Motie : Motie van de leden Veltman en Olger van Dijk over het schrappen van de tussentijdse toets voor rijexamen B voor maximaal één jaar en goed presterende rijscholen meer ruimte geven bij het reserveren van examens
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 1154
MOTIE VAN DE LEDEN VELTMAN EN OLGER VAN DIJK
Voorgesteld 14 januari 2025
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de inhaalslag van praktijkexamens voor rijbewijs B naar aanleiding
van de lockdown tijdens corona nog niet is afgerond en in sommige regio's leidt tot
wachttijden met uitschieters van vijftien tot twintig weken;
overwegende dat het voor de ontwikkeling van rijschoolleerlingen onwenselijk is om
zo lang te moeten wachten voordat zij examen kunnen doen;
overwegende dat een tussentijdse toets een waardevol instrument is dat voor een hoger
slagingspercentage zorgt, en daarmee dus ook bijdraagt aan het verminderen van de
wachttijden bij het CBR;
overwegende dat het tijdelijk schrappen van de tussentijdse toets een noodmaatregel
is die het mogelijk maakt de achterstand in te lopen die anders nog jaren niet wordt
opgelost, maar dat deze noodmaatregel niet langer mag worden ingezet dan strikt noodzakelijk;
verzoekt de regering de tussentijdse toets voor rijexamen B maximaal één jaar te schrappen,
en korter waar mogelijk, en onverwijld met de rijscholenbranche aan de slag te gaan
met de verbetermaatregelen uit het rapport-Roemer om de slagingspercentages te verbeteren;
verzoekt de regering vooruitlopend daarop het CBR de goed presterende rijscholen meer
ruimte te laten geven bij het reserveren van examens, conform voorstel van het CBR,
en parallel hieraan de benodigde wijziging van regelgeving in gang te zetten om goed
presterende rijscholen meer voorrang te kunnen geven, en rijscholen te ondersteunen
in hun uitdagingen die komen kijken bij het tijdelijk afschaffen van de tussentijdse
toets,
en gaat over tot de orde van de dag.
Veltman
Olger van Dijk
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Hester Veltman, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Olger van Dijk, Tweede Kamerlid