productveiligheidsverordening
een centraal contactpunt aanwijzen dat de markttoezichtautoriteiten kunnen benaderen.
Daarnaast moeten deze online marktplaatsen hun interface zo inrichten dat verkopers
op deze platforms verplichte informatie over productveiligheid kunnen plaatsen. Hierbij
kan gedacht worden aan informatie die de identificatie van het product mogelijk maakt
en informatie over de contactgegevens van de fabrikant en, in voorkomend geval, de
gemachtigde.
Vraag 6
Welke aanvullende stappen gaat u nemen om de Europese Commissie in beweging te krijgen
gezien u eerder aangaf een schending van regelgeving door buitenlandse webwinkels
serieus te nemen en dit daarom bij de Europese Commissie zou aankaarten?
Antwoord 6
De Europese Commissie (EC) komt in februari met een mededeling over e-commerce. In
aanloop naar deze mededeling heb ik de EC meegegeven waar Nederland mogelijkheden
ziet om de e-commerce problematiek aan te pakken op Europees niveau en hoe we hier
als Nederland aan kunnen bijdragen.
Hierbij zet het kabinet in op de volgende punten:
• Benadrukken van het belang van effectieve handhaving van de DSA in het aanpakken van
online platforms uit derde landen die non-conforme producten aanbieden.
• Mijn collega – Staatssecretaris Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane – zet zich
in de Europese onderhandelingen van het nieuwe Douane Wetboek van de Unie in voor
een beter beheersbaar proces omtrent het toezicht op e-commerce. De Douane controleert
op zowel fiscale als productveiligheidsverplichtingen aan de EU-buitengrens. Het businessmodel
van platformen gevestigd buiten de EU, die individuele pakketjes direct naar de consument
in de EU sturen bemoeilijkt dit toezicht. Dit door de enorme omvang van de stroom
(momenteel 3 miljoen per dag). Het kabinet heeft een non-paper geschreven met een
voorstel dat zich richt op het stimuleren van bulk import en het demotiveren van directe
import van individuele pakketjes. Zo kan het toezicht op een meer overzichtelijke
en uniforme goederenstroom plaats vinden. Dit non-paper5 dient als basis voor de onderhandelingen omtrent de herziening van het Douane Wetboek
in de komende periode.
• Een spoedige evaluatie van de markttoezichtverordening, zodat deze gelijk wordt getrokken
met de algemene productveiligheidsverordening en dat de bevoegdheden van markttoezichthouders
worden versterkt. Zo kunnen markttoezichthouders beter handhaven op online platforms.
• Het vergroten van de bewustwording bij consumenten over de gevaren van online aankopen
in derde landen is als laatste ook een belangrijke pijler. In het kader daarvan hebben
het Ministerie van EZ, de markttoezichthouders en de Douane diverse campagnes gevoerd.
Een toelichting hierop staat in vraag 7. Ik heb de EC verzocht om ook dergelijke campagnes
te voeren, zodat de zorgen omtrent de veiligheid van de producten van deze platforms
EU-breed worden gehoord.
Het is belangrijk om te benadrukken dat er niet één oplossing is. Ik zet mij daarom
in voor een meer integrale Europese aanpak, zoals hierboven toegelicht. Recent heb
ik ook een signaal ontvangen van de toezichthouders hierover.6 Op 13 februari 2025 ga ik daarom verder in gesprek met het bedrijfsleven, toezichthouders
en andere belangenorganisaties over de e-commerce problematiek, de huidige beleidsinzet
en eventueel aanvullende maatregelen.
Vraag 7
Na eerdere mondelinge vragen over privacy- en consumentenrechtschendingen van webwinkel
Temu gaf u aan campagnes te voeren voor bewustwording bij Nederlandse consumenten.
Hoe groot is het bereik van deze campagnes? Richt deze campagne zich naar uw mening
op de juiste doelgroep, en zo ja, waar leest u dat aan af?
Antwoord 7
In 2024 zijn er diverse campagnes gevoerd om bewustwording bij consumenten over online
aankopen (buiten de EU) te vergroten. Deze campagnes zijn onder andere ontwikkeld
vanwege de toename van het aantal e-commerce aankopen en signalen die de toezichthouders
krijgen. Primair richten de campagnes zich op de doelgroep tussen de 16–45 jaar. Secundair
bereiken de campagnes uiteraard ook een bredere doelgroep via media en eigen kanalen.
De doelgroep wordt onder andere bepaald aan de hand van meldingen en reacties die
binnenkomen bij toezichthouders. Daarnaast ligt de focus op een iets jongere doelgroep,
omdat zij vaker online bestellen en de risico’s hiervan over het algemeen lager inschatten.
Onderstaand vindt u een opsomming van de verschillende campagnes:
• «Productenmeldwijzer». Mijn ministerie heeft online campagne gevoerd om meer bekendheid
te genereren voor de Productenmeldwijzer en consumenten bewuster te maken van de gevaren
van online aankopen uit derde landen.
• «Weet wat je online koopt». Deze campagne is opgezet door de markttoezichthouders
en de Douane en wijst consumenten op de risico's van online aankopen van producten
buiten de EU.
• «Check de regels». Dit is een campagne van de Douane over de regels omtrent online
bestellen buiten de EU.
• «Eerst checken, dan bestellen.» Dit is een campagne van de ACM waarin zij waarschuwt
voor onbetrouwbare webshops.
Vraag 8
Hoeveel meldingen zijn er de afgelopen drie jaar binnengekomen bij Productenmeldwijzer?
Indien mogelijk, kunt u de beantwoording uitsplitsen naar de herkomst van de (web)winkel?
Antwoord 8
De Productenmeldwijzer is op 24 september 2024 live gegaan. Daarom hebben wij nog
geen cijfers over het aantal meldingen die via de Productenmeldwijzer zijn binnengekomen
bij de markttoezichthouders.
Vraag 9
Na hoeveel meldingen bij Productenwijzer heeft de Autoriteit Consument en Markt ook
daadwerkelijk actie ondernomen om de betreffende (web)winkel te sanctioneren? Om welke
(web)winkels ging dit?
Antwoord 9
De Productenmeldwijzer is ontwikkeld in samenwerking met de vijf markttoezichthouders
op producten: NVWA, RDI, ILT, Arbeidsinspectie en de IGJ. De ACM is geen markttoezichthouder
op producten en daarom niet aangesloten op de Productenmeldwijzer. Op de Productenmeldwijzer
kunnen consumenten en ondernemers de juiste markttoezichthouder vinden om hun non-conforme
product te melden. Informatie over lopende onderzoeken van de markttoezichthouders
naar non-conforme producten zijn niet openbaar.
Vraag 10
Deelt u de mening dat een intensivering van de aanpak tegen webwinkels die zich niet
aan de Nederlandse regels houden eigenlijk ruim vóór de feestdagen had moeten plaatsvinden?
Zo ja, waarom heeft u hier niet voor gekozen, ondanks een oproep van de leden op 19 november
2024?7
Antwoord 10
Ik vind het belangrijk dat online marktplaatsen zich gedurende het hele jaar aan de
regels houden. Als Minister neem ik geen besluit over de (tijdelijke) intensivering
van het toezicht. Dat is aan de toezichthouders.
In december 2024 heb ik wel een publiekscampagne laten uitvoeren om de Productenmeldwijzer
te promoten en consumenten bewust te maken van de risico’s van online aankopen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.