Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Stultiens over het bezuinigingsultimatum van de werknemers in het hoger onderwijs
Vragen van het lid Stultiens (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bezuinigingsultimatum van de werknemers in het hoger onderwijs (ingezonden 23 december 2024).
Antwoord van Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 10 januari
2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de brief van 19 december 2024 van de FNV, AOb, CNV & FvOv waarin
collectieve acties worden aangekondigd indien er voor 11 januari 2025 geen nadere
stappen worden gezet om de onderwijsbezuinigingen ongedaan te maken?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Begrijpt u dat medewerkers van hogescholen en universiteiten een ongezond hoge werkdruk
ervaren en dat de 1,2 miljard euro bezuinigingen op het onderwijs deze werkdruk alleen
maar zullen verergeren?
Antwoord 2
Ik maak me zorgen over de hoge werkdruk die er al jaren is op onze universiteiten,
ook in de voorgaande jaren waarin er meer geld beschikbaar was. Het is de verantwoordelijkheid
van de universiteiten om als werkgevers zorg te dragen voor een gezonde werkomgeving,
ongeacht de bestaande financiële kaders. In mijn brief aan de Kamer van 30 september
20242 heb ik aangekondigd dat ik de universiteiten help bij het verlagen van de werkdruk
door hen te voorzien van een jaarlijks bedrag van gemiddeld € 78 miljoen tot en met
2031 voor maatregelen die de werkdruk kunnen helpen verlichten.
Vraag 3
Hoe gaat u het vertrouwen van de vakbonden en hun achterban weer terugwinnen?
Antwoord 3
Ik ben bereid om met de vakbonden in gesprek te gaan over oorzaken van en maatregelen
tegen werkdruk.
Vraag 4
Kunt u uw reactie aan de vakbonden inzake het bezuinigingsultimatum ook delen met
de Kamer?
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Kunt u deze vragen beantwoorden voor 11 januari 2025?
Antwoord 5
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.