Amendement : Amendement van het lid Sneller over consequenties voor termijnoverschrijding door het OM
36 327 Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering)
Nr. 15
AMENDEMENT VAN HET LID SNELLER
Ontvangen 19 december 2024
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Aan artikel 1.8.6 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Indien de officier van justitie in gebreke blijft de kennisneming toe te staan binnen
de door de rechter-commissaris gestelde termijn als bedoeld in het derde lid, kan
de rechter-commissaris beslissen dat de berechting niet aanvangt totdat de kennisneming
is toegestaan, voor zover dat niet tot onaanvaardbare consequenties zal leiden.
II
Aan artikel 2.10.64 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Indien de officier van justitie in gebreke blijft overeenkomstig het eerste lid de
verdachte en de rechter-commissaris in kennis te stellen, kan de rechter-commissaris
beslissen dat de officier van justitie nog geen procesinleiding kan indienen, voor
zover dat niet tot onaanvaardbare consequenties zal leiden.
III
Aan artikel 4.1.1 wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Indien de officier van justitie in gebreke blijft overeenkomstig het vijfde lid de
processtukken aan de verdachte ter beschikking te stellen, kan de voorzitter van de
rechtbank beslissen dat de berechting nog niet aanvangt, voor zover dat niet tot onaanvaardbare
consequenties zal leiden.
Toelichting
De beweging naar voren brengt met zich mee dat verdachten al in een veel eerder stadium
actief moeten zijn met hun verdediging. Dit vereist dat verdachten in een vroeg stadium
toegang krijgen tot het strafdossier. Zonder tijdige kennisneming van het dossier
is het voor de verdachte onmogelijk om zich adequaat te verdedigen, omdat hij dan
geen inzicht heeft in de verdenkingen, de onderbouwing daarvan en het tegen hem beschikbare
bewijs. De gemoderniseerde regeling van de kennisneming van processtukken impliceert
dat de wetgever waarde hecht aan het zo vroeg mogelijk delen van informatie. Echter,
wanneer het Openbaar Ministerie (OM) nalaat stukken tijdig te verstrekken of rechterlijke
termijnstellingen negeert, ontbreekt een consequentie. De Nederlandse Orde van Advocaten
heeft aangegeven dat de verdediging in de praktijk regelmatig met termijnoverschrijdingen
te maken krijgt.1 Derhalve acht de indiener het, met het oog op het recht op een eerlijk proces zoals
neergelegd in artikel 17 Grondwet en artikel 6 EVRM, wenselijk om consequenties te
verbinden aan termijnoverschrijdingen. Het amendement sluit aan bij de regeling zoals
die op dit moment is neergelegd in het Landelijk Strafprocesreglement.2
Sneller
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Joost Sneller, Tweede Kamerlid