Nota van wijziging : Nota van wijziging
36 584 Wijziging van de Handelsregisterwet 2007 en de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies ter beperking van de toegang tot informatie over uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten alsmede van de toegang tot informatie over uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies (Wijzigingswet beperking toegang UBO-registers)
Nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 30 december 2024
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I, onderdeel B, eerste subonderdeel, wordt na «bestuursorganen» ingevoegd
«, instellingen».
B
Aan artikel I, onderdeel C, wordt in het voorgestelde artikel 22a, vierde lid, onder
vervanging van «; en» aan het slot van onderdeel b door een puntkomma en de punt aan
het slot van onderdeel c door «; en» een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. het in behandeling nemen van een aanvraag om gegevens in te zien voor personen
en rechtspersonen met een legitiem belang als bedoeld in het tweede lid en de beslissing
op deze aanvraag.
C
Artikel I, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste subonderdeel wordt in het voorgestelde tweede lid onder vervanging
van de punt aan het slot door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. de instellingen, genoemd in artikel 11, eerste lid, onderdelen e tot en met h,
van Richtlijn (EU) 2024/1640 van het Europees parlement en de Raad van 31 mei 2024
betreffende de mechanismen die de lidstaten moeten invoeren om het gebruik van het
financiële stelsel voor witwassen of terrorismefinanciering te voorkomen, tot wijziging
van Richtlijn (EU) 2019/1937, en tot wijziging en intrekking van Richtlijn (EU) 2015/849
(PbEU 2024, L 2024/1640).
2. In het tweede subonderdeel wordt na «bestuursorgaan» ingevoegd «, instelling».
D
In artikel I, onderdeel F, tweede subonderdeel, wordt na «aangewezen bevoegde autoriteit»
ingevoegd «, bestuursorgaan of andere persoon of rechtspersoon».
E
In Artikel II, onderdeel B, wordt het voorgestelde artikel 7 als volgt gewijzigd:
1. Onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma wordt aan het tweede
lid een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. de instellingen, genoemd in artikel 11, eerste lid, onderdelen e tot en met h,
van Richtlijn (EU) 2024/1640 van het Europees parlement en de Raad van 31 mei 2024
betreffende de mechanismen die de lidstaten moeten invoeren om het gebruik van het
financiële stelsel voor witwassen of terrorismefinanciering te voorkomen, tot wijziging
van Richtlijn (EU) 2019/1937, en tot wijziging en intrekking van Richtlijn (EU) 2015/849
(PbEU 2024, L 2024/1640).
2. Aan het vierde lid wordt onder vervanging van «; en» aan het slot van onderdeel
b door een puntkomma en de punt aan het slot van onderdeel c door «; en» een onderdeel
toegevoegd, luidende:
d. het in behandeling nemen van een aanvraag om gegevens in te zien voor personen
en rechtspersonen met een legitiem belang als bedoeld in het derde lid en de beslissing
op deze aanvraag.
F
In artikel II, onderdeel D, wordt in het voorgestelde artikel 10, eerste lid, onderdeel
b, na «bestuursorganen» ingevoegd «, instellingen».
G
In artikel II, onderdeel E, tweede en derde subonderdeel, wordt na «bestuursorgaan»
ingevoegd «, instelling».
H
In artikel II, onderdeel F, wordt na «bestuursorganen» ingevoegd «, instellingen».
I
In artikel II, onderdeel G, wordt na «bestuursorgaan» ingevoegd «, instelling».
J
Aan artikel III, onderdeel B, wordt in het voorgestelde onderdeel o na «de Handelsregisterwet
2007» ingevoegd «en».
Toelichting
Het Wijzigingswetsvoorstel beperking toegang UBO-registers is op 25 juni 2024 ingediend
bij uw Kamer. Met dit wetsvoorstel worden de regels rondom de toegang tot de geregistreerde
informatie over uiteindelijk belanghebbenden (UBO-registers) aangepast naar aanleiding
van de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) van 22 november
2022.1 Kort samengevat oordeelde het HvJ EU in deze uitspraak dat een integraal openbaar
UBO-register een inmenging vormt op het grondrecht op eerbiediging van het privéleven
en het familie- en gezinsleven.
Bovenstaande leidde ertoe dat met onderhavig wetsvoorstel de toegang tot de UBO-registers
wordt beperkt tot:
– partijen waarvan op basis van de anti-witwasrichtlijn verplichte toegang moet worden
geregeld, te weten: de bevoegde autoriteiten en FIUs, de meldingsplichtige entiteiten
in het kader van het cliëntenonderzoek dat zij op grond van de anti-witwasrichtlijn
moeten verrichten en elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een legitiem belang
kan aantonen;
– partijen die toegang krijgen in het belang van de naleving van sancties en het toezicht
en de handhaving daarop;
– bestuursorganen en rechtspersonen met een overheidstaak waarvoor het in verband met
een wettelijke of Europeesrechtelijke verplichting of bevoegdheid noodzakelijk is
om uiteindelijk belanghebbend te achterhalen; en
– partijen die staan ingeschreven in de UBO-registers, voor zover het hun eigen gegevens
betreft.
Op 31 mei 2024 is een nieuw Europees pakket van anti-witwasregelgeving gepubliceerd,
bestaande uit een verordening, richtlijn en de oprichtingsverordening voor de nieuwe
Europese anti-witwas autoriteit (AMLA).2 Met deze nota van wijziging worden twee aanpassingen voorgesteld om onderhavig wetsvoorstel
beter aan te laten sluiten op de nieuwe anti-witwasrichtlijn (hierna: ALMD6).
Met de eerste aanpassing wordt voorgesteld om de in artikel 11, tweede lid, onderdelen
e tot en met h, van AMLD6 aangewezen Europese instellingen toegang te geven tot de
UBO-registers. Het gaat hier om AMLA, het Europees Openbaar Ministerie (EOM), het
Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) Europol en Eurojust. Op grond van ALMD6
dienen deze Europeesrechtelijke instellingen vanaf 10 juli 2026 toegang te hebben
tot de informatie uit de UBO-registers.3
Met de tweede aanpassing wordt de delegatiegrondslag om nadere regels te kunnen stellen
rondom het proces van toegang verlening in het kader van legitiem belang aangevuld,
zodat er naast de wijze waarop een legitiem belang wordt aangetoond ook nadere regels
gesteld kunnen worden over het in behandeling nemen van een aanvraag het beslissen
om deze aanvraag. Met deze toevoeging wordt bewerkstelligd dat het proces rondom het
verlenen van toegang in het kader van legitiem belang, zoals omschreven in artikel
12 en artikel 13 van ALMD6, grotendeels bij algemene maatregel van bestuur nader uitgewerkt
kan worden. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de beslistermijn en gronden
om een aanvraag af te wijzen. Ook voor deze artikelen uit AMLD geldt dat deze per
10 juli 2026 geïmplementeerd moeten te zijn.4
Tot slot is van de gelegenheid gebruik gemaakt om een technische verbetering aan te
brengen.
Deze nota van wijziging wordt mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en
de Minister van Economische Zaken ingediend.
De Minister van Financiën,
E. Heinen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Voor |
GroenLinks-PvdA | 25 | Voor |
VVD | 24 | Voor |
NSC | 20 | Voor |
D66 | 9 | Voor |
BBB | 7 | Voor |
CDA | 5 | Voor |
SP | 5 | Voor |
ChristenUnie | 3 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
FVD | 3 | Voor |
PvdD | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
JA21 | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.