Schriftelijke vragen : De informatievoorziening rondom invaren en de kritiek van de AFM.
Vragen van het lid Joseph (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de informatievoorziening rondom invaren en de kritiek van de AFM (ingezonden 6 december 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel in Pensioen Pro waarin de Autoriteit Financiële Markten
(AFM) stelt dat het «niet in het belang van de deelnemer» is wanneer deelnemers pas
een maand voor het invaren geïnformeerd worden over de persoonlijke gevolgen van de
transitie naar het nieuwe pensioenstelsel?1
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat de AFM in haar toezichttoets op het ontwerpbesluit transitietermijnen
expliciet benoemt dat er risico’s bestaan waarbij deelnemers niet tijdig of niet volledig
geïnformeerd worden, onder andere door vertragingen bij de verklaring van geen bezwaar
van De Nederlandsche Bank (DNB) of door late aanpassingen aan verzonden informatie?
Vraag 3
Gezien de AFM stelt dat pensioenfondsen in de praktijk vaak twee tot drie maanden
nodig achten om deelnemers goed te informeren, terwijl het besluit slechts een wettelijke
termijn van één maand voorschrijft, acht u deze maand voldoende om deelnemers adequaat
te informeren en hen in staat te stellen hun financiële planning aan te passen? Zo
ja, waarom?
Vraag 4
Bent u bereid om de wettelijke termijn voor het informeren van deelnemers te verlengen
naar minimaal twee tot drie maanden, zoals de AFM aanbeveelt, zodat deelnemers meer
tijd krijgen om de gevolgen van het invaren te begrijpen en zich hierop voor te bereiden?
Vraag 5
Hoe wordt geborgd dat informatie die vlak voor de transitiedatum wordt verstrekt volledig
en accuraat is, gelet op de mogelijkheid dat na verzending nog aanpassingen plaatsvinden
met significante impact op de getoonde informatie? Wat betekent dit voor de rechtspositie
van deelnemers die beslissingen nemen op basis van onvolledige of onjuiste informatie?
Vraag 6
Welke aanvullende maatregelen overweegt u om te waarborgen dat deelnemers realistische
en begrijpelijke informatie krijgen, vooral voor groepen die minder financieel vaardig
zijn, gezien de AFM benadrukt dat tijdige en correcte informatie essentieel is om
deelnemers in staat te stellen de gevolgen van het invaren te begrijpen?
Vraag 7
Hoe beoordeelt u de uitspraak van de AFM dat het niet in het belang van deelnemers
is om pas een maand voor het invaren geïnformeerd te worden? Bent u bereid te onderzoeken
hoe het begrip «tijdige informatie' kan worden aangescherpt om de belangen van deelnemers
beter te beschermen?
Vraag 8
Bent u het eens dat goede informatievoorziening niet alleen tijdig, maar ook begrijpelijk
moet zijn? Welke stappen onderneemt u om ervoor te zorgen dat pensioenfondsen rekening
houden met de diversiteit onder deelnemers, waaronder mensen die moeite hebben met
complexe financiële informatie?
Indieners
-
Gericht aan
Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Indiener
Agnes Joseph, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.