Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden White, Gabriëls en Slagt-Tichelman over het bericht ‘Bewoners Bonaire geëvacueerd na grote brand bij de vuilstort’
Vragen van de leden White, Gabriëls en Slagt-Tichelman (allen GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretarissen van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Infrastructuur en Waterstaat en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Bewoners Bonaire geëvacueerd na grote brand bij de vuilstort» (ingezonden 12 november 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat), mede namens de
Staatssecretarissen van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (ontvangen 19 december 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Bewoners Bonaire geëvacueerd na grote brand bij de
vuilstort»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is de huidige situatie? Is de brand inmiddels helemaal onder controle? Zo nee,
wat wordt gedaan om de situatie zo spoedig mogelijk veilig te krijgen?
Antwoord 2
Er zijn in de avond van 5 november op twee plaatsen tegelijkertijd branden ontstaan
op de locatie Lagun. De bovengrondse branden zijn in de nacht van 5 op 6 november
gecontroleerd uitgebrand, onder toezicht van de brandweer. De dagen erna hebben nog
wat kleine brandjes van het laatste brandbaar materiaal plaatsgevonden of zijn weer
opgelaaid. Deze zijn in die gevallen direct afgedekt door Selibon, de beheerder van
de stortplaats. De brandweer heeft de locatie om 2.30 in de nacht verlaten en ingerukt
naar de kazerne. Later die ochtend is na controle door de brandweer aangegeven dat
er op dat moment geen sprake meer was van kans op verdere uitbreiding. De brandweer
heeft echter aangegeven dat er sprake is van een ondergrondse brand die al lange tijd
brandt (en rookt). De ondergrondse brand is niet uit en de rook is er dus nog steeds.
Ik concludeer hiermee dat de situatie nog niet onder controle is. Tevens concludeer
ik dat de inzet van de brandweer en Selibon de gevolgen van de bovengrondse brand
hebben kunnen beperken maar dat oorzaken hiervan niet zijn weggenomen en dat er feitelijk
weinig is gedaan om de situatie zo spoedig mogelijk veilig te krijgen. Hiervoor is
een snelle en doortastende aanpak nodig van de ondergrondse brand en mij is niet gebleken
dat hiervan sprake is.
Vraag 3
Wat zijn de gevolgen van de brand voor de gezondheid van omwonenden, zowel voor de
mensen die binnen de evacuatiezone wonen als ook daarbuiten?
Antwoord 3
Onderzoek van de Milieuongevallen Dienst MOD-RIVM rond grote series branden uit het
verleden toont aan dat buiten een straal van 1 kilometer van een dergelijke brand
doorgaans geen schadelijke stoffen kunnen worden gemeten door verdunning in de lucht.
Omwonenden binnen een straal van één kilometer benedenwinds van de brandlocatie zijn
ter bescherming van hun gezondheid op 5 november geëvacueerd.
Mensen in de omliggende gebieden, ook verderop op het eiland ondervinden afhankelijk
van windsterkte, windrichting en neerslag hinder van de prikkelende rooklucht, stank
en de verminderde luchtkwaliteit door meer fijnstof. Dit geldt specifiek voor mensen
met luchtwegklachten of hart- en vaatziekten. Er is hen geadviseerd om bij ademhalings-
of andere gezondheidsproblemen zich te melden bij hun huisarts, de huisartsenpost
of de spoedeisende hulp.
Vraag 4
Hoeveel mensen zijn behandeld vanwege ademhalingsklachten?
Antwoord 4
Bij afdeling Publieke Gezondheid van de Openbare Lichaam Bonaire (OLB) is op 5 november
een monitoring ingericht voor de eerste (Huisartsen en Huisartsenpost) en tweede lijn
(Spoedeisende hulp) om personen te melden die zich presenteren met klachten gerelateerd
aan de brand van 5 november. Tot op heden zijn vanuit de huisartsen in totaal tien
meldingen ontvangen; uit het ziekenhuis zijn geen meldingen ontvangen.
Vraag 5
Is duidelijk welke schadelijke stoffen er zijn vrijgekomen? Zo ja, welke? Zo nee,
wordt hier specifiek onderzoek naar gedaan?
Antwoord 5
Op verzoek van het Openbaar Lichaam Bonaire heeft het RIVM van 13–17 november op verschillende
plekken rond de afvalstortplaats van Selibon, locatie Lagun, onderzoek gedaan om meer
duidelijkheid te krijgen over schadelijke stoffen die mogelijk in de omgeving terecht
zijn gekomen na de brand. Het RIVM heeft hiervoor stof opgeveegd en heeft monsters
genomen van de bodem en vegetatie. De monsters worden de komende weken in Nederland
geanalyseerd op de aanwezigheid van PAK (Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen),
dioxine en zware metalen. Het RIVM richt zich in het onderzoek op stoffen die in het
algemeen bij (afval)branden vrijkomen.
Op het moment van beantwoorden van deze vragen waren de resultaten van dit onderzoek
nog niet bekend.
Vraag 6
Zijn er onderzoeken gedaan naar de gezondheid van omwonenden en werknemers van de
afvalverwerker Selibon? Zo nee, bent u bereid dit op korte termijn alsnog te doen?
Antwoord 6
Naast de monitoring van burgers (zie vraag 4) is na de branden van 5 november via
een bijstandsverlening hulp gevraagd aan MOD van RIVM. Zie verder vraag 5
Vraag 7
Wat zijn de gevolgen voor de leefomgeving en de natuur?
Antwoord 7
Over effect van de branden op natuur is geen specifieke informatie bekend. Over de
leefomgeving/ luchtkwaliteit verwijs ik naar vraag 3.
Vraag 8
Klopt het dat de lokale autoriteiten pas uren nadat omwonenden alarm sloegen opriepen
tot evacuatie? Zo ja, wat was hiervan de precieze reden?
Antwoord 8
Rond 19.55 kwam er een melding van brand binnen bij de meldkamer. Hierop volgend zijn
de brandweer en politie gelijk ter plekke gegaan. Toen de omvang van de brand duidelijk
werd, is de politie begonnen met het evacueren van de omwonenden.
Om 20.45 is door de brandweer een zogeheten Commando Plaats Incident (CoPI) bijeengeroepen
voor een gecoördineerde, multidisciplinaire inzet.
Inmiddels hadden medewerkers van Bevolkingszorg, via een Facebook post kennisgenomen
van de brand. Het gaat om een kleine gemeenschap waarbij een van de bewoners een beeld
op facebook zette. Onverwijld werd door de zogeheten Emergency Support Function 7
(ESF 7), verantwoordelijk voor Evacuatie en Opvang, daarop gereageerd en proactief,
in samenwerking met andere instanties, een tijdelijk verzamelpunt opgezet (buurtcentrum).
De bewoners werden verzocht om zich bij het verzamelpunt te melden en de aanpak van
brandweer af te wachten. Kort daarna, tussen 1 à 2 uur, werd het voor iedereen duidelijk
dat de brandweer de brand niet kon meteen kon blussen. Op dat moment werd aan eenieder
doorgegeven dat zij de optie hadden om in tijdelijke opvang te gaan.
Vraag 9
Zijn omwonenden op tijd geëvacueerd en geïnformeerd over de risico’s van de situatie?
Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Meteen bij het openingsbericht bij het verzamelpunt werd doorgegeven dat deze brand
anders is dan de overige keren, gezien hier sprake was van brandend plastic. Dit werd
mondeling doorgegeven en men werd verzocht om dit te verspreiden.
Inmiddels was in het CoPI besloten dat voor de bewoners onderdak geregeld moest worden
in een hotel. Dit is gelijk opgepakt door de bovengenoemde ESF groep Evacuatie en
Opvang. Zij zijn ook continu het aanspreekpunt geweest voor de geëvacueerden en de
buurtstichting.
Vraag 10
Bent u bekend met het inspectierapport van de Inspectie Leefomgeving en Transport
(ILT) naar de afvalverwerker Selibon op Bonaire dat op 21 oktober aan het openbaar
lichaam is overhandigd? Kan dit rapport met de Kamer worden gedeeld? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 10
Ja, dit zal met de Kamer worden gedeeld tezamen met mijn reactie op het verzoek van
de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties om de Kamer te informeren over de situatie
bij Selibon en het feit dat de waarnemend (Wnd.) Rijksvertegenwoordiger het voornemen
heeft om tijdelijk de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving over te nemen
van het openbaar lichaam Bonaire.
Vraag 11
Bent u tevens bekend met het nieuwsbericht van de ILT over dit rapport?
Antwoord 11
Ja.
Vraag 12
Kunt u nader specifiëren en kwantificeren wat de risico’s voor lucht, bodem, grondwater
en brand zijn, die de ILT constateert?
Antwoord 12
ILT heeft in haar inspectierapport «Vergunningverlening, toezicht en handhaving bij
Selibon Lagun» geconstateerd dat de tekortkomingen in het VTH-proces op het eiland
leiden tot aanzienlijke milieurisico’s en tot mogelijke risico’s voor de volksgezondheid.
Uit metingen van Wageningen UR is gebleken dat het zeewater en het sediment in de
baai van Lagun ernstig is verontreinigd. De resultaten van een onderzoek uit 2023
aan de emissies van de verbrandingsinstallatie en van het onderzoek van het RIVM zullen
zo spoedig mogelijk beschikbaar worden gesteld.
Vraag 13
Kunt u specificeren hoe groot de vervuiling in de baai Lagun vlakbij Selibon is, met
onder meer zware metalen?
Antwoord 13
De onlangs verschenen beleidssamenvatting van een onderzoek, uitgevoerd door Wageningen
Marine Research (WMR) in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid
en Natuur, over chemische vervuiling van de zee rond Bonaire beschrijft «alarmerende
niveaus» van verontreinigende stoffen. Het is van deze stoffen bekend dat ze schadelijk
zijn voor de onderwaternatuur. Zo wordt er specifiek genoemd dat de gemeten concentraties
cadmium, kobalt, zink en koper wetenschappelijke grenswaardes voor zeegras en zeeschildpadden
overschrijden. De beleidssamenvatting bevat geen concrete waardes van vervuiling waardoor
het momenteel niet vast te stellen is hoe groot de vervuiling in de baai Lagun precies
is. De beleidssamenvatting is een voorloper op een uitgebreider onderzoeksrapport
met meer gedetailleerde informatie, dat waarschijnlijk begin 2025 zal verschijnen.
In dit uitgebreidere onderzoeksrapport zal WMR naar verwachting specificeren hoe groot
de vervuiling in de baai Lagun is.
Vraag 14
Deelt u de mening dat voorkomen moet worden dat zware metalen in het grondwater en
de zee terechtkomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 14
Ja, ik deel deze mening. Daarom is het kabinet in 2020 gekomen met het Natuur- en
Milieubeleidsplan Caribisch Nederland (NMBP) 2020–2030 om de rijke natuur van Caribisch
Nederland te behouden, beschermen en op duurzame wijze te benutten. Het NMBP stelt
dat, onder andere, vervuiling door chemicaliën en het ongecontroleerd stromen van
water van land naar zee een negatieve impact kan hebben op de natuur en het milieu.
In het NMBP wordt daarom ingezet op het tegengaan van verontreiniging vanuit stortplaatsen.
Ook wordt gekeken naar het tegengaan van erosie en het stromen van water van land
naar zee.
Tegelijkertijd wordt gewerkt aan het monitoren van de Caribische Zee om de waterkwaliteit
en vervuiling beter in beeld te krijgen. Zo zijn op Bonaire dit jaar peilbuizen geplaatst
om de kwaliteit van het grondwater te meten en zijn er sensoren aan steigers en op
een boei geplaatst voor monitoring van de zeewaterkwaliteit. De bedoeling is met een
inspanning over meerdere jaren een structureel beeld te ontwikkelen van de zeewaterkwaliteit
om op basis daarvan de juiste beleidsmaatregelen te kunnen treffen.
Vraag 15
Wat zijn de noodoplossingen en de structurele verbeteringen waaraan gewerkt wordt?
Antwoord 15
Op dit moment dient de hoogste prioriteit te worden gegeven aan het afvoeren van het
biomedisch afval en het beveiligen van het terrein.
Op 15 november 2024 heeft de waarnemend Rijksvertegenwoordiger besloten om indeplaats
te treden van het bestuurscollege en daarmee te voorzien in een aantal beslissingen
op het gebied van vergunningverlening, toezicht-, en handhaving (VTH) bij Selibon/Lagun
waaronder in elke geval thans:
• Besluitvorming over een lopende milieuvergunningaanvraag voor een deel van de inrichting;
• Een door het Openbaar Lichaam Bonaire op 13 november 2024 bij Selibon opgelegde last
onder bestuursdwang in te trekken omdat deze onvolledig is;
• Aan Selibon een voornemen tot last onder bestuursdwang te verzenden om een aantal
voorschriften uit de vigerende vergunning ongedaan te (doen) maken. Het betreft het
afvoeren van het biomedisch afval, en het beveiligen van het terrein.
Het gaat specifiek om een aantal overtredingen van een vergunning en deze dienen voor
15 december te worden beëindigd.
Om structurele verbeteringen waaronder het stoppen van de ondergronds voortsmeulende
branden te realiseren is een nauwe samenwerking tussen het Rijk, het Openbaar Lichaam
Bonaire (OLB) en het bedrijf Selibon noodzakelijk.
Met de vaststelling van het Natuur- en milieubeleidsplan 2020–2030 (NMBP) hebben alle
partijen onder meer afgesproken in 2030 een volledig einde aan storten van afval in
Caribisch Nederland te realiseren. Dit betekent dat op stortplaats Lagun voorzieningen
dienen te worden getroffen om de stortplaats te isoleren, te beheersen en te controleren,
dat wordt gewaarborgd dat de stortplaats weinig tot geen nadelige gevolgen voor het
milieu veroorzaakt en dat een milieuvergunning is verleend waarin deze doelen zijn
vastgelegd en uitgewerkt en de naleving hiervan wordt geborgd.
Om dit te bereiken zal het bestuurscollege van Bonaire binnen een afvalbeheerprogramma
moeten bepalen hoe in de toekomst met afvalstromen moet worden omgegaan als niet meer
gestort kan worden. Mijn ministerie heeft aangeboden de sedert 2016 gegeven ondersteuning
van het afvalprogramma voort te zetten indien aan alle voorwaarden wordt voldaan.
Vraag 16
Wat is er sinds de vorige brand – een aantal maanden geleden – concreet gebeurd om
de situatie te verbeteren?
Antwoord 16
De ILT heeft op 22 juli 2024 een eerste inspectierapport bekendgemaakt over de wijze
waarop het bestuurscollege invulling gaf aan de uitvoering van het IAB BES. Deze inspectie
is gevolgd door een tweede inspectie in augustus 2024, specifiek gericht op de VTH-situatie
bij Selibon/Lagun op Bonaire.
In deze rapporten wordt geconcludeerd dat op de locatie Selibon/Lagun op het terrein
van VTH ernstige tekortkomingen zijn, met consequenties voor natuur en milieu. Tevens
is er sprake van toenemende risico´s voor het milieu (o.a. door luchtemissies, bodem-,
grondwaterverontreiniging en brand). Daarnaast zijn er indicaties van risico’s voor
de volksgezondheid en voor de flora en fauna in de directe omgeving van de stortplaats
en het afvalcentrum.
De rapporten van de ILT verwijzen ook naar onderzoek (uitgevoerd in het kader van
het NMBP) naar chemische vervuiling van de zee rond Bonaire waarin gesproken wordt
van «alarmerende niveaus» van verontreinigende stoffen, waarvan bekend is dat ze schadelijk
zijn voor koraal-ecosystemen. Uw Kamer is geïnformeerd over dit onderzoek en deze
is behandeld in het WGO Water van 18 november 2024.
De ILT is van mening dat geconcludeerd kan worden dat er sprake is van taakverwaarlozing
door het bestuurscollege. Daarbij weegt zij mee dat er duidelijke signalen zijn met
betrekking tot risico´s voor het milieu. Daarnaast zijn er indicaties van risico’s
voor de volksgezondheid en voor de flora en fauna. Het bestuurscollege heeft nagelaten
deze signalen serieus te nemen en invulling te geven aan haar verantwoordelijkheid.
Dit heeft geleid tot een besluit van de waarnemend Rijksvertegenwoordiger (op 15 november
2024) om indeplaats te treden van het bestuurscollege en daarmee te voorzien in een
aantal beslissingen op het gebied van vergunningverlening, toezicht-, en handhaving
(VTH) bij Selibon/Lagun. Voor het overige verwijs ik naar het antwoord op vraag 15.
Vraag 17
Bent u bereid opdracht te verstrekken aan een derde partij om een project voor te
bereiden en uit te voeren en financiële middelen hiervoor beschikbaar te stellen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 17
Ik heb in 2022 opdracht verleend aan N.V. Afvalzorg Holding om advies te geven over
de volgende hoofdonderwerpen:
• stortplaatsadvies ten behoeve van het bepalen restcapaciteit, sluiting & herontwikkeling
en asbestverwerking op stortplaats Lagun
• Advies over kleinschalige afvalverbranding op Bonaire.
• Inventariserend onderzoek Bonaire.
De resultaten van dit onderzoek heb ik aangeboden aan het bestuurscollege met het
verzoek naar aanleiding hiervan te besluiten te nemen binnen het lopende afvalbeheerprogramma
«Afvalbeheer op Maat (AoM)» waarvoor financiering is toegezegd. Ik heb moeten vaststellen
dat vanaf begin 2023 het afvalprogramma van Bonaire feitelijk stil is komen te vallen
door een gebrek aan sturing vanuit het Openbaar Lichaam. Ik heb vernomen dat het huidige
bestuurscollege de intentie heeft een afvalbeheervisie te ontwikkelen en een nieuw
afvalprogramma op te zetten. Hierover heb ik aangegeven dat ik bereid ben om gelijktijdig
met de aanpak van de huidige tekortkomingen bij Selibon op de locatie Lagun met het
stilgevallen programma AoM een doorstart te maken indien aan alle voorwaarden daaromheen
wordt voldaan.
Vraag 18
Is het correct dat Selibon niet over de vereiste hindervergunning/vergunning Wet vrom
BES beschikt? Zo nee, hoe zit het dan wel?
Antwoord 18
Selibon beschikt over een Hindervergunning van 19 december 2018 waarmee slechts een
beperkt deel van de activiteiten is vergund. De stortplaats, de tanks voor de opslag
van afgewerkte olie, het depot voor klein chemisch afval, de glas crusher, de slob-faciliteit
en de destillatie-installatie zijn niet vergund.
Op 1 april 2024 is de hinderverordening vervallen door de inwerkingtreding van het
Inrichtingen en activiteitenbesluit BES (IAB BES). De stortplaats is in onderdeel 21.4
van het IAB BES aangewezen als een type 3 (vergunningplichtige) inrichting.
Vraag 19
Wat zijn de juridische gevolgen van het feit dat Selibon niet over de vereiste vergunningen
beschikt?
Antwoord 19
Hiermee is de inrichting deels illegaal inwerking. Het bestuurscollege van Bonaire
heeft een aantal sanctiemogelijkheden tot haar beschikking om de illegale situatie
te beëindigen maar onderneemt echter geen gerichte acties om alle activiteiten op
deze locatie vergund te krijgen. Deze situatie heeft mede bijgedragen aan de conclusie
van de waarnemend Rijksvertegenwoordiger dat er sprake is van taakverwaarlozing door
het bestuurscollege en aan zijn besluit van 15 november 2024 om indeplaats te treden
van het bestuurscollege bij de inzet van een aantal VTH bevoegdheden.
Vraag 20
Klopt het dat er steeds meer containers, die in slechte staat verkeren, met asbest
en biomedisch afval op het terrein staan en dat deze nu ook in brand dreigen te gaan?
Antwoord 20
Het klopt dat er steeds meer containers op het terrein staan en dat meerdere containers
in slechte staat verkeren. Daarom dient het terrein zo snel mogelijk beveiligd te
worden.
Vraag 21
Wat zijn de risico’s voor de gezondheid van omwonenden en de leefomgeving, als dit
afval ook in de brand vliegt of als dit afval weglekt naar de bodem of oppervlaktewater?
Antwoord 21
Ter verduidelijking, bij de brand op 5 november is géén biomedisch of asbestmateriaal
in brand gegaan. Deze beantwoording gaat dus om een mogelijke situatie die er nog
niet is.
Voor het geval asbesthoudend materiaal door een brand kapotgaat, kunnen asbestvezels
vrijkomen. De asbestvezels worden met de rookpluim meegevoerd. Het gezondheidsrisico
is verwaarloosbaar als omwonenden op een dag bij zo’n brand asbestvezels inademen.
Eventuele brokresten op straat kunnen mogelijk ook asbest bevatten. Zolang deze resten
niet verbrokkelen en direct worden verwijderd en afgevoerd volgens de geldende normen,
kunnen ze geen kwaad. Voor iedere brand geldt dat blootstelling aan de rook en roetdeeltjes
zo veel mogelijk voorkomen moet worden.
Verder is het biomedisch afval opgeslagen in meerdere containers. Het afval wordt
bij Selibon aangeleverd in al afgesloten verpakkingen, plastic (naalden) containers
etc.
Vraag 22
Kunt u zorgen dat de containers met biomedisch afval en asbest zo spoedig mogelijk
verwijderd worden en op een veilige wijze verwerkt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 22
Het verantwoord afvoeren en op milieutechnisch verantwoorde wijze laten verwerken
van het biomedisch afval wordt de afgelopen maanden al voorbereid. Er wordt een plan
van aanpak gemaakt voor het overzetten van het biomedisch afval naar koelcontainers
ten behoeve van het maritieme transport. Er zijn gesprekken gaande met Aruba om het
afval daar te laten verwerken. Deze voorbereiding en uitvoering is nu onderdeel van
de scope van de waarnemend Rijksvertegenwoordiger die daarin indeplaats is getreden
van het bestuurscollege en de uitvoering heeft ondergebracht bij ILT. Daarbij zal
samenwerking worden gezocht met Selibon, met het ambtelijk apparaat van het Openbaar
Lichaam en de specialisten van het Ministerie van I&W en Afvalzorg, Rijkswaterstaat
en ILT.
Voor wat betreft asbest wordt in elk geval de komende 3 maanden al het tijdelijk in
containers opgeslagen asbest gecontroleerd en waar nodig opnieuw veilig en volgens
de Europese voorschriften verpakt en opnieuw in afgesloten zeecontainers opgeslagen.
Dit is een tijdelijke situatie omdat het asbest een permanente opslag moet krijgen
als onderdeel van de nieuw in te richten stortcompartimenten die de komende jaren
worden opgebouwd. Dit is een werkwijze die wij ook hier in Nederland toepassen. Dit
is onderdeel van de scope van de indeplaatsstelling van de waarnemend Rijksvertegenwoordiger
en zal daarmee door het Rijk worden gecontroleerd en gecoördineerd.
Vraag 23
Wat gaat u doen om de risicovolle situatie bij Lagun te beëindigen en nieuwe brand
te voorkomen?
Antwoord 23
Zie mijn antwoord op vraag 15.
Vraag 24
Kunt u uitzoeken of het mogelijk is het afval van Bonaire te verschepen naar een veilige
verwerker, totdat Bonaire beschikt over een veilige afvalverwerker?
Antwoord 24
Dit is al het geval voor verschillende afvalstromen voor recycling, voor verwerking
is het al sinds 2020 zo dat de afgewerkte olie van Bonaire naar Curaçao gaat ter verwerking
en gebruik en zoals hierboven bij vraag 22 is beschreven wordt dit nu ook onderzocht
voor biomedisch afval. Het bestuurscollege heeft aangegeven dat de afvoer van restafval
een oplossing is die meegenomen zal worden zoals als onderdeel van de nieuwe afvalprogramma
dat momenteel wordt opgesteld.
Vraag 25
Wordt er in Bonaire toegewerkt naar het beëindigen van afvalstort, gezien de noodzaak
om toe te werken naar een circulaire economie en afvalstort de laagste vorm van afvalverwerking
is?
Antwoord 25
Met de vaststelling van het Natuur- en milieubeleidsplan 2020–2030 (NMBP) hebben alle
partijen onder meer afgesproken in 2030 een volledig einde aan storten van afval in
Caribisch Nederland te realiseren. Vooruitlopend hierop heb ik reeds in 2022 opdracht
verleend aan N.V. Afvalzorg Holding om advies te geven over het bepalen van de restcapaciteit,
sluiting & herontwikkeling van de stortplaats. Afvalzorg heeft hierover het volgende
geadviseerd:
Omdat een stortplaats een essentieel onderdeel vormt van een duurzaam afvalmanagement
systeem dient op Bonaire ook in de toekomst stortcapaciteit beschikbaar te zijn voor
afvalstromen die niet op andere wijze verwerkt kunnen worden en als achtervang bij
falen van andere afvalverwerkingsopties.
Voor stortplaats Lagun heeft Afvalzorg daarom onderzocht of en hoeveel restcapaciteit
er nog beschikbaar is en waar er mogelijkheden liggen tot het creëren van extra stortcapaciteit.
Uitgaande van de huidige afvalhoeveelheden, kan op dit terreindeel nog tot 2026 afval
worden gestort. Dit biedt de mogelijkheid om in de tussentijd de stortcapaciteit op
de locatie verder uit te breiden. Aan de zuidzijde van de bestaande stortheuvel is
een terreindeel van circa 2 hectare dat nog binnen de terreingrens van de stortlocatie
valt. Hier kan mogelijk een uitbreiding van de stortheuvel worden gerealiseerd. Deze
uitbreiding aan de zuidzijde kan een stortcapaciteit opleveren voor 13 tot 18 jaar
afvalverwerking.
De haalbaarheid en wenselijkheid van een dergelijke uitbreiding zal bepaald moeten
worden in het kader van een afvalbeheerprogramma. Het bestuurscollege heeft aangegeven
dat als onderdeel van een afvalvisie zal worden gekeken naar de mogelijkheden om de
hoeveelheid afval dat het eiland op komt te verminderen, naar het verkleinen van de
restafvalstroom door in te zetten op preventie, hergebruik en het verwerken tot grondstoffen.
Vraag 26
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden voor het tweeminutendebat VWS Caribisch
Nederland?
Antwoord 26
Vanwege afstemming met betrokken partijen is beantwoording voor het tweeminutendebat
VWS Caribisch Nederland op 11 december 2024 niet mogelijk gebleken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.