Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de Voortgang Nederlandse Kanker Agenda (Kamerstuk 32793-808)
2025D11217 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties
behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over de brief van 13 februari 2025 inzake de «Voortgang Nederlandse
Kanker Agenda» (Kamerstuk 32 793, nr. 808).
De voorzitter van de commissie,
Mohandis
Adjunct-griffier van de commissie,
Sjerp
Inhoudsopgave
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
II.
Reactie van de Minister
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de «Voortgang Nederlandse Kanker
Agenda», die bij voorkeur Nederlandse Oncologie Agenda wordt genoemd, zoals reeds
eerder gevraagd de naamgeving om te buigen. Genoemde leden hebben hierover nog een
aantal vragen.
De leden van de PVV-fractie zijn blij te lezen dat het Integraal Kankercentrum Nederland
(IKNL) constateerde dat bij verschillende soorten kanker aanzienlijke verbeteringen
zijn aangetoond in de 3-jaarsoverleving. Het is echter spijtig dat de overlevingskans
van patiënten met een lagere sociaaleconomische status 10% lager is op de 5-jaaroverleving
dan andere patiënten. Het is goed dat de Minister de aanpak om deze laatste groep
te helpen over alle domeinen heen aanpakt, veel beleidsterreinen liggen immers buiten
VWS maar beïnvloeden wel de gezondheid.
Genoemde leden lezen dat het aantal nieuwe kankerdiagnoses blijft stijgen, ondanks
alle preventieve maatregelen en beperkingen van de overheid. Hoe verklaart de Minister
deze stijging nadat er, met name op het gebied van tabak, enorme preventieve maatregelen
en beperkingen zijn doorgevoerd? Wat verwacht de Minister in de toekomst van het aantal
nieuwe diagnoses?
De leden van de PVV-fractie zijn benieuwd wat de concrete resultaten zijn van de aanvullende
HPV-campagne voor jongvolwassenen van 18 tot 26 jaar? Hoe gaat de Minister ervoor
zorgen dat ook in de toekomst een hoge vaccinatiegraad wordt bereikt? Zeker gezien
het feit dat onlangs bekend werd dat jonge vrouwen met baarmoederhalskanker vaak niet
gevaccineerd zijn.
De leden van de PVV-fractie lezen dat er de afgelopen tijd 23 nieuwe kanker gerelateerde
projecten via ZonMw-programma’s zijn gestart. Zou de Minister een overzicht kunnen
geven van deze projecten en de te verwachten resultaten en de reeds verkregen inzichten?
Tot slot willen de deze leden weten op welke manier Nederland concreet bijdraagt aan
de uitvoering van het Europe’s Beating Cancer Plan en de EU Mission on Cancer? Welke
concrete resultaten heeft deze Europese samenwerking tot nu toe opgeleverd voor de
Nederlandse situatie?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
brief «Voortgang Nederlandse Kanker Agenda» en hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vinden het positief nieuws in de brief van
de Minister te lezen dat de 5-jaarsoverleving van kanker toeneemt en bij verschillende
soorten kanker de 3-jaarsoverleving ook significant toeneemt. Er is echter ook een
andere werkelijkheid. De kankerincidentie en -mortaliteit in Nederland ligt boven
het EU-gemiddelde. Daarnaast laten de recente cijfers zien dat het aantal kankerdiagnoses
stijgt naar 156.000 in 2032. Eén op de twee Nederlanders krijgt hiermee direct of
indirect te maken. Er is dus grote urgentie voor de verder uitvoering van Nederlandse
Kanker Agenda. Onderschrijft u de doelen uit de Nederlandse Kanker Agenda? Hoe draagt
uw ministerie actief bij aan de versnelling van de Nederlandse Kanker Agenda? Eerder
gaf uw voorganger aan veel van de acties al terug te zien in het Integraal Zorgakkoord
(IZA) en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). Kunt u aangeven hoe en of u hiermee
de nodige versnelling ziet optreden?
Een grote zorg van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie is het verschil in overlevingskans
tussen kankerpatiënten met een lage sociaaleconomische status (SES) en hogere-inkomensgroepen.
Hoe kijkt de Minister hier tegenaan? Wat gaat de Minister concreet doen om de overlevingskans
voor kankerpatiënten met een lage sociaaleconomische status (SES) te verbeteren? En
op welke termijn?
Doordat zowel het aantal mensen met een kankerdiagnose toeneemt als de 5-jaarsoverleving
zal de zorgvraag veranderen met meer nadruk op leven met en na kanker. Hoe kijkt de
Minister tegen deze veranderende zorgvraag aan? Hoe gaat de Minister ervoor zorgen
dat voorzieningen die bijdragen aan de kwaliteit van leven van mensen die leven met
en na kanker geborgd worden en breder bekend worden?
In uw brief stelt u dat «het bereiken van de doelen in eerder gesloten landelijke
akkoorden zoals het Nationaal Preventieakkoord (NPA), het Integraal Zorgakkoord (IZA)
en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) van groot belang». Hoe rijmt u deze uitspraak
met de bezuinigingen van € 230 miljoen minder incidentele middelen, 10% korting op
SPUK-gelden en een bezuinigingstaak van € 1 miljard bij VWS? Zijn er inschattingen
wat deze bezuinigingen betekenen voor het voorkomen van kanker?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vinden het spijtig dat «Verbinding Aanpak
Kanker» voor de zomer al wordt opgeheven. Hiermee komt een belangrijke partner te
vervallen, die een essentiële schakel vormt in de doelstellingen die we met elkaar
geformuleerd hebben. Waarom wordt het team «Verbinding Aanpak Kanker» opgeheven, terwijl
verschillende veldpartijen dit erg waardeerden? Welke stappen neemt het ministerie
om de opgebouwde kennis en samenwerkingsverbanden te behouden? Hoe bouwt het ministerie
verder aan een aanpak tegen kanker? Welke structurele oplossing biedt het kabinet
om de betrokkenheid bij de resultaten vanuit het ministerie bij de Nederlandse Kanker
Agenda te garanderen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief over de
«Voortgang Nederlandse Kanker Agenda» (NKA). Deze leden waarderen het initiatief van
het Nederlands Kanker Collectief (NKC) en hebben nog enkele vragen naar aanleiding
van deze brief.
De doelen van de NKA en de inzet vanuit de overheid zijn niet precies dezelfde, zo
lezen de leden van de VVD-fractie. Zij willen graag van de Minister weten wat volgens
haar de belangrijkste overeenkomsten en verschillen zijn. De Nederlandse Kanker Agenda
(NKA) is een initiatief vanuit zorgpartijen zelf. Welke acties onderneemt de Minister
om deze agenda te ondersteunen en ook toekomstbestendig te implementeren in beleid?
Daarnaast vragen deze leden de Minister om mede-eigenaarschap te nemen voor deze agenda,
zoals beschreven in de motie Tielen-Kuik1. Genoemde leden lezen een verwijzing naar een nog te publiceren brede preventiestrategie,
maar kankerzorg is breder dan preventie en gaat ook over vroegsignalering, behandelingen
(met aandacht voor kwaliteit van leven) en het leven met en na kanker. Is de Minister
bereid zelf met een beleidsagenda te komen waarin wordt ingegaan op deze aspecten
gerelateerd aan de NKA? En zo nee, op welke manier zorgt de Minister dat de Nederlandse
Kanker Agenda in synergie is met kabinetsbeleid en op die manier ook bijdraagt aan
het behalen van de doelen.
De leden van de VVD-fractie zijn positief over de constatering dat mede dankzij bevolkingsonderzoek,
darmkanker vaker in een vroeg(er) stadium wordt ontdekt en tot betere overleving leidt.
Zij zien helaas ook dat de deelnamegraad achterblijft bij alle aangeboden bevolkingsonderzoeken.
Klopt het dat het telefoonnummer van de «twijfeltelefoon» niet wordt vermeld in de
uitnodigingsbrieven voor bevolkingsonderzoeken? Hoe staat de Minister tegenover het
idee om dit daar wel in op te nemen zoals inmiddels gebeurt in herinneringsbrieven
voor vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma?
Onlangs bleek uit onderzoek van IKNL dat de stijgende zorgkosten op het gebied van
kankerzorg voornamelijk worden veroorzaak door nieuwe (dure) geneesmiddelen en niet
door een stijgend aantal patiënten2. De leden van de VVD-fractie vragen de Minister om een reactie op dit onderzoek en
de uitkomsten. Welke rol hebben de Minister, de farmaceutische industrie en de zorg
om te voorkomen dat deze kosten andere zorg verdringt?
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat mensen met en na kankerdiagnose
zo veel mogelijk mee kunnen blijven doen in de maatschappij. In het Landenprofiel
20253 lezen zij dat de impact van kanker op de Nederlandse arbeidsmarkt groter is dan gemiddeld
in de EU. Waar heeft dat volgens de Minister mee te maken? Wat kan Nederland leren
van andere landen? Wat is de stand van zaken van het subsidieprogramma Kanker en Werk?
Welke concrete acties zijn voortgekomen uit dit subsidieprogramma en wat zijn de ervaringen?
Welke acties worden vanuit de Ministeries van VWS en van SZW ondernomen als het gaat
om werken met en na kanker?
IKNL maakte onlangs bekend dat jonge vrouwen met baarmoederhalskanker vaak niet gevaccineerd
zijn4. De vorige Staatssecretaris onderschreef de doelstelling van het Europees Kankerbestrijdingsplan
in het kader van HPV-vaccinatie, namelijk het elimineren van baarmoederhalskanker
en andere vormen van HPV-gerelateerde kankers5. Onderschrijft de huidige Minister deze doelstelling ook? Zo ja, welke concrete acties
worden ondernomen om deze doelstelling te behalen?
Dat IKNL bovenstaand onderzoek heeft kunnen uitvoeren komt door gegevensuitwisseling
en inzicht in data vanuit onder meer het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
(RIVM). Het benadrukt dus het belang van goede gegevensuitwisseling. Deelt de Minister
de mening dat dergelijk onderzoek zeer nuttig is voor het vormen van effectief beleid
en dat het mogelijk maken van gegevensuitwisseling hierbij onmisbaar is? Zo ja, hoe
gaat de Minister ervoor zorgen dat veilig secundair datagebruik makkelijker wordt?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben de brief over de «Voortgang Nederlandse Kanker
Agenda» (NKA) gelezen. Zij zijn van mening dat een samenhangende, lange termijnaanpak
met preventie als speerpunt cruciaal is in de strijd tegen kanker. Genoemde leden
zijn verheugd te constateren dat een jaar na de lancering van het NKA de doelstellingen,
met name die met betrekking tot rookgedrag, worden omgezet in actieplannen. Desondanks
benadrukken deze leden dat de doelstellingen uit landelijke akkoorden, zoals het Nationaal
Preventieakkoord, gerealiseerd moeten worden. Deze leden hebben nog enkele vragen
en opmerkingen.
De leden van de NSC-fractie lezen in de brief dat de Organisatie voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) op 3 februari 2025 geactualiseerde landenprofielen
heeft gepresenteerd, waaruit blijkt dat het aantal kankergevallen en -sterfgevallen
per 100.000 inwoners in Nederland hoger is dan het EU-gemiddelde. Hoe verklaart de
Minister deze cijfers en welke uitdagingen ziet de Minister momenteel in de strijd
tegen kanker? Daarnaast lezen deze leden dat in landen als Zweden het aantal sterfgevallen
aan kanker per 100.000 inwoners aanzienlijk lager is, ondanks dat de Net Survival
Rates voor verschillende kankervormen niet significant hoger liggen dan het EU-gemiddelde.
Hoe duidt de Minister deze relatief goede resultaten van Zweden en welke positieve
initiatieven zou de Minister kunnen overnemen om het aantal kankergevallen in Nederland
te verlagen?
De leden van de NSC-fractie constateren dat uit een uitgebreid onderzoek van IKNL
naar voren komt dat mensen met een lage sociaaleconomische status (SES), een hoger
risico op kanker hebben. Kan de Minister aangeven hoe zij ervoor gaat zorgen dat de
sociaaleconomische verschillen in de kankerzorg worden verkleind, gezien de aanzienlijke
impact van factoren zoals lagere deelname aan bevolkingsonderzoeken en grotere moeilijkheden
voor mensen met een lage SES in het zorgsysteem? Welke concrete maatregelen worden
genomen om de samenwerking tussen VWS en andere beleidsdomeinen, zoals werk en inkomen,
te versterken om de volksgezondheid op deze gebieden te verbeteren?
De leden van de NSC-fractie lezen dat de verkoop van tabaksproducten vanaf 2032 uitsluitend
zal worden toegestaan in tabak speciaalzaken. Onlangs werd echter een motie van Danielle
Jansen6 aangenomen, waarin wordt voorgesteld de verkoop van nicotineproducten al vanaf 2028
te beperken tot speciaalzaken. Kan de Minister garanderen dat zij deze motie, die
inmiddels is aangenomen, ook daadwerkelijk zal uitvoeren?
De leden van de NSC-fractie merken op dat uit de Kanker Barometer van het NKC naar
voren komt dat de cijfers rondom alcoholgebruik momenteel onvoldoende zijn om de doelen
van het NKA van 2032 te halen. De leden van de NSC-fractie zijn benieuwd wat de Minister
van deze cijfers vindt. Ziet zij noodzaak om de aanpak en bewustwording van alcoholpreventie
te verstevigen? Zo ja, hoe wordt dit concreet vormgegeven?
De leden van de NSC-fractie waarderen de aandacht voor voeding in de brief, maar zijn
benieuwd naar de voortgang van de NKA-doelen rondom beweging. In het NKA worden oplossingsrichtingen
genoemd, zoals het verlagen van de drempel tot sport- en beweegaanbod en het creëren
van een beweegvriendelijke leefomgeving. Deze leden merken op dat deze punten eerder
besproken zijn in de context van het vastleggen van de taken en verantwoordelijkheden
van overheden op dit gebied. In het kader hiervan is een motie van het lid Saris7 aangenomen. Kan de Minister aangeven wat de stand van zaken is van deze motie?
De leden van de NSC-fractie merken op dat de Staatssecretaris eerder heeft aangegeven
met een Samenhangende Effectieve Preventie Strategie te komen. Deze leden vragen hoe
het thema voeding in deze strategie terugkomt. Is de Minister van plan om ongezonde
voeding minder aantrekkelijk of toegankelijk te maken en zo ja, hoe? Genoemde leden
merken daarnaast op dat er kritiek is op de Nutri-Score, zoals het onvoldoende aansluiten
bij de Schijf van Vijf en de mogelijkheid om de score kunstmatig te verhogen door
water toe te voegen aan producten. Is de Minister tevreden met de huidige versie van
de Nutri-Score? Hoe ziet de Minister de toekomst van dit systeem, en worden er verbeteringen
onderzocht om de gezondere keuze voor consumenten makkelijker te maken?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Met interesse hebben de leden van de D66-fractie kennisgenomen van de brief van de
Minister over de «Voortgang Nederlandse Kanker Agenda». Daartoe hebben deze leden
verdere vragen.
In de brief besteed de Minister aandacht aan de kwaliteit van leven van kankerpatiënten:
een ontzettend belangrijk onderwerp. Echter beperkt de aandacht voor kwaliteit van
leven zich in de desbetreffende brief slechts tot het thema kanker en werk. Daartoe
vragen de leden van de D66-fractie hoe de Minister ervoor gaat zorgen dat ook andere
voorzieningen die bijdragen aan de kwaliteit van leven voor kankerpatiënten, zoals
psychologische hulp en ondersteuning bij angst, depressie en eenzaamheid als gevolg
van het leven met kanker, zowel breder bekend worden, als ook breder gedragen worden?
Welke beleidsinstrumenten gaat de Minister hiervoor inzetten? Wanneer gaat de Minister
deze stappen zetten, en wanneer wordt de Kamer hierover geïnformeerd?
Daarnaast wordt er in de brief geen aandacht besteed aan de afweging tussen kwaliteit
van leven en behandelen. Dit is een onderwerp waar nog veel taboe op rust, terwijl
uit onderzoek blijkt dat patiënten vaak een andere keuze zouden maken als er in de
spreekkamer meer ruimte en tijd was geweest om stil te staan bij alle behandelopties,
inclusief de optie om niet te behandelen8. Het gebrek aan openheid in de spreekkamer zorgt ervoor dat patiënten het gesprek
over niet-behandelen vaak uit de weg gaan of het gevoel hebben dat hun wensen niet
serieus genomen worden. Voorts vragen de leden van de D66-fractie of de Minister het
ook als belangrijk ziet dat er meer ruimte komt voor het behandelend personeel en
de patiënt om samen een afweging te maken tussen kwaliteit van leven en het kiezen
voor een behandeling. Welke stappen zullen ondernomen worden om hier meer aandacht
voor te vragen? Op welke wijze en welke termijn zal de Minister hierover in gesprek
gaan met veldpartijen, en hoe gaat de Minister de Kamer hiervan op de hoogte houden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de «Voortgang Nederlandse Kanker
Agenda». Deze leden hebben de volgende vragen aan de Minister.
De leden van de BBB-fractie lezen in de brief dat om besmettingen met het HPV-virus
zo veel mogelijk te voorkomen, het belangrijk is om een zo hoog mogelijke deelname
aan het HPV-vaccinatieprogramma te realiseren. Hoe kijkt de Staatssecretaris aan tegen
de recente berichtgeving van de NOS waarin staat dat jonge vrouwen met baarmoederhalskanker
vaak niet gevaccineerd zijn9? En wat gaat de Staatssecretaris doen, met aandacht voor de keuze om wel of niet
te vaccineren, om het percentage van het HPV-vaccinatieprogramma te verhogen?
Daarnaast hebben deze leden signalen bereikt dat uit onderzoek blijkt dat het bezoeken
van IPSO centra, bijdraagt aan een snellere en succesvolle terugkeer naar werk na
ziekte. Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat voorzieningen die bijdragen aan de
kwaliteit van leven van mensen die leven met en na kanker geborgd en breder bekend
worden?
II. Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Mohandis, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
E.M. Sjerp, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.