Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
36 566 Wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met het herstel van omissies en het aanbrengen van verduidelijkingen
Nr. 5
VERSLAG
Vastgesteld 12 juli 2024
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen
afdoende zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit
wetsvoorstel voldoende voorbereid.
I. ALGEMEEN
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het
voorliggende wetsvoorstel tot wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband
met het herstel van omissies en het aanbrengen van verduidelijkingen en hebben hier
nog enkele vragen en opmerkingen over.
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de stukken die horen bij de Wijziging
van de Tijdelijke wet Groningen in verband met het herstel van omissies en het aanbrengen
van verduidelijkingen en hebben hierover nog enkele vragen en/of opmerkingen.
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel.
Voor deze leden is het van belang dat de uitvoering van het schadeherstel en het werk
aan de versterkingsopgave in Groningen onbelemmerd doorgang kunnen vinden. Zij hebben
nog enkele vragen bij het wetsvoorstel.
1. Inhoud
1.1 Voorrang voor (acuut) onveilige situaties bij opname op verzoek
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie begrijpen de behoefte om een grondslag te
creëren om een woning, die is opgenomen in het loket-opname-op-verzoek traject, versneld
te kunnen beoordelen als er sprake is van een situatie waarbij het gegronde vermoeden
bestaat dat er sprake is van onveiligheid. Deze leden vragen voor hoeveel woningen
deze nieuwe mogelijkheid een verschil gaat maken.
De leden van de VVD-fractie vinden het positief te lezen dat woningen waarbij het
gegronde vermoeden bestaat dat er sprake is van onveiligheid, versneld kunnen worden
beoordeeld. Deze leden achten het belangrijk dat er snel en gericht kan worden gehandeld
in dit soort situaties.
De leden van de NSC-fractie vragen wat de gevolgen van dit onderdeel van het wetsvoorstel
zijn voor andere mensen die wachten op versterkingsmaatregelen. Kan de regering een
nadere duiding geven of dit ertoe leidt dat andere mensen langer moeten wachten tot
zij aan de beurt zijn voor versterkingsmaatregelen? Kan de regering daarbij aangeven
of zij dit wenselijk acht?
1.2 Besluit tot niet versterken
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen welk afwegingskader wordt gehanteerd
bij het besluit over wat te doen als een eigenaar niet wil versterken. Hoe wordt bepaald
of de belangen van derden wel of niet worden geschaad? Hoe wordt veiligheid afgewogen
ten opzichte van de wens van de eigenaar? Deze leden vragen hoeveel van dit soort
gevallen zijn voorgekomen.
1.3 Coördinatiebepaling
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de gemeenten en provincie vraagtekens
hadden rondom de coördinatiebepaling. Zij vroegen welk probleem wordt opgelost en
wezen erop dat een extra juridisch proces zaken alleen maar ingewikkelder maakt. In
de memorie van toelichting is te lezen dat de coördinatiebepaling is vervangen door
een verplichting tot het maken van afspraken. Is de regio hierover geconsulteerd?
Kan de regering praktijkvoorbeelden van deze samenwerking geven?
De leden van de VVD-fractie vinden het bijzonder om de gang van zaken rondom de coördinatiebepaling
te lezen. Deze leden vragen hoe het kan dat niet eerder is gesignaleerd dat de coördinatiebepaling
die in de bestaande wet is opgenomen, onuitvoerbaar is voor de Nationaal Coördinator
Groningen (NCG) vanwege de publicatieplicht van besluiten? Welke lessen kunnen hieruit
worden getrokken voor de toekomst?
De leden van de NSC-fractie lezen dat de coördinatiebepaling als overbodig gezien
wordt, aangezien de betrokken gemeenten, provincie en de Nationaal Coördinator Groningen
al goed samenwerken op basis van onderlinge afspraken. Deze leden vragen om een toelichting
waarom er dan alsnog gekozen wordt om een wettelijke verplichting op te nemen dat
de betrokken overheden handelen volgens de afspraken van de samenwerkingsovereenkomst
van het samenwerkingsverband VTH Drieslag.
1.4 Mogelijkheid tot herbeoordeling bij constructief verbonden gebouwen
1.4.1 Herbeoordeling bij constructief verbonden gebouwen
De leden van de NSC-fractie lezen dat de Minister van Economische Zaken en Klimaat
alle bij de constructief verbonden gebouwen betrokken eigenaren bij de te maken keuze
zal ondersteunen en een zorgvuldig proces van bemiddeling daarvoor zal opzetten, waarbij
eigenaren onderling overeenstemming kunnen bereiken. Deze leden vragen hoe dit vormgegeven
zal worden.
1.4.2 Belangenafweging t.b.v. de keuze al dan niet herbeoordeling
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen hoe bij deze belangenafweging willekeur
wordt voorkomen. Is er een bepaald afwegingskader dat wordt gehanteerd?
1.5 Heffing Nederlandse Aardolie maatschappij (NAM)
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hechten er grote waarde aan om te benoemen
dat alle kosten gemaakt in verband met de afhandeling van schade en de uitvoering
van de versterkingsoperatie betaald- en daardoor verhaald moeten worden op de NAM.
Hierbij past een ruime interpretatie van het begrip kosten. In die zin steunen deze
leden dan ook de aanpassingen die hiermee in lijn zijn. Wel vragen zij of met de bestaande
bepalingen en voorliggende aanpassingen naar het oordeel van de regering nu ook daadwerkelijk
álle kosten worden verhaald op de NAM. Tevens vragen zij de regering of de huidige
heffingsmogelijkheden ook voorzien in nog onvoorziene kosten in de toekomst. Bovendien
stellen zij vast dat Shell en ExxonMobile (onderdeel van de NAM) niet beschikken over
een moreel kompas waar het gaat om Groningen, blijkens ook de aangespannen arbitragezaken
om niet alle kosten te willen vergoeden en compensatie te krijgen voor het stoppen
van de gaswinning; het feit dat Groningers eindelijk boven gas worden gesteld. In
dit licht vragen deze leden of Shell en ExxonMobile ook te kennen hebben gegeven een
ruime definitie van het begrip veiligheid en daarmee kosten te steunen? Hoe kijkt
de regering, mede gelet op de arbitragezaken en het ontbrekende moreel kompas van
de oliemaatschappijen, naar een extra heffing op Shell en ExxonMobile waarmee ze gedwongen
worden om recht te doen aan Groningen en wel hun eerlijke deel te betalen?
De leden van de NSC-fractie vinden het een goede zaak dat de regering er streng op
toe zal gaan zien dat alle kosten die bij de NAM in rekening gebracht kunnen worden,
dat ook echt worden. Deze leden vragen de regering om een nadere toelichting over
de mate waarin emotionele schade ook bij de NAM in rekening gebracht kan worden.
1.6 Vergoeding van overlast voor een eigenaar van een gebouw op norm
De leden van de NSC-fractie lezen dat er alsnog wordt voorzien in een grondslag om
in het besluit dat een gebouw aan de veiligheidsnorm voldoet ook de vergoeding voor
overlast en schade als direct gevolg van de opname van het gebouw op te nemen. Deze
leden vragen of het klopt het dat deze grondslag – gezien Artikel III, lid 2 – met
terugwerkende kracht van toepassing is tot en met 1 juli 2023. Zij vragen ook of er
gevallen van voor 1 juli 2023 zijn waar deze besluiten al genomen zijn zonder dat
er vergoedingen uitgekeerd zijn.
1.7 Uitbreiding takenpakket ACVG
1.7.1
De leden van de NSC-fractie vragen om een nadere toelichting waarom er voor gekozen
is om het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) te laten adviseren over schade
wanneer die van invloed is op de constructieve veiligheid van gebouwen.
1.8 Juridische, bouwkundige en financiële bijstand bij schadeafhandeling en versterken
De leden van de NSC-fractie vragen welke andere buurten naast de Zandplatenbuurt Zuid
worden versterkt onder de verantwoordelijkheid van een gemeente in het aardbevingsgebied.
2. Adviezen en internetconsultatie
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Raad van State aangeeft zorgen te hebben
over een mogelijke samenloop van de bevoegdheid van het Instituut Mijnbouwschade Groningen
en de Commissie Mijnbouwschade. De regering geeft aan dat het Instituut en de Commissie
Mijnbouwschade reeds samenwerkingsafspraken hebben gemaakt over de werkwijze in situaties
waarin er sprake is van schade, die mogelijk ontstaan is als gevolg van gecombineerde
effecten van mijnbouwactiviteiten in de nabijheid van het Groningenveld, Norg of Grijpskerk.
Deze leden vragen in hoeverre de samenwerkingsafspraken zoals deze nu zijn gemaakt
verstrekkend genoeg zijn, zodat bij een samenloop van bevoegdheid het duidelijk is
welk orgaan bevoegd is? Wat gebeurt er als er blijkt dat er toch onduidelijkheden
zijn hierover? Hoe wordt voorkomen dat Groningers hier de dupe van worden?
2.1 Uitvoeringstoets IMG en NCG
De leden van de VVD-fractie vinden het positief om te lezen dat de voorgestelde aanpassingen
in de wet leiden tot minder administratieve lasten en verbetering van de uitvoerbaarheid
van de regelgeving. Deze leden willen graag weten in hoeverre hier lessen uit kunnen
worden getrokken om ook bij andere vraagstukken in het dossier schadeherstel en versterking
Groningen knelpunten in de uitvoerbaarheid weg te nemen en administratieve lasten
te verminderen.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel III
De leden van de NSC-fractie vragen waarom er gekozen is voor 1 juli 2023 als datum.
De fungerend voorzitter van de commissie, P. de Groot
Adjunct-griffier van de commissie, Teske
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.C. (Peter) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
C.M. Teske, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.