Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 664 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op de economische delicten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2021/2167 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2021 inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU (PbEU 2021, L 438) (Implementatiewet richtlijn kredietservicers en kredietkopers)
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
ARTIKEL IV
ARTIKEL V
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat noodzakelijk is regels te stellen ter implementatie
van Richtlijn (EU) 2021/2167 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november
2021 inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van de Richtlijnen
2008/48/EG en 2014/17/EU (PbEU 2021, L 438);
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de definitie van «financiële onderneming» wordt onder verlettering van de onderdelen
o, p en q tot p, q en s een onderdeel ingevoegd, luidende:
o. een kredietservicer;
2. De volgende definities worden in de alfabetische volgorde ingevoegd:
kredietkoper:
degene die, niet zijnde een Nederlandse of Europese bank, in de uitoefening van een
beroep of bedrijf de rechten van een kredietgever op grond van een niet-renderende
kredietovereenkomst, of de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, koopt;
kredietservicer:
degene die een niet-renderende kredietovereenkomst servicet, niet zijnde een financiële
onderneming als bedoeld in artikel 2:64b, eerste lid;
kredietservicingaanbieder:
degene die namens een kredietservicer een kredietservicingactiviteit verricht;
niet-renderende kredietovereenkomst:
een kredietovereenkomst als bedoeld in artikel 3, onderdeel 4, van de richtlijn kredietservicers
en kredietkopers, waarbij de kredietgever een Nederlandse bank of Europese bank is
en die kredietovereenkomst kwalificeert als een niet-renderende blootstelling als
bedoeld in artikel 47 bis van de verordening kapitaalvereisten;
richtlijn kredietservicers en kredietkopers:
Richtlijn (EU) 2021/2167 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2021
inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG
en 2014/17/EU (PbEU 2021, L 438);
servicen van een niet-renderende kredietovereenkomst:
het in de uitoefening van een beroep of bedrijf namens een kredietkoper de rechten
en verplichtingen met betrekking tot de rechten van een kredietgever op grond van
een niet-renderende kredietovereenkomst, of de niet-renderende kredietovereenkomst
zelf, beheren en de nakoming ervan afdwingen, waarbij tevens een of meer kredietservicingactiviteiten
worden verricht;
verrichten van een kredietservicingactiviteit:
a. het innen en invorderen van verschuldigde betalingen van de kredietnemer in verband
met de rechten van een kredietgever krachtens een niet- renderende kredietovereenkomst
of in verband met de niet-renderende kredietovereenkomst zelf;
b. het opnieuw onderhandelen met de kredietnemer over alle voorwaarden met betrekking
tot de rechten van een kredietgever krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst,
of de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, in overeenstemming met de door de
kredietkoper gegeven instructies, voor zover degene die deze activiteit verricht geen
bemiddelaar is;
c. het beheren van alle klachten met betrekking tot de rechten van een kredietgever krachtens
een niet-renderende kredietovereenkomst of tot de niet-renderende kredietovereenkomst
zelf; of
d. het in kennis stellen van de kredietnemer van alle wijzigingen in rentevoeten, kosten
of alle verschuldigde betalingen in verband met de rechten van een kredietgever krachtens
een niet-renderende kredietovereenkomst of met de niet-renderende kredietovereenkomst
zelf;
B
In afdeling 1.1.2 wordt na paragraaf 1.1.2.4. een paragraaf ingevoegd, luidende:
§ 1.1.2.5 Servicen van niet-renderende kredietovereenkomsten
Artikel 1:14a
1. Het ingevolge deze wet bepaalde ten aanzien van kredietservicers is niet van toepassing
op:
a. een ieder die beschikt over een door de Europese Centrale Bank verleende vergunning
voor het uitoefenen van het bedrijf van bank;
b. een aanbieder van krediet die beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel
2:60;
c. een beheerder van een beleggingsinstelling die beschikt over een vergunning als bedoeld
in artikel 2:65 of waaraan het ingevolge artikel 2:70 is toegestaan een Nederlandse
beleggingsinstelling te beheren;
d. een beheerder van een icbe die beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel
2:69b of waaraan het ingevolge artikel 2:71 is toegestaan een icbe met zetel in Nederland
te beheren;
e. een advocaat als bedoeld in artikel 1, tweede lid, punt a, van Richtlijn 98/5/EG van
het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 ter vergemakkelijking van de
permanente uitoefening van het beroep van advocaat in een andere lidstaat dan die
waar de beroepskwalificatie is verworven (PbEU 1998, L 77);
f. een gerechtsdeurwaarder, waarnemend gerechtsdeurwaarder, kandidaat-gerechtsdeurwaarder
en toegevoegd gerechtsdeurwaarder, die krachtens de Gerechtsdeurwaarderswet bevoegd
is ambtshandelingen te verrichten; en
g. een notaris, toegevoegd notaris en kandidaat-notaris die krachtens de Wet op het notarisambt
is opgenomen in het register, bedoeld in artikel 5 van die wet.
2. Het ingevolge deze wet bepaalde ten aanzien van het servicen van een niet-renderende
kredietovereenkomst is niet van toepassing op:
a. het servicen van uitsluitend niet-renderende kredietovereenkomsten, indien de overdracht
van de rechten van een kredietgever ingevolge die overeenkomsten of van de niet-renderende
kredietovereenkomsten zelf voor 30 december 2023 heeft plaatsgevonden;
b. het servicen van een kredietovereenkomst, die niet is gesloten door een Nederlandse
bank of Europese bank, tenzij de rechten van kredietgever krachtens de kredietovereenkomst,
of de kredietovereenkomst zelf, wordt vervangen door een kredietovereenkomst die is
afgesloten door een Nederlandse bank of Europese bank; en
c. de aankoop van de rechten van een kredietgever krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst,
of van de niet renderende kredietovereenkomst zelf door een Nederlandse bank of Europese
bank.
C
Na artikel 1:51b wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1:51ba
De Autoriteit Financiële Markten verstrekt eigener beweging aan de toezichthoudende
instantie van de lidstaat van de zetel van de kredietkoper de gegevens, bedoeld in
de artikelen 4:27b, eerste lid, en 4:81k, alsmede alle informatie die voor de vervulling
van de taak van die toezichthoudende instantie op grond van de richtlijn kredietservicers
en kredietkopers nodig is.
D
Aan artikel 1:55 wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Indien een kredietservicer met zetel in Nederland een bijkantoor heeft in een andere
lidstaat of een kredietservicingaanbieder heeft aangewezen in een andere lidstaat,
kan de Autoriteit Financiële Markten ten behoeve van het toezicht op naleving van
deze wet door het bijkantoor of de kredietservicingaanbieder:
a. de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat verzoeken om bij het bijkantoor
of de kredietservicingaanbieder gegevens of inlichtingen te verifiëren; of
b. na instemming van de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat zelf bij het
bijkantoor of de kredietservicingaanbieder gegevens of inlichtingen verifiëren of
doen verifiëren.
E
Na artikel 1:58e worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 1:58f
1. Indien een kredietservicer met zetel in een andere lidstaat die vanuit een in Nederland
gelegen bijkantoor of door middel van het verrichten van diensten naar Nederland,
zijn bedrijf uitoefent niet voldoet aan de op grond van het Deel Gedragstoezicht financiële
ondernemingen opgelegde verplichtingen, stelt de Autoriteit Financiële Markten de
toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de kredietservicer daarvan
in kennis met het verzoek passende maatregelen te treffen.
2. De Autoriteit Financiële Markten kan, onverminderd de artikelen 1:79 en 1:80, en
na de toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de kredietservicer
daarvan in kennis te hebben gesteld, het besluit nemen dat de betrokken kredietservicer
niet langer niet-renderende kredietovereenkomsten mag servicen in Nederland, indien
deze niet voldoet aan hetgeen bij of krachtens deze wet is bepaald:
a. in weerwil van de maatregelen, getroffen door de toezichthoudende instantie van de
lidstaat van de zetel van de kredietservicer;
b. in het geval de kredietservicer geen passende en doeltreffende stappen heeft ondernomen
om de inbreuk binnen een redelijke termijn recht te zetten; of
c. in het geval onmiddellijke actie noodzakelijk is om een ernstige bedreiging van de
collectieve belangen van de kredietnemers het hoofd te bieden.
3. De Autoriteit Financiële Markten kan een kredietservicer als bedoeld in het eerste
lid een verbod opleggen met betrekking tot het verrichten van kredietservicingactiviteiten,
indien hij inbreuk heeft gepleegd op de in dat lid bedoelde verplichtingen, totdat
de toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de kredietservicer
een passend besluit heeft genomen of de kredietservicer maatregelen heeft getroffen
om die inbreuk te verhelpen.
Artikel 1:58g
De Autoriteit Financiële Markten stelt de toezichthoudende instantie van de lidstaat
van de zetel van een kredietservicer in kennis van een door haar geconstateerde inbreuk
op de richtlijn kredietservicers en kredietkopers of op voorschriften van nationaal
recht die strekken tot omzetting van de richtlijn door de kredietservicer met het
verzoek om passende maatregelen te treffen, indien:
a. het initiële krediet is verstrekt door een bank met zetel in Nederland; en
b. de rechten inzake de niet-renderende kredietovereenkomst zijn, of de niet-renderende
kredietovereenkomst zelf is, overgedragen aan een kredietkoper met zetel in een andere
lidstaat.
F
Na artikel 1:77o wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1:77p
De Autoriteit Financiële Markten kan een kredietservicer of een kredietservicingaanbieder
met zetel in Nederland die niet voldoet aan het ingevolge deze wet bepaalde ten aanzien
kredietservicers of kredietservicingaanbieders verbieden kredietservicingactiviteiten
te verrichten.
G
Artikel 1:104, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel f wordt voor de zinsnede «of een bemiddelaar in hypothecair krediet
is» ingevoegd «, een kredietservicer is die zijn bedrijf waarvoor hij een vergunning
heeft, gedurende meer dan twaalf maanden heeft gestaakt».
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel r door een puntkomma wordt
een onderdeel toegevoegd, luidende:
s. de vergunninghouder een kredietservicer is die niet of niet meer voldoet aan de bij
of krachtens titel 2a of 2b van Boek 7 van het Burgerlijke Wetboek gestelde regels.
H
In artikel 1:107, tweede lid, onderdeel a, onder 1°, wordt na «2:60,» ingevoegd «2:64a,».
I
Na afdeling 2.2.6 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
AFDELING 2.2.6A. SERVICEN VAN EEN NIET-RENDERENDE KREDIETOVEREENKOMST
§ 2.2.6A.1. Vergunningplicht- en eisen
Artikel 2:64a
Het is verboden in Nederland zonder een daartoe door de Autoriteit Financiële Markten
verleende vergunning een niet-renderende kredietovereenkomst te servicen.
Artikel 2:64b
Artikel 2:64a is niet van toepassing op kredietservicers met zetel in een andere lidstaat
die vanuit een bijkantoor in Nederland of middels het verrichten van diensten naar
Nederland een niet-renderende kredietovereenkomst servicen, indien is voldaan aan
artikel 2:64d.
Artikel 2:64c
1. De Autoriteit Financiële Markten verleent op aanvraag een vergunning als bedoeld
in art 2:64a, indien de aanvrager zetel in Nederland heeft en aantoont dat zal worden
voldaan aan het bepaalde ingevolge:
a. artikel 4:9, eerste, tweede en vierde lid, met betrekking tot de geschiktheid en vakbekwaamheid
van de in dat artikel bedoelde personen;
b. artikel 4:10 met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel bedoelde
personen;
c. artikel 4:11, eerste en derde lid, met betrekking tot het beleid inzake de integere
bedrijfsuitoefening;
d. artikel 4:14, eerste en tweede lid, met betrekking tot de inrichting van de bedrijfsvoering
e. artikel 4:17, eerste en derde lid, met betrekking tot adequate behandeling van klachten;
f. artikel 4:81a met betrekking tot de rechtspersoonlijkheid van de kredietservicer;
en
g. artikel 4:81b met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel bedoelde
personen.
2. De aanvraag van de vergunning geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
3. De Autoriteit Financiële Markten beoordeelt na ontvangst van de gegevens, bedoeld
in het tweede lid, binnen vijfenveertig dagen of de aanvraag volledig is.
§ 2.2.6A.2. Bijkantoor en verrichten van diensten
Artikel 2:64d
1. Een kredietservicer met zetel in een andere lidstaat kan overgaan tot het servicen
van een niet-renderende kredietovereenkomst vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor
of door middel van het verrichten van diensten naar Nederland:
a. onmiddellijk na ontvangst van de mededeling van de toezichthoudende instantie van
de lidstaat van zijn zetel dat de Autoriteit Financiële Markten de informatie, verstrekt
ingevolge artikel 13, tweede lid, van de richtlijn kredietservicers en kredietkopers
heeft ontvangen; of
b. twee maanden na ontvangst van de mededeling van de toezichthoudende instantie van
de lidstaat van zijn zetel dat zij de informatie, verstrekt ingevolge artikel 13,
tweede lid, van de richtlijn kredietservicers en kredietkopers, aan de Autoriteit
Financiële Markten heeft verzonden.
2. Indien de Autoriteit Financiële Markten een mededeling heeft ontvangen van een toezichthoudende
instantie van een andere lidstaat met betrekking tot het servicen van krediet vanuit
een in Nederland gelegen bijkantoor of door middel van het verrichten van diensten
naar Nederland, kan zij voordat de kredietservicer aanvangt met het servicen van een
niet-renderende kredietovereenkomst in Nederland, maar in ieder geval binnen twee
maanden na ontvangst van de mededeling, aan de kredietservicer bekendmaken welke voorwaarden
door hem om redenen van algemeen belang in acht moeten worden genomen bij het servicen
van een niet-renderende kredietovereenkomst in Nederland.
§ 2.2.6A.3. Vrijstelling
Artikel 2:64e
Bij ministeriële regeling kan geheel of gedeeltelijk vrijstelling worden geregeld
van artikel 2:64a. Aan deze gehele of gedeeltelijke vrijstelling kunnen voorschriften
worden verbonden.
J
Na afdeling 2.3.4B wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
AFDELING 2.3.4C. SERVICEN VAN EEN NIET-RENDERENDE KREDIETOVEREENKOMST
§ 2.3.7A.1. Bijkantoor en verrichten van diensten naar een andere lidstaat
Artikel 2:121f
1. Een kredietservicer met een vergunning als bedoeld in artikel 2:64a die voornemens
is zijn bedrijf uit te oefenen in een andere lidstaat gaat daartoe slechts over nadat
hij kennis heeft gegeven van zijn voornemen aan de Autoriteit Financiële Markten.
2. De kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, geschiedt onder opgave van de gegevens,
bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de richtlijn kredietservicers en kredietkopers.
3. Uiterlijk vijfenveertig dagen na ontvangst van de gegevens, bedoeld in het tweede
lid, stuurt de Autoriteit Financiële Markten deze gegevens door aan de toezichthoudende
instantie van de lidstaat van ontvangst.
4. De Autoriteit Financiële Markten stuurt de gegevens, bedoeld in het tweede lid, aan
de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat waar het krediet is verleend,
indien die andere lidstaat niet de lidstaat van ontvangst is.
5. De Autoriteit Financiële Markten deelt aan de kredietservicer, bedoeld in het eerste
lid, de datum mee waarop de gegevens, bedoeld in het tweede lid, naar de lidstaat
van ontvangst zijn gestuurd en de datum waarop die lidstaat de ontvangst van deze
gegevens heeft bevestigd.
6. Voor de toepassing van het derde, vierde en vijfde lid wordt onder lidstaat van ontvangst
verstaan: lidstaat van ontvangst als bedoeld in artikel 3, onderdeel 11, van de richtlijn
kredietservicers en kredietkopers.
K
Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. in onderdeel f wordt «; en» vervangen door een puntkomma.
b. in onderdeel g wordt de punt aan het slot vervangen door een puntkomma.
c. Er worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:
h. kredietservicers waaraan het ingevolge afdeling 2.2.6A is toegestaan in Nederland
hun bedrijf uit te oefenen indien zij niet-renderende kredietovereenkomsten servicen,
waarvan de overdracht van de rechten van een kredietgever krachtens de niet-renderende
kredietovereenkomsten, of van de niet-renderende kredietovereenkomsten zelf, heeft
plaatsgevonden op of na 30 december 2023;
i. kredietservicingaanbieders indien zij kredietservicingactiviteiten verrichten ten
aanzien van niet-renderende kredietovereenkomsten, waarvan de overdracht van de rechten
van een kredietgever krachtens de niet-renderende kredietovereenkomsten, of van de
niet-renderende kredietovereenkomsten zelf, heeft plaatsgevonden op of na 30 december
2023; en
j. kredietkopers met zetel in Nederland indien zij de rechten van een kredietgever op
grond van een niet-renderende kredietovereenkomst, of de niet-renderende kredietovereenkomst
zelf, kopen op of na 30 december 2023.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. De bij of krachtens de artikelen 4:9, derde lid, 4:14, tweede lid, aanhef en onderdeel
c, 4:19, 4:20, eerste tot en met derde en zesde lid, 4:22, eerste lid, 4:23, 4:24,
4:89, 4:90, 4:90a, 4:90b, 4:90c, 4:90d en de artikelen 14 tot en met 26 van de verordening
markten voor financiële instrumenten gestelde regels zijn van toepassing op:
a. banken waaraan het ingevolge paragraaf 2.2.2.2 is toegestaan hun bedrijf vanuit een
bijkantoor in Nederland uit te oefenen, voor zover zij beleggingsdiensten verlenen
of beleggingsactiviteiten verrichten; en
b. beleggingsondernemingen met een bijkantoor in Nederland waaraan het ingevolge paragraaf
2.2.12.2 is toegestaan in Nederland beleggingsdiensten te verlenen of beleggingsactiviteiten
te verrichten, met uitzondering van beleggingsondernemingen als bedoeld in artikel
2:102a.
L
In artikel 4:9, eerste lid, wordt na «financiëledienstverlener» ingevoegd «, kredietservicer».
M
In artikel 4:10, eerste lid, wordt na «financiëledienstverlener» ingevoegd «, kredietservicer».
N
In artikel 4:11, eerste lid, wordt na bewaarder ingevoegd «, kredietservicer».
O
Aan artikel 4:12 wordt een lid toegevoegd, luidende:
12. De artikelen 4:14, 4:16 en 4:17 zijn niet van toepassing op kredietservicers met
zetel in een andere lidstaat.
P
Artikel 4:14 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na bewaarder ingevoegd «, kredietservicer».
2. In het tweede lid, onderdelen b en c, wordt «cliënten of deelnemers» telkens vervangen
«cliënten, deelnemers of kredietnemers».
Q
In artikel 4:16, derde lid, onderdeel c, wordt «of beleggingsonderneming» vervangen
door «, beleggingsonderneming of kredietservicer».
R
Artikel 4:17 wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 4:17, eerste lid, aanhef, wordt «clearinginstelling of financiëledienstverlener»
vervangen door «clearinginstelling, financiëledienstverlener of kredietservicer» en
wordt «consumenten of deelnemers» vervangen door «consumenten, deelnemers of kredietnemers».
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Het eerste lid, aanhef en onderdeel a, is van overeenkomstige toepassing op een kredietkoper
en kredietservicingaanbieder.
S
In artikel 4:19, vierde lid, wordt «en een beheerder van een icbe» vervangen door
«, een beheerder van een icbe en een kredietservicer».
T
In artikel 4:26, eerste lid, wordt na «2:63, tweede lid,» ingevoegd «2:64c, eerste
lid,» en wordt na «2:105, vijfde lid,« ingevoegd «2:121f, tweede lid,».
U
In afdeling 4.2.4A wordt na artikel 4:27a een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4:27b
1. Een bank met zetel in Nederland stelt de Autoriteit Financiële Markten halfjaarlijks
in kennis van de rechten van een kredietgever die hij krachtens een niet-renderende
overeenkomst inzake krediet, of een niet- renderende overeenkomst inzake krediet zelf,
heeft overgedragen aan een kredietkoper en verstrekt daarbij in ieder geval de gegevens,
bedoeld in artikel 15, tweede lid, onderdelen a tot en met d, van de richtlijn kredietservicers
en kredietkopers.
2. De Autoriteit Financiële Markten stuurt de gegevens, bedoeld in het eerste lid, door
aan De Nederlandsche Bank.
3. In afwijking van het eerste lid kan de Autoriteit Financiële Markten bepalen dat
de in dat lid bedoelde gegevens per kwartaal worden verstrekt.
V
Na artikel 4:35 wordt een artikel ingevoegd, luidende
Artikel 4:35a
1. Een aanbieder van krediet beschikt over adequaat beleid en adequate procedures inzake
de omgang met betalingsachterstanden op grond van kredietovereenkomsten voor consumenten.
2. De aanbieder van krediet treft bij betalingsachterstanden als bedoeld in het eerste
lid waar passend respijtmaatregelen met inachtneming van het bepaalde in de artikelen
70a en 128aa van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.
W
Na afdeling 4.3.6 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
AFDELING 4.3.6A SERVICEN VAN EEN NIET-RENDERENDE KREDIETOVEREENKOMST EN OPTREDEN ALS
KREDIETKOPER
§ 4.3.6A.1. Servicen van een niet-renderende kredietovereenkomst
Artikel 4:81a
Een kredietservicer is een rechtspersoon.
Artikel 4:81b
De betrouwbaarheid van houders van een gekwalificeerde deelneming in een kredietservicer
staat buiten twijfel. Artikel 4:10, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 4:81c
1. Een kredietservicer, of in voorkomend geval een kredietservicingaanbieder, behandelt
kredietnemers te goeder trouw, eerlijk en professioneel en beschermt de privacy van
kredietnemers.
2. Een kredietservicer, of in voorkomend geval een kredietservicingaanbieder, verstrekt
aan kredietnemers geen informatie die misleidend, onduidelijk of onjuist is en communiceert
met kredietnemers op een wijze die niet als intimidatie, dwang of ongepaste beïnvloeding
kan worden aangemerkt.
Artikel 4:81d
1. In afwijking van artikel 94, derde lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek doet
een kredietservicer of, in voorkomend geval, een kredietservicingaanbieder aan een
kredietnemer een mededeling toekomen:
a. na iedere overdracht van de rechten van een kredietgever krachtens een niet-renderende
kredietovereenkomst, of van de kredietovereenkomst zelf;
b. voorafgaand aan de eerste inning van de schuld; en
c. na een daartoe strekkend verzoek van de kredietnemer.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een bank of aanbieder van krediet
die overeenkomstig artikel 4:81i is aangewezen om een niet-renderende kredietovereenkomst
te servicen.
3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien
van de mededeling, bedoeld in het eerste lid.
Artikel 4:81e
Een kredietservicer servicet een niet-renderende kredietovereenkomst op basis van
een daartoe met de betrokken kredietkoper overeengekomen kredietservicingovereenkomst
als bedoeld in artikel 3, onderdeel 5, van de richtlijn kredietservicers en kredietkopers.
De kredietservicingovereenkomst voldoet aan artikel 11, tweede en derde lid, van die
richtlijn.
Artikel 4:81f
1. Een kredietservicer houdt de gelden die hij van een kredietnemer heeft ontvangen
om deze over te maken aan een kredietkoper aan op een rekening die uitsluitend daarvoor
is bestemd.
2. De rekening wordt aangehouden bij een bank met zetel in Nederland die een vergunning
heeft voor de uitoefening van het bedrijf van bank, verleend door de Europese Centrale
Bank of de Nederlandsche Bank. Uit de tenaamstelling van deze rekening blijkt dat
deze door kredietservicer wordt aangehouden in eigen naam ten behoeve van een of meer
derden, met vermelding van de hoedanigheid van de kredietservicer.
3. In afwijking van artikel 276 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek vormen de op een
rekening als bedoeld in het eerste lid aangehouden geldmiddelen een afgescheiden vermogen
dat uitsluitend dient tot voldoening van vorderingen van een kredietkoper voor wie
geldmiddelen op de rekening zijn geadministreerd, voor zover die vorderingen verband
houden met het toevertrouwen van de geldmiddelen aan de kredietservicer.
4. De kredietservicer draagt zorg voor een adequate administratie van het afgescheiden
vermogen.
5. Het eerste tot en met vierde lid is niet van toepassing op een kredietservicer die
in het kader van zijn bedrijfsmodel niet voornemens is gelden van kredietnemers te
ontvangen en op de rekening aan te houden.
6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
met betrekking tot de inrichting, de administratie en het beheer van de rekening.
§ 4.3.6A.2. Optreden als kredietkoper
Artikel 4:81g
1. Een kredietkoper behandelt kredietnemers te goeder trouw, eerlijk en professioneel
en beschermt de privacy van kredietnemers.
2. Artikel 4:81c, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op de kredietkoper,
bedoeld in het eerste lid.
Artikel 4:81h
1. Een kredietkoper doet aan een kredietnemer een mededeling toekomen die in ieder geval
de gegevens, bedoeld in artikel 10, tweede lid, onderdelen a tot en met i, van de
richtlijn kredietservicers en kredietkoper, bevat:
a. na iedere overdracht aan de kredietkoper van de rechten van een kredietgever krachtens
een niet-renderende kredietovereenkomst, of van de niet-renderende kredietovereenkomst
zelf;
b. voorafgaand aan de eerste inning van de schuld; en
c. op verzoek van de kredietnemer.
2. Het eerste lid is niet van toepassing, indien de kredietkoper een bank, aanbieder
van krediet of kredietservicer heeft aangewezen om de niet-renderende kredietovereenkomst
te servicen.
3. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot
de vorm en inhoud van de mededeling, bedoeld in het eerste lid.
Artikel 4:81i
1. Een kredietkoper met zetel in Nederland wijst, indien een consument wederpartij is
bij een niet-renderende kredietovereenkomst, een van de volgende financiële ondernemingen
aan om die niet-renderende kredietovereenkomst te servicen:
a. een kredietservicer waaraan het ingevolge afdeling 2.2.6A is toegestaan in Nederland
zijn bedrijf uit te oefenen;
b. een bank die beschikt over een door de Europese Centrale Bank verleende vergunning
voor het uitoefenen van het bedrijf van bank;
c. een aanbieder van krediet die beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel
2:60.
2. Een kredietkoper met zetel in een staat die geen lidstaat is wijst een financiële
onderneming als bedoeld in het eerste lid aan om een niet-renderende kredietovereenkomst
te servicen, indien een natuurlijke persoon of een kleine, middelgrote of micro-onderneming
als bedoeld in artikel 17, eerste lid, onderdeel b, onder ii, van de richtlijn kredietservicers
en kredietkopers wederpartij is bij de door de financiële onderneming te servicen
niet-renderende kredietovereenkomst.
3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing, indien de kredietkoper of zijn
op grond van artikel 4:81l, eerste lid, aangewezen vertegenwoordiger een financiële
onderneming als bedoeld in het eerste lid is.
Artikel 4:81j
1. Een kredietkoper die op grond van artikel 4:81i een financiële onderneming heeft
aangewezen om een niet-renderende kredietovereenkomst te servicen stelt de Autoriteit
Financiële Markten in kennis van de identiteit en het adres van de financiële onderneming,
voordat deze aanvangt met het servicen van de niet-renderende kredietovereenkomst.
2. Indien de kredietkoper voornemens is een andere financiële onderneming dan de in
het eerste lid bedoelde financiële onderneming aan te wijzen om een niet-renderende
kredietovereenkomst te servicen, stelt hij de Autoriteit Financiële Markten hiervan
in kennis van het voornemen, onder vermelding van de identiteit en het adres van de
aan te wijzen financiële onderneming.
Artikel 4:81k
1. Een kredietkoper met zetel in Nederland die de rechten van een kredietgever op grond
van een niet-renderende kredietovereenkomst of de niet-renderende kredietovereenkomst
zelf overdraagt aan een andere kredietkoper stelt de Autoriteit Financiële Markten
hiervan halfjaarlijks in kennis van bij algemene maatregel van bestuur te bepalen
gegevens.
2. De Autoriteit Financiële Markten kan bepalen dat de gegevens, bedoeld in het eerste
lid, per kwartaal worden verstrekt.
Artikel 4:81l
1. Bij de overdracht van rechten van een kredietgever met zetel in Nederland krachtens
een niet-renderende kredietovereenkomst of van de niet-renderende kredietovereenkomst
zelf aan een kredietkoper met zetel in een staat die geen lidstaat is, wijst de kredietkoper
schriftelijk een vertegenwoordiger met zetel in Nederland aan en meldt hij naam en
adres van de vertegenwoordiger aan de Autoriteit Financiële Markten.
2. Indien de kredietkoper, bedoeld in het eerste lid, een vertegenwoordiger met zetel
in Nederland heeft aangewezen, rust de verplichting tot naleving van het bepaalde
ingevolge de artikelen 4:81g tot en met 4:81k, eerste lid, tevens op de vertegenwoordiger.
De kredietkoper en diens vertegenwoordiger zijn van die verplichting ontslagen zodra
een van beiden daaraan heeft voldaan.
Artikel 4:81m
1. Een Nederlandse bank verstrekt met
inachtneming van de krachtens artikel 16, zesde lid, van de richtlijn kredietservicers
en kredietkopers door de Europese Commissie vastgestelde technische reguleringsnormen
aan een potentiële kredietkoper gegevens die deze in staat stelt de waarde van de
rechten van de kredietgever krachtens de niet-renderende kredietovereenkomst, of van
de niet-renderende kredietovereenkomst zelf en de kans op inning van die waarde te
beoordelen.
2. Een kredietkoper waarborgt de vertrouwelijkheid van de gegevens, bedoeld in het eerste
lid.
3. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder kredietkoper tevens verstaan een
Nederlandse bank of Europese bank.
X
De bijlage behorend bij artikel 1:79 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de opsomming van artikelen uit het Algemeen deel wordt in de numerieke volgorde
ingevoegd:
1:77p
2. In de opsomming van artikelen uit het Deel Markttoegang financiële ondernemingen
worden in de numerieke volgorde ingevoegd:
2:64a
2:121f, eerste en tweede lid.
3. In de opsomming van artikelen uit het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen
worden in de numerieke volgorde ingevoegd:
4:27b, eerste lid
4:35a
4:81a
4:81b
4:81c
4:81d
4:81e
4:81f, eerste tot en met derde lid
4:81g
4:81h
4:81i, eerste en tweede lid
4:81j, eerste lid
4:81k, eerste en tweede lid
4:81l, eerste lid.
Y
De bijlage behorend bij artikel 1:80 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de opsomming van artikelen uit het Algemeen deel wordt in de numerieke volgorde
ingevoegd:
1:77p
2. In de opsomming van artikelen uit het Deel Markttoegang financiële ondernemingen
worden in de numerieke volgorde ingevoegd:
2:64a
2:121f, eerste en tweede lid.
3. In de opsomming van artikelen uit het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen
worden in de numerieke volgorde ingevoegd:
4:27b, eerste lid
4:35a
4:81a
4:81b
4:81c
4:81d
4:81e
4:81f, eerste tot en met derde lid
4:81g
4:81h
4:81i, eerste en tweede lid
4:81j, eerste lid
4:81k, eerste en tweede lid
4:81l, eerste lid.
ARTIKEL II
Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt gewijzigd als volgt:
A
Na artikel 61 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 61a
In voorkomend geval wordt de consument in kennis gesteld van wijzigingen van de voorwaarden
van de kredietovereenkomst voordat de wijzigingen van kracht worden, waarbij de kredietgever
de consument in kennis stelt van de volgende informatie:
a. een duidelijke beschrijving van de voorgestelde wijzigingen en, in voorkomend geval,
van de noodzaak van toestemming van de consument of van de wijzigingen die bij wet
zijn ingevoerd;
b. het tijdschema voor de tenuitvoerlegging van de in onderdeel a bedoelde wijzigingen;
c. de middelen waarover de consument beschikt om een klacht in te dienen met betrekking
tot de in onderdeel a bedoelde wijzigingen;
d. de termijn waarbinnen een dergelijke klacht kan worden ingediend; en
e. de naam en het adres van de bevoegde autoriteit waarbij de consument die klacht kan
indienen.
B
Na artikel 70 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 70a
1. Een kredietgever treft waar passend respijtmaatregelen alvorens hij een incasso-
of invorderingsprocedure inleidt ten aanzien van een consument.
2. De kredietgever houdt bij treffen van respijtmaatregelen als bedoeld in het eerste
lid onder andere rekening met de omstandigheden van de consument.
3. De respijtmaatregelen kunnen onder meer bestaan uit:
a. de gehele of gedeeltelijke herfinanciering van de kredietovereenkomst;
b. een wijziging van de bestaande voorwaarden van de kredietovereenkomst, die onder meer
het volgende kan inhouden:
1°. verlenging van de looptijd van de kredietovereenkomst;
2°. wijziging van het soort kredietovereenkomst;
3°. uitstel van betaling voor het gehele of een gedeelte van het afbetalingsplan voor
een bepaalde periode;
4°. verlaging van de rentevoet;
5°. aanbieden van een aflossingsvrije periode;
6°. gedeeltelijke aflossingen;
7°. valutaomrekeningen;
8°. gedeeltelijke kwijtschelding en schuldconsolidatie.
C
Na artikel 125 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 125a
In voorkomend geval wordt de consument in kennis gesteld van wijzigingen van de voorwaarden
van de kredietovereenkomst voordat de wijzigingen van kracht worden, waarbij de kredietgever
de consument in kennis stelt van de volgende informatie:
a. een duidelijke beschrijving van de voorgestelde wijzigingen en, in voorkomend geval,
van de noodzaak van toestemming van de consument of van de wijzigingen die bij wet
zijn ingevoerd;
b. het tijdschema voor de tenuitvoerlegging van de in onderdeel a bedoelde wijzigingen;
c. de middelen waarover de consument beschikt om een klacht in te dienen met betrekking
tot de in onderdeel a bedoelde wijzigingen;
d. de termijn waarbinnen een dergelijke klacht kan worden ingediend; en
e. de naam en het adres van de bevoegde autoriteit waarbij de consument die klacht kan
indienen.
D
Na artikel 128a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 128aa
1. Een kredietgever treft waar passend respijtmaatregelen alvorens hij een incasso-
of invorderingsprocedure of een procedure tot executoriale verkoop inleidt ten aanzien
van een consument.
2. De kredietgever houdt bij treffen van respijtmaatregelen als bedoeld in het eerste
lid onder andere rekening met de omstandigheden van de consument.
3. De respijtmaatregelen kunnen onder meer bestaan uit:
a. de gehele of gedeeltelijke herfinanciering van de kredietovereenkomst;
b. een wijziging van de bestaande voorwaarden van de kredietovereenkomst, die onder meer
het volgende kan inhouden:
1°. verlenging van de looptijd van de kredietovereenkomst;
2°. wijziging van het soort kredietovereenkomst;
3°. uitstel van betaling voor het gehele of een gedeelte van het afbetalingsplan voor
een bepaalde periode;
4°. verlaging van de rentevoet;
5°. aanbieden van een aflossingsvrije periode;
6°. gedeeltelijke aflossingen;
7°. valutaomrekeningen;
8°. gedeeltelijke kwijtschelding en schuldconsolidatie.
E
Na artikel 128b wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 128ba
1. Indien de rechten die de kredietgever op grond van de kredietovereenkomst heeft,
dan wel de overeenkomst zelf, aan een derde worden overgedragen, kan de consument
jegens de verkrijger alle verweermiddelen inroepen die hem jegens de oorspronkelijke
kredietgever ten dienste stonden, met inbegrip van de bevoegdheid tot verrekening.
2. De consument wordt geïnformeerd over de in lid 1 bedoelde overdracht, behalve indien
de oorspronkelijke kredietgever, in overleg met de verkrijger tegenover de consument
het krediet verder beheert.
ARTIKEL III
In artikel 1, onder 2°, van de Wet op de economische delicten wordt in de zinsnede met betrekking tot de Wet op het financieel toezicht na «2:60,
eerste lid,» ingevoegd «2:64a,».
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het
Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
ARTIKEL V
Deze wet wordt aangehaald als: Implementatiewet richtlijn kredietservicers en kredietkopers.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Financiën,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.