Schriftelijke vragen : De artikelen ‘Energieminister Qatar dreigt gaslevering EU te stoppen’ en ‘Topman Boskalis ‘verketterd’ om kritiek op vestigingsklimaat’.
Vragen van de leden Kamminga en Martens-America (beiden VVD) aan de Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp en van Economische Zaken over de artikelen «Energieminister Qatar dreigt gaslevering EU te stoppen» en «Topman Boskalis «verketterd» om kritiek op vestigingsklimaat» (ingezonden 31 december 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met de artikelen «Energieminister Qatar dreigt gaslevering EU te stoppen»1 en «Topman Boskalis «verketterd» om kritiek op vestigingsklimaat»2?
Vraag 2
Deelt u de zorgen over de impact van de EU-verordening CSDDD die in beide artikelen
worden geuit? Zo ja, kunt u nader toelichten op welke wijze u dit, al dan niet in
EU-verband, gaat mitigeren? Zo nee, kunt u nader toelichten waarom niet?
Vraag 3
Heeft u al meer soortgelijke signalen gekregen van Nederlandse bedrijven dan wel buitenlandse
bedrijven? Zo ja, welke en op welke wijze gaat u met deze signalen om?
Vraag 4
Is er onderzoek gedaan naar de effecten van de CSDDD op de concurrentiekracht van
de EU en zijn daarbij ook de effecten voor het investeringsklimaat en bijvoorbeeld
leveringszekerheidsvraagstukken meegenomen? Zo ja, kunt u de resultaten daarvan delen?
Zo niet, bent u bereid alsnog zo’n onderzoek te doen naar zowel de korte- als lange
termijn impact, al dan niet in EU-verband?
Vraag 5
Kunt u ingaan op de stelling dat Nederland «een extra schepje bovenop» de Europese
regelgeving doet? Welke aanvullende eisen stelt Nederland precies en wat is de rechtvaardiging
hiervoor? Hoe staat dit in relatie tot de afspraken in het regeerakkoord Nederlandse
toppen op Europese regelgeving tegen te gaan?
Vraag 6
Kunt u aangeven in hoeverre bij de totstandkoming van deze regelgeving rekening is
gehouden met de effecten die deze wetgeving heeft op onze handelsrelatie met landen
die over strategische grondstoffen beschikken, die voor Nederland essentieel zijn?
Vraag 7
Hoe wordt bij de CSDDD rekening gehouden met de lagere productiestandaarden en wet-
en regelgeving in landen buiten de EU en de beperkte invloed die Europese bedrijven
hierop hebben?
Vraag 8
Is er bij de CSDDD voorzien in een evaluatiebepaling? Zo ja, kunt u nader toelichten
hoe die eruit ziet en zo nee, op welke wijze kunnen eventuele negatieve effecten,
zeker als deze onvoorzien zijn, worden gemitigeerd?
Vraag 9
Bent u bekend met de conclusies uit het Draghi rapport over de impact van het EU-duurzaamheidsraamwerk,
waaronder CSDDD, op het bedrijfsleven? Deelt u de zorgen over de hoge nalevingskosten
(€ 150.000 – € 1 miljoen) en de onduidelijkheid over de samenhang met andere wetgeving?
Zo ja, hoe gaat u dit adresseren?
Vraag 10
Deelt u de zorg dat de CSDDD voor extra lastendruk voor ondernemers gaat zorgen? Is
er een indicatie van hoeveel de lastendruk voor ondernemers in het algemeen, en het
MKB in het bijzonder, toeneemt na implementatie van CSDDD? Op welke wijze heeft u
bedrijven en ondernemers betrokken bij de nadere uitwerking en implementatie van de
CSDDD?
Vraag 11
Op welke wijze gaat u bedrijven en ondernemers ondersteunen bij de implementatie van
de wetgeving, zowel op het gebied van de administratieve verplichtingen als bij het
inzicht krijgen in de productieketens in het buitenland? Op welke termijn kunnen ondernemers
hier iets van verwachten?
Vraag 12
Kunt u toezeggen dat Nederland zich in zal spannen dat de CSDDD zo lastenluw mogelijk
wordt geïmplementeerd en er geen sprake zal zijn van nationale koppen? Zo ja, kunt
u nader toelichten op welke wijze daarin wordt voorzien en zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Hoe realistisch acht u de implementatiedatum voor de CSDDD en vindt u het gelet op
de impact ervan op bedrijven en de conclusies uit het Draghi rapport verstandig om
net als bij de ontbossingsverordening meer tijd te nemen? Zo ja, op welke wijze zet
u zich hiervoor in? Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Kunt u aangeven of de effecten van de CSDDD nu de implementatie concreter wordt, ook
in het licht van de bevindingen uit het Draghi rapport, onderwerp van gesprek zijn
in de EU? Zo ja, op welke wijze?
Vraag 15
Is dit onderwerp ter sprake gekomen tijdens de Ondernemers Top, georganiseerd afgelopen
december ’24? Zo nee, op welk moment zijn de Ministers voornemens dit gesprek aan
te gaan met ondernemers? Zo ja, wat was hier de uitkomst van?
Vraag 16
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het commissiedebat «informele Raad Buitenlandse
Zaken Handel» op 22 januari 2025?
Indieners
-
Gericht aan
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken -
Gericht aan
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp -
Indiener
Roelien Kamminga, Kamerlid -
Medeindiener
Claire Martens-America, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.