Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Diederik van Dijk over het verdwijnen van de restitutiepolis
Vragen van het lid Diederik van Dijk (SGP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het verdwijnen van de restitutiepolis (ingezonden 22 november 2024).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 10 december
2024).
Vraag 1
Bent u ervan op de hoogte dat per 2025 geen enkele zorgverzekeraar een restitutiepolis
meer aanbiedt?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat het volledig verdwijnen van het aanbod van restitutiepolissen
een zorgelijke ontwikkeling is?
Antwoord 2
Ik betreur het dat zorgverzekeraars geen restitutiepolissen meer aanbieden voor de
wijkverpleging en de ggz. Vanuit het perspectief van de toegankelijkheid van zorg,
blijver er voldoende natura- en combinatiepolissen over met een zeer ruime keuze voor
zorgaanbieders, daarbij zijn zorgverzekeraars gehouden aan hun zorgplicht.
Omdat zorgverzekeraars zorgplicht hebben, moeten verzekerden met een naturapolis binnen
een redelijke tijd en reisafstand toegang hebben tot alle zorg uit het basispakket.
Zorgverzekeraars moeten daarom voldoende zorg inkopen of vergoeden. Als iemand niet
snel genoeg bij een zorgaanbieder terecht kan, moet de zorgverzekeraar bemiddelen
naar een zorgaanbieder waar deze wel terecht kan. Als dat niet lukt, kan de zorgverzekeraar
ook de zorg van (bepaalde) niet-gecontracteerde aanbieders vergoeden alsof er een
contract is. Zie ook de Q&A van de NZA hierover (https://www.nza.nl/documenten/vragen-en-antwoorden/de-wachttijden-bij-g…).
De NZa ziet erop toe dat zorgverzekeraars aan hun zorgplicht voldoen.
Vraag 3
Hoe verhoudt het verdwijnen van de restitutiepolis zich tot artikel 13 van de Zorgverzekeringswet
(Zvw) waarin de vrije artsenkeuze is gewaarborgd?
Antwoord 3
Er is geen relatie tussen het verdwijnen van de restitutiepolis en art. 13 Zvw.
Iedere burger heeft in Nederland het recht om zelf zijn zorgverlener te kiezen.
Via de restitutiepolis was het mogelijk voor alle niet-gecontracteerde zorg een volledige
vergoeding te krijgen. Via art. 13 Zvw is geborgd dat bij naturapolissen de vergoeding
voor niet-gecontracteerde zorg niet zo laag mag zijn dat deze een hinderpaal is voor
verzekerden; dat hinderpaalcriterium staat nog steeds.
Vraag 4, 5 en 6
Aangezien het aanbod van restitutiepolissen de afgelopen jaren reeds stapsgewijs afnam,
heeft u in de afgelopen jaren contact gezocht met zorgverzekeraars over hun polisaanbod,
mede in het licht van artikel 13 Zvw?
Welke (juridische) mogelijkheden heeft u om te voorkomen dat de restitutiepolis volledig
verdwijnt?
Overweegt u, of heeft u op enig moment overwogen om verzekeraars te verplichten een
restitutiepolis aan te bieden?
Antwoord 4, 5 en 6
Ik heb geen juridische instrumenten om zorgverzekeraars te verplichten om restitutiepolissen
aan te bieden. Zorgverzekeraars bepalen zelf welke polissen ze aanbieden. Maar zorgverzekeraars
hebben wel zorgplicht; daar houdt de NZa toezicht op. Zorgverzekeraars moeten er daarom
voor zorgen dat verzekerden met een naturapolis binnen een redelijke tijd en reisafstand
toegang hebben tot alle zorg uit het basispakket.
Vraag 7
Wat betekent het volledig verdwijnen van de restitutiepolis voor verzekerden die op
dit moment in behandeling zijn die op dit moment nog vergoed wordt of op de wachtlijst
staan voor een behandeling?
Antwoord 7
In 2025 verandert er nog niets voor deze verzekerden. Zorgverzekeraars die hun restitutiepolis
omzetten naar een combinatiepolis hanteren voor de betreffende verzekerden een overgangsperiode.
Voor verzekerden die in 2024 een restitutiepolis bij hen hadden die in 2025 wordt
omgezet naar een combinatiepolis en op dit moment al in behandeling zijn, krijgen
de zorg in 2025 nog vergoed op dezelfde wijze als in 2024 (restitutie). Voor verzekerden
die op een wachtlijst staan geldt bij twee zorgverzekeraars hetzelfde (zorg op dezelfde
wijze vergoed als in 2024); bij een derde zorgverzekeraar valt deze groep niet onder
de overgangsregeling. In 2026 vervalt de overgangsperiode.
Vraag 8
Erkent u dat ongecontracteerde zorg die niet langer vergoed wordt door de zorgverzekeraar
onbetaalbaar dreigt te worden voor verzekerden met een kleine portemonnee?
Antwoord 8
Als je meer geld te besteden hebt dan kun je de eigen betalingen voor niet-gecontracteerde
zorgaanbieders beter dragen. Gecontracteerde zorgaanbieders worden volledig vergoed,
en zorgverzekeraars bieden natura- en combinatiepolissen aan met een zeer ruime keuze
aan zorgaanbieders. Ik werk aan het onafhankelijk indiceren van niet-gecontracteerde
zorg om deze beter toegankelijk te maken.
Vraag 9
Erkent u het risico dat ongecontracteerde zorgaanbod door het afschaffen van de restitutiepolis
zal verminderen, met alle gevolgen van dien voor de wachtlijsten?
Antwoord 9
Allereerst blijft de zorgplicht van de zorgverzekeraar overeind, wat betekent dat
de zorgverzekeraar ervoor moeten zorgen dat hun verzekerden met een naturapolis binnen
een redelijke tijd en reisafstand toegang moeten hebben tot alle zorg uit het basispakket.
Zorgverzekeraars moeten daarom voldoende zorg inkopen of vergoeden. Als iemand niet
snel genoeg bij een zorgaanbieder terecht kan, moet de zorgverzekeraar bemiddelen
naar een zorgaanbieder waar deze wel terecht kan. Als dat niet lukt, kan de zorgverzekeraar
ook de zorg van (bepaalde) niet-gecontracteerde aanbieders vergoeden alsof er een
contract is. Zie ook de Q&A van de NZA hierover (https://www.nza.nl/documenten/vragen-en-antwoorden/de-wachttijden-bij-g…).
Daarnaast kan meer contractering juist bijdragen aan een betere verdeling van middelen
en capaciteit. Zo kunnen zorgverzekeraars via de contractering sturen op het vermijden
van niet-passende, ondoelmatige en daardoor onnodig dure zorg dat een onnodig groot
beroep doet op de schaarse tijd van zorgverleners. Voor de verzekerde stond bij een
restitutiepolis tegenover het voordeel van volledige vergoeding van alle zorg bij
alle zorgaanbieders het nadeel dat de verzekeraar ten behoeve van de verzekerde minder
goed op de kwaliteit en doelmatigheid van de zorg kan sturen, met als mogelijk gevolg
hogere zorgkosten en een hogere premie en minder doelmatige inzet van schaarse zorgcapaciteit.
Ik reken erop dat via contractering deze nadelen ondervangen kunnen worden en juist
bijgedragen kan worden aan de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg.
Vraag 10
Vindt u het een wenselijke ontwikkeling dat ongecontracteerde zorg steeds minder of
helemaal niet dreigt te worden vergoed door zorgverzekeraars?
Antwoord 10
Het klopt niet dat zorgverzekeraars de niet-gecontracteerde zorg helemaal niet meer
zouden gaan vergoeden. Via art. 13 Zvw is geborgd dat bij naturapolissen de vergoeding
voor niet-gecontracteerde zorg niet zo laag mag zijn dat deze een hinderpaal is voor
verzekerden; dat hinderpaalcriterium staat nog steeds.
Door het verdwijnen van de restitutiepolissen voor de wijkverpleging en de ggz is
het wel zo dat de mogelijkheid om een volledige vergoeding te ontvangen bij niet-gecontracteerde
zorgaanbieders in deze sectoren vervalt.
Vraag 11
Bent u bereid om de gevolgen van het verdwijnen van de restitutiepolis te (laten)
monitoren, in het bijzonder voor de ggz, en de Kamer hierover eind 2025 te informeren?
Antwoord 11
U vraagt om te monitoren, maar het is niet helemaal duidelijk wat u precies wilt laten
monitoren. Wellicht duidt u op de gevolgen voor de wachtlijsten.
De wachttijden in de (hoogcomplexe) ggz zijn een complex vraagstuk, dat onder meer
te verklaren is vanuit de toenemende vraag naar geestelijke gezondheidszorg in combinatie
met toenemend gebrek aan personeel. In het kader van het Integraal Zorgakkoord is
daarom een brede set aan afspraken gemaakt om de toegankelijkheid van de ggz te borgen.
Wat betreft de aanpak van cruciale ggz is uw Kamer recent geïnformeerd (Kamerstukken
25 424, Nr. 684),
hierop zetten we gerichte stappen om de toegankelijkheid van dit zorgaanbod te behouden.
Vanuit mijn stelselverantwoordelijkheid kijk ik op mijn beurt breed naar maatregelen
die ten goede komen aan de toegankelijkheid van de ggz, deze zullen landen in het
aanvullend Zorg en Welzijnsakkoord waarover we hopen uw Kamer binnen afzienbare termijn
te kunnen informeren. Samen met partijen zullen we de komende jaren bezien welke maatregelen
een bijdrage leveren aan de toegankelijkheid van de ggz.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.