Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Mutluer over de nog steeds openbare bangalijsten
Vragen van het lid Mutluer (GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de nog steeds openbare bangalijsten (ingezonden 20 augustus 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Coenradie (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 14 oktober
2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 2508.
Vraag 1
Kent u het bericht «Telegram blijft verwijderverzoeken bangalijsten negeren, Offlimits
eist toezichthouders in te grijpen»?1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het voor slachtoffers van bangalijsten onverteerbaar is dat
hun namen nog steeds op Telegram te vinden zijn en dat daardoor nog steeds schade
wordt veroorzaakt? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ja, ik deel die mening. Ik vind het onverteerbaar voor slachtoffers en maak mij grote
zorgen hierover. Het heeft enorme impact op deze vrouwen en dit raakt mij diep.
Vraag 3
Deelt u de mening van Offlimits dat het «uitblijven van actie vanuit de overheid [tegen
Bangalijsten op Telegram] onbegrijpelijk en onacceptabel» is? Zo ja, waarom? Zo nee,
waarom niet en welke actie is dan tot nu toe wel door toezichthouders ondernomen?
Antwoord 3
Ik begrijp dat het voortbestaan van de bangalijsten verschrikkelijk is voor de betrokkenen
en dat zij hier ernstig last van kunnen hebben en ik betreur dan ook de houding van
Telegram. Daarom volg ik met interesse de afwegingen die de organisaties maken die
mogelijk actie kunnen ondernemen, te weten het Openbaar Ministerie, de Autoriteit
Persoonsgegevens en de Autoriteit Consument en Markt. Zij hebben verregaande zelfstandigheid
en het is uiteindelijk aan hen om per geval een afweging te maken over de eventuele
toepassing van beschikbare bevoegdheden en instrumenten.
Het Openbaar Ministerie doet samen met de politie momenteel breder onderzoek naar
de mate waarin Telegram meewerkt aan Notice and Action-verzoeken, waartoe zij zelf
via hun eigen website oproepen. Vooralsnog is uit het onderzoek van het Openbaar Ministerie
naar voren gekomen dat Telegram Notice and Action-verzoeken niet honoreert, waarbij
het gaat om het verzoek tot het verwijderen van divers strafbaar materiaal, waaronder
bangalijsten. Daarnaast wordt door het Openbaar Ministerie onderzocht of en in hoeverre
Telegram (inmiddels) wel meewerkt aan bevelen tot het ontoegankelijk maken van content
op basis van rechterlijke machtigingen. Dit omvat onder andere bevelen op basis van
artikel 125p van het Wetboek van Strafvordering waarbij, na machtiging van de rechter-commissaris,
een online aanbieder kan worden bevolen om inhoud ontoegankelijk te maken wanneer
er sprake is van strafbare inhoud. Het onderzoek beslaat een breed scala aan verdenkingen
van strafbare feiten, zoals de online handel in drugs en wapens, terreur en online
materiaal van seksueel kindermisbruik. Afhankelijk van hoe het Openbaar Ministerie
de uitkomsten van het onderzoek beoordeelt, worden vervolgacties overwogen. Het Openbaar
Ministerie maakt per geval een afweging over vervolgstappen, rekening houdend met
de beschikbare capaciteit en de omstandigheden van het geval.
Ten aanzien van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) is in een eerdere beantwoording
van Kamervragen aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de Staatssecretaris
Rechtsbescherming en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ingegaan op
de onderzoeks- en handhavingsbevoegdheden die de AP heeft.2 Eén van de mogelijkheden die daarbij wordt genoemd, is dat belanghebbenden om handhaving
kunnen vragen door middel van een handhavingsverzoek. Op basis van het bericht van
Offlimits stel ik vast dat deze stap nu is gezet. Het is aan de AP om eventuele vervolgstappen
te bepalen. Uiteraard zal ik de ontwikkelingen daaromtrent met interesse blijven volgen.
De Autoriteit Consument en Markt (ACM) is de (beoogd) toezichthouder op de digitaledienstenverordening3 (Digital Services Act – DSA) in Nederland. Telegram is echter wettelijk vertegenwoordigd in België. Daarom
is het primair aan de Belgische toezichthouder te besluiten over handhaving ten aanzien
van Telegram op grond van de DSA. Uit het feit dat het handhavingsverzoek tevens aan
de beoogd toezichthouder op de DSA in België is verzonden blijkt dat de verzoekers
dit aspect in overweging hebben genomen. Net als in Nederland moet de uitvoeringswet
in België echter nog door het parlement worden behandeld alvorens er toezicht kan
worden gehouden.
Belangrijk om op te merken is dat de reikwijdte van de DSA op de verschillende functies
van Telegram nog niet geheel duidelijk is. Het is waarschijnlijk dat de openbare chatgroepen
op Telegram voldoen aan de definitie van online platform onder de DSA, waardoor dat
onderdeel van de dienst aan de daarvoor geldende verplichtingen zal moeten voldoen.
Besloten (groeps)gesprekken vallen niet onder de definitie van online platform van
de DSA, net zoals vergelijkbare interpersoonlijke communicatiediensten zoals WhatsApp,
Signal, en Facebook Messenger er niet onder vallen.
Vraag 4
Over welke juridische instrumenten beschikken de in het bericht genoemde toezichthouders,
te weten de Autoriteit Persoonsgegevens, de Autoriteit Consument en Markt, de Belgische
toezichthouders en de Europese Commissie, om handhavend tegen Telegram te kunnen optreden?
Zijn deze instrumenten effectief om er voor te kunnen zorgen dat de bangalijsten van
Telegram verdwijnen? Zo ja, waarom is daar dan nog geen gebruik van gemaakt? Zo nee,
waarom niet en welke instrumenten zijn nog wel beschikbaar om handhavend te kunnen
optreden?
Antwoord 4
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 3 heeft de AP diverse onderzoeks- en handhavingsbevoegdheden.
Zo kan de AP onderzoek instellen naar de naleving van de gegevensbeschermingswetgeving
en in het kader daarvan audits uitvoeren en gegevensverwerkingen inzien. Wanneer de
AP een overtreding constateert, kan de AP een boete of dwangsom opleggen, en bevelen
tot het stopzeten van gegevensverwerkingen.4 Het is aan de AP om te beoordelen of in het geval van de bangalijsten sprake is van
een schending van de gegevensbeschermingswetgeving en of zij tot handhaving overgaat
en zo ja, in welke vorm dat gebeurt. Belanghebbenden kunnen hier ook om vragen door
middel van een handhavingsverzoek, waarin de AP wordt verzocht om van haar bevoegdheden
gebruik te maken. Nu dit laatste in gang is gezet, kijk ik met belangstelling uit
naar de afweging van de AP.
Telegram valt onder toezicht van de Belgische toezichthouders (zie voor toelichting
onder vraag 3). Zowel de Belgische toezichthouders als de ACM zijn nog niet bevoegd,
omdat de betreffende uitvoeringswetgeving nog niet is aangenomen. Zodra dat wel het
geval is, en voor zover Telegram onder de DSA valt, biedt de DSA diverse bevoegdheden
die de nationale toezichthouders en de Europese Commissie in staat stellen om onderzoeks-
en sanctiemaatregelen te nemen. Bij een vermoeden van niet-naleving van bepalingen
uit de DSA door online aanbieders kunnen bijvoorbeeld informatieverzoeken worden gedaan,
inspecties worden uitgevoerd of gesprekken worden afgenomen. Voor wat betreft de sanctionering
is er in een opbouw van handhavingsmogelijkheden voorzien. De DSA biedt ruimte om
geldboeten en dwangsommen op te leggen en in uiterste gevallen en onder bepaalde stringente
voorwaarden kan de toezichthouder de rechter verzoeken om de toegang tot een dienst
tijdelijk te beperken.5 De ACM kan – na inwerkingtreding van de uitvoeringswet – als Nederlandse toezichthouder
gebruik maken van de mogelijkheden die de DSA biedt om de Belgische toezichthouders
te verzoeken om onderzoeks- en handhavingsmaatregelen te nemen.6 Ook gezamenlijk onderzoek met de Belgische toezichthouders op hun initiatief of op
aanbeveling van de digitaledienstenraad behoort tot de mogelijkheden. Meldingen die
bij toezichthouders onder de DSA worden gedaan gelden als signalen die helpen bij
het uitvoeren van het toezicht en de handhaving op de naleving van de DSA. De toezichthouders
hebben geen instrumenten om verwijdering van specifieke content af te dwingen. Wel
is het zo dat onder de DSA de aansprakelijkheidsvrijstelling wegvalt op het moment
dat Telegram op de hoogte is van bepaalde illegale content en niet prompt handelt
om die inhoud te verwijderen of anderszins ontoegankelijk te maken. Hiermee voorziet
de DSA in een prikkel om illegale content te verwijderen.
De AP kan in individuele gevallen handhavend optreden als er sprake is van schending
van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Wanneer de AP een overtreding
constateert, kan de AP een boete of dwangsom opleggen, en bevelen tot het stopzeten
van gegevensverwerkingen. Weigert een partij, dan kan de AP aanvullende maatregelen
nemen of een gerechtelijke procedure starten.7
Voor de beoogde toezichthouders onder de DSA geldt dat, zodra zij bevoegd zijn, het
aan hen is om te bepalen of en op welke wijze zij opvolging geven aan een handhavingsverzoek.
Vraag 5
Deelt u de mening dat als er niet handhavend tegen Telegram kan worden opgetreden
dat dan betekent dat Telegram en vergelijkbare berichtendiensten en internetsites
voortaan vrij spel hebben om strafbare content te verspreiden waaronder «wapens, drugs,
beeldmateriaal van seksueel kindermisbruik en dus ook bangalijsten» en dat dan het
grondrecht op een persoonlijke levenssfeer niet meer gewaarborgd kan worden? Zo ja,
deelt u dan ook de mening dat dit onaanvaardbaar is en wat gaat u doen om er voor
te zorgen dat er wel handhavend kan worden opgetreden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ik deel de mening dat het onaanvaardbaar is als online omgevingen verworden tot een
vrijhaven voor illegale content en strafbare activiteiten. De DSA stelt dan ook dat
openbare sociale media gehouden zijn op te treden tegen het openbaar maken en verspreiden
van illegale content als zij er weet van hebben dat dit via hun platformen plaatsvindt.
Bij berichtendiensten, zoals WhatsApp, Signal, maar dus ook Telegram, is de wetgever
terughoudender om het belang van opsporing en handhaving te faciliteren, omdat daarbij
grondrechten van gebruikers in het geding kunnen komen, zoals het recht op privacy
en het recht op communicatie- en briefgeheim.
De aanhoudende inzet van rechtshandhavingsautoriteiten samen met relatief recente
ontwikkelingen zoals de introductie van de Verordening Terroristische Online Inhoud8 en de DSA, en de oprichting van de Autoriteit Terroristisch en Kinderpornografisch
Materiaal (ATKM) versterken de handhavingsmogelijkheden ten aanzien van online aanbieders.
Daarnaast blijft het kabinet zich inspannen voor aanvullende wetgevende instrumenten
waar nodig, zoals de Verordening ter voorkoming en bestrijding van seksueel kindermisbruik
waarover nog wordt onderhandeld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.