Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Diederik van Dijk en Stoffer over het bericht ‘Verbazing over ‘nep-beveiligers’ tijdens pro-Palestina demonstratie’
Vragen van de leden Diederik van Dijk en Stoffer (beiden SGP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Verbazing over «nep-beveiligers» tijdens pro-Palestina demonstratie» (ingezonden 11 oktober 2024).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 18 december 2024). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 442.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Verbazing over «nep-beveiligers» tijdens pro-Palestina
demonstratie»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op dit bericht?
Antwoord 2
Het nieuwsbericht suggereert dat er sprake zou zijn van «nep-beveiligers». Het beroep
beveiliger is beschermd en mag dus alleen worden uitgevoerd indien er wordt voldaan
aan de eisen uit de Wet Particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus
(Wpbr).
Omdat het hier een demonstratie betrof, is het aan het aan het lokaal gezag om te
beoordelen of een demonstratie plaats kan vinden en of er ingegrepen moet worden omdat
de wet wordt overtreden. Daarnaast is het aan het OM om eventueel tot vervolging over
te gaan indien demonstranten, waaronder ook leden van Protest Alliance Watch (hierna:
PAW), strafbare feiten plegen.
De burgemeester van Leiden heeft in de gemeenteraad laten weten dat de aanwezigheid
van personen die binnen de groep enigszins de orde bewaren geen probleem is, mits
zij anderen niet belemmeren.2 Met toezicht vanuit de politie heeft de burgemeesters deze onaangekondigde demonstratie
gefaciliteerd en de politie heeft de burgemeester laten weten niet te hebben waargenomen
dat mensen gedwongen zijn verwijderd door PAW.
Vraag 3, 4, 5 en 6
Deelt u de mening dat het handelen van Protest Alliance Watch valt onder het verbod
op het oprichten van een organisatie van particulieren, welke gericht is op of voorbereidt
tot het in onderling verband verrichten van of deelnemen aan hetgeen tot de taak behoort
van weermacht of politie in de handhaving van de uit- en inwendige veiligheid en van
de openbare orde en rust zoals vastgelegd in artikel 1 van de Wet op de weerkorpsen?
Deelt u de mening dat weerkorpsen als Protest Alliance Watch een gevaar vormen voor
de openbare orde en veiligheid in Nederland en het vertrouwen in de Politie schaadt?
Hoe voorkomt u dat weerkorpsen de zwaardmacht van de overheid verder uithollen?
Bent u voornemens (strafrechtelijke) maatregelen te treffen tegen Protest Alliance
Watch? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3, 4, 5 en 6
Het staat iedereen vrij om gebruik te maken van het demonstratierecht. Wel is het
belangrijk dat dit gebeurt binnen de grenzen van de wet en dat zulks nooit een belemmering
mag vormen voor het handhaven van de openbare orde door de politie onder gezag van
de burgemeester. Daarnaast benadruk ik dat de belemmering van derden door deelnemers
aan een demonstratie, inclusief deelnemers die de taak op zich nemen om de orde te
bewaren binnen de groep, een strafbaar feit kan opleveren. Als de rechten van demonstranten
door derden worden belemmerd, is het aan de politie om daartegen op te treden.
Duidelijk moet zijn dat de overheid primair verantwoordelijk is voor de handhaving
van de openbare orde en dat zij zich teweer zal stellen tegen eventuele pogingen haar
daarin te belemmeren. Zoals ik in mijn antwoord op vraag 2 heb aangegeven, heeft de
burgemeester van Leiden laten weten dat de politie niet heeft waargenomen dat daarvan
tijdens de demonstratie in Leiden sprake is geweest.
Het oordeel of bepaald concreet handelen valt onder een strafrechtelijk delict is
voorbehouden aan het Openbaar Ministerie en uiteindelijk aan de rechter. Datzelfde
geldt voor de vraag of PAW in strijd heeft gehandeld met het in de Wet op de weerkorpsen
neergelegde verbod. Ik treed niet in deze beoordeling.
Vraag 7
Hoe beoordeelt u het feit dat Protest Alliance Watch eigen regels toepast tegenover
andere reizigers?
Antwoord 7
Zoals ook in de beantwoording van vraag 2 is aangegeven heeft de Leidse burgemeester
de gemeenteraad laten weten dat dit is door de politie – die vanaf het begin ter plaatse
was – niet is waargenomen.
Vraag 8
Deelt u de zorg dat de NS-agenten blijkbaar onvoldoende getraind zijn om tegen dergelijke
acties op te treden?
Antwoord 8
Voor de handhaving en opsporing van (lichte) strafbare feiten binnen het openbaar
vervoer beschikt de NS over bijzondere opsporingsambtenaren (boa’s). In geval van
de NS gaat het om de Veiligheid & Service medewerkers. Voor een boa geldt dat deze
een beperkte opsporingsbevoegdheid heeft en daarom niet kan handhaven op alle strafbare
feiten. Daarbij komt dat het handhaven van (de veiligheid en afspraken tijdens) demonstraties
in de openbare ruimte, waarvan in het overgrote gedeelte van de situaties en de situatie
zoals omschreven in het artikel sprake was, geen taak van de boa is. In beginsel is
het aan het lokaal gezag om de demonstratie in de openbare ruimte te beoordelen, in
goede banen te leiden en daarbij afwegingen te maken over bijvoorbeeld de politie-inzet.
Indien benodigd is het namelijk aan de politie om als handhavende partij op te treden.
Mede daarom is een specifieke training voor dergelijk optreden niet aan de orde. Uiteraard
voert NS wel het gesprek met haar medewerkers over hoe zij kunnen omgaan met dergelijke
situaties op stations. Daarnaast is het van belang dat de NS, ProRail en het lokaal
gezag tijdig en goed contact hebben met elkaar rondom dergelijke demonstraties in
de openbare ruimte. Deze contacten zijn er.
Vraag 9
Is er in dergelijke gevallen een escalatieladder waarbij de nationale politie om bijstand
wordt gevraagd?
Antwoord 9
De Tweede Kamer heeft op 2 april jl. de motie Grinwis c.s. aangenomen die vraagt om
met NS, ProRail en veiligheidsdriehoeken tot een gezamenlijk handelingskader en escalatieladder
te komen om handhaving bij stationsdemonstraties te verbeteren.3,
4 Momenteel ligt er een concept handelingskader (en escalatieladder) dat opgesteld
is door ProRail en NS, in samenwerking met de Ministeries van JenV, BZK en IenW. Dit
document is een aanbeveling aan het lokaal gezag en richtlijn voor het gesprek dat
uiteindelijk lokaal moet plaatsvinden, want uiteindelijk is het lokaal gezag bepalend
voor de wijze waarop wordt omgegaan met het demonstratierecht. Lokaal gezag gaat vervolgens
ook over de politie-inzet.
Vraag 10
Bent u bereid te onderzoeken wat er nodig is om NS-agenten in het vervolg beter voor
te bereiden op ordeverstorende acties op stations?
Antwoord 10
Zoals onder de beantwoording van vraag 8 aangegeven heeft de OV-boa geen rol en taak
in het handhaven van openbare ordeverstoringen tijdens demonstraties. Het is aan het
lokale gezag om demonstraties in de openbare ruimte te beoordelen, in goede banen
te leiden en daarbij afwegingen te maken. In beginsel zal de handhaving in dat kader
– indien benodigd – moeten worden uitgevoerd door de politie. Het personeel van de
NS, waaronder de Veiligheid & Service medewerkers, kan uiteraard wel een rol spelen
bij het volgen van de situatie op een station en indien benodigd de politie informeren.
Het is aan de NS als werkgever om de afweging te maken of er voor het personeel aanvullende
training benodigd is binnen dat kader.
Meer in zijn algemeenheid kan ik uw Kamer meegeven dat de veiligheidsconsequenties
voor de Joodse gemeenschap bij sit-ins op NS stations een van de onderwerpen is die
de Taskforce Bestrijding Antisemitisme ter hand neemt, zoals aangekondigd in de Strategie
Bestrijding Antisemitisme 2024–2030.5
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.