Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over gerechtsdeurwaarders die discutabele incasso’s proberen te incasseren
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over gerechtsdeurwaarders die discutabele incasso’s proberen te incasseren (ingezonden 20 oktober 2021).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming), mede namens de Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 13 december 2021). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 603.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Radar waarin een gerechtsdeurwaarder geld
terugeist van een bedrijf met een dubieuze reputatie?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Klopt het dat gerechtsdeurwaarders in verhouding meer geld verdienen met incassopraktijken
dan met het uitvoeren van wettelijke ambtshandelingen? Zo ja, ziet u hierin ook een
perverse prikkel in het systeem, en acht u dit wenselijk?
Antwoord 2
Uit het jaarverslag van het Bureau Financieel Toezicht (hierna: BFT), de toezichthouder
op de gerechtsdeurwaarders, uit 2020 blijkt dat het bruto honorarium van gerechtsdeurwaarders
uit de ambtelijke praktijk hoger lag dan die uit de niet-ambtelijke praktijk. Hieruit
blijkt ook dat het honorarium uit de ambtelijke praktijk verschuift naar de niet-ambtelijke
praktijk.2 De incassoactiviteiten van de gerechtsdeurwaarder zijn een wettelijk toegestane nevenactiviteit
en passen ook bij wat maatschappelijk van schuldeisers en incassodienstverleners (inclusief
gerechtsdeurwaarders) wordt verwacht, namelijk om namens de schuldeiser juist eerst
pogingen te ondernemen om zaken minnelijk te regelen. Een voorbeeld hiervan is het
treffen van een betalingsregeling of een laatste aanschrijving voordat een dagvaarding
wordt uitgebracht. Daarbij is de hoogte van de kosten in de minnelijke fase wettelijk
vastgesteld, namelijk door de Wet Incassokosten (WIK). Daarmee zorgt de gerechtsdeurwaarder
er ook waar mogelijk voor dat de kosten voor een schuldenaar niet te sterk oplopen.
Wat mij betreft is dat het uitgangspunt; bij het incasseren van vorderingen dient
een minnelijke oplossing tussen partijen centraal te staan. Waar een minnelijke oplossing
niet mogelijk blijkt te zijn, kan de schuldeiser ervoor kiezen om de gerechtsdeurwaarder
in te schakelen voor de wettelijke taak.
Vraag 3
Erkent u dat het voor een consument die een brief krijgt van een gerechtsdeurwaarder
verwarrend kan zijn of dat vanuit de staatstaak, het executeren van rechterlijke vonnissen,
of vanuit het ondernemerschap, het incasseren namens bedrijven, gebeurt en dat mensen
van een brief van de deurwaarder kunnen schrikken, wat tot oneigenlijke druk om te
betalen kan leiden? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
Wanneer niet duidelijk zou zijn in welke hoedanigheid een gerechtsdeurwaarder zijn
taken in een specifiek geval uitoefent, kan ik me voorstellen dat dit tot verwarring
kan leiden bij een consument. Gerechtsdeurwaarders dienen vanuit de geldende beroeps-
en gedragsregels zeer zorgvuldig te communiceren naar schuldenaren. Zij mogen geen
maatregelen aankondigen aan iemand, die zij gezien de fase van de vordering en de
rol die zij dan vervullen, niet mogen treffen. Wanneer een gerechtsdeurwaarder dat
wel doet en daarmee oneigenlijke druk uitoefent, is de betreffende gerechtsdeurwaarder
tuchtrechtelijk aansprakelijk.
In aanvulling op hetgeen reeds bij of krachtens de Gerechtsdeurwaarderswet geldt voor
de beroepsgroep, gelden straks voor de gerechtsdeurwaarders die incassowerkzaamheden
verrichten ook de kwaliteitseisen die aan de incassodienstverlening worden gesteld.
Het wetsontwerp Wet kwaliteit incassodienstverlening (Wki) waarin deze kwaliteitseisen
zijn opgenomen, ligt ter behandeling in uw Kamer. Zo is onder meer als eis opgenomen
dat een incassodienstverlener alle relevante informatie aan zowel schuldenaren als
schuldeiser verstrekt en in de communicatie en omgang met deze betrokken partijen
transparant, ondubbelzinnig, herkenbaar en correct is. Bij algemene maatregel van
bestuur worden nog nadere regels hieromtrent vastgesteld.
Op 3 november jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de gesprekken die hebben plaatsgevonden
in het kader van de uitwerking van de motie Van Beukering-Huijbregts c.s.3 Die motie verzocht het kabinet om te kijken naar het huidige stelsel van maatschappelijk
verantwoorde incasso- en deurwaardersactiviteiten en partijen hierbij te consulteren.
De partijen zelf hebben een paper met tien punten meegegeven. In mijn brief heb ik
een aantal acties genoemd die dit jaar al in gang worden gezet en aangekondigd dat
schulden een thema is dat, zeker gelet op de post-corona gevolgen, de komende jaren
aandacht blijft vragen. De verschillende rollen van de gerechtsdeurwaarder en de perceptie
bij schuldenaren worden meegenomen in deze verdere uitwerking.4
Vraag 4 en 5
Wat mag van een gerechtsdeurwaarder, die beëdigd is en aan beroepsregels is gebonden,
zoals zorgvuldig handelen, integer en onafhankelijk, volgens u worden verwacht bij
het werken voor een bedrijf waarover veel klachten binnen zijn gekomen? In hoeverre
is het aan gerechtsdeurwaarders onderzoek te doen naar de reputatie of achtergrond
van het bedrijf of de gegrondheid van een openstaande factuur? Met andere woorden,
hoe wordt voorkomen dat een gerechtsdeurwaarder zich voor het karretje laat spannen
van bedrijven met een dubieuze reputatie?
Mag van een gerechtsdeurwaarder net zoveel, of méér worden verwacht ten aanzien van
de achtergrond van de opdrachtgever of de gegrondheid van de factuur als van een willekeurig
commercieel incassobureau?
Antwoord 4 en 5
Vanwege de bijzondere positie en taken van de gerechtsdeurwaarder, als openbaar ambtenaar
met bijzondere bevoegdheden, zijn op hem/haar specifiek toegesneden regels van toepassing.
Op de naleving van die regels wordt onafhankelijk toezicht uitgeoefend door het BFT.
Die borging is belangrijk, juist omdat de gerechtsdeurwaarder een bijzondere en belangrijke
rol heeft in ons rechtsbestel.
In deze casus trad de gerechtsdeurwaarder op als incasso-gemachtigde van het bedrijf.
Het uitgangspunt van de KBvG is dat als de gerechtsdeurwaarder signalen ontvangt dat
zijn opdrachtgever niet integer handelt, de gerechtsdeurwaarder zich dient te distantiëren
van die opdrachtgever, zodat geen schade wordt berokkend aan eer en aanzien van het
ambt. Indien aan een gerechtsdeurwaarder een vordering ter incasso wordt voorgelegd
en een debiteur daartegen bezwaar maakt, moet de gerechtsdeurwaarder die bezwaren
bespreken met zijn opdrachtgever. Het is vaste rechtspraak van de tuchtrechter voor
gerechtsdeurwaarders dat indien de opdrachtgever zich vervolgens op het standpunt
stelt dat de vordering juist is, de deurwaarder daar in beginsel van uit dient te
gaan en de behandeling mag voortzetten.5 Wanneer de schuldenaar en de schuldeiser van mening verschillen over de vordering,
kan dit worden voorgelegd aan de rechter. Consumentenkoop- en consumentenkredietzaken
kunnen voorgelegd worden aan de kantonrechter waardoor de schuldenaar niet verplicht
is zich te laten bijstaan door een procesvertegenwoordiger. Pas als de schuldeiser
een titel heeft, kan de gerechtsdeurwaarder overgaan tot executie.
Ik vind het belangrijk dat een invordering door schuldeisers of door hem ingeschakelde
organisaties op een zorgvuldige en maatschappelijk verantwoorde wijze gebeurt. Het
maakt daarbij niet uit of dat gebeurt door de schuldeiser zelf, door een incassodienstverlener
of door een gerechtsdeurwaarder. Met de Wki zorg ik ervoor dat de incassodienstverlening
op een begrijpelijke wijze de opbouw van de vordering en de specificatie inzichtelijk
maken voor de schuldenaar.
Vraag 6
Erkent u dat het slecht is voor het vertrouwen in de gerechtsdeurwaarders, die een
bijzondere rol hebben in onze rechtsstaat, als zij als verlengstuk fungeren, of zo
worden gezien, van bedrijven met een dubieuze reputatie?
Antwoord 6
Het is zeker niet goed als de gerechtsdeurwaarder als verlengstuk wordt gezien van
bedrijven met een dubieuze reputatie. Daarom wordt onafhankelijk toezicht uitgeoefend
door het BFT en wordt er strikt op toegezien dat gerechtsdeurwaarders zich aan de
wet houden.
Vraag 7
Hoe zou volgens u, beter dan nu, de rol van een gerechtsdeurwaarder enerzijds en een
incassobureau anderzijds verduidelijkt kunnen worden? Wat vindt u van het idee de
incassopraktijken los te koppelen van de praktijk van gerechtsdeurwaarders, om meer
duidelijkheid te scheppen voor consumenten? Bent u bereid op dit punt met voorstellen
te komen en hierover in gesprek te gaan met onder andere de Koninklijke Beroepsorganisatie
van Gerechtsdeurwaarders (KBvG)?
Antwoord 7
Zoals bij vraag 2 genoemd, is het belangrijk dat een gerechtsdeurwaarder duidelijk
aangeeft in welke hoedanigheid hij/zij optreedt. Ik ben er voorstander van dat een
schuldeiser eerst tracht om een (onbetwiste) vordering in een minnelijk traject door
de debiteur betaald te krijgen voordat een gerechtsdeurwaarder wordt ingeschakeld
en deze ambtshandelingen inzet. Over de verschillende rollen van de gerechtsdeurwaarder
ben ik in gesprek met partijen zoals onder antwoord vraag 3 aangegeven en wordt u
in dat kader verder geïnformeerd.
Vraag 8 en 9
Wat vindt u ervan dat een gerechtsdeurwaarder zich klaarblijkelijk op het standpunt
stelt dat een consument maar aan moet tonen dat een factuur ongegrond is? Bent u het
ermee eens dat het juist aan de schuldeiser is duidelijk te maken waarom de factuur
gegrond is? Zo ja, bent u bereid dit standpunt nog eens extra onder de aandacht te
brengen onder de gerechtsdeurwaarders?
Vindt u het eerlijk dat mensen die in verweer komen tegen een factuur, met hulp van
een advocaat of het aanspreken van de rechtsbijstandsverzekering, vaak de factuur
niet hoeven te betalen, maar dat dit voor veel mensen niet is weggelegd omdat zij
niet voldoende geld hebben om bijstand te regelen of niet weten hoe dit zit? Erkent
u dan dat hier mogelijk een vorm van rechtsongelijkheid ontstaat, wat gaat u hieraan
doen?
Antwoord 8 en 9
Zowel een schuldeiser als een schuldenaar heeft rechten en plichten. Zo mag van de
schuldenaar worden verwacht dat hij reageert op brieven van de schuldeiser, incassodienstverlener
of gerechtsdeurwaarder. Vice versa verwachten wij van een schuldeiser, incassodienstverlener
of gerechtsdeurwaarder dat zij de schuldenaar adequaat informeren over de vordering.
Bij het uitblijven van een betaling zal een schuldeiser, incassodienstverlener of
gerechtsdeurwaarder contact zoeken met de schuldenaar en zich netjes opstellen als
deze aangeeft dat hij nu niet kan betalen.
Wanneer iemand door een schuldeiser, direct of indirect – via een incassodienstverlener
of een gerechtsdeurwaarder – wordt benaderd om een vordering te betalen en het daar
niet mee eens is, kan hij/zij zich daar altijd tegen verweren. Een dergelijk verweer
dient door de schuldeiser, incassodienstverlener of gerechtsdeurwaarder in behandeling
te worden genomen. De schuldenaar dient vervolgens een reactie te ontvangen op zijn
verweer. Indien dit niet leidt tot een gezamenlijke oplossing en de schuldeiser van
mening blijft dat de vordering terecht is, dan is het vervolgens aan de schuldeiser,
als eisende partij, om bij de rechter te bewijzen dat er sprake is van een toewijsbare
vordering. De schuldenaar wordt dan gedagvaard. Ik zie in de praktijk dat het relatief
vaak voorkomt dat vorderingen aan de rechter worden voorgelegd, zonder dat de schuldenaar
verweer voert waardoor er vervolgens een verstekvonnis volgt. Zeker in het geval er
sprake is van een dubieuze vordering kan verweer voeren bij de rechter lonen.
Zoals hiervoor aangegeven zet ik me ervoor in dat schuldeisers en schuldenaren in
een zo vroeg mogelijk stadium contact met elkaar hebben over de herkomst en hoogte
van de vordering en de betalingsmogelijkheden hierbij. Juist door de focus op een
minnelijke oplossing voorkomen we dat schulden gejuridiseerd worden en zowel schuldeisers
als schuldenaren de gang naar de rechter moeten maken met alle daartoe bijkomende
kosten. Er zijn verschillende mogelijkheden waarmee schuldenaren, zowel personen als
bedrijven, gratis informatie kunnen vinden over het traject van minnelijke incasso
of een vordering die zij niet (h)erkennen. Denk bijvoorbeeld aan voorbeeldbrieven,
toegang tot verschillende gemeentelijke initiatieven voor snelle hulp bij een schuld
en natuurlijk hulp van het Juridisch Loket. Niet alles hoeft via een advocaat of rechtsbijstandverzekering
te lopen.
Overigens geldt ook nog dat wanneer een schuldenaar van mening is dat hij geen of
onvoldoende informatie heeft gekregen of bijvoorbeeld niet netjes te woord is gestaan,
hij daarover een klacht kan. Deurwaarders en straks ook incassobureau op grond van
de Wki zijn verplicht een klachten- en geschillenregeling te hebben.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
A.D. Wiersma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.