Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Nederlandse Syriëgezant spreekt met interim-bestuur in Damascus’
Vragen van het lid Van Baarle (DENK) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «Nederlandse Syriëgezant spreekt met interim-bestuur in Damascus» (ingezonden 16 januari 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Nederlandse Syriëgezant spreekt met interim-bestuur
in Damascus»?1
Vraag 2
Bent u ook bekend met de waarschuwing van de Verenigde Naties (VN) Commission of Inquiry
voor Syrië dat het bewijs van internationale misdrijven niet mag worden vernietigd
of gemanipuleerd omdat «dit bewijs de beste hoop van Syriërs kan zijn om de waarheid
over hun vermiste familieleden te achterhalen»?2 Welke inspanningen worden er genomen om het bewijs voor mogelijke schendingen gepleegd
door het Assad-regime veilig te stellen?
Vraag 3
Hoe heeft de Speciaal Gezant voor Syrië het belang benadrukt van zorgvuldige bewijsvergaring
tegen het oude regime, zoals mede is benoemd in de motie Van Baarle (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2995)?
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat cruciale documentatie uit gevangenissen zoals Sednaya naar alle
waarschijnlijkheid verloren is geraakt?3 Wat zijn de kansen en mogelijkheden om het terug te vinden?
Vraag 5
Welke inspanningen gaat u de komende periode leveren ter uitvoering van de motie Van
Baarle (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2995) om in te zetten op vervolging en bestraffing van leden van het Assad-regime, alsmede
voor versterking van de bewijsbank?
Vraag 6
Heeft u specifiek antwoord op de vraag hoe Mazen al-Humada na zijn verblijf in Nederland
in de Sednaya gevangenis is beland en is overleden? Bent u bereid om alles op alles
te zetten om de toedracht te achterhalen en in te zetten op het vinden van de daders?
Indieners
-
Gericht aan
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken -
Indiener
Stephan van Baarle, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.