Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
36 600 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2025
Nr. 9
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 13 november 2024
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst
van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 17 oktober 2024 voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken.
Bij brief van 13 november 2024 zijn ze door de Minister van Buitenlandse Zaken beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Klaver
De griffier van de commissie, Westerhoff
Vragen en antwoorden
1
Tot wanneer loopt de termijn van de Nederlandse Speciaal Humanitair Gezant voor Gaza?
Antwoord
Het mandaat van de Special Humanitair Gezant voor Gaza liep af op 8 september jl.
2
Wat staat er in de meest actuele gedragscode voor ambtenaren van het Ministerie van
Buitenlandse Zaken over demonstreren tijdens werktijd en protesteren tegen het kabinetsbeleid?
Antwoord
Ambtenaren hebben, zoals iedereen, het recht van vrijheid van meningsuiting en het
recht op vergadering en betoging. Tegelijkertijd dienen ambtenaren zich te houden
aan de Ambtenarenwet en de Gedragscode Integriteit Rijk (GIR). Artikel 10 van de Ambtenarenwet
stelt dat ambtenaren zich dienen te onthouden van het openbaren van gedachten of gevoelens
of van de uitoefening van het recht tot vereniging, tot vergadering en tot betoging,
indien door de uitoefening van deze rechten de goede vervulling van hun functie of
de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat met
hun functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd.
De Gedragscode integriteit Rijk voor Buitenlandse Zaken (dit betreft de GIR aangevuld
met BZ-specifieke informatie) volgt bovenstaande.
3
Heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken een lobbyregister waar belangenbehartigers/lobbyisten
zijn aangemeld en is dit openbaar? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft geen lobbyregister. Ik geef inzicht in
mijn externe contacten via de openbare agenda, die te raadplegen is op Rijksoverheid.nl.
Bij het opstellen van de agenda volgt BZ de Uitvoeringsrichtlijn Openbare agenda bewindslieden.
De openbare agenda wordt elke week aangevuld met alle afspraken die ik in mijn hoedanigheid
als Minister heb en die vooraf bekendgemaakt kunnen worden. Als een afspraak om veiligheidsoverwegingen
of andere redenen niet vooraf op de openbare agenda kan worden gezet, wordt deze met
terugwerkende kracht alsnog toegevoegd.
Zo zijn er alleen al over de maanden september en oktober meer dan 40 afspraken te
vinden op mijn openbare agenda.
Het gaat vooral om gesprekken met Ministers van Buitenlandse Zaken van andere landen,
maar ook om evenementen, Kamervergaderingen, ministerraden, internationale vergaderingen,
toespraken etc.
4
Kan het boekje dat onlangs aan u is aangeboden en dat is samengesteld met speeches
die de afgelopen maanden zijn gegeven tijdens demonstraties op de stoep van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken tegen het Israëlbeleid van het kabinet, met de Kamer worden
gedeeld?
Antwoord
Vanwege twee Commissiedebatten op 10 oktober jl. was ik verhinderd om de heer Pronk
te ontvangen. Ik heb hem uitgenodigd om dit op een later moment alsnog te doen. Het
boekje met speeches heb ik dan ook (nog) niet ontvangen.
5
Aan hoe veel Russische dienstweigeraars heeft Nederland sinds februari 2022 asiel
verleend?
Antwoord
Het is niet bekend hoeveel Russische dienstweigeraars sinds februari 2022 in NL asielbescherming
hebben gekregen. Het asielmotief wordt niet gestructureerd geregistreerd en is om
die reden niet uit het IND systeem te halen.
6
Hoeveel geld gaat er vanuit verschillende begrotingen in totaal naar Oekraïne in 2025?
Hoe verschilt dit bedrag ten opzichte van andere jaren?
Antwoord
Zoals te zien in bijlage 22 «Uitgavenoverzicht Oekraïne» van de Miljoenennota 2025
gaat er in 2.025 EUR 7,3 miljard vanuit verschillende begrotingen naar Oekraïne (inclusief
steun en opvang Oekraïners in Nederland via verschillende departementen). In 2024
is dit bedrag EUR 7,9 miljard, in 2023 was dit EUR 5,4 miljard en in 2.022 EUR 2 miljard.
7
Wat is VFS Global voor een organisatie? Welke rechtspositie heeft zij en welk percentage
van het budget van consulaire dienstverlening wordt jaarlijks door deze organisatie
gebruikt?
Antwoord
VFS Global is een commerciële organisatie die zich specialiseert in het uitvoeren
van ondersteunende consulaire werkzaamheden voor nationale overheden. In deze rol
ondersteunt VFS Global de Nederlandse Staat in een gedeelte van de wereld bij de uitvoering
van consulaire front-office activiteiten, zoals het innemen van paspoort- en visumaanvragen.
VFS Global heeft als «private limited company» aandeelhouders. Bij indiening van een aanvraag voor een consulaire dienst betaalt
de klant de leges voor de afgenomen dienst en de servicekosten aan VFS Global. Het
budget van consulaire dienstverlening wordt hier dus niet voor gebruikt.
8
Hoeveel Nederlanders zitten er nog vast in Gaza en wat doet u om hen daar weg te krijgen?
Antwoord
Sinds 7 oktober 2023 doet Nederland er alles aan om personen uit de consulaire doelgroep
over te brengen uit Gaza. Tot nu toe zijn meer dan 90 personen naar NL overgebracht.
Het aantal mensen dat Nederland uit Gaza probeert te helpen is niet statisch. Zoals
uw Kamer is gemeld door het vorige kabinet, wordt ook ondersteuning geboden aan personen
in het bezit van een positief IND besluit voor gezinshereniging. De IND neemt aanvragen
van (staatloze) Palestijnse asielzoekers in behandeling, wat kan resulteren in een
nareisaanvraag van gezinsleden die zich in Gaza bevinden. Sinds het sluiten van de
Rafah-grens begin mei 2024 heeft geen enkele consulaire overbrenging meer plaatsgevonden,
voor geen enkel land. Buitenlandse Zaken blijft zich ervoor inspannen om mensen via
andere grensovergangen Gaza uit te krijgen. Dit door de namen van de mensen die in
aanmerking komen bekend te stellen bij de Israëlische autoriteiten, die bepalen wie
de grensovergangen met Israël mag oversteken, in de vorm van grenslijsten.
Het kabinet roept via alle diplomatieke kanalen op personen uit de consulaire doelgroep
in Gaza op deze grenslijst op te nemen en ook andere grensovergangen voor consulaire
overbrenging open te stellen. Dat doe ik nadrukkelijk ook zelf in mijn gesprekken
met Israëlische collega’s, en ook via schriftelijke verzoeken aan mijn ambtgenoten.
Ook met Egypte en Jordanië is contact over mogelijke overbrengingen, zodat mensen
zo snel mogelijk onder verantwoordelijkheid van Nederland kunnen doorreizen naar ons
land.
Op dit moment staat Buitenlandse Zaken in contact met enkele tientallen personen,
die we bij vertrek uit Gaza willen ondersteunen. Onder hen bevinden zich 7 personen
met de Nederlandse nationaliteit. De Israëlische regering heeft meermaals toegezegd
zich in te spannen voor onze Nederlandse consulaire doelgroep. Echter sinds mei jl.
(nog) zonder resultaat. U mag er zonder meer vanuit gaan dat ik, en mijn ministerie,
hierop actief blijven inzetten.
9
Is u bekend hoeveel Nederlanders het afgelopen jaar de toegang tot Israël, en effectief
tot de Palestijnse Gebieden, is geweigerd, dan wel hoeveel Nederlanders Israël zijn
uitgezet?
Antwoord
Bij het kabinet zijn meerdere gevallen bekend van Nederlanders aan wie de toegang
is geweigerd, wier visum of verblijfstatus door de Israëlische overheid is ingekort
of ingetrokken. Exacte aantallen zijn niet bekend, hiervan worden geen statistieken
bijgehouden.
10
Hoeveel land heeft Israël in 2024 in de Palestijnse Gebieden geannexeerd?
Antwoord
Het kabinet kan hier geen eenduidig antwoord op geven. Volgens statistieken van de
International Crisis Group heeft Israël 6.000 acre tot «staatsland» verklaard. Dat
is ongeveer 25 vierkante kilometer land. Volgens statistieken van de Palestijnse Autoriteit
heeft Israël in 2024 ruim 45 dunam Palestijns land geconfisqueerd. Dit is ongeveer
45 vierkante kilometer land.
11
Hoeveel uitbreidingen van illegale nederzettingen zijn er door de Israëlische regering
in 2024 goedgekeurd?
Antwoord
Volgens statistieken van de Palestijnse Autoriteit zijn in 2024 elf nieuwe Israëlische
nederzettingen gesticht op de bezette Westelijke Jordaanoever door de legalisatie
van daarvoor illegale outposts. Daarnaast heeft de Israëlische overheid formeel toestemming gegeven voor de uitbreiding
van negen nederzettingen door de aanbesteding van ruim 20.000 nieuwe woningen op de
bezette Westelijke Jordaanoever.
12
Is de landregistratie van de familie Nassar van de organisatie Tent of Nations inmiddels
voltooid?
Antwoord
Nee. Op 17 september jl. vond een rechtbankzitting plaats in de zaak Tent of Nations.
Tijdens de behandeling is de zaak wederom uitgesteld om aan verdere informatieverzameling
te doen. De volgende zitting staat gepland op 18 december 2024. De Nederlandse vertegenwoordiging
in Ramallah staat in nauw contact met de familie Nassar.
13
Heeft de Europese Unie (EU) inmiddels daadwerkelijk tegoeden bevroren van individuen
en entiteiten tegen wie sancties zijn ingesteld vanwege het geweld dat zij inzetten
tegen Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever?
Antwoord
Het kabinet heeft geen actueel inzicht in de bevroren tegoeden van andere Lidstaten
aangezien er geen verplichting bestaat om dit te rapporteren. In Nederland zijn geen
tegoeden bevroren onder het mensenrechtensanctieregime.
14
Is het besluit van Israël om Noorse diplomaten accreditatie te ontnemen teruggedraaid?
Antwoord
Nee. De beslissing van Israël om de accreditatie van diplomaten uit Noorwegen in de
Palestijnse Gebieden in te trekken is wat het kabinet betreft onverstandig. Ook bij
verschillen van visie moet het diplomatieke kanaal in beginsel openblijven. In recent
contact heb ik Israël er op aangesproken dat het sluiten van diplomatieke kanalen
niet behulpzaam is en daarbij specifiek op de Noorse kwestie gewezen.
15
Klopt het dat momenteel voor Palestijnse en Libanese hulpverleners geen visa worden
afgegeven voor bezoeken aan Nederland, ook niet als zij door Nederlandse organisaties
worden uitgenodigd om in Nederland over hun ervaringen te komen spreken?
Antwoord
Buitenlandse Zaken herkent deze signalen niet. Ook Palestijnse en Libanese hulpverleners
kunnen gebruik maken van de reguliere procedure voor het aanvragen van een Schengen
visum kort verblijf waarbij wordt getoetst aan de voorwaarden zoals die zijn vastgelegd
in de Europese visumregelgeving (Visumcode), inclusief de voorwaarde van tijdige terugkeer.
Iedere aanvraag wordt op individuele merites beoordeeld.
16
Wat is de juridische status van de Sheeba Farms?
Antwoord
Dit is grondgebied dat door Israël wordt bezet, waarvan historisch niet duidelijk
is of het aan Libanon of Syrië toebehoort.
17
Acht u de bezetting van de Palestijnse Gebieden door Israël illegaal?
Antwoord
Deze vraag maakt ook onderdeel uit van de schriftelijke vragen van het lid Van Baarle
aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het advies «Legal consequences arising from the policies and practices of Israël in the Occupied
Palestinian Territory, including East Jerusalem» van het Internationaal Gerechtshof (d.d. 4 september 2024). In de beantwoording
van deze vragen, die binnenkort volgt, zal hierop worden ingegaan in samenhang met
de beantwoording van de andere vragen die hiermee verband houden.
18
Schendt Israël met de gedwongen verplaatsing van Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever
artikel 49 van de Vierde Geneefse Conventie?
Antwoord
Ja, dit heeft het Internationaal Gerechtshof vastgesteld in het advies over de afscheidingsmuur
uit 2004 en bevestigd in het advies van 19 juli 2024.
19
Schendt Israël in de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem artikel 3 van het Internationaal
Verdrag inzake de uitbanning van elke vorm van rassendiscriminatie?
Antwoord
Ja, dit heeft het Internationaal Gerechtshof vastgesteld in het advies van 19 juli
2024.
20
Vindt u dat Verenigde naties (VN)-lidstaten zouden moeten afzien van handelsbetrekkingen
die bijdragen aan de instandhouding van de bezetting van de Palestijnse Gebieden?
Antwoord
Nederland beschouwt Israëlische nederzettingen in bezet gebied als strijdig met internationaal
recht en een obstakel voor het bereiken van een tweestatenoplossing. Bedrijfsactiviteiten
die bijdragen aan het ontwikkelen of bestendigen van nederzettingen beschouwt het
kabinet dan ook als onwenselijk. Nederland kent sinds 2006 een ontmoedigingsbeleid
ten aanzien van economische activiteiten van Nederlandse bedrijven in nederzettingen.
Conform dit beleid ondersteunt de Nederlandse overheid geen activiteiten van bedrijven
die direct bijdragen aan de aanleg en instandhouding van nederzettingen, of deze direct
faciliteren. Het gaat om activiteiten in nederzettingen, activiteiten van bedrijven
gevestigd in nederzettingen en activiteiten buiten nederzettingen die ten gunste komen
aan nederzettingen en kolonisten.
21
Heeft Nederland onderzoek gedaan naar de berichten over Israëlische bedreigingen en
intimidatie aan het Internationaal Strafhof, zijn medewerkers en getuigen?
Antwoord
Er kunnen uit veiligheidsoverwegingen geen uitspraken worden gedaan over individuele
casussen. Wel kan in zijn algemeenheid gezegd worden dat ten aanzien van eventuele
inmengingsactiviteiten van buitenlandse actoren, de betrokken ministeries in nauw
contact staan met de opsporingsdiensten, inlichtingen- en veiligheidsdiensten om deze
te onderkennen, te duiden en waar nodig en mogelijk maatregelen te treffen.
22
Hoeveel Palestijnse kinderen zijn er de afgelopen tien jaar (vanaf 2014) door het
Israëlische leger en/of Israëlische kolonisten gedood? Welke maatregelen heeft Nederland
hiertegen genomen?
Antwoord
Tussen januari 2004 en september 2023 zijn volgens de NGO Defence for Children 1.770 Palestijnse
kinderen gedood door het Israëlische leger en Israëlische kolonisten. Sinds de start
van de oorlog in Gaza zijn daar volgens de VN ruim 11.000 Palestijnse kinderen omgekomen.
Op de Westelijke Jordaanoever zijn in dezelfde periode meer dan 160 Palestijnse kinderen
omgekomen door Israëlisch geweld.
Het kabinet roept Israël consequent op te handelen met aantoonbare inachtneming van
de eisen van noodzakelijkheid en proportionaliteit. Israël moet zich aan het humanitair
oorlogsrecht houden om burgerslachtoffers zoveel mogelijk te voorkomen.
23
Hoeveel Palestijnen bevinden zich op dit moment in Israëlische administratieve detentie?
Hoeveel hiervan zijn kinderen en wat doet Nederland daartegen?
Antwoord
Volgens recente cijfers van de Israeli Prison Service bevinden zich momenteel 3.398 Palestijnen in Israëlische administratieve detentie,
onder wie 270 kinderen. Het kabinet deelt de zorgen over de schaal en duur van administratieve
detenties zeker wanneer het ook nog eens gaat om kinderen. Het kabinet hecht aan de
strikte naleving van de internationaalrechtelijke bepalingen omtrent detentie.
24
Hoeveel Nederlanders bevinden zich op dit moment in Gaza?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 8.
25
Hoeveel Palestijnen zijn er bij de vreedzame mars (ook wel: «de grote mars») in 2018/2019
verwond of vermoord door Israël?
Antwoord
Volgens VN-organisatie OCHA zijn tijdens de grote mars 195 Palestijnen, onder wie
41 kinderen, om het leven gekomen door toedoen van Israëlische strijdkrachten. Daarnaast
raakten 28.939 Palestijnen gewond.
26
Hoeveel Israëliërs zijn voor hun rol in het verwonden en vermoorden van vreedzaam
protesterende Palestijnen tijdens de «grote mars» gestraft en wat was hun straf? Wat
was de Nederlandse reactie hierop?
Antwoord
Voor zover bekend bij het kabinet zijn hiervoor geen Israëliërs veroordeeld.
Nederland heeft meermaals publiekelijk zorg uitgesproken, onder meer in de Veiligheidsraad
van de Verenigde Naties, over het hoge aantal slachtoffers en de proportionaliteit
van de Israëlische reactie op de demonstraties.
27
Hoeveel door Nederland gefinancierde projecten zijn op de Westelijke Jordaanoever
vernietigd door kolonisten? Wat is hier tegen ondernomen?
Antwoord
Over de jaren heen hebben tientallen Nederlandse projecten schade en vernielingen
ervaren door toedoen van gewelddadige kolonisten. Conform motie Knops (Kamerstuk 23 432, nr. 435 d.d. 9 juni 2016) brengt het kabinet deze vernielingen op bij de Israëlische autoriteiten
en vraagt het om herstelbetalingen.
28
Hoeveel universiteiten bestaan er nog in Gaza?
Antwoord
Alle universiteiten in Gaza zijn op dit moment formeel gesloten. De meeste universitaire
gebouwen zijn beschadigd of vernield door het oorlogsgeweld.
29
Kunt u een meerjarig budgetair overzicht geven (van zowel het verleden als voor de
toekomst) voor steun aan mensenrechtenorganisaties in de Palestijnse gebieden?
Antwoord
Vanuit het decentrale mensenrechtenfonds is van 2019 tot en met 2022 een project van
de United Nations Development Programme (UNDP) met ongeveer EUR 2 miljoen op jaarbasis gefinancierd. Vanuit dit project worden
zowel Israëlische als Palestijnse mensenrechtenorganisaties gesteund. In 2023 is opnieuw
een contract getekend met UNDP voor de periode 2023 tot en met 2025. Dit project bedraagt
in totaal EUR 6.650.000. Voor 2025 is er EUR 1.850.000 gereserveerd.
Via het centrale mensenrechtenfonds zet Nederland zich wereldwijd in voor de veiligheid
van mensenrechtenverdedigers online en offline, waaronder met het Safety for Voices programma voor de periode 2023–2027. Het jaarlijkse budget voor dit programma is
EUR 8 miljoen. Vanwege de gevoeligheid en het persoonsvertrouwelijke karakter van
het programma kan dit niet openbaar worden uitgesplitst naar landen.
Met financiering voor veiligheid en rechtsorde wordt ook steun gegeven aan mensenrechtenorganisaties,
via twee meerjarige partnerschappen: die ook met UNDP worden uitgevoegd met een budget
van EUR 37,5 miljoen voor de periode 2024–2028. Deze projecten richten zich op steun
aan NGO’s om toegang tot recht te bevorderen. Via hetzelfde fonds wordt de Palestijnse
mensenrechtencommissie (Independent Commission for Human Rights) gesteund. Deze Commissie fungeert als Ombudsman en is de enige onafhankelijke –
niet NGO – organisatie die de mensenrechtenschendingen in de Palestijnse Gebieden
monitort en rapporteert. Voor de periode 2023–2027 is EUR 1,9 miljoen gecommitteerd.
Ook vanuit het beleidskader Versterking Maatschappelijk Middenveld (2021–2025) wordt
met maatschappelijke organisaties samengewerkt die op het terrein van mensenrechten
actief zijn in de Palestijnse Gebieden. Ook hier geldt dat uitsplitsing naar landen
niet publiek gedeeld kan worden vanwege gevoeligheid en het persoonsvertrouwelijke
karakter van de programma’s.
Voor 2026 en verder zal mede op basis van de bezuinigingsopdracht de inzet van het
mensenrechtenfonds (centraal en decentraal) geëvalueerd worden inclusief het budget
voor mensenrechtenorganisaties in de Palestijnse Gebieden voor de komende jaren.
Jaar
Mensenrechtenfonds (UNDP)
Safety for Voices
UNDP
Independent Commission for Human Rights
2019
2.000.000
2020
2.000.000
2021
2.000.000
2022
2.000.000
2023
2.000.000
8.000.000
2024
2.000.000
8.000.000
2025
1.850.000
8.000.000
2026
2027
1.900.000
2028
37.500.000
30
Kunt u een meerjarig budgetair overzicht geven (van zowel het verleden als voor de
toekomst) voor humanitaire hulp aan de Palestijnse gebieden?
Antwoord
Nederland geeft ieder jaar een flexibel inzetbare bijdrage aan de humanitaire VN-organisaties,
de Rode Kruis- en Halve Maanbeweging, en de Dutch Relief Alliance. Met deze middelen
kunnen zij direct reageren op humanitaire noden die zich voordoen in crises wereldwijd,
inclusief in de Palestijnse Gebieden. Zo gaf Nederland in afgelopen jaren EUR 19 miljoen
per jaar aan UNRWA, waarmee UNRWA hulp en basisdiensten heeft kunnen leveren in de
Palestijnse Gebieden. Deze bijdragen zijn niet exclusief voor de Palestijnse Gebieden
bestemd, en kunnen dus niet opgenomen worden in een overzicht voor humanitaire hulp
aan de Palestijnse gebieden. UNRWA biedt namelijk niet alleen hulp aan Palestijnen
in Gaza en de Westelijke Jordaanoever maar ook in Jordanië, Libanon en Syrië. Voor
de flexibel inzetbare bijdragen aan andere VN-organisaties, de Rode Kruis- en Halve
Maanbeweging en de Dutch Relief Alliance geldt ook dat deze kunnen worden gebruikt
voor de financiering van humanitaire hulp over de hele wereld.
Uit de partnerschappen met het Nederlandse Rode Kruis en de Dutch Relief Alliance
zijn afgelopen jaren meermaals hulpprogramma’s gefinancierd in de Palestijnse Gebieden.
Voor de Dutch Relief Alliance betrof dit programma’s in Gaza van EUR 2 miljoen in
2021 en een bijdrage van EUR 2 miljoen in 2023, beide gefinancierd uit de flexibel
inzetbare middelen die door het Ministerie van Buitenlandse Zaken werden verstrekt.
Het project in 2023 werd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken geïntensiveerd
met een additionele bijdrage van EUR 5 miljoen. Voor een totaaloverzicht van additionele
humanitaire bijdragen in navolging van 7 oktober 2023 verwijs ik graag naar de Kamerbrief
over humanitaire bijdrage Gaza van 19 juni jl.
De laatste aanvullende bijdrage geoormerkt voor de Palestijnse Gebieden vóór de additionele
inzet van 2023 en 2024 was een bijdrage aan UNRWA van EUR 4 miljoen naar aanleiding
van de geweldsescalatie in Gaza in 2021.
Over toekomstige inzet wordt u te zijner tijd geïnformeerd. Er staan op dit moment
geen aanvullende bijdragen gepland bovenop de reeds aangekondigde flexibel inzetbare
bijdragen aan partnerorganisaties zoals VN, Rode Kruis- en Halve Maanbeweging en de
Dutch Relief Alliance voor 2025.
31
Kunt u uitleggen wat u tot nu toe concreet heeft bereikt om ervoor te zorgen dat internationale
misdrijven die door Israëliërs zijn begaan, niet onbestraft zijn gebleven?
Antwoord
Nederland hecht aan het belang van onafhankelijk onderzoek naar internationale misdrijven
en mensenrechtenschendingen. In dat licht heeft Nederland zowel een extra vrijwillige
bijdrage van EUR 3 miljoen overgemaakt aan het Internationaal Strafhof (ISH) om de
algemene onderzoekscapaciteit van het Hof te versterken, als een extra vrijwillige
bijdrage van 1 miljoen dollar aan het kantoor van de Hoge Commissaris voor Mensenrechten
(OHCHR) in de Palestijnse Gebieden voor hun monitoringstaken. Deze bijdragen versterken
nog steeds de capaciteit van het ISH en de OHCHR.
32
Kunt u schetsen wat voor zicht u heeft op de vervlechting van Israëlische kolonisten
met het Israëlische leger?
Antwoord
Verschillende Israëlische, Palestijnse en internationale organisaties – waaronder
de VN – publiceren rapporten en statements over de vervlechting van Israëlische kolonisten
met het Israëlische leger. Er zijn steeds meer kolonisten in het leger actief, en
soms dragen zij ook militaire uniformen wanneer zij niet formeel in het leger zitten.
Het is aan de Israëlische strijdkrachten om Palestijnse burgers te beschermen tegen
kolonistengeweld, maar het komt geregeld voor dat dit niet gebeurt en dat de IDF actief
deelneemt of ondersteuning biedt aan dit geweld. Nederland spreekt zich hierover consequent
uit.
33
Welk percentage van de begroting gaat naar Effectieve Europese samenwerking? Is dit
ten opzichte van vorig jaar nog gestegen?
Antwoord
Op de BZ-begroting 2024 bedraagt het uitgavenbudget op beleidsartikel 3 Effectieve
Europese samenwerking EUR 11.193,6 miljard. Dit betreft 87,52% van het totale BZ-uitgavenbudget
in 2024 (EUR 12.790,1 miljard). Het uitgavenbudget op beleidsartikel 3 van de BZ-begroting
2025 bedraagt EUR 10.722,3 miljard en maakt daarmee 87,44% uit van het totale BZ-uitgavenbudget
(EUR 12.262,1 miljard) in 2025. Daarmee blijft het percentage nagenoeg gelijk ten
opzichte van vorig jaar.
34
Waarom wordt humanitaire hulp in zowel de begroting van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken als de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
behandeld? Waarin verschillen de artikelen van de twee begrotingen van elkaar?
Antwoord
De reguliere uitgaven voor humanitaire hulp staan op begrotingsartikel 4.1 van de
BHO-begroting (totaal EUR 474 miljoen in 2025, waarvan EUR 473 miljoen ODA). Het bedrag
van EUR 10 miljoen (2025) voor humanitaire hulp op begrotingsartikel 2.6 van de BZ-begroting
betreft non-ODA middelen voor Oekraïne. De reden voor het opnemen van de humanitaire
hulp in de BZ-begroting is dat het wenselijk was om de middelen voor Oekraïne inzichtelijk
te maken. Een onvermijdelijke consequentie hiervan is dat het humanitair deel van
de middelen ten behoeve van Oekraïne ook in kaart is gebracht.
35
Op welke momenten in de geschiedenis van Israël en de Palestijnen is een tweestatenoplossing
reeds geprobeerd?
Antwoord
Tot nu toe is de tweestatenoplossing niet gerealiseerd, ondanks verschillende onderhandelingsprocessen
in het verleden. Het kabinet streeft naar een duurzame oplossing die door beide partijen
wordt gedragen, waarbij het uitgangspunt de tweestatenoplossing blijft. Dat betekent
dat naast een internationaal erkend en veilig Israël, er ook een onafhankelijke, democratische
en levensvatbare Palestijnse staat komt.
36
Welke mensenrechtentoets past u toe in de bepaling of er hechte relaties met een staat
aan moeten worden gegaan voor het beheersen van migratiestromen?
Antwoord
Het kabinet benadrukt dat partnerschappen met derde landen altijd in lijn moeten zijn
met nationaal, Europees en internationaal recht. Hieronder vallen ook mensenrechtenverplichtingen.
Het kabinet heeft hier ook aandacht voor in het sluiten en de uitvoering van partnerschappen.
Het respecteren van mensenrechten is altijd onderdeel van de brede dialoog met landen
waarmee migratiesamenwerking wordt aangegaan.
37
Bent u in staat uitvoering te geven aan de mensenrechtenprioriteiten in de relatie
met China, die volgens u complex is en veel internationale samenwerking vereist?
Antwoord
De mensenrechtenprioriteiten worden regelmatig besproken met de Chinese autoriteiten
in bilateraal contact. Ook in multilateraal verband vraagt Nederland samen met gelijkgezinde
landen aandacht voor de mensenrechten in China, bijvoorbeeld in de VN-mensenrechtenraad
en de AVVN zoals genoemd in het antwoord bij vraag 38. Nederland werkt hierbij samen
met andere partners zoals het maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven. Tot
slot geeft de Nederlandse ambassade in Beijing uitvoering aan het mensenrechtenbeleid
door middel van communicatie en evenementen gericht op een Chinees publiek, met name
op momenten als Internationale Vrouwendag, IDAHOT, Orange the World en Mensenrechtendag.
38
Op welke wijze dringt u bij de Chinese regering aan op het beëindigen van misdrijven
tegen de menselijkheid in Xinjiang, China, zoals vastgesteld door de Hoge Commissaris
van de Mensenrechten van de VN en mensenrechtenorganisaties?
Antwoord
Dit doet Nederland in bilaterale gesprekken, meest recent tijdens de bezoeken van
toenmalig Minister president Mark Rutte aan China in maart 2024 en van toenmalig Minister
van buitenlandse zaken Wopke Hoekstra in mei 2023.1 Ook doet Nederland dit in multilateraal verband, meest recent door een gezamenlijke
verklaring van Australië te steunen in de 3e Commissie van de AVVN in oktober 20242, in onze nationale verklaring in de VN-mensenrechtenraad in september 20243 en tijdens de Universal Periodic Review van China bij de VN-mensenrechtenraad in januari 2024.4 Daarnaast zorgt Nederland ook dat de mensenrechtensituatie in Xinjiang wordt meegenomen
in EU-overleggen met China, meest recent bij de EU-China mensenrechtendialoog in juni
2024.5
39
Welke middelen maakt u vrij om Saoedische mensenrechtenverdedigers te ondersteunen,
zowel online als offline? Kunt u uiteenzetten hoe deze middelen zich verhouden tot
de vrijgemaakte middelen in 2023 en 2024?
Antwoord
Nederland zet zich wereldwijd in voor de veiligheid van mensenrechtenverdedigers online
en offline, waaronder met het Safety for Voices programma voor de periode 2023–2027. Het jaarlijkse budget voor dit programma is
EUR 10 miljoen. Vanwege de gevoeligheid en het persoonsvertrouwelijke karakter van
het programma kan dit niet openbaar worden uitgesplitst naar landen. De situatie van
mensenrechtenverdedigers is ook onderdeel van de bilaterale mensenrechtendialoog die
de Mensenrechtenambassadeur voert met Saudi-Arabië. Voorts gebruikt de ambassade in
Saoedi-Arabië het decentrale Mensenrechtenfonds om lokaal mensenrechtenprojecten te
steunen. In 2023 en 2024 was het budget EUR 15.000 per jaar.
40
Kunt u uiteenzetten welke stappen u heeft genomen sinds 7 oktober 2023 om bij te dragen
aan de strijd tegen straffeloosheid van schendingen van het internationaal recht in
Israël, de Bezette Palestijnse Gebieden en Libanon?
Antwoord
Nederland hecht aan het belang van onafhankelijk onderzoek naar internationale misdrijven
en mensenrechtenschendingen. In dat licht heeft Nederland zowel een extra vrijwillige
bijdrage van EUR 3 miljoen overgemaakt aan het Internationaal Strafhof (ISH) om de
algemene onderzoekscapaciteit van het Hof te versterken, als een extra vrijwillige
bijdrage van 1 miljoen dollar aan het kantoor van de Hoge Commissaris voor Mensenrechten
(OHCHR) in de Palestijnse Gebieden voor hun monitoringstaken. Deze middelen versterken
nog steeds de capaciteit van het ISH en de OHCHR.
41
Hoe vaak hebben de Nederlandse ambassadeur en u in hun bilaterale contacten met Chinese
en Hongkong autoriteiten aangedrongen op vrijlating van individuele mensenrechtenverdedigers
in China? Welke cases zijn besproken? Wat waren de resultaten?
Antwoord
De toenmalig Minister van buitenlandse zaken Wopke Hoekstra heeft tijdens zijn bezoek
aan China in mei 2023 de situatie van Yu Wensheng en Xu Yan aangekaart. Ook op hoogambtelijk
niveau worden individuele zaken opgebracht in bilaterale contacten met China. Nederland
roept China daarnaast in multilateraal verband op mensenrechtenverdedigers vrij te
laten, meest recent in Benelux-verband bij de VN-mensenrechtenraad in september 2024
(Li Qiaochu), februari 2024 (Jiang Tianyong) en in september 2022 (Chen Jiangfang).
Via diverse sociale mediakanalen heeft Nederland het afgelopen jaar opgeroepen tot
vrijlating van Ilham Tohti (23 sep), Zhang Zhan (6 sep), Yu Wensheng & Xu Yan (23 aug),
Li Qiaochu (2 feb). Ook in EU-verband kaart Nederland bij de VN-mensenrechtenraad
individuele zaken steevast aan.6
Nederland brengt de mensenrechtensituatie op tijdens ontmoetingen met de Hongkongse
autoriteiten. Dit betrof recent de zaken van de Hongkong ’47, Stand News en Apple
Daily/Jimmy Lai.
Het is erg moeilijk om aan te geven welke resultaten het aankaarten van deze gevallen
heeft, aangezien de Chinese autoriteiten niet naar buiten brengen waarom ze bepaalde
besluiten nemen in individuele zaken. Wel gaven sommige voormalig politiek gevangenen
en gedetineerde mensenrechtenverdedigers aan dat inzet van Nederland en andere gelijkgezinde
landen in hun gevallen leidde tot merkbare verbeteringen in hun leefomstandigheden
in gevangenschap.
42
Hoe vaak hebben de Nederlandse ambassade en consulaten in Rusland rechtszaken van
individuele mensenrechtenverdedigers bijgewoond?
Antwoord
Nederlandse diplomaten in Rusland nemen regelmatig deel aan rechtszaakwaarneming.
Aanwezigheid bij zittingen wordt gecoördineerd met andere (EU-)landen. Ondanks de
zeer beperkte bezetting van de Nederlandse ambassade in Moskou is het gelukt minstens
tien rechtszaken bij te wonen.
43
Hoe vaak hebben de Nederlandse ambassade en consulaten in Israël en de bezette Palestijnse
gebieden rechtszaken van individuele mensenrechtenverdedigers bijgewoond?
Antwoord
Nederland uit via meerdere kanalen zorgen uit over de gehele situatie voor mensenrechtenverdedigers
in Israël en de bezette Palestijnse Gebieden. Er is in mindere mate focus op individuele
zaken. Echter, diplomaten van de Nederlandse ambassade in Israël en de vertegenwoordiging
in de Palestijnse Gebieden wonen in voorkomende gevallen rechtszaken bij van mensenrechtenverdedigers.
44
Vindt er contact plaats met politieke gevangenen in andere landen via Nederlandse
ambassades? Zo ja, hoe vaak komt dit voor? Kunt u een uitsplitsing maken voor Rusland,
Israël en de Palestijnse gebieden, Saoedi-Arabië en China?
Antwoord
Rusland
Het kabinet maakt zich ernstige zorgen om het toenemende aantal politieke gevangenen
in Rusland. Als de rechtszaak nog loopt, neemt de ambassade in Moskou, samen met andere
gelijkgezinde landen, deel aan rechtszaakwaarneming als dat mogelijk en gewenst is.
Het is tot nu toe niet mogelijk gebleken toegang te krijgen tot politieke gevangenen
in de gevangenis. Nederland blijft, samen met EU-partners, oproepen om politieke gevangenen
vrij te laten. Ook houdt Nederland als dat mogelijk en gewenst is contact met familieleden
en of advocaten van politieke gevangenen.
Israël/Palestijnse Gebieden
Nederland hecht aan de strikte naleving van internationaalrechtelijke bepalingen over
detentie en spreekt zorgen uit over de schaal en duur van bijvoorbeeld administratie
detentie. Er is in mindere mate focus op individuele zaken. De ambassade in Tel Aviv
en de Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah hebben recentelijk geen contacten
gehad met gevangenen. Nederlandse diplomaten wonen in voorkomende gevallen wel rechtszaken
bij van mensenrechtenverdedigers.
Saoedi-Arabië
Het kabinet is bezorgd over de veroordelingen van mensenrechtenverdedigers en critici
in Saoedi-Arabië. Dit vormt dan ook onderwerp van gesprek binnen de structurele bilaterale
mensenrechtendialoog die Nederland onderhoudt met Saoedi-Arabië. De mensenrechtenambassadeur
bracht in oktober jl. een bezoek aan Saoedi-Arabië in het kader van deze dialoog,
en heeft tijdens zijn bezoek tevens aandacht gevraagd voor dit onderwerp. Het is niet
mogelijk gebleken om politieke gevangenen te bezoeken in Saoedi-Arabië, tenzij het
voorkomt in geval van consulaire casuïstiek. Wel probeert Nederland voor zover wenselijk
en mogelijk toegang te verkrijgen tot rechtszittingen, in nauwe samenwerking met andere
gelijkgezinde landen.
China
Wegens juridische beperkingen in China is het niet mogelijk om rechtstreeks contact
te onderhouden met gevangenen, voor zover het geen Nederlandse burgers betreft. Wel
volgt de ambassade in Beijing de omstandigheden van individuele politieke gevangenen
nauwgezet en zijn er gevallen waarbij de ambassade in contact staat met mensen om
hen heen. Bovendien onderhoudt de ambassade contact met voormalig politieke gevangenen.
Nederland blijft de Chinese autoriteiten aanspreken op de verslechterende mensenrechtensituatie,
inclusief de omstandigheden van individuele politieke gevangenen.
45
Hebben Nederlandse diplomaten sinds het aantreden van het huidige kabinet zittingen
van Israëlische militaire rechtbanken in Palestijns gebied bijgewoond en/of Israëlische
gevangenissen bezocht?
Antwoord
Nee.
46
Hoe meet u het «economisch en demografisch zwaartepunt» in de wereld dat volgens de
begroting «van het westen naar het oosten en het zuiden verschuift»?
Antwoord
De verschuiving van het demografisch en economisch zwaartepunt in de wereld van het
westen naar het oosten en zuiden is een algemene constatering, geen exacte meting.
Het gezamenlijk aandeel van Europa, Noord-Amerika en Oceanië in de totale wereldbevolking
en mondiale economische productie neemt al decennia af, terwijl dat van Azië, Afrika
en Latijns-Amerika toeneemt. Ter illustratie volgen twee voorbeelden. Uit data van
het Internationaal Monetair Fonds (World Economic Outlook, 2024) blijkt dat de landen in de categorie geavanceerde economieën nu 40,6% van
de wereldeconomie uitmaken, terwijl dat in 1980 nog 62,7% was. Voor dezelfde periode
van 1980 tot 2024 blijkt uit gegevens van de Verenigde Naties (World Population Prospects, 2024 revision) dat de bevolking van Europa, Noord-Amerika en Oceanië groeide van
1,0 naar 1,2 miljard, terwijl de bevolking van Azië, Afrika, en Latijns Amerika meer
dan verdubbelde van 3,4 naar 7,0 miljard.
47
Wat betekent het dat de relatie met China «complex» is in het licht van de vervolging
en onderdrukking van minderheidsgroepen, zoals de Oeigoeren?
Antwoord
De complexiteit zit in het feit dat het in China zelf uiterst moeilijk is om informatie
te verzamelen en contact te onderhouden met lokale mensenrechtenverdedigers en organisaties.
De Chinese autoriteiten zijn daarnaast vaak niet gevoelig voor conclusies en aanbevelingen
van VN-instrumenten op het gebied van mensenrechten of voor oproepen van individuele
landen alleen. China weet daarbij een aanzienlijke groep landen te mobiliseren om
elke vorm van kritiek op de mensenrechtensituatie in het land te bestempelen als inmenging
in binnenlandse aangelegenheden. Om deze reden werkt Nederland samen met een zo breed
mogelijke groep partners, inclusief gelijkgezinde landen binnen en buiten Europa,
het maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven om de mensenrechtensituatie, inclusief
die van minderheden zoals de Oeigoeren, aan te kaarten.
48
Hoe worden mensenrechtenverdedigers, die met gevaar voor eigen leven ijveren voor
vrijheid en gelijke rechten, in de bezette Palestijnse gebieden geholpen?
Antwoord
De Nederlandse vertegenwoordiging in de Palestijnse Gebieden en de Nederlandse ambassade
in Israël werken nauw samen met Palestijnse en Israëlische mensenrechtenverdedigers.
Vrijwel dagelijks is er contact met verschillende organisaties en activisten om informatie
uit te wisselen, samenwerking te verkennen en Nederlandse steun te bieden waar mogelijk.
Zo zijn vanuit het Safety for Voices-programma de afgelopen maanden lokale partners
ondersteund om journalisten en mensenrechtenverdedigers in de Palestijnse Gebieden
waar mogelijk te voorzien van communicatieapparatuur, financiële steun, humanitaire
goederen en plekken met internet om vanuit te kunnen werken.
49
Is Nederland als gastland van het Internationaal Strafhof een bijzondere zorgdrager
voor de veiligheid en het goed functioneren van het Strafhof?
Antwoord
Het is van belang dat de organen van het Strafhof hun mandaat onafhankelijk – en zonder
bedreigingen en intimidaties – kunnen uitvoeren. Deze verplichting geldt op basis
van het Statuut van Rome voor iedere verdragspartij, maar daarnaast heeft Nederland
als gastland ook een bijzondere verantwoordelijkheid op basis van het Zetelverdrag
tussen het Internationaal Strafhof en het Gastland (Trb. 2007, 125). Daar waar het de fysieke veiligheid betreft en het nodig wordt geacht op basis
van actuele dreigingsinformatie, kunnen er in Nederland beveiligingsmaatregelen worden
getroffen voor de medewerkers van het Internationaal Strafhof (ISH) en de personen
die getuigen over de oorlogsmisdaden bij het Strafhof, in aanvulling op de eigen verantwoordelijkheid
van de personen en de organisatie.
Er is doorlopend contact met het ISH waarbij ook verschillende veiligheidszorgen aan
de orde komen. Uit veiligheidsoverwegingen kan er niet in detail worden getreden over
de aard van deze besprekingen of de specifieke zaken die daar aan de orde komen.
50
Kunt u uitsluiten dat de arrestatiebevelen tegen premier Netanyahu en Minister van
Defensie Gallant nog niet uitgevaardigd zijn, omdat Israël het Strafhof onder druk
zet, intimideert en bedreigt, zoals in het recente verleden is gedaan?
Antwoord
Het is aan de rechters van het Internationaal Strafhof (ISH) om een besluit te nemen
over de door de Aanklager ingediende verzoeken om arrestatiebevelen. De behandeling
van deze verzoeken is strikt vertrouwelijk en Nederland wordt door het ISH niet op
de hoogte gehouden van de voortgang daarvan. Als verdragspartij en gastland zet Nederland
zich er sterk voor in dat de organen van het ISH hun mandaat op een veilige en onafhankelijke
manier kunnen vervullen.
51
Bent u bereid om, naast de vrijwillige bijdrages aan het Internationaal Strafhof,
zoals de drie miljoen euro van vorig jaar, experts van de politie en het openbaar
ministerie bij het Strafhof te detacheren en daarnaast onder de vlag van het Strafhof
forensische opsporingsteams in te zetten in Gaza, zoals dat bij Oekraïne is gebeurd?
Antwoord
Nederland heeft expertise op het vlak van forensische opsporing (FO) en bewijsgaring,
onder andere opgedaan bij het onderzoek naar het neerhalen van de vlucht MH17 en vier
missies naar Oekraïne in 2022 en 2023. In Oekraïne zijn de missies ingezet onder de
vlag van het Internationaal Strafhof (ISH) op verzoek van Oekraïne en waren deze een
gezamenlijke inspanning van de Ministeries van Defensie, Justitie en Veiligheid en
Buitenlandse Zaken.
Een vergelijkbare missie in Gaza en/of Israël is op dit moment niet mogelijk, omdat
er vooralsnog geen onderzoekers van het ISH duurzaam aanwezig zijn in de Palestijnse
Gebieden, noch in Israël, dat geen partij is bij het Statuut van Rome. Indien deze
situatie verandert en het ISH – of wellicht Israël of de relevante Palestijnse autoriteit
– aan Nederland zou vragen om een forensisch onderzoeksteam te sturen of personeel
te detacheren, dan zal een dergelijk verzoek op dat moment in het licht van alle relevante
omstandigheden worden beoordeeld.
52
Kunt u een leidende rol spelen bij de oprichting van een organisatie, zoals de informele
Dialogue Group (DG), die de coördinatie beoogt te bevorderen tussen alle staten en
organisaties die betrokken zijn bij het opsporen en vervolgen van de internationale
misdrijven die in Gaza zijn en worden gepleegd, waaronder het Strafhof, zoals dat
voor Oekraïne is gedaan?
Antwoord
Er zijn momenteel geen signalen vanuit landen, betrokken partijen, internationale
organisaties en/of betrokken organisaties uit het maatschappelijk middenveld dat initiatieven
niet op elkaar sluiten of elkaar overlappen, zoals wel het geval was in Oekraïne.
Tevens is er geen vraag naar de oprichting van een mechanisme als een Dialogue Group, zoals wel het geval was bij de Dialogue Group on Accountability for Ukraine. Mocht er wel een dergelijke behoefte ontstaan, dan zal zorgvuldig gewogen moeten
worden welk land het beste geplaatst is een leidende rol te spelen bij het versterken
van coördinatie en op welke wijze, op basis van expliciete behoeftestelling, verzoeken
uit het veld en beschikbare capaciteiten.
53
Hoeveel draagt Nederland financieel bij aan de Defence Innovation Accelerator for
the North Atlantic (DIANA) en het NATO Innovation Fund (NIF)?
Antwoord
Nederland draagt jaarlijks EUR 1,676,400 bij aan de Defence Innovation Accelerator
for the North Atlantic (DIANA). Daarnaast draagt Nederland vanaf 2023 in totaal EUR
55,87 miljoen bij aan het NATO Innovation Fund (NIF) over een looptijd van 15 jaar.
54
Profiteren Nederlandse bedrijven ook van het NIF en wat doet u om dit fonds onder
de aandacht te brengen bij het Nederlandse bedrijfsleven?
Antwoord
Het NIF is een fonds met als doel om innovatie in opkomende en disruptieve technologieën
(Emerging Disruptive Technologies) in NAVO-landen te stimuleren en versterken. Nederland
heeft hard gewerkt aan de totstandkoming van een gunstig ecosysteem voor innovatieve
startups en loopt daarmee voorop binnen de EU. NIF heeft een internationale scope
maar de aanwezigheid van het hoofdkantoor in Nederland (Amsterdam) heeft een positieve
invloed op de benaderbaarheid voor Nederlandse startups. Het Ministerie van Defensie
staat in nauw contact met het NIF om Nederlandse partijen en ecosystemen te positioneren
en aan het NIF te verbinden.
55
Hoe komt het dat u het bedrijfsleven enerzijds wilt aanmoedigen en faciliteren om
humanitaire hulp te verstrekken, sancties door te ontwikkelen en te implementeren
en bij te dragen aan het bewerkstelligen van accountability (rekenschap) als het om
de Russische oorlog tegen Oekraïne gaat, terwijl u anderzijds het bedrijfsleven enkel
«ontmoedigt» wanneer het Israëls illegale bezetting en annexatie van Palestina betreft?
Antwoord
Voor Oekraïne geldt dat Nederland het land militair, financieel en moreel actief en
onverminderd blijft steunen in tijd van oorlog, herstel en wederopbouw, zo lang als
dat nodig is. De sancties van de Europese Unie (en van andere landen) zijn erop gericht
om de Russische oorlogsmachine tegen Oekraïne zoveel mogelijk te belemmeren.
Nederland beschouwt Israëlische nederzettingen in bezet gebied als strijdig met internationaal
recht en een obstakel voor het bereiken van een tweestatenoplossing. Bedrijfsactiviteiten
die bijdragen aan het ontwikkelen of bestendigen van nederzettingen beschouwt het
kabinet dan ook als onwenselijk. Nederland ontmoedigt al jaren economische relaties
met bedrijven in Israëlische nederzettingen in de door Israël bezette gebieden. Producten
die zijn geproduceerd in Israëlische nederzettingen komen niet in aanmerking voor
EU-handelsvoordelen en Nederland ziet toe op juiste etikettering. Nederland voert
hiervoor EU-wetgeving uit.
56
Hoe beoordeelt u de groei van het Chinese kernwapenarsenaal in relatie tot de bestaande
internationale afspraken over nucleaire non-proliferatie en wapenbeheersing?
Antwoord
China breidt op dit moment in hoog tempo zijn nucleaire arsenaal en de hoeveelheid
en capaciteiten van bijbehorende afleversystemen uit. Dit is een zorgwekkende ontwikkeling.
Deze uitbreiding is niet in lijn met de afspraken onder het Non-proliferatieverdrag
(NPV) om te goeder trouw ontwapening na te streven. China is bovendien de enige NPV-kernwapenstaat
die geen vrijwillig moratorium heeft afgekondigd op de productie van splijtbaar materiaal
voor gebruik in kernwapens of andere nucleaire explosieven. Daarnaast blijft China
ondoorzichtig over de eigen nucleaire doctrine en de budgetten, capaciteiten en omvang
van zijn nucleaire programma. Meer transparantie kan de basis vormen voor toenemend
wederzijds vertrouwen, helpen het risico op misverstanden te verminderen en de internationale
stabiliteit versterken. Nederland dringt daarom regelmatig bij China aan op het nakomen
van internationale verplichtingen en deelname aan dialoog, vertrouwenwekkende maatregelen
en transparantiemaatregelen.
57
Zal het «claims-mechanisme voor oorlogsschade» alleen voor Oekraïne gelden of kan
er ook breder beroep op worden gedaan, bijvoorbeeld door Palestijnen voor de oorlogsschade
die Israël in Gaza heeft aangericht?
Antwoord
De werkzaamheden aan een compensatiemechanisme voor oorlogsschade, zijn gebaseerd
op resolutie ES-11/5 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 14 november
2022. Deze resolutie werd aangenomen in het kader van een speciale zitting van de
Algemene Vergadering over de oorlog in Oekraïne en heeft dus geen werking buiten die
context. Bij het inmiddels opgerichte Schaderegister voor Oekraïne, de eerste concrete
uitwerking van resolutie ES-11/5, kunnen uitsluitend schadeclaims worden ingediend
die voortvloeien uit de Russische agressie tegen Oekraïne.
58
Kunt u aangeven hoeveel dodelijke slachtoffers er jaarlijks vallen als gevolg van
islamitisch extremisme en terrorisme wereldwijd?
Antwoord
Het ministerie beschikt niet over eigen cijfers van internationale slachtoffers van
extremistisch en terroristisch geweld wereldwijd, maar verwijst hiervoor waar mogelijk
naar andere openbare bronnen.
59
Hoeveel terrorisme-experts en analisten heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken
in dienst met de focus op jihadisme?
Antwoord
Het ministerie heeft een team van 7 medewerkers dat zich specifiek bezig houdt met
contraterrorisme (CT) tezamen met een diplomatiek netwerk van 6 regionale veiligheidscoördinatoren
en 4 bilaterale veiligheidscollega’s op de posten die ook CT in hun portefeuille hebben.
Bij de vormgeving van het Nederlandse contraterrorisme-beleid in bilateraal en multilateraal
verband wordt tevens nauw samengewerkt met verschillende nationale ketenpartners zoals
de NCTV en de veiligheidsdiensten.
60
Hoeveel procent van de bezuiniging op het postennet wordt in mindering gebracht op
het mensenrechtenfonds? Kunt u hiervoor een uitsplitsing maken van de lokale mensenrechtenfondsen
en het mensenrechtenfonds in Den Haag?
Antwoord
Er is geen directe koppeling tussen de bezuinigingen op het postennet en bezuinigingen
op het Mensenrechtenfonds. De bezuiniging op het postennet zal wel zijn weerslag hebben
op de capaciteit van de posten om o.a. mensenrechtenprojecten te identificeren en
te beheren. Tegelijkertijd noopt de verlaging van het budget voor het Mensenrechtenfonds
(centraal en decentraal) ook tot een heroverweging van de wijze waarop het fonds ingezet
kan worden. Hoe dit eruit gaat zien is afhankelijk van de uitwerking van de aankomende
bezuinigingen. Hieraan wordt momenteel gewerkt.
61
Komt u inzake het thema van Europees concurrentievermogen nog met een kabinetsreactie
op het rapport-Draghi?
Antwoord
Een eerste kabinetsreactie op het Draghi-rapport is op 4 oktober jl. als onderdeel
van het verslag van de Raad voor Concurrentievermogen van 26 september jl. met de
Kamer gedeeld. Zoals toegezegd tijdens het commissiedebat Raad Algemene Zaken op 10 oktober jl.
is uw Kamer een uitgebreidere reactie op het Draghi-rapport toegekomen op 4 november
jl. In die reactie wordt ingegaan op de geopolitieke en EU-institutionele aspecten
van het rapport.
62
Welke «derde landen» helpt Nederland met het vergroten van hun weerbaarheid tegen
digitale en hybride dreigingen?
Antwoord
De capaciteitsopbouwprogramma’s die Nederland ondersteunt worden voornamelijk uitgevoerd
in de drie prioriteitsregio’s van de Internationale Cyberstrategie 2023–2028 (Westelijke
Balkan, Zuidelijk Afrika en Indo-Pacific). Er zijn ook programma’s die breder ingezet
worden, zoals het Wereldbank cyberfonds en het Global Forum on Cyber Expertise. De
keuze voor specifieke landen wordt daarnaast gemaakt op basis van diplomatieke kansen
om er voor te zorgen dat het aanbod aansluit bij de vraag van landen. Nederland geeft
veruit de hoogste bijdrage aan de versterking van de cyberweerbaarheid van Oekraïne
via de IT Coalition en het Tallinn Mechanisme waarvan Nederland lid is. Via deze structuren
wordt door groepen van donoren respectievelijk militaire en civiele cybersteun aan
Oekraïne verleend. Tot slot draagt Nederland via de EU-missie EUPM Moldova bij aan
de weerbaarheid tegen hybride en cyberdreigingen in Moldavië.
63
Kunt u de Palestijnse Autoriteit op de Westelijke Jordaanoever helpen met haar digitale
weerbaarheid, gezien het Internationaal Strafhof vaak in de Westelijke Jordaanoever
het doelwit is geweest van Israëlische cyberoperaties, zoals uit een artikel van The
Guardian uit 2024 bleek?
Antwoord
Het kabinet heeft een groot ontwikkelingsprogramma in de Palestijnse Gebieden, waarmee
op verschillende terreinen ondersteuning geboden wordt aan Palestijnen op de Westelijke
Jordaanoever. Op dit moment wordt er geen steun geboden ten gunste van digitale weerbaarheid.
Indien de PA hiertoe een beroep zou doen zal het kabinet zo’n verzoek bestuderen en
op de merites beoordelen.
64
Wat bedoelt u met het verminderen van administratieve lasten en regeldruk voor burgers,
bedrijven en overheden?
Antwoord
Het kabinet kijkt in dit kader naar de uitvoerbaarheid van regelgeving. Het gaat er
dan onder andere om dat wetgeving eenvoudig, duidelijk en handhaafbaar is. Er wordt
bijvoorbeeld gekeken naar de rapportageverplichtingen die bedrijven opgelegd krijgen,
de voorwaarden waaraan toezichthouders moeten voldoen en de impact die wetgeving heeft
op het gebied van ruimtelijke ordening.
65
Hoe denkt u de besparing van 1,6 miljard euro op de EU-afdracht te bereiken?
Antwoord
De kabinetsinzet is vastgelegd in het hoofdlijnenakkoord (HLA) en het regeerprogramma
(hoofdstuk 9b) en houdt in dat Nederland geen voorstander is van een significante
stijging van het Meerjarig Financieel Kader (MFK). Het betreft een beperking van de
geraamde stijging van de afdrachten aan de EU vanaf het volgende MFK (periode 2028–2035).
Hoe de beoogde besparing vanaf 2028 wordt bereikt, is afhankelijk van de uitkomsten
van de nog te beginnen onderhandelingen over het nieuwe MFK op basis van een nog te
ontvangen voorstel van de Europese Commissie (verwacht medio 2025).
66
Wat is het kabinetsstandpunt ten aanzien van besluitvorming bij gekwalificeerde meerderheid
met betrekking tot het Europese Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid
(GBVB)?
Antwoord
Het kabinet is voorstander van een slagvaardig EU buitenlandbeleid. Eensgezind optreden
is essentieel om de geopolitieke slagkracht van de EU te versterken. Het is mogelijk
om besluitvorming bij gekwalificeerde meerderheid op GBVB terrein uit te breiden onder
het huidige verdrag, maar het afgelopen jaar is gebleken dat hiervoor op dit moment
onvoldoende draagvlak onder EU-lidstaten bestaat. Mede daarom zet het kabinet in op
andere manieren om te werken aan de slagvaardigheid van het EU-buitenlandbeleid. Bijvoorbeeld
door het bevorderen van meer coherentie tussen EU-instellingen, lidstaten en beleidsterreinen.
Dit vereist een actieve coördinerende rol van de Hoge Vertegenwoordiger in de nieuwe
Commissie en het resultaatgerichter maken van de Raad Buitenlandse Zaken. Ook operationele
werkmethoden kunnen beter, zoals meer gezamenlijke EU-bezoeken en voorbereiding van
gezamenlijke posities en kernboodschappen. Indien noodzakelijk kan vaker gebruik gemaakt
worden van constructieve onthouding door lidstaten die zich niet kunnen vinden in
een gemeenschappelijke positie.
67
Is het verlaten van Schengen als gevolg van een opt-out van het asielbeleid een mogelijkheid?
Antwoord
Een opt-out op het gebied van het Europese asiel- en migratie acquis kan ook een uittreding
uit Schengen betekenen. Voor een opt-out is verdragswijziging nodig. Op dit moment
bestaat er in de Europese Raad geen meerderheid voor het wijzigen van de EU-verdragen.
68
Bij wie zal het kabinet het verzoek voor een opt-out-clausule voor het Europese asiel-
en migratiebeleid indienen? Wanneer verwacht u dat zoiets effectief in werking kan
treden?
Antwoord
Op 18 september jl. heeft Minister Faber van Asiel en Migratie een brief verzonden
aan de Europese Commissie waarin Nederland de wens kenbaar maakt om in het geval van
Verdragswijziging te willen pleiten voor een opt-out op het gebied van asiel en migratie.
Op 19 september jl. is de Kamer over deze brief nader geïnformeerd.
69
Wat houdt een prudente Europese begroting in?
Antwoord
Een prudente Europese begroting is een begroting waarin op verantwoorde wijze wordt
omgesprongen met publieke middelen en adequaat rekening is gehouden met budgettaire
risico’s. Een prudente Europese begroting betekent daarnaast dat de nationale afdrachten
van lidstaten voorspelbaar zijn en dat de begroting voldoende flexibel is om in te
kunnen spelen op onverwachte gebeurtenissen.
70
Wat houdt een realistische Europese begroting in?
Antwoord
Een realistische Europese begroting is een begroting waarbij de ramingen aansluiten
bij de verwachte uitgaven en inkomsten en waarbij rekening wordt gehouden met zowel
de draagkracht als de absorptiecapaciteit van lidstaten.
71
Wat houdt een moderne Europese begroting in?
Antwoord
Een moderne begroting is een begroting die ingaat op de uitdagingen waarvoor de lidstaten
en de EU zich op dit moment gesteld zien, en die bijdraagt aan het bereiken van de
daaraan gekoppelde strategische prioriteiten.
72
Loopt er al een onderzoek of ligt er reeds een rapport over de effecten van uitbreiding
van de EU?
Antwoord
In maart jl. bracht de Europese Commissie een mededeling uit over pre-toetredingshervormingen
en beleidsevaluaties in het kader van toekomstige EU-uitbreiding. De kabinetsappreciatie
van deze mededeling is op 19 april jl. met de Kamer gedeeld. In de politieke beleidslijnen
kondigt verkozen voorzitter Von der Leyen aan dat de nieuwe Commissie in de eerste
100 dagen van haar mandaat voornemens is om een vervolg op deze pre-uitbreiding beleidsevaluaties
te presenteren. Deze evaluaties beogen in kaart te brengen wat de gevolgen zijn van
uitbreiding op rechtstatelijk, beleidsmatig, budgettair en bestuurlijk terrein.
73
Wat is de laatste stand van zaken met betrekking tot het wetsvoorstel Internationale
Sanctiemaatregelen? Wanneer verwacht u de plenaire behandeling in de Kamer?
Antwoord
Het Wetsvoorstel internationale sanctiemaatregelen is deze zomer geconsulteerd via
«internetconsultatie.nl» en er zijn uitvoeringstoetsen uitgevoerd. Het kabinet verwerkt
nu de consultatiereacties en de uitvoeringstoetsen. In het najaar zal de Autoriteit
Persoonsgegeven (AP) om een toets worden verzocht. De AP hanteert een termijn van
minstens acht weken. Na verwerking van dit toetsresultaat zal het voorstel worden
aangeboden aan de Raad van State (RvS) voor advies. De RvS hanteert een streeftermijn
van drie maanden. Na verwerking van het RvS advies zal het kabinet het wetsvoorstel
aan uw Kamer aanbieden. Afhankelijk van de precieze termijnen en uitkomsten van de
AP en de RvS, is het streven om het voorstel medio 2025 aan uw Kamer aan te bieden.
De plenaire behandeling zal aanvangen nadat de vaste Kamercommissie voor Buitenlandse
Zaken haar voorbereidend onderzoek heeft afgerond.
74
Hoeveel fulltime eenheden (fte) heeft u vrijgespeeld voor sanctiebeleid?
Antwoord
De Eenheid Sanctiebeleid (ESB) binnen het Ministerie van Buitenlandse Zaken bestaat
momenteel uit 16 fte. ESB is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling ten aanzien
van sancties, waaronder het formuleren van Nederlandse voorstellen voor EU-sancties.
ESB verzorgt voorts de coördinatie van de naleving van sancties en de verdere ontwikkeling
van het sanctie-instrumentarium. De modernisering van het sanctiestelsel is hier integraal
onderdeel van. Met naleving en de modernisering van het sanctiestelsel zijn binnen
ESB ongeveer 7 fte belast. Daarnaast zijn verscheidene medewerkers van andere directies
betrokken bij het sanctiebeleid, waaronder bij de directie Internationale Marktordening
en Handelspolitiek waar het gaat om de export van strategische goederen, de Directie
Veiligheidsbeleid als het bijvoorbeeld gaat om terrorismebestrijding en cyberveiligheid,
de directie Multilaterale Organisaties en Mensenrechten ten aanzien van onder andere
mensenrechten, de Regiodirecties in het kader van het integrale landenbeleid, de Directie
Integratie Europa en de Permanente Vertegenwoordiging in Brussel in het kader van
de integrale inzet ten aanzien van het EU-buitenlandbeleid, de Directie Juridische
Zaken in het belang van de juridische soliditeit van maatregelen en de directie Financieel-Economische
zaken inzake de financiering van het beleid.
75
Hoeveel fte wordt ingezet op specifiek handhaving van sancties? Hoeveel op wetgevingsprocessen
rondom sancties?
Antwoord
Handhaving van sanctieschendingen vindt in Nederland plaats door de strafrechtketen
(FIOD en functioneel parket bij het OM) en door middel van het bestuursrechtelijk
toezicht door AFM en DNB op de administratieve organisatie bij onder andere financiële
instellingen. In het wetsvoorstel Internationale sanctiemaatregelen wordt voorgesteld
hieraan bestuursrechtelijke handhaving van sanctieschendingen door toezichthouders
waaronder de Douane toe te voegen. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken fungeert
als aanjager en gesprekspartner voor de desbetreffende handhavers en toezichthouders,
ook voor de toezichthouders en departementen die toezien op de naleving zoals bijvoorbeeld
de Douane, de Kustwacht en het Ministerie van Economische Zaken (Bureau Toetsing Investeringen).
Met coördinatie van de naleving en de modernisering van het sanctiestelsel zijn binnen
de Eenheid Sanctiebeleid (ESB) 7 fte belast. Daarnaast zijn verscheidene medewerkers
van andere directies, in het bijzonder de Directie Internationale marktordening en
handelsbeleid en de Directie Juridische Zaken hierbij betrokken.
76
Op welke manier zet u zich in om sanctieomzeiling via derde landen te voorkomen? Kun
u iets zeggen over de effectiviteit hiervan?
Antwoord
De inzet tegen sanctie-omzeiling is gericht op informatievoorziening, controle en
handhaving op zowel nationaal, Europees als internationaal niveau. Het betreft een
gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheid en bedrijfsleven. De focus ligt hierbij
op dual use en zogeheten Common High Priority (CHP)-goederen. Dit is een lijst met
gesanctioneerde goederen waarbij de impact op het slagveld het grootst is. Nationaal
wordt met behulp van data-analyse geïdentificeerd welke bedrijven er (ongewild) betrokken
zijn bij sanctie-omzeiling. De verkregen informatie kan met bedrijven worden gedeeld
zodat zij hierop kunnen handelen maar kan ook gebruikt worden voor handhaving. Informatie
over bedrijven in derde landen die sanctie-omzeiling faciliteren wordt vervolgens
gebruikt voor aanvullende controles en risicoprofilering. De derde landen waar deze
bedrijven gevestigd zijn worden diplomatiek aangesproken, zowel bilateraal als via
de EU-sanctiegezant. Wanneer deze inspanningen geen effect hebben kunnen deze bedrijven
worden opgenomen op de sanctielijst waardoor specifieke handelsbeperkingen tegen hen
van kracht worden (inmiddels 55 bedrijven). Ook wordt informatie uit onderzoeken naar
sanctie-omzeiling meegenomen in de ontwikkeling van nieuwe sanctiemaatregelen.
77
Kunt u aangeven, zonder privacygevoelige informatie te delen, hoeveel gevallen van
sanctieomzeiling momenteel door het openbaar ministerie worden behandeld?
Antwoord
Bij het openbaar ministerie zijn er op dit moment 66 strafrechtelijke onderzoeken
naar overtreding van de sanctiewet in behandeling. Dat betreffen 17 FIOD-onderzoeken
en 49 onderzoeken van de Douane. Sinds begin 2022 zijn er bij het OM daarnaast 9 FIOD-onderzoeken
en 36 onderzoeken van de Douane naar overtreding van de Ruslandsancties afgerond.
78
Kunt u aangeven hoeveel Russische tegoeden er momenteel bij Nederlandse banken zijn
bevroren, zowel particuliere tegoeden als tegoeden van de Russische centrale bank?
Antwoord
In de Kamerbrief aangaande de Geannoteerde Agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken
heeft het kabinet op 4 oktober jl. gemeld dat er EUR 97,2 miljoen is bevroren aan
private Russische tegoeden (peildatum 1 juli 2024). Er bevinden zich in Nederland
geen Russische centrale banktegoeden.
79
Aan welke vier externe organisaties is de gedetineerdenbegeleiding van Nederlanders
in het buitenland uitbesteed, die hiervoor uit het budget van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken betaald worden? Welke rechtpositie hebben zij? Voeren zij deze begeleiding exclusief
uit? Waar zijn deze organisaties gevestigd? Op basis van welke systematiek ontvangen
zij middelen (bijvoorbeeld per bezoek of per gedetineerde?)
Antwoord
Gedetineerdenbegeleiding gebeurt door consulair medewerkers van de posten als ook
op basis van een meerjarig subsidiekader door de vier gespecialiseerde onafhankelijke
organisaties, te weten;
• Stichting Reclassering Nederland, Bureau Buitenland te Utrecht
• Stichting Epafras te Leiden
• Stichting Dutch & Detained, Amsterdam
• Stichting Lawyers Across Borders, Amsterdam
Deze vier stichtingen bepalen zelf de inzet van de beschikbaar gestelde gelden op
basis van hun specifieke expertise, binnen de kaders van de subsidieregeling. In aanvulling
op bovengenoemde juridische ondersteuning onder het subsidiekader «gedetineerdenbegeleiding
buitenland» kan Buitenlandse Zaken in een individueel geval waar doodstraf dreigt
extra juridisch advies of financiering van rechtsbijstand bieden.
80
Wanneer verwacht u het wetsvoorstel Modernisering Sanctiestelsel of een herziening
van de sanctiewet uit 1977 naar de Kamer te sturen?
Antwoord
Het Wetsvoorstel internationale sanctiemaatregelen is deze zomer geconsulteerd via
«internetconsultatie.nl» en er zijn uitvoeringstoetsen uitgevoerd. Het kabinet verwerkt
nu de consultatiereacties en de uitvoeringstoetsen. In het najaar zal de Autoriteit
Persoonsgegeven (AP) om een toets worden verzocht. De AP hanteert een termijn van
minstens acht weken. Na verwerking van dit toetsresultaat zal het voorstel worden
aangeboden aan de Raad van State (RvS) voor advies. De RvS hanteert een streeftermijn
van drie maanden. Na verwerking van het RvS advies zal het kabinet het wetsvoorstel
aan uw Kamer aanbieden. Afhankelijk van de precieze termijnen en uitkomsten van de
AP en de RvS, is het streven om het voorstel medio 2025 aan uw Kamer aan te bieden.
81
Hoe rendeert het investeren in internationaal cultuurbeleid? Hoeveel euro levert dit
op per geïnvesteerde euro? Bestaat er een evaluatie op dit punt?
Antwoord
De investeringen in het internationaal cultuurbeleid (ICB) leveren zowel economische
als niet-economische waarde op. Op economisch vlak is de toegevoegde waarde van de
culturele en creatieve sector EUR 23,9 mld., Nederland is de 4e exporteur van cultuurgoederen in de EU (achter Italië, Frankrijk en Duitsland). De
uitvoer van culturele goederen en diensten bedraagt 4,2% van de totale Nederlandse
export.7
Het ICB draagt hieraan bij door jaarlijks gemiddeld 1.100 projecten te ondersteunen
in 60 landen, waarvan doorgaans 950 projecten in ICB-focuslanden plaatsvinden. Door
het ondersteunen van internationale culturele uitwisselingen, handelsmissies, bezoekersprogramma’s
en boekvertalingen kunnen Nederlandse makers nieuwe markten aanboren.
De economische literatuur laat zien dat dergelijke culturele handel een positief effect
heeft op de economische groei.8 Hierbij geldt dat ICB-subsidies slechts een deel van de kosten dekken, maar een hefboomfunctie
vervullen door private bijdragen aan te trekken in binnen- en buitenland.
Het ICB levert ook een maatschappelijke en diplomatieke bijdrage. Onderzoek laat zien
dat de reputatie van de culturele sector van een land een van de factoren is in het
aantrekken van buitenlandse investeringen en politieke invloed, o.a. gemeten door
te kijken naar hoe in de VN wordt gestemd.9 ICB-gelden dragen hieraan bij door bijv. noodsteun te verlenen voor erfgoed dat wordt
bedreigd door conflict, zoals in Oekraïne.10 Nederland steunt de vrijheid van expressie van kunstenaars in landen waar deze onder
druk staat en loopt voor in duurzaam design dat ons helpt in de energie – en klimaattransitie.
Het ICB is daarmee van belang in het Nederlandse buitenlandbeleid. Deze conclusie
is ook getrokken in de meest recente evaluatie van het ICB.11 De eerstvolgende (externe) evaluatie is beoogd voor 2026, zoals aangekondigd in het
ICB-beleidskader 2025–2028. In de tussenliggende jaren zal het kabinet de resultaten
van het ICB blijven delen met uw Kamer via de jaarlijkse voortgangsrapportages.
82
Hoeveel NGO’s en welke NGO’s hebben aanspraak gemaakt op de subsidie voor gedetineerdenbegeleiding?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 79.
83
Hoe gaat u beleidsprioriteiten op het gebied van mensenrechten bevorderen, terwijl
u bezuinigt op de instrumenten ten behoeve van dit thema?
Antwoord
Zoals in het Resultatenkader bij de beleidsnota Mensenrechten, Democratie en Internationale
Rechtsorde beschreven staat, is de speciale aandacht voor de mensenrechtenprioriteiten
waarop Nederland expertise, netwerk en profiel heeft opgebouwd doorweven in de mensenrechtenaanpak.
Internationale normstelling, het behouden van draagvlak voor mensenrechten (door deze
bilateraal en multilateraal uit te dragen) en het houden van structurele dialogen
met mensenrechtenorganisaties zijn voorbeelden van de aanpak ter bevordering van deze
prioriteiten met andere dan financiële instrumenten. Het is intussen te verwachten
dat de bezuinigingen op het Mensenrechtenfonds zullen leiden tot verminderende mogelijkheden
voor Nederland om te engageren op een aantal van de prioritaire mensenrechtenthema’s,
althans waar het financiële programmering betreft. Mede hierom heeft het kabinet het
non-ODA gedeelte van het mensenrechtenfonds van de bezuinigingen voor 2025 relatief
ontzien. Voor 2026 en verder moeten beleidskeuzes gemaakt worden om de bezuinigingen
uit te werken.
84
Hoe vaak hebben medewerkers van de Nederlandse ambassade en consulaten in China en
Hongkong rechtszaken van individuele mensenrechtenverdedigers bijgewoond?
Antwoord
Nederlandse diplomaten in China deden sinds begin 2023 samen met gelijkgezinde landen
pogingen om rechtszaken bij te wonen van mensenrechtenverdedigers Yu Wensheng, Guo
Feixiong, Li Qiaochu, Sophia Huang en Wang Jianbing. De Chinese autoriteiten onthielden
diplomaten bij deze zaken toegang tot de rechtbank.
In Hongkong heeft het consulaat in de afgelopen jaren ongeveer tien rechtszaken bijgewoond
van mensenrechtenverdedigers. Bij alle rechtszaken tegen mensenrechtenverdedigers
zijn er vertegenwoordigers van EU-lidstaten op rotatiebasis aanwezig.
85
Op welke wijze gaat bezuinigd worden op het postennet? Welke overwegingen om wel/niet
op posten te bezuinigen zijn leidend voor u?
Antwoord
De mate waarin en hoe bezuinigd gaat worden op het postennet is afhankelijk van de
beleidskeuzes die de komende maanden gemaakt gaan worden om de meerjarige ODA taakstelling,
non-ODA taakstelling en de taakstelling op het apparaat te realiseren. Dat heeft impact
op de personele en materiele uitgaven van het apparaat. De taakstelling is administratief
verwerkt in tabel 19 van de BZ begroting (pag. 54). Dit in afwachting van verdere
beleidskeuzes.
86
Hoeveel fte’s worden er bezuinigd op het departement om de tien procent doelstelling
te behalen en welke functies betreft het?
Antwoord
De komende maanden wordt de apparaatstaakstelling op het departement op fte- en functieniveau
uitgewerkt. Ik zal uw Kamer begin 2025 informeren over de uitkomst hiervan.
87
Welk effect heeft de besparing van 10 procent op het postennetwerk op het consulaire
werk?
Antwoord
De consulaire uitgaven vallen onder het non-ODA budget van Buitenlandse Zaken. Er
is nog geen keuze gemaakt op welke onderdelen de meerjarige bezuinigingen ingevuld
gaan worden. Dat is afhankelijk van de structurele beleidsmatige afwegingen die gemaakt
moeten worden om de taakstelling op de non-ODA budgetten te kunnen realiseren. Aangezien
het consulaire werk één van de kerntaken is van Buitenlandse Zaken en het rechtstreekse
dienstverlening aan burgers en bedrijven betreft, wordt een zorgvuldige afweging gemaakt
bij de invulling van de taakstelling.
88
Kunt u de uitwerking van de enorme bezuiniging op het postennet ruim voor de begrotingsbehandeling
met de Kamer delen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De taakstelling die in 2025 op apparaat wordt doorgevoerd heeft nog geen directe gevolgen
voor het postennet. De invulling wordt met name gevonden in flexibele centrale budgetten
voor huisvesting, ICT en een beperkte korting op het centrale formatiebudget. Deze
centrale budgetten hebben zowel betrekking op het postennet als op het kerndepartement.
In 2025 zullen op basis van beleidskeuzes, die worden gemaakt bij de invulling van
de ODA- non ODA- en apparaatstaakstelling, de consequenties voor het postennet worden
onderzocht. Dit zal vanaf 2026 zijn beslag moeten krijgen.
89
Bent u voornemens om ambassades te sluiten?
Antwoord
Bij het invullen van de apparaatstaakstelling van structureel EUR 125 miljoen vanaf
2029 zal ook de omvang van het postennet in overweging worden genomen. De precieze
uitwerking wordt duidelijk nadat de meerjarige beleidsmatige keuzes gemaakt zijn om
de ODA taakstelling, non-ODA taakstelling en apparaatstaakstelling uit te voeren.
Zie ook het antwoord op vraag 88.
90
Kunt u uitsluiten dat u ambassades gaat sluiten?
Antwoord
Nee. Zie ook het antwoord op vraag 88 en 89.
91
Hoeveel kost een verhuizing van een ambassade gemiddeld voor een middelgrote post?
Antwoord
Het is niet mogelijk om een gemiddelde te geven voor de verhuizing van een middelgrote
post. Dat komt omdat een flink aantal variabelen hierbij een rol speelt. Is het huidige
pand in eigendom? Waar gaat de verhuizing naar toe? Moet een eventueel huurcontract
worden ontbonden? Welke aanpassingen moeten er worden gedaan bij het verlaten van
een gebouw? Welke aanpassingen bij het nieuwe gebouw? Wordt het nieuwe pand gekocht
of gehuurd? etc.
92
Welke gevolgen gaan Palestijnse en Israëlische mensenrechtenorganisaties op de Westelijke
Jordaanoever ervaren als gevolg van de bezuinigingen op het Mensenrechtenfonds?
Antwoord
Er wordt niet bezuinigd op eerder aangegane projectverplichtingen van het Mensenrechtenfonds.
Wanneer contracten aflopen zullen de mogelijkheden voor nieuwe projecten bezien worden
in de context van de dan beschikbare financiële ruimte voor het Mensenrechtenfonds
vanaf 2025 en verder.
93
Kunt u de 7 miljoen euro die wordt weggehaald bij contra-terrorisme nader toelichten?
Waar werd dit geld volgens de oorspronkelijke planning aan besteed?
Antwoord
Huidige inzet van CT-middelen is veelal gericht op programma’s die bijdragen aan preventie
en aanpak van radicalisering en gewelddadig extremisme. Deze inzet draagt tevens bij
aan de informatiepositie van Nederland in landen waar sprake is van terreurdreiging
of waar sprake is van risico van verspreiding naar Europa en Nederland. De bezuinigingen
op de non-ODA middelen treffen ook het CT-budget en nopen tot scherpe beleidskeuzes.
Nederland zal zich evenwel internationaal blijven inzetten op het gebied van terrorismebestrijding.
Door een actieve diplomatieke inzet, beperktere en herijkte financiële ondersteuning,
en waar nodig veiligheidsinzet, blijft Nederland een geloofwaardige en betrouwbare
partner in de strijd tegen terrorisme en gewelddadig extremisme.
94
Op welke ontwikkelingen en welke landen doelt u, waar u schrijft «anderzijds ter ondersteuning
van maatschappelijke en rechtstatelijke ontwikkelingen in de MENA-regio.»? Kunt u
een opsomming maken van de verschillende ontwikkelingen op het gebied van mensenrechten
in de MENA-regio?
Antwoord
De ontwikkelingen op het gebied van mensenrechten in de MENA-regio zijn zeer divers
en context-specifiek. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken monitort de mensenrechtensituatie
in de regio via het postennet. Middels het decentrale mensenrechtenfonds wordt ingezet
op ondersteuning van lokale organisaties ten behoeve van de vijf thematische mensenrechtenprioriteiten.
Het Shiraka-programma richt zich in de MENA-regio op rechtsstaatopbouw met aandacht
voor mensenrechten en gelijke rechten voor minderheden. Daarnaast biedt Shiraka ondersteuning
op het gebied van goed bestuur en duurzame economische ontwikkeling en werkgelegenheid
als onderdeel van goed bestuur.
95
Kunt u concreet toelichten waaruit de bezuinigingen op de posten Mensenrechtenfonds
en mensenrechten multilateraal bestaan? Welke specifieke projecten zullen hier mogelijk
mee verdwijnen?
Antwoord
Het Mensenrechtenfonds bestaat uit een centraal gefinancierd deel (vanuit het ministerie
in Den Haag) en een decentraal gefinancierd deel (gedelegeerd naar het postennet).
Met het centrale gedeelte van het fonds wordt het subsidiekader Safety of Voices gefinancierd voor de periode 2023–2027. Omdat is gekozen om eerder aangegane contracten
en verplichtingen niet open te breken hebben de bezuinigingen op het centrale gedeelte
van het Mensenrechtenfonds voor 2025 nog geen gevolgen. De bezuinigingen op het centrale
Mensenrechtenfonds vanaf 2028 en verder moeten nog uitgewerkt worden.
Het decentrale Mensenrechtenfonds wordt in 2025 al wel onderdeel van de bezuinigingen,
omdat een deel van die middelen nog niet was vastgelegd in contacten of verplichtingen.
Dit fonds wordt door ambassades ingezet om organisaties te steunen die zich op verschillende
manieren inzetten voor mensenrechten. Door de beperking van de zogenaamde «vrije ruimte»
(dus: middelen die nog niet waren vastgelegd in contracten of verplichtingen) hebben
ambassades vanaf 2025 minder financiële ruimte beschikbaar om deze organisaties te
steunen. De exacte gevolgen van de bezuinigingen zijn nog niet te voorspellen, maar
dat er minder mogelijkheden zijn om deze organisaties te steunen is zeker. Mede hierom
heeft het kabinet het non-ODA gedeelte van het mensenrechtenfonds van de bezuinigingen
voor 2025 relatief ontzien. Voor 2026 en verder zullen beleidskeuzes gemaakt moeten
worden om de bezuinigingen uit te werken.
Multilateraal zal de Nederlandse bijdrage aan het kantoor van de Hoge Commissaris
voor de Rechten van de Mens (OHCHR) in 2025 voortgezet worden, alhoewel die bijdrage
vanwege de bezuinigingen lager zal zijn dan oorspronkelijk voorzien. Over bezuinigingen
in 2027 en verder zal op een later moment worden besloten.
96
Kunt u concreet toelichten waaruit de bezuiniging op de post contra-terrorisme bestaat?
Welke projecten of initiatieven zullen hierbij geraakt worden?
Antwoord
De bezuinigingen op de non-ODA middelen treffen ook het CT-budget en hebben tot gevolg
dat er keuzes moeten worden gemaakt. Als gevolg daarvan zal er in 2025/2026 beperktere
financiële armslag beschikbaar zijn voor zaken zoals de aanpak van grondoorzaken van
radicalisering en capaciteitsopbouw van landen die kampen met jihadisme en extremisme.
97
Kunt u concreet toelichten waaruit de bezuiniging op de post cybersecurity bestaat?
Welke projecten of initiatieven zullen hierbij geraakt worden?
Antwoord
In het licht van de taakstelling wordt bezuinigd op een reeks programma’s die ondersteunend
zijn aan het behalen van doelen van de Internationale Cyberstrategie 2023–2028. De
Nederlandse financiële bijdrage aan diverse instellingen en initiatieven wordt bijgesteld
en in een aantal gevallen uiteindelijk stopgezet, zoals ten aanzien van Chatham House,
dat werkt aan het operationaliseren van de overeengekomen normen bij de VN over statelijk
gedrag in het cyberdomein en Parliamentarians for Global Action en UNODC, zie beantwoording vraag 106.
98
Kunt u concreet toelichten waaruit de bezuiniging op de post Veiligheidsfonds bestaat?
Welke projecten of initiatieven zullen hierbij geraakt worden?
Antwoord
Deze bezuiniging betekent dat we beperkter dan voorheen kunnen investeren in kennisverdieping
en internationale samenwerking op het gebied van veiligheid. Ook wordt de ruimte beperkt
om in het kader van actuele veiligheidsontwikkelingen bij te dragen aan het werk van
partnerlanden en organisaties.
Dit betekent bijvoorbeeld vermindering of schrapping van extra budgettaire bijdragen
aan de NAVO en IAEA Trustfunds, alsook van de vaak kleinschalige activiteiten die
het Nederlandse beleid op het gebied van met name economische veiligheid en hybride
dreigingen uitdragen of ondersteunen, zoals samenwerking met en capaciteitsopbouw
in derde landen voor het tegengaan van Foreign Information Manipulation & Interference (FIMI).
Onder meer de Nederlandse bijdrage aan het IAEA-fonds voor nucleaire veiligheid zal
niet worden voortgezet. Tevens geldt dat Nederland in de toekomst minder kan bijdragen
aan het NAVO Defense Capacity Building trustfund, waarmee wordt geïnvesteerd in de
capaciteitsopbouw van de veiligheids- en defensiesector van NAVO-partnerlanden.
99
Bent u het ermee eens dat cybersecurity door de actuele digitale dreigingen cruciaal
is? Hoe wilt u Nederland digitaal beschermen en tegelijkertijd bezuinigen op initiatieven
en samenwerking op het gebied van cybersecurity?
Antwoord
Ja. Zie het antwoord op vraag 133.
100
Kunt u concreet toelichten waaruit de bezuiniging op de post internationaal cultuurbeleid
bestaat? Welke projecten of initiatieven zullen hierbij geraakt worden?
Antwoord
Het internationaal cultuurbeleid (ICB) is gezamenlijk beleid van de Ministers van
Buitenlandse Zaken, voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp en van Onderwijs
Cultuur en Wetenschap en wordt gefinancierd uit alle drie de begrotingen.
In 2025 wordt op de BZ-begroting EUR 1,45 miljoen bezuinigd op het ICB, en in 2.026
EUR 1,397 miljoen. Een groot deel hiervan wordt gekort op de post «budget manifestaties
en ondersteuning», en daarnaast binnen de overige vrije ruimte binnen het budget voor
de ambassades en consulaten.
Het jaarlijkse subsidiebedrag voor Nederlandse makers inzake projecten via de ambassades
die zich met ICB bezighouden, blijft komend jaar gelijk.
De bezuiniging betekent wel dat er minder ruimte is voor financiering van extra activiteiten
en grotere manifestaties die zich aandienen. Dat betekent minder subsidies aan Nederlandse
cultuurmakers en culturele instellingen die een subsidieaanvraag doen voor zulke programma’s.
Hoe de verdeling van de oplopende bezuinigingen vanaf 2027 ingevuld gaat worden, zal
in de komende periode nader worden bezien.
Het kabinet verleent via het ICB ook meerjarige subsidies aan de Rijkscultuurfondsen
en andere culturele instellingen voor hun internationaal cultuurbeleid regelingen
ter bevordering van uitwisseling met het buitenland. Vanaf 2027 wordt er op de BZ-begroting
bezuinigd op deze subsidies, wat betekent dat de fondsen en instellingen in 2027 en
2028 minder subsidie ontvangen.
101
Kunt u concreet toelichten waaruit de bezuiniging op de post publieksdiplomatie bestaat?
Antwoord
Publieksdiplomatie heeft als doel de Nederlandse reputatie in het buitenland en de
internationale positionering van het merk Nederland te versterken. Het Ministerie
van Buitenlandse Zaken en het postennetwerk zetten zich daar wereldwijd voor in door
middel van strategische communicatie aan buitenlandse doelgroepen. We werken hierin
samen met internationale partners en beleidsbeïnvloeders die kunnen sturen op de besluitvorming
op voor Nederland relevante beleidsterreinen. De bezuiniging op het KPF non-ODA fonds
voor de publieksdiplomatie dwingt het ministerie tot een kritische heroverweging van
de inzet van het KPF non-ODA budget voor dit strategische beleidsinstrument.
Om onze doelstellingen zo goed mogelijk te kunnen blijven realiseren heeft het Ministerie
van Buitenlandse Zaken gekozen om de aan de posten gedelegeerde budgetten voor publieksdiplomatie
in te zetten voor strategische projecten die de Nederlandse waarden uitdragen en bijdragen
aan het versterken van de Nederlandse reputatie in het buitenland. In de beoordeling
van deze strategische projectvoorstellen zal onder meer rekening worden gehouden met
de regionale inzet en de prioritaire thema’s van het kabinet in het buitenland zoals
veiligheid, de Europese Unie, water en voedselzekerheid. Daarnaast moeten de projectvoorstellen
blijven bijdragen aan het versterken van brede internationale partnerschappen en de
Nederlandse brandpositionering.
Om het instrument publieksdiplomatie ook na 2025 nog strategisch in te kunnen blijven
zetten in het buitenland zal er in 2025 een herijking plaatsvinden.
102
Kunt u concreet toelichten waaruit de bezuiniging op de post programma ondersteuning
buitenlands beleid bestaat? Welke projecten of initiatieven zullen hierbij geraakt
worden?
Antwoord
Met de bezuiniging op het Programma Ondersteuning Buitenland Beleid (POBB) worden
geen reeds lopende projecten of initiatieven geraakt. De korting gaat ten koste van
de vrije ruimte (voor 2025 is van het totaalbudget van EUR 2,9 miljoen momenteel reeds
EUR 1,9 miljoen gecommitteerd door meerjarige activiteiten). Dat betekent dat er scherpe
keuzes zullen worden gemaakt, in het licht van het regeerprogramma.
103
Wat zijn de gevolgen van het samenvoegen van de MATRA- en Shirakafondsen, voor organisaties
die middelen uit deze fondsen ontvangen? Zal dit leiden tot bijvoorbeeld aangepaste
voorwaarden of andere wijzigingen?
Antwoord
Ik heb de samenvoeging van MATRA en Shirakafondsen in de begroting als voorbeeld genoemd
van fondsen met een vergelijkbare doelstelling die in het zicht van de taakstelling
zouden kunnen worden samengevoegd. Deze gedachte komt voort uit beheersmatige overwegingen
en de behoefte aan flexibel inzetbare instrumenten die na de bezuiniging nog enige
omvang hebben. Een besluit over de invulling van de bezuinigingen op non-ODA middelen
zal ik komend voorjaar nemen.
104
Wat bedoelt u met «een volgend begrotingsmoment» voor het samenvoegen van de MATRA-
en Shirakafondsen? Doelt u daarmee op de begroting voor 2026? Of zou dat ook een ander
moment kunnen zijn?
Antwoord
De bezuinigingen op deze instrumenten voor 2025 zijn verwerkt. In de begroting van
2026 zal ik de hogere bezuiniging op non-ODA verwerken en daarbij wijzigingen in het
non-ODA instrumentarium voorstellen. Mijn streven is om uw Kamer hierover voor de
indiening van begroting van 2026 te informeren.
105
Kunt u de concretisering van de beleidskeuzes binnen de bezuinigingen voor 2027 en
verder voor de begrotingsbehandeling met de Kamer delen, zodat de Kamer haar budgetrecht
ook kan inzetten?
Antwoord
Over de beleidskeuzes die ten grondslag zullen liggen aan de bezuinigingen op de non-ODA
middelen zal ik uw Kamer in de loop van 2025 informeren. Deze beleidskeuzes hangen
samen met de bezuinigingen op de ODA-middelen en de apparaatskosten, waaronder de
inrichting van het postennet. Dit vergt een zorgvuldige afweging waarin ik de komende
tijd met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp en andere departementen
gezamenlijk zal optrekken.
106
Welke gevolgen hebben de bezuinigingen op cybercrime? Wat gaat u minder doen dan nu?
En hoe staat dat in verhouding tot de juist toenemende dreigingen in het cyberdomein?
Antwoord
Nederland heeft de afgelopen jaren een programma van het United Nations Office on Drugs and Crime gefinancierd voor het versterken van de bestrijding van cybercriminaliteit in Centraal
en West-Afrika en Zuidoost Azië. Tevens heeft Nederland een programma van Parliamentarians for Global Action gefinancierd dat workshops organiseerde voor parlementariërs in Latijns-Amerika,
Afrika en de Pacific regio. Parlementariërs worden geïnformeerd over de Budapest Conventie
en aangemoedigd om hun land toe te laten treden tot het verdrag om internationale
samenwerking op het bestrijden van cybercriminaliteit te versterken. Deze twee programma’s
worden in 2025 afgebouwd.
Nederland blijft zich in bredere zin actief inzetten voor internationale processen
ter versterking van de aanpak van cybercriminaliteit, zoals we ook het afgelopen jaar
hebben gedaan met de onderhandelingen van het eerste VN Cybercrimeverdrag.
107
Welke feitelijke, praktische consequenties hebben de bezuinigingen op de MATRA- en
Shiraka-fondsen op de doelen ten aanzien van de bevordering van democratie, stabiliteit
en migratie in de MENA-regio en ter ondersteuning van het behalen van de Kopenhagencriteria
in EU-kandidaatlanden, zoals Oekraïne?
Antwoord
Over het algemeen geldt dat ik scherpe keuzes zal maken in zowel landen als thema’s.
Hierdoor kunnen de doelstellingen en criteria ook voor de instrumenten MATRA en Shiraka
wijzigen.
108
Wat zijn de redenen voor de voorgestelde samenvoeging van de MATRA- en Shiraka-fondsen?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 103.
109
Op welke manier worden de doelen van het kabinet in focuslanden van MATRA en Shiraka
bij een samenvoeging gewaarborgd?
Antwoord
Ik kan nog niet vooruit lopen op de verlaging van de budgetten voor MATRA en Shiraka
vanaf 2026, en de impact die dit zal hebben op de programma’s.
110
Worden de MATRA- en Shiraka-gelden na samenvoeging volgens dezelfde verdeelsleutel
gespreid over enerzijds MENA-landen en anderzijds EU-kandidaatlidstaten?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 109.
111
Heeft uw ministerie de resultaten van de MATRA- en Shiraka-fondsen afgelopen vijf
jaar positief beoordeeld?
Antwoord
Het centrale en decentrale programma van het Matra-fonds zijn het afgelopen jaar door
de directie Internationaal Onderzoek Beleidsevaluatie (IOB) geëvalueerd. Het rapport
en mijn beleidsreactie hierop is op 8 november met u gedeeld. Het Matra Rule of Law
Trainingsprogramma is in 2023 extern geëvalueerd en positief beoordeeld. Het Shiraka-fonds
is vanaf 2016 op verschillende onderdelen telkens positief geëvalueerd. Dit geldt
voor zowel de interne als de externe evaluaties, die zijn uitgevoerd.
112
Zijn MATRA- en Shiraka-fondsen effectieve manieren om vanuit Nederland bij te dragen
aan de bevordering van de rechtsstaat in EU-kandidaatlidstaten en ter ondersteuning
van maatschappelijke en rechtsstatelijke ontwikkeling in de MENA-regio?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 111. In de bijbehorend beleidsreactie staat ook hoe het
Matra-programma zal worden ingezet ten behoeve van de rechtsstaatsontwikkeling in
(potentiële) kandidaat-lidstaten voor de EU. Het Shiraka-programma heeft jarenlange
expertise op het gebied van maatschappelijke en rechtsstatelijke ontwikkeling in de
MENA-regio. Shiraka heeft in de regio een goede reputatie opgebouwd als ontwikkelingspartner.
113
Over welke landen gaat het MATRA-fonds, als er zowel ODA- als non-ODA-geld naartoe
gaat?
Antwoord
Het Matra fonds richt zich op Albanië, Armenië, Azerbaijan, Belarus, Bosnië-Herzegovina,
Georgië, Kosovo, Moldavië, Montenegro, Noord-Macedonië, Oekraïne, Servië en Turkije.
Er is een percentage van het Matra-budget geclassificeerd als ODA. Dit wordt niet
per projectbijdrage uitgesplitst. Alle Matra-landen zijn door de OESO aangemerkt als
landen die ODA-middelen kunnen ontvangen.
114
Worden er ook kosten voor het organiseren van de NAVO-Top in 2025 door de NAVO zelf
vergoed? Zo ja, om welke bedragen gaat het?
Antwoord
De kosten voor de organisatie van een NAVO-top worden gedragen door het organiserende
land. Doordat de top elke keer plaatsvindt in een ander land, worden de kosten eerlijk
verdeeld onder bondgenoten. Het organiseren van een NAVO-top is dus ook een vorm van
burden sharing en het nemen van bondgenootschappelijke verantwoordelijkheid. Het is voor het eerst
dat een NAVO-top in Nederland plaatsvindt sinds de oprichting van de NAVO ruim 75
jaar geleden. De NAVO financiert wel de eigen uitgaven, bijvoorbeeld hotelkosten voor
de NAVO-medewerkers en de -beveiligers van de zalen waar de staatshoofden en regeringsleiders
vergaderen.
115
Heeft u ergens al aangegeven welke Europese uitgaven verminderd kunnen worden bij
deze inzet op minder afdrachten?
Antwoord
De budgettaire kabinetsinzet voor het volgende Meerjarig Financieel Kader (MFK) is
vastgelegd in het Hoofdlijnenakkoord (HLA) en het Regeerprogramma. In het HLA is opgenomen
dat het kabinet de in de Nederlandse raming voorziene stijging van de nationale afdracht
wil beperken. Dit is niet hetzelfde als een inzet op lagere afdrachten, maar een beperking
van de stijging van de nationale afdracht. Het kabinet zal in de aanloop naar de onderhandelingen
over het volgende MFK haar positie bepalen. Die onderhandelingen starten naar verwachting
medio 2025, op basis van een voorstel van de Europese Commissie.
116
Wordt er reeds geadviseerd over de gevolgen van lagere invoerrechten en de consequenties
hiervan voor de EU-begroting? Zo ja, is hierover naar de Kamer gecommuniceerd?
Antwoord
De hoogte van de invoerrechten hangt af van een reeks aan factoren, die op dit moment
nog onzeker zijn. De systematiek van de EU-begroting voorziet erin dat lagere ontvangsten
bij de invoerrechten automatisch worden gecompenseerd door een hogere bni-afdracht
(de afdracht die gebaseerd is op het bruto nationaal inkomen van een lidstaat). Lagere
invoerrechten hebben dus geen directe consequenties voor de EU-begroting, maar hebben
wel een gevolg voor de omvang van de bni-afdrachten. Uw Kamer is over de lager dan
verwachte invoerrechten geïnformeerd in de Ontwerpbegroting voor 2025.12
117
Kunt u de uitwerking van de enorme bezuiniging op het postennet ruim voor de begrotingsbehandeling
met de Kamer delen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Momenteel is een werkgroep aangesteld om de mogelijkheden voor de invulling van apparaatstaakstelling
voor het departement en het postennetwerk in kaart te brengen. Buitenlandse Zaken
heeft geen uitvoeringsorganisaties waardoor de volledige taakstelling – in tegenstelling
tot andere departementen – moet worden ingevuld op het departement (kerndepartement
en posten). Zie ook het antwoord op vraag 88.
118
Kunt u aangeven op basis van welke criteria bepaald wordt hoe de 22 procent taakstelling
op het ambtelijk apparaat wordt ingevuld?
Antwoord
Op dit moment wordt het proces van de taakstelling uitgewerkt. Er zal een efficiencyslag
plaatsvinden, en er zullen inhoudelijke keuzes worden gemaakt. De inhoudelijke keuzes
vinden de basis in bestaande analyse over de veranderende wereldorde, die ook in het
Regeerprogramma worden benoemd. De vertaling daarvan naar de taakstelling op organisatieniveau
zal de komende maanden worden uitgewerkt.
119
Kunt u concreet aangeven welke taken/werkzaamheden niet meer uitgevoerd gaan worden
vanwege de taakstelling van 22 procent op het ambtelijk apparaat?
Antwoord
Zie ook antwoord vraag 118. Er zullen inhoudelijke keuzes worden gemaakt, mede op
basis van het Regeerprogramma, en er zal een efficiencyslag worden gemaakt (bijv.
door slimmer organiseren, vereenvoudiging van werkprocessen). Dit wordt de komende
maanden verder uitgewerkt.
120
Op welke wetgeving in welke landen is aangedrongen – ter naleving of ter aanvulling
– als het gaat om vrijheid van religie en levensovertuiging?
Antwoord
Nederland zet zich wereldwijd in voor het versterken van de vrijheid van religie en
levensovertuiging en benut hiervoor diverse kanalen, zowel via bilaterale contacten,
zoals politieke consultaties, als via multilaterale fora zoals de Universal Periodic Review (UPR) in de VN-mensenrechtenraad en EU-mensenrechtendialogen. De aanbevelingen worden afgestemd op de specifieke situatie in elk
land. Enkele voorbeelden van landen waar Nederland zich inzet voor wetgeving en maatregelen
ter bevordering van religieuze vrijheid zijn Pakistan en Nigeria.
In juli 2024 nam Nederland deel aan een demarche van een aantal gelijkgezinde landen
in Islamabad om Pakistan aan te spreken op recente incidenten van geweld en vervolging
door religieus en/of sektarisch extremisme. Daarbij werd aangedrongen op naleving
van Pakistan’s grondwettelijke en internationale verplichtingen om de rechten van
alle burgers te beschermen. Tijdens de UPR in 2023 heeft Nederland Pakistan aanbevolen
om juridische en praktische maatregelen te nemen om misbruik van blasfemiewetten te
voorkomen en religieuze intolerantie te bestrijden. Deze zorgen zijn ook aangekaart
in bilaterale gesprekken met Pakistaanse autoriteiten.
Tijdens de UPR in januari 2024 heeft Nederland naar aanleiding van geweld tegen gelovigen
in Nigeria aanbevolen om ten behoeve van de uitoefening van de vrijheid van religie
en geloofsovertuiging de veiligheid in alle regio’s van Nigeria te vergroten. Nederland
heeft ook de aanbeveling gedaan om de accountability voor schendingen van dit mensenrecht
te versterken. In april heeft Nederland tijdens ontmoetingen met de Nigeriaanse president
en Minister van Buitenlandse Zaken aandacht gevraagd voor de criminalisering van blasfemie
en gepleit voor afstraffing van de doodstraf die daarop staat. Op 10 september heeft
Nederland een verklaring in de Mensenrechtenraad uitgesproken, waarin Nigeria werd
opgeroepen om onder meer de veiligheid en bescherming van burgers te vergroten zodat
zij hun recht op religieuze vrijheid kunnen uitoefenen.
121
Waarom kiest u voor bezuinigingen op het Mensenrechtenfonds?
Antwoord
Zoals overeengekomen in het Hoofdlijnenakkoord wordt bezuinigd op ODA-, non-ODA- en
de apparaatsbudgetten. Gezien het belang van het Mensenrechtenfonds en de leidende
rol die Nederland speelt op een aantal prioritaire thema’s is de bezuinigingsopgave
m.b.t. het non-ODA gedeelte van het Mensenrechtenfonds voor 2025 relatief verminderd.
Voor 2026 en verder zullen beleidskeuzes gemaakt moeten worden om de bezuinigingen
(ODA en non-ODA) op het Mensenrechtenfonds uit te werken.
122
Welke feitelijke, praktische consequenties hebben de bezuinigingen van bijna 25 procent
in 2025 en meer dan 30 procent vanaf 2026 op artikel 1.2 (Bescherming en bevordering
van mensenrechten) op de traditioneel sterke Nederlandse positie op het gebied van
mensenrechten?
Antwoord
De speciale aandacht voor de mensenrechtenprioriteiten waarop Nederland expertise,
netwerk en profiel heeft opgebouwd is doorweven in de brede mensenrechtenaanpak en
het Nederlandse buitenlandbeleid. Internationale normstelling, het behouden van draagvlak
voor mensenrechten (door deze bilateraal en multilateraal uit te dragen) en het houden
van structurele dialogen met mensenrechtenorganisaties zijn voorbeelden van de aanpak
ter bevordering van deze prioriteiten met andere instrumenten dan financiële.
Tegelijkertijd blijft het Mensenrechtenfonds een belangrijk instrument voor de uitvoering
van het Nederlandse mensenrechtenbeleid. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag
95 bestaat het Mensenrechtenfonds uit een centraal deel dat beheerd wordt in Den Haag
en een decentraal deel, dat beheerd en uitgevoerd wordt door de posten.
Met het centrale gedeelte van het fonds wordt het subsidiekader Safety of Voices gefinancierd voor de periode 2023–2027. Met dit programma zet Nederland zich wereldwijd
in voor de veiligheid van mensenrechtenverdedigers online en offline. Omdat is gekozen
om eerder aangegane contracten en verplichtingen niet open te breken hebben de bezuinigingen
op het centrale gedeelte van het Mensenrechtenfonds voor 2025 nog geen gevolgen. De
bezuinigingen op het centrale Mensenrechtenfonds vanaf 2028 en verder moeten nog worden
uitgewerkt.
Via het decentrale Mensenrechtenfonds stelt Nederland, als een van de weinige landen,
middelen direct beschikbaar aan het postennet. De posten kunnen besluiten hoe deze
middelen ingezet worden om lokale organisaties te steunen die zich inspannen voor
mensenrechten. Dit deel van het Mensenrechtenfonds is in 2025 geraakt door de bezuinigingen
zoals aangegeven in het antwoord op vraag 95.
Gezien het belang van het Mensenrechtenfonds is de bezuinigingsopgave m.b.t. het non-ODA
gedeelte van het fonds voor 2025 relatief verminderd. De exacte gevolgen van de bezuinigingen
voor 2026 en verder moeten nog worden uitgewerkt en zijn nog niet te voorspellen.
123
Welk effect hebben de voorgenomen bezuinigingen op het Mensenrechtenfonds in 2025
op de steun aan het maatschappelijk middenveld in Rusland?
Antwoord
Het kabinet blijft via het Mensenrechtenfonds het Russische maatschappelijk middenveld
steunen. Wel zal in 2025 het gedelegeerde budget voor het Russische maatschappelijk
middenveld lager liggen dan in 2024 (EUR 550.000 in 2025 ten opzichte van EUR 810.000
in 2024). Daarmee zal de omvang en impact van de Nederlandse steun krimpen.
124
Waar bestaat de juridische verplichting uit ten aanzien van de bijdrage aan het Internationaal
Strafhof onder artikel 1.1? Voor welke periode is deze verplichting aangegaan en wat
zijn de consequenties bij het niet-nakomen van deze verplichting?
Antwoord
De onder artikel 1.1 genoemde bedragen betreffen de verplichte jaarlijkse contributie
aan het Internationaal Strafhof (ISH). De hoogte van deze contributie hangt af van
het budget dat door de Vergadering van verdragspartijen aan het ISH wordt toegekend
en de door het ISH gehanteerde verdeelsleutel. In 2022 is een deel van de verplichte
contributie vooruitbetaald, vanwege een toenmalig tekort aan liquiditeit bij het Hof.
Dit verklaart het verschil tussen de bedragen voor 2022 en 2023. Het voldoen van de
jaarlijkse contributie is een verdragsverplichting. In gebreke blijven kan o.a. leiden
tot het verlies van stemrecht in de Vergadering van verdragspartijen.
125
Waarom wordt, los van de bijdrage aan het Internationaal Strafhof onder artikel 1.1,
nog eens 730.000 euro aan het Internationaal Strafhof gegeven onder artikel 1.3? Waar
is deze bijdrage voor bedoeld en in hoeverre is deze bijdrage juridisch verplicht?
Antwoord
Nederland is zowel één van de 124 partijen bij het Statuut van Rome als het gastland
van het Internationaal Strafhof (ISH).
Alle partijen bij het Statuut van Rome zijn verplicht om een jaarlijkse contributie
aan het ISH te betalen, conform een financiële verdeelsleutel die is gebaseerd op
de financiële verdeelsleutel van de Verenigde Naties. Deze bijdrage is zichtbaar onder
Artikel 1.1 van de begroting van Buitenlandse Zaken.
Het onder Artikel 1.3 genoemde bedrag houdt verband met de regeling die Nederland
als gastland met het ISH heeft getroffen ten behoeve van de huisvesting van het Hof.
Dit is een juridisch verplichte bijdrage vanuit het gastland.
126
Worden de financiële bijdragen aan het Internationaal Strafhof nog steeds vooruit
betaald? Zo ja, waarom?
Antwoord
Voor dit jaar is niet voorzien dat een deel van de verplichte contributie vooruit
zal worden betaald. De experts van het door de verdragspartijen ingestelde Committee on Budget and Finance hebben recentelijk ook aangegeven dat het onwaarschijnlijk is dat het Internationaal
Strafhof aan het einde van dit jaar zal kampen met een tekort aan liquide middelen.
127
Kunt u concreet maken wat de gevolgen zijn van de bezuinigingen op het Mensenrechtenfonds?
Welke programma’s zullen hierdoor worden stopgezet? En bent u voornemens om verder
te prioriteren binnen de prioritaire thema’s? Zo ja, welke thema’s zijn dat?
Antwoord
Zie hiervoor het antwoord op vraag 95, 121 en 122. De bezuinigingen op het decentrale
mensenrechtenfonds voor 2025 zijn naar rato verdeeld binnen de beschikbare budgettaire
ruimte. Voor 2026 en verder zullen beleidskeuzes gemaakt worden om de bezuinigingen
op het Mensenrechtenfonds uit te werken. Deze worden in de loop van volgend jaar uitgewerkt.
128
Welke gevolgen zullen de bezuinigingen op het Mensenrechtenfonds hebben op de subsidies
voor maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor persvrijheid?
Antwoord
Via het mensenrechtenfonds-subsidiekader Safety for Voices worden maatschappelijke organisaties Free Press Unlimited en Reporters Without Borders gesteund tot en met 2027. Omdat is gekozen om eerder aangegane contracten en verplichtingen
niet open te breken hebben de bezuinigingen voor deze organisaties tot 2028 geen gevolgen.
Het decentrale Mensenrechtenfonds is wel al geraakt door de bezuinigingen. Dit fonds
wordt door ambassades ingezet om lokale organisaties te steunen die zich inzetten
voor de mensenrechtenprioriteiten, inclusief de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid.
De exacte gevolgen van de bezuinigingen zijn nog niet te voorspellen, maar dat er
minder middelen zijn om deze organisaties te steunen is zeker.
129
Is het beleidsadvies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan het Ministerie
van Justitie en Veiligheid en/of het Ministerie van Asiel en Migratie veranderd nadat
het Russische hooggerechtshof de zogenaamde «LGBTQ-beweging» in november 2023 tot
extremistisch heeft bestempeld? Zo ja, hoe?
Antwoord
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken geeft geen beleidsmatig advies omtrent het asielbeleid
aan de Minister van Asiel en Migratie. Voor zover u bedoelt te vragen of de Minister
van Asiel en Migratie wijzigingen heeft doorgevoerd in het landgebonden asielbeleid
Rusland sinds de uitspraak van het Russische Hooggerechtshof kan ik u mededelen dat
dit niet het geval is. Het landgebonden asielbeleid Rusland behoort tot het beleidsterrein
van de Minister van Asiel en Migratie.
Voor zover u bedoelt te vragen of er een nieuw ambtsbericht is verschenen op basis
waarvan de situatie van LHBTIQ+ in Rusland is aangepast kan ik u mededelen dat dit
nog niet het geval is. Er wordt momenteel gewerkt aan een nieuw ambtsbericht met een
specifieke focus op critici, opposanten, militairen en LHBTIQ+. Dit ambtsbericht zal
naar verwachting het eerste kwartaal van 2025 verschijnen.
130
Bent u voornemens om de vrijwillige geoormerkte bijdrage aan het landenkantoor van
het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens (OHCHR) in de Palestijnse
Gebieden in 2025 te verlengen?
Antwoord
Dit betrof een extra eenmalige vrijwillige bijdrage specifiek ten bate van het landenkantoor
in de Palestijnse Gebieden voor hun monitoringstaken in het licht van het geweld tussen
Israël en Hamas dat begon met de terreuraanval van Hamas op 7 oktober 2023. Deze bijdrage
kwam bovenop de bestaande jaarlijkse vrijwillige bijdrage aan de OHCHR. Er is momenteel
geen nieuwe additionele bijdrage voorzien, maar de jaarlijkse vrijwillige bijdrage
wordt onverminderd voortgezet.
131
Gaat u vanaf 2025 de OHCHR met hetzelfde bedrag als afgelopen jaren meerjarig ongeoormerkt
steunen?
Antwoord
Het kabinet zal de OHCHR ook in 2025 ongeoormerkt blijven steunen. In het licht van
de bezuinigingen zal deze bijdrage lager uitvallen dan oorspronkelijk voorzien. Over
bezuinigingen in 2026 en verder zal op een later moment worden besloten.
132
Waarom besluit u om met 65 procent te bezuinigen op de bestrijding van internationale
criminaliteit en terrorisme?
Antwoord
De bezuinigingen op de non-ODA middelen treffen ook het CT-budget en hebben tot gevolg
dat er scherpe keuzes moeten worden gemaakt. Hoewel internationaal terrorisme nog
altijd een forse bedreiging vormt voor onze veiligheid, zijn, zeker sinds de Russische
agressie-oorlog tegen Oekraïne, geopolitieke concurrentie en statelijke dreiging het
dominante paradigma op veiligheidsgebied. De dreiging van terrorisme is echter nog
altijd aanwezig, zo blijkt ook uit het meest recente Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland
(niveau 4, met ISKP als grootste dreiging). Het kabinet blijft daarom internationaal
inzetten op het gebied van contraterrorisme. Door een actieve diplomatieke inzet,
beperktere en gefocuste financiële ondersteuning, en waar nodig veiligheidsinzet,
blijft Nederland een geloofwaardige en betrouwbare partner in de strijd tegen terrorisme
en gewelddadig extremisme.
133
Wat verklaart de algehele daling van de budgetten op het gebied van cybersecurity
in 2025? Is dit een indicatie dat de dreiging van cyberaanvallen afneemt of worden
er alternatieve maatregelen genomen om de Nederlandse cyberveiligheid te waarborgen?
Antwoord
In het licht van de taakstelling wordt bezuinigd op de fondsen voor de internationale
inzet op cyberveiligheid. Deze bezuiniging raakt niet aan de inzet op nationale cyberweerbaarheid
en -veiligheid.
De dreiging van cyberaanvallen voor Nederland neemt niet af. Dit blijkt ook uit de
jaarverslagen van de diensten en het Cybersecurity Beeld Nederland.
Aanvullend aan de nationale inzet gaat de diplomatieke inzet om cyberdreigingen tegen
te gaan onverminderd door. Cyberdiplomatie draagt bij aan de digitale veiligheid en
weerbaarheid van Nederland. Denk daarbij aan het openbaar maken van kwaadwillende
cyberoperaties, het opzetten van partnerschappen met gelijkgezinde landen om gezamenlijk
cyberdreigingen het hoofd te bieden en versterking van de slagkracht van EU en NAVO
om op cyberdreigingen te kunnen reageren. Nederland blijft ook actief bijdragen aan
de implementatie en verdere ontwikkeling van internationale afspraken in het cyberdomein
alsook de aanpak van cybercriminaliteit.
134
Daar waar in tabel 8 onder 2.1 (bijdrage aan internationale organisaties) een afdracht
vermeld staat aan de in 2011 opgeheven West-Europese Unie (WEU) tot 2028, om welke
soort van afdracht gaat het hier en wie is ontvanger?
Antwoord
Nederland draagt bij aan de resterende financiële verplichtingen en administratieve
taken van de West-Europese Unie (WEU). Na het opheffen van de WEU in juli 2011 voert
het Satellietcentrum van de Europese Unie (SATCEN) deze taken uit namens de tien WEU-lidstaten.
Deze taken omvatten onder meer het beheer van de pensioenen van de voormalige personeelsleden
van de WEU, het beheer van de ziektekostenverzekering van de gepensioneerde voormalige
personeelsleden en het beheer van het sociaal plan van de WEU. Deze taken zijn neergelegd
in Raadsbesluit 2014/401/GBVB van 26 juni 2014.
135
Waarom heeft u nog geen geld gereserveerd voor gastlandzaken ten behoeve van Oekraïne
na 2026?
Antwoord
Financiële ondersteuning specifiek vanuit het gastland ten behoeve van Oekraïne omvat
een aantal zaken. Het gaat om financiële steun voor het reeds in Nederland gevestigde
Schaderegister voor Oekraïne, financiële steun ten behoeve van de oprichting van een
compensatiemechanisme voor Oekraïne, en de reservering van financiële middelen voor
een mogelijk toekomstig agressietribunaal in Den Haag. Voor het Schaderegister is
Nederland reeds gastland, voor een compensatiemechanisme en een tribunaal heeft Nederland
het gastlandschap aangeboden.
Financiële ondersteuning vanuit het gastland aan het Schaderegister voor Oekraïne
en een op te richten claimscommissie voor Oekraïne is meerjarig gedekt met een structurele
bijdrage van 0.5 miljoen EUR per jaar. Deze bijdrage valt onder het budget voor Accountability
Oekraïne.
Er is tevens EUR 66 miljoen gereserveerd voor de oprichting van een mogelijk agressietribunaal
waar voor Nederland gastlandschap heeft aangeboden als er voldoende internationale
politieke en financiële steun is. Indien het agressietribunaal wordt opgericht zullen
deze middelen voorzien in de geschatte, initiële opstartkosten (waaronder huisvesting
en verbouwingskosten). Omdat onderhandelingen over de oprichting van dit tribunaal
momenteel lopen en het Nederlandse gastlandschap niet bevestigd is, betreft dit een
financiële reservering die zich voorlopig beperkt tot twee jaar.
136
Welke feitelijke, praktische consequenties heeft de bezuiniging van ruim 40 procent
op het stabiliteitsfonds voor conflictpreventie, stabiliteit en migratie in de landen
rondom Europa?
Antwoord
Het Stabiliteitsfonds financiert projecten op het snijvlak van vrede, veiligheid en
ontwikkelingssamenwerking in landen en regio’s die dreigen af te glijden naar een
gewelddadig conflict, zich in een conflict bevinden of waar zich een conflict voltrokken
heeft. Het Stabiliteitsfonds richt zich specifiek op regio’s waar stabiliteit voor
Nederland van groot belang is, zoals aan de randen van Europa. De kracht van het Stabiliteitsfonds
is de snelle en flexibele inzetbaarheid, en mede daarom is het een veelvoudig gebruikt
instrument van onze posten in het buitenland. In 2025 is er een bezuiniging van 24%
doorgevoerd op het totale budget van het Stabiliteitsfonds (op de ODA-toekenning is
10% in mindering gebracht en op de non-ODA toekenning 46%) waardoor het budget van
EUR 80.130.000 is teruggebracht naar EUR 60.903.000. Via het non-ODA deel kan het
fonds nog steeds bij dragen aan bijvoorbeeld (civiele) missies, inzet op het gebied
van het voorkomen van gewelddadig extremisme, en ondersteuning van de veiligheidssectoren
in instabiele landen. Via het Stabiliteitsfonds levert Nederland ook een fair share-bijdrage aan EU-missies. Ondanks de bezuinigingen zal Nederland dit blijven doen.
Het fonds draagt via het ODA-deel onder meer bij aan humanitaire ontmijning, Women,
Peace and Security, ondersteuning van Yezidi-vrouwen, of het mogelijk maken van de
re-integratie van door IS weggejaagde ontheemden in Iraakse gemeenschappen. De bezuinigingen
tasten vooral de ruimte en flexibiliteit van het stabiliteitsfonds aan die nodig is
om snel en effectief te reageren op crises en conflicten aan de randen van Europa.
Flexibele bijdragen van het fonds, bijvoorbeeld de financiering van DNA-kits om hereniging
van Oekraïense families mogelijk te maken, zullen wel mogelijk blijven maar met lagere
bijdragen. In het algemeen kan worden gesteld dat Nederland substantieel blijft bijdragen,
maar scherpere keuzes zullen zijn vereist.
137
Wat is de uitgave van 7,2 miljoen euro onder het kopje «overige» onder artikel 2.4?
Antwoord
Het bedrag van EUR 7,2 miljoen in 2024 betreft nog onverdeelde non-ODA middelen die
tijdelijk zijn geplaatst onder «Overige» bij begrotingsartikel 2.4. Het bedrag van
EUR 7,2 miljoen wordt verder verdeeld in de BZ Tweede Suppletoire Begroting 2024.
Daar wordt uw Kamer dan over geïnformeerd.
138
Vanuit welk artikel werden uitgaven voor «inzet hoog-risico posten» gedaan in 2023
en 2024?
Antwoord
De uitgaven aan de «inzet voor hoog-risico posten» is in 2023 en 2024 ook vanuit hetzelfde
begrotingsartikel (artikel 2.4) gedaan. Zoals in de toelichting onder de tabel op
pagina 34 van de memorie van toelichting BZ 2025 is opgenomen, voert het Ministerie
van Defensie deze taken uit. Daarom worden de middelen in het lopend jaar overgeheveld
naar de Defensiebegroting en staan ze niet meer als realisatiebedrag op de BZ begroting.
139
Kunt u concreet toelichten waar de bezuiniging op het MATRA-fonds uit zal bestaan?
Welke projecten of initiatieven binnen dit programma zullen verdwijnen?
Antwoord
In 2025 zal het Matra-budget na de korting nog steeds EUR 1 mln hoger uitvallen dan
het reguliere budget van EUR 11,8 mln. Het betekent in 2025 dus een korting op een
eerder geplande intensivering. Van kortingen zijn de posten in een aantal landen (zoals
Oekraïne) uitgezonderd en is er ook niet gekort op al gestarte projecten. Ten opzichte
van de geplande activiteiten in 2025 zal er voor het EU-vetting project in Moldavië
daarom budget vanuit het stabiliteitsfonds naar dit Matra-project gaan om deze korting
op te vangen.
140
Kunt u concreet toelichten waar de bezuiniging op het Shiraka-fonds uit zal bestaan?
Welke projecten of initiatieven binnen dit programma zullen verdwijnen?
Antwoord
Ik kan nog niet vooruit lopen op de verlaging van de budgetten voor Shiraka vanaf
2026 en de impact die dit zal hebben op het programma.
141
Is er reeds gesproken met het Nederlands Helsinki Comité over wat de bezuinigingen
op termijn gaan betekenen? Welk percentage van de begroting van het comité valt weg
door deze bezuiniging?
Antwoord
De Minister van Buitenlandse Zaken heeft op 26 augustus 2024 met het Breed Mensenrechtenoverleg
(BMO) gesproken, waaronder over de aankomende bezuinigingen. Het Nederlands Helsinki
Comité (NHC) is lid van het BMO. Er heeft geen separaat gesprek met het NHC plaatsgevonden
over wat de bezuinigingen op termijn gaan betekenen. Lopende juridische contracten
en verplichtingen worden gerespecteerd. Nieuwe verplichtingen worden bezien in de
context van de dan geldende financiële en beleidsmatige kaders.
142
Kunt u nader toelichten waar het eenmalig vrijgemaakte bedrag van 10 miljoen euro
voor humanitaire hulp aan Oekraïne aan besteed zal worden?
Antwoord
Deze EUR 10 miljoen wordt extra ter beschikking gesteld voor humanitair ontmijnen
in Oekraïne, en is afkomstig uit de toegekende middelen uit de Voorjaarsnota 2024
voor hulp aan Oekraïne in 2024 en 2025. Dit bedrag is ook benoemd in de brief aan
uw Kamer van 2 september jl. over intensivering van de Nederlandse steun aan de Oekraïense
infrastructuur (kst-36 045, nr. 185). Nederland draagt op meerjarige basis bij aan humanitair ontmijnen in Oekraïne.
De daarvoor bestemde bedragen zijn voor het overige geïntegreerd in het begrotingssubartikel
«2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband»,
regel «Stabiliteitsfonds» van Hoofdstuk V van de Rijksbegroting voor Buitenlandse
Zaken. Nederland heeft sinds februari 2022 ruim EUR 38 mln in humanitair ontmijnen
geïnvesteerd. De additionele EUR 10 miljoen in 2025 waar deze vraag op doelt komt
daar bovenop. Nederland draagt ook aanzienlijk bij aan humanitaire hulp voor Oekraïne.
Deze bijdragen vormen onderdeel van Hoofdstuk XVII van de Rijksbegroting voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingshulp.
143
Wat betekenen de bezuinigingen op contraterrorisme voor de Nederlandse inspanningen
in multilateraal verband, zoals de Nederlandse deelname aan het Global Counterterrorism
Forum en de Global Coalition against ISIS?
Antwoord
De bezuinigingen op de non-ODA middelen treffen ook het Counter Terrorism-budget en hebben tot gevolg dat er scherpe keuzes moeten worden gemaakt. De uitwerking
van de taakstelling op de non-ODA-middelen van Buitenlandse Zaken vindt momenteel
plaats. Het uitgangspunt van het kabinet is dat Nederland de positie in deze coalities
behoudt en een geloofwaardige en proactieve partner blijft. Dit is ook met het oog
op een goede Nederlandse informatiepositie en de nationale veiligheid van groot belang.
144
Hoe definieert u «slagvaardig» in de zin van het GBVB?
Antwoord
In een onzekere en instabiele wereld is Nederland gebaat bij een sterke EU die geopolitiek
doortastend kan optreden. Dit vergt onder andere een meer concurrerende, robuuste
Europese economie zodat we niet alleen politieke, maar ook de economische slagkracht
hebben om ons met andere economische grootmachten te meten en onze belangen te behartigen.
Bovendien dienen risicovolle strategische afhankelijkheden gemitigeerd te worden,
waarbij de EU het belangrijkste handelingsniveau is. Een sterk veiligheids- en defensiebeleid,
en een sterke defensie industrie zijn daarnaast van groot belang. Recente Kamerbrieven
over de EU defensie-industrie, economische veiligheid en het Draghi-rapport zijn hier
reeds op ingegaan.
Een EU met een slagvaardig buitenlandbeleid is ook een EU die eensgezind te werk gaat
om de waarden en belangen van de EU en EU-lidstaten te verdedigen en bevorderen. Dit
vereist betere samenwerking tussen EU instellingen en lidstaten en meer samenhang
tussen de beleidsterreinen, zoals diplomatie, veiligheid, migratie, handel en ontwikkelingshulp.
Nederland pleit daarom voor een stevigere coördinerende rol van de nieuwe Hoge Vertegenwoordiger,
tevens Vice-President van de Europese Commissie, voor het brede EU-buitenlandbeleid.
Dit moet zich onder andere vertalen in effectieve partnerschappen met landen de buurregio’s
en steun voor de EU Global Gateway aanpak. Ook is verbeterde strategische communicatie
van de EU van belang om eenduidige boodschappen af te kunnen geven over de samenwerking
met andere landen.
145
Hoe groot acht u de kans dat Nederland tegemoet wordt gekomen in het verlagen van
haar afdracht aan de EU? Waar baseert u dat op?
Antwoord
Het behalen van de Nederlandse inzet op het Meerjarig Financieel Kader (MFK) is afhankelijk
van de uitkomsten van de nog te beginnen onderhandelingen. Het is daarom niet mogelijk
om nu al een uitspraak te doen over de kans dat deze inzet wordt behaald. Zoals in
de beantwoording van vraag 65 is toegelicht, betreft de budgettaire inzet een beperking
van de geraamde stijging van de afdrachten aan de EU vanaf het volgende MFK (periode
2028–2035).
146
Welke stappen heeft u reeds gezet om te komen tot een lagere afdracht aan de EU? Indien
u nog geen stappen heeft gezet, wanneer bent u van plan dit te doen?
Antwoord
De onderhandelingen over het volgend MFK zijn nog niet begonnen. Het kabinet zet in
op een acceptabele omvang van het MFK en een voor Nederland acceptabel aandeel in
de nationale bijdragen via het eigenmiddelenbesluit. Dit draagt het kabinet op verschillende
niveaus en in diverse gremia en gesprekken uit.
147
Indien het niet lukt om een lagere afdracht aan de EU te regelen, hoe bent u dan voornemens
de reeds ingeboekte lagere afdracht te dekken? En hoe gaat u voorkomen dat dit de
internationale positie van Nederland nog verder in het geding brengt?
Antwoord
Het hoofdlijnenakkoord specificeert dat de noodremafspraak voor de uitgaven van toepassing
is als de budgettaire MFK inzet niet wordt gehaald. Dat wil zeggen dat de uitgaven
van alle begrotingen naar rato van de grondslag worden verlaagd in de situatie dat
een besparingsverlies zich voordoet.
148
Wat verklaart de schommelingen omhoog en omlaag op de bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds?
Antwoord
Het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) liep af in 2021 en werd buiten de EU-begroting
gefinancierd. Met ingang van 2021 is het EOF opgegaan in twee instrumenten, het Instrument
voor Nabuurschap, Ontwikkeling en Internationale Samenwerking (NDICI) en het LGO-besluit
(Landen en Gebieden Overzee), die onder de EU-begroting vallen. De bijdragen aan het
EOF op de BZ-begroting 2025 betreffen betalingen op reeds aangegane verplichtingen
van het 10e en 11e EOF die nog doorlopen. Er worden geen nieuwe verplichtingen aangegaan
onder het EOF. De bijdragen door de partijen onder het EOF worden ieder jaar voor
het daaropvolgende jaar vastgesteld door de Europese Commissie. Dit gebeurt aan de
hand van geactualiseerde schattingen van verplichtingen en betalingen, waardoor jaarlijkse
betalingen kunnen schommelen. Op basis van deze geactualiseerde raming worden, indien
nodig, de Nederlandse afdrachten aan het EOF bijgesteld.
149
Daar waar u schrijft «De strategische inzet van publieksdiplomatie door het postennetwerk
en BZ heeft als doel begrip en draagvlak te vergroten voor het geïntegreerde buitenlandbeleid
(HGIS) en het eenduidig versterken van de beeldvorming over Nederland bij buitenlandse
doelgroepen via de publieke band. De aanpak verstevigt het netwerk van beleidsbeïnvloeders
die kunnen sturen op de besluitvorming op voor Nederland relevante beleidsterreinen.»,
wat bedoelt u met publieksdiplomatie? Onder welke noemer valt het publiekelijk aankaarten
van zorgen over bijvoorbeeld de mensenrechtensituaties in een land?
Antwoord
Publieksdiplomatie is een strategisch instrument dat als doel heeft de Nederlandse
positie en reputatie in het buitenland te versterken. Dat wordt in lijn met de internationale
positioneringsstrategie van Nederland vormgegeven. Het postennet gebruikt publieksdiplomatie
als een strategische aanpak om de primaire HGIS-doelstellingen van Nederland in het
buitenland te kunnen realiseren. In de uitvoering wordt hierbij gewerkt vanuit internationale
partnerschappen waarbij het aangaan van de dialoog over de voor Nederland belangrijke
beleidsonderwerpen centraal staat. Hierbij wordt uitgegaan van het vinden van een
gemeenschappelijk uitgangspunt. Omdat publieksdiplomatie een investering is op de
lange termijn is het belangrijk dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het postennet
blijvend werken aan het uitbreiden, versterken en onderhouden van een internationaal
netwerk van beleidsbeïnvloeders en internationale partnerschappen. Hierbij is strategische
communicatie over voor Nederland belangrijke onderwerpen onmisbaar.
Zorgen over bijvoorbeeld de mensenrechten in een land kunnen op veel verschillende
manieren opgebracht worden in het diplomatieke contact. Publieksdiplomatie is een
van de instrumenten die kunnen worden ingezet.
150
Gaan Nederlandse diplomaten de waarden van Nederland uitdragen door onder andere diensten
te verlenen aan Chinese mensenrechtenverdedigers, hun rechtszaken bij te wonen en
door hen op andere manieren te ondersteunen?
Antwoord
Ja. Zie beantwoording vraag 84 m.b.t. het bijwonen door Nederland van rechtszaken
van Chinese mensenrechtenverdedigers. Nederland steunt het maatschappelijk middenveld,
waaronder Chinese mensenrechtenverdedigers, met vanuit het mensenrechtenfonds.13 Daarbij moet worden aangetekend dat dit grote zorgvuldigheid vraagt om te voorkomen
dat individuen extra risico lopen door contacten met buitenlandse vertegenwoordigers.
151
Vallen activiteiten ten behoeve van Chinese mensenrechtenverdedigers onder de consulaire
activiteiten in China waarop er volgens Tabel 15 in 2024–2029 wordt bezuinigd?
Antwoord
Nee. De Nederlandse ambassade en consulaten in China kunnen enkel voor Nederlandse
staatsburgers consulaire activiteiten uitvoeren.
152
Kunt u toelichten of de bezuiniging op de subsidie aan het Clingendael instituut enkel
betrekking heeft op specifieke projecten of in het algemeen geldt? Indien de bezuiniging
specifieke projecten betreft, over welke gaat het?
Antwoord
Op REKA (Russia and Eastern Europe Knowledge Alliance) zal in het komende jaar niet
worden bezuinigd. Er wordt op dit netwerk o.l.v. Clingendael bewust niet bezuinigd
omdat de kennis die hier wordt vergaard/geaggregeerd/gedeeld essentieel is voor het
buitenlandbeleid en de veiligheid.
153
Waarom is het bedrag voor de China-strategie eenmalig in 2023?
Antwoord
Het bedrag van EUR 29.000 voor de China-strategie voor 2023 dat in Tabel 15 van de
BZ-begroting vermeld staat, is ingezet om als Nederland bij te dragen aan het European
Think-tank Network on China (ETNC). Clingendael vertegenwoordigde Nederland bij het
ETNC in 2023 en 2024 van dit bedrag. Deze bijdrage aan Clingendael zal vanaf 2025
onder het China Kennisnetwerk worden gefinancierd.
154
Aangezien de Anton de Kom-leerstoel vanaf 2027 geen middelen meer ontvangt uit de
begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, wordt de leerstoel vanaf 2027
uit andere middelen gefinancierd?
Antwoord
De vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V)
voor het jaar 2025 laat zien dat tot en met 2028 middelen zijn gereserveerd voor de
Anton de Kom-leerstoel. De Anton de Kom-leerstoel is in het academisch jaar 2023–2024
van start gegaan. De subsidie heeft een looptijd van 5 jaar, tot en met 31 augustus
2028.
155
Wat is de stand van zaken ten aanzien van de aangiftes die u heeft gedaan vanwege
het lekken van vertrouwelijke informatie over de strijd tussen Israël en terreurgroep
Hamas?
Antwoord
Op 30 mei jl. heeft de Minister van Buitenlandse Zaken middels een Kamerbrief de Tweede
Kamer geïnformeerd over het interne lekonderzoek van het Ministerie. In diezelfde
brief is vermeld dat het OM op basis van de uitkomsten van voornoemd onderzoek, heeft
aangegeven geen aanvullend strafrechtelijk onderzoek te zullen uitvoeren.
156
Hoeveel personen op het departement hebben een dienstauto? Hoeveel dagen per jaar
wordt er gemiddeld gebruik gemaakt van de dienstauto?
Antwoord
Bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken hebben uitsluitend de twee bewindspersonen
een eigen dienstauto en chauffeurs. Daarnaast heeft Buitenlandse Zaken een pool van
chauffeurs die met dienstauto’s in totaal 9 zgn. vervoersgerechtigde ambtenaren kunnen
vervoeren.
Het gemiddelde gebruik van de dienstauto’s is als volgt:
– 2 bewindspersonen: 2 dienstauto’s waarvan gemiddeld 300 dagen per jaar gebruik wordt
gemaakt;
– overige vervoersgerechtigde (inclusief gebruik voor arbomedisch gebruik): 1 dienstauto
waarvan gemiddeld 300 dagen per jaar gebruik wordt gemaakt en wekelijks 2 dienstauto’s
waarvan gemiddeld 272 dagen per jaar gebruik wordt gemaakt.
157
Wat is de stand van zaken van de uitvoering van de motie-Veldkamp c.s. (Kamerstuk
21 501-20, nr. 1997) over bij verdragswijziging een clausule inbouwen waarmee een opt-out voor EU-afspraken
op het gebied van asiel en migratie mogelijk wordt?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 68.
158
Verwacht u binnen afzienbare tijd steun voor een verdragswijziging? En zo ja, verwacht
u dan steun voor een Nederlandse opt-out op het asielbeleid?
Antwoord
Momenteel is er geen draagvlak onder lidstaten voor het wijzigen van de EU-verdragen.
Een verdragswijziging is dan ook op dit moment niet aan de orde.
159
Welke opvolging is er reeds gegeven aan de motie-Diederik van Dijk c.s. (Kamerstuk
21 501-20, nr. 2080)? Wordt deze meegenomen richting nieuwe Europese wetgeving en komt het «one in, one
out»-principe ergens terug in de prioriteiten van de aankomende Europese Commissie,
voor zover die bekend zijn?
Antwoord
In juni van dit jaar heeft de Europese Raad de Strategische Agenda vastgesteld, om
richting te geven aan de politieke prioriteiten van de nieuwe Europese Commissie.
In aanloop daarnaartoe heeft Nederland aandacht gevraagd voor de noodzaak om administratieve
lasten en regeldruk te verminderen, onder meer door het opstellen van een non-paper
over betere regelgeving. Het «one in, one out» principe is specifiek meegenomen in
dit non-paper, dat ook door andere lidstaten is gesteund en dat op 14 juni is gedeeld
met de Kamer.14 In de Strategische Agenda wordt verwezen naar het belang van vermindering van administratieve
lasten. Verkozen voorzitter Von der Leyen heeft duidelijk gemaakt dat ook de nieuwe
Commissie dit als een prioriteit aanmerkt en zij is voornemens een uitvoerend vicevoorzitter
te benoemen die zorg moet dragen voor het versimpelen van regelgeving. De concrete
uitwerking hiervan zal na het aantreden van de nieuwe Commissie verder worden ingevuld.
160
Kunt u de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de motie-Paternotte/Boswijk
(Kamerstuk 32 735, nr. 385) nader toelichten?
Antwoord
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken onderzoekt momenteel mogelijkheden om in dat
kader relevante initiatieven in West-Afrika te steunen. Er is op de korte termijn
(2024–2025) een project in Burkina Faso in voorbereiding dat zich richt op het in
lokale talen informeren van de veelal gemarginaliseerde, jonge bevolking over maatschappelijke
onderwerpen, vergroten van mediageletterdheid, en steunen en trainen van de mediasector.
Voor inzet op de middellange termijn is het ministerie in gesprek met experts. Deze
inzet zal ook afhankelijk zijn van de beschikbare middelen voor de komende jaren.
161
Wanneer moet er een besluit vallen over het al dan niet verlengen van de GSP+ status
(«Generalised Scheme of Preferences Plus») van Pakistan?
Antwoord
Een mogelijke verlenging van de APS+ status van Pakistan is pas aan de orde wanneer
de herziene verordening over het Algemeen Preferentieel Stelsel (APS) in werking treedt.
De onderhandelingen over de herziening van de APS-verordening zijn echter nog niet
afgerond. Naar verwachting wordt hierover uiterlijk eind 2027 een akkoord bereikt,
wanneer de huidige verordening, die al een keer verlengd is, komt te vervallen.
162
Heeft Nederland reeds resoluties voorgesteld in de VN-mensenrechtenraad op het gebied van christenvervolging of geloofsvrijheid of anders bijgedragen
aan clausules hierover in bredere resoluties?
Antwoord
In lijn met de Kamerbrief over de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden in de VN-Mensenrechtenraad
voor periode 2024–2026 (6 februari 2024), heeft het kabinet tijdens de afgelopen Mensenrechtenraad
(9 september t/m 11 oktober 2024) op verschillende momenten aandacht gevraagd voor
de vrijheid van religie. Bijvoorbeeld voor de bescherming van religieuze minderheden
in de resolutie over Afghanistan en voor de bescherming van gelijke participatie van
religieuze minderheden in de resolutie over politieke en publieke participatie. Daarnaast
heeft het kabinet in een nationale verklaring aandacht gevraagd voor de vrijheid van
religie en levensovertuiging in Nigeria, conform toezeggingen hierover aan de Kamer
(o.a. Kamervragen lid Ceder, kenmerk 2024Z09903, en de motie van de leden Ceder en Stoffer, 32 735, nr. 397). In 2025 zal Nederland in de marge van de Algemene Vergadering van de VN een evenement
organiseren over religieuze vrijheid inclusief christenvervolging, mede n.a.v. de
motie Stoffer c.s. (Kamerstuk 36 600, nr. 22)
163
Wanneer en met welke concrete maatregelen geeft u uitvoering aan de motie-Dassen/Van
der Lee (Kamerstuk 35 663, nr. 27) over het vergemakkelijken van afgifte van noodvisa voor journalisten uit februari
2024?
Antwoord
De betreffende motie komt uit 2021 en is afgedaan in een brief aan uw Kamer op 23 augustus
2021 (Kamerstuk 32 735-321). Het kabinet benadrukt dat mensenrechtenverdedigers en journalisten veilig hun werk
moeten kunnen doen en zet zich daar ook voor in. Binnen de bestaande beleidskaders,
en daarbij zorgvuldig getoetst aan de Visumcode, is het in uitzonderlijke gevallen
mogelijk visa te verstrekken als daar zwaarwegende of humanitaire redenen voor zijn.
Nederland zal conform de Visumcode iedere aanvraag individueel beoordelen, waaronder
de geldigheidsduur en het type visum waarvoor de aanvrager in aanmerking komt. Nederland
geeft geen kort verblijf visa af voor verblijf langer dan 90-dagen. Daarnaast geldt
voor kortverblijfvisa dat er geen ruimte is om af te wijken van het vereiste van het
tijdig verlaten van EU grondgebied.
De voorgestelde motie van februari 2024 die de regering verzoekt 50 journalisten «noodvisa
voor een verblijfsduur van zes maanden of langer af te geven» (Kamerstuk 36 410V, nr. 73) is aangehouden voor overleg met de toenmalig Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
aangezien de bevoegdheid voor lang verblijf op diens terrein ligt, over de stappen
die zouden kunnen worden gezet om de motie uit te voeren. De Kamer is over het resultaat
van dit overleg per brief geïnformeerd op 13 juni 2024.
164
Hoeveel procent van de vluchten die het Ministerie van Buitenlandse Zaken boekt is
business class? Hoe heeft dit percentage zich de afgelopen jaren ontwikkeld?
Antwoord
Jaar
% Business Class
2019
22%
2020
12%
2021
11%
2022
17%
2023
14%
2024
13%
165
Hoeveel vluchten denkt het Ministerie van Buitenlandse Zaken te gaan boeken in 2024
en in 2025?
Antwoord
De verwachting is dat het aantal geboekte vluchten licht daalt ten opzichte van 2024,
mede door de inzet op verduurzaming.
Verwachting vliegtickets 2024
14.000
Verwachting vliegtickets 2025
12.000–14.000
166
Welke definitie van het woord «feministisch» hanteert u? Kunt u uitleggen hoe non-binaire
personen onder die definitie vallen?
Antwoord
Feminisme gaat over gelijke rechten en gelijkwaardigheid voor iedereen. Dat geldt
dus ook voor non-binaire personen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.F. Klaver, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
A.W. Westerhoff, griffier
Bijlagen
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Voor |
GroenLinks-PvdA | 25 | Voor |
VVD | 24 | Voor |
NSC | 19 | Voor |
D66 | 9 | Voor |
BBB | 7 | Voor |
CDA | 5 | Voor |
SP | 5 | Tegen |
ChristenUnie | 3 | Voor |
DENK | 3 | Tegen |
FVD | 3 | Tegen |
PvdD | 3 | Tegen |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
JA21 | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.