Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Sneller en Bikker over het artikel 'Brede welvaart nu gaat steeds meer ten koste van latere generaties'
Vragen van de leden Sneller (D66) en Bikker (ChristenUnie) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het artikel «Brede welvaart nu gaat steeds meer ten koste van latere generaties» (ingezonden 24 september 2024).
Antwoord van Minister Uitermark (Binnenlandse Zaken) (ontvangen 26 november 2024).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 208.
Vraag 1
Hoe vaak en op welke terreinen is de generatietoets toegepast bij beleidsvorming sinds
het aannemen van de motie Segers/Jetten?1
2
Antwoord 1
In 2020 zegde het kabinet aan de Kamer toe een generatietoets te zullen invoeren.
Dit was een verzoek van de Tweede Kamer (motie Segers-Jetten, 2019) naar aanleiding
van een oproep van het SER Jongerenplatform. In de jaren daarna is een ontwerp voor
een generatietoets ontwikkeld met behulp van een aantal pilots en in nauwe consultatie
tussen jongeren, experts en beleidsmakers.
Vraag 2
Is het gebruik van de generatietoets al eens geëvalueerd? Zo ja, wat zijn de conclusies?
Zo nee, bent u daartoe bereid?
Antwoord 2
Het ontwerp voor een generatietoets is door een interdepartementale werkgroep voorbereid.
Het ontwerp nadert de fase van afronding. Hierbij wordt de inpassing in de structuur
van het Beleidskompas – hét instrument voor het maken van rijksbeleid – als uitgangspunt
genomen. De generatietoets is een nieuwe manier om het denken op de middellange en
lange termijn te stimuleren en raakt in wezen alle departementen en beleidsterreinen.
Omdat het een nieuw instrument is, zal het, net als het beleidskompas als geheel,
geëvalueerd en verbeterd moeten worden.
Vraag 3
Bent u van mening dat het van belang is om bij lange termijn beleidskeuzes ook de
belangen van toekomstige generaties mee te wegen? Zo nee, waarom niet, zo ja, hoe
wilt u dit dan concreet doen?
Antwoord 3
Ik ben het hier volmondig mee eens. Veel beleid wordt gemaakt vanuit het hier en nu
en is nog te weinig gericht op het middellange en lange termijn perspectief. De omslag
in het denken die we nastreven, is niet eenvoudig. En ook de manier waarop dat effectief
is, zal zich nog moeten bewijzen.
Vraag 4
In hoeverre zou generatiedenken, door middel van future design of een generatietoets,
het lange termijn perspectief beter in beeld kunnen brengen?
Antwoord 4
Het belangrijkste nu, is het besef te doen postvatten bij politiek, bestuurders en
beleidsmakers dat we ons bewust dienen te zijn van het effect van wat we nu doen,
impact heeft op volgende generaties. Op sommige terreinen is dat besef ook wel in
zekere mate aanwezig – denk aan pensioenen, klimaat, onderwijs en infrastructuur –
maar het beleidsinstrumentarium en de focus van politiek en media zijn nog wel vaak
op het «hier en nu» gericht. Een generatietoets is bedoeld als middel om het lange
termijn perspectief beter in beeld kunnen brengen. Maar ook andere wegen worden bewandeld,
zoals de oproep om de lange lijnen te bewaken in de rijksbrede visie op publiek leiderschap.
Vraag 5
Hoe kijkt u naar manieren waarop dit in het buitenland wordt vormgegeven, zoals de
vaste kamercommissie die Finland heeft, de «future generations commissioner» in Ierland
en de ombudsman voor toekomstige generaties in Hongarije en Israel? Welke van deze
methoden ziet u als meest toepasbaar in Nederland?
Antwoord 5
Bekend is dat in andere landen modellen zijn ontwikkeld om de effecten van beleid
op lange termijn en toekomstige generaties te doordenken. Bij de ontwikkeling van
de Nederlandse generatietoets door de genoemde interdepartementale werkgroep is gebruik
gemaakt van elementen uit de modellen uit andere landen. De zoektocht naar inspiratie
zal echter niet stilstaan. En daarbij is het interessant om te blijven volgen welke
methodiek effectief is. Daarbij is een aanpassing van de werkwijze van het parlement
niet uitgesloten, maar vanzelfsprekend een zaak van de kamers zelf.
Vraag 6
Welke effecten zijn er uit de wetenschappelijke literatuur bekend over het effect
van generatiedenken of toekomstgerichte politiek zoals future design op het vertrouwen
van burgers in de politiek?
Antwoord 6
Via benchmark studies en surveys wordt onderzoek gedaan naar o.a. de relatie tussen
prestaties van de overheid en vertrouwen. Het lange termijn perspectief is daar tot
dusverre nog niet prominent aanwezig. Ik zal nader onderzoek moeten doen wat het effect
zou kunnen zijn van toekomstgericht bestuur en politiek op het vertrouwen.
Vraag 7
Op welke manieren, anders dan de generatietoets, worden de belangen van toekomstige
generaties momenteel meegewogen bij beleidsvorming?
Antwoord 7
Beleidsmakers kunnen ook langs andere manieren belangen van toekomstige generaties
meewegen, bijvoorbeeld door het meewegen van duurzaamheidscriteria, door jongerenparticipatie,
door het benutten van strategische adviescolleges en impactstudies. Deze werkwijzen
kunnen bijdragen aan het denken over lange termijnen en toekomstige generaties bij
de beslissingen van vandaag. De hiervoor bedoelde generatietoets beoogt dat denken
te ondersteunen.
Vraag 8
Heeft het kabinet bij het opstellen en uitwerken van het Regeerprogramma een instrument
toegepast om de belangen van toekomstige generaties in kaart te brengen en mee te
wegen?
Antwoord 8
Het regeerprogramma heeft vanzelfsprekend betrekking op toekomstig beleid maar is
op zich niet aan een soort generatietoets onderworpen, als dat überhaupt al mogelijk
zou zijn.
Vraag 9
Welke mogelijkheden ziet u om de belangen van toekomstige generaties structureel mee
te wegen in beleidsvorming en het maken van investeringskeuzes?
Antwoord 9
Mijn voorkeur heeft het om dit in het beleidskompas nadrukkelijk een plaats te geven.
Het denken hierover is recentelijk aangezet en vergt nog meer structurele overdenking.
Dit vindt de komende tijd plaats. Wij zullen uw Kamer binnenkort hierover informeren,
namelijk in het eerste kwartaal van 2025.
Vraag 10
Bent u bekend met de notities «Mogelijke toepassing van de Generatietoets bij NGF-voorstellen»
en «Generatietoets toegepast bij het klimaatfonds» en bent u ook bekend met andere
vormen van «future design» of generatiedenken binnen besluitvormingsprocessen?3
4
Antwoord 10
Ja.
Vraag 11
Welke mogelijkheden ziet u om vormen van «future design» in te bouwen in burgerberaden
en andere participatieve trajecten?
Antwoord 11
Het antwoord op deze vraag moet ik nog goed laten doordenken. Ik kom er graag op terug.
Vraag 12
Welke inbreng heeft Nederland geleverd voor de UN Summit of the Future en onderschrijft
het kabinet de «Declaration on Future Generations»?5
Antwoord 12
Bij het inpassen van de generatietoets in het Beleidskompas wordt rekening gehouden
met deze verklaring.
Vraag 13
Zo ja, welke gevolgen geeft het kabinet aan deze Declaration on Future Generations
in haar beleid en de wijze waarop dit tot stond komt, in het bijzonder punten 37 en
39?
Antwoord 13
Zie mijn antwoord op vraag 12
Vraag 14
Bent u bereid om deze vragen voor de begrotingsbehandeling van het Ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te beantwoorden?
Antwoord 14
Voor zover mogelijk heb ik bij deze de vragen beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.