Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
36 584 Wijziging van de Handelsregisterwet 2007 en de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies ter beperking van de toegang tot informatie over uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten alsmede van de toegang tot informatie over uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies (Wijzigingswet beperking toegang UBO-registers)
Nr. 5
VERSLAG
Vastgesteld 27 september 2024
De vaste commissie voor Financiën, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand
wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal
hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel
voldoende voorbereid.
De voorzitter van de vaste commissie, Nijhof-Leeuw
Adjunct-griffier van de commissie, Van der Steur
ALGEMEEN
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de Wijzigingswet beperking toegang
UBO-registers en hebben hier enkele vragen over.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de Wijzigingswet
beperking toegang UBO-registers en hebben hierover enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Wijzigingswet
beperking toegang UBO-registers. De Wijzigingswet is in lijn met de destijds helaas
verworpen VVD-motie (Kamerstuk 31 477, nr. 14) d.d. 17 mei 2016 om de regering te verzoeken bij de uitwerking van het voorstel
voor een UBO-register uit te gaan van een niet-openbare variant met toegang voor enkele
categorieën gebruikers.
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige
wetsvoorstel. Deze leden onderschrijven het doel van dit wetvoorstel om de persoonsgegevens
en de privacy van mensen zoveel mogelijk te beschermen conform de uitspraak van het
Hof van Justitie van de Europese Unie in november 2022. De leden van de NSC-fractie
zijn dan ook positief over het voornemen van de regering om de toegang tot de UBO-registers
te beperken tot slechts een beperkt aantal partijen. Deze leden vinden het van groot
belang dat de gegevens van mensen in Nederland die bij rechtspersonen en andere entiteiten
betrokken zijn, goed worden beschermd. Dit is des te belangrijker nu door de digitalisering
de risico’s op het lekken en openbaar maken van privacygegevens van mensen die staan
ingeschreven in het UBO-register zijn toegenomen.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Wijzigingswet
beperking toegang UBO-registers en hebben geen verdere vragen.
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel dat kort en
bondig als Wijzigingswet beperking toegang UBO-registers staat benoemd. Overwegingen
van zorgvuldigheid wegens het te ruimte toepassingsbereik van de toegankelijkheid
vragen kennelijk om aanpassing van de huidige wet. Deze leden hebben nog een paar
vragen.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel Wijzigingswet beperking
toegang UBO-registers.
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel.
Deze leden hebben daarover enkele vragen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel
en hebben hierover een aantal vragen.
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie verzoeken de regering nogmaals aan te geven waarom destijds
is gekozen voor een publiek toegankelijke variant. Hoe zijn destijds de grondrechten,
zoals het recht op de eerbieding van het privéleven en familie- en gezinsleven en
het recht op bescherming van persoonsgegevens door de regering meegewogen? Had deze
afweging op basis van toen beschikbare informatie anders gemaakt moeten worden?
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met zorg kennisgenomen van berichten uit
het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld dat het UBO-register een grote
administratieve last vormt voor ondernemers en bijvoorbeeld bestuurders van verenigingen
en stichtingen. Deze leden vragen de regering of de regering soortgelijke zorgen uit
het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld herkent en of de regering in dat
licht van mening is dat de wetgeving zo aangepast zou moeten worden dat dit leidt
tot een verlichting van de administratieve lastendruk en een verbetering van de privacy
van betrokkenen. Ook vragen deze leden de regering om uiteen te zetten of en hoe deze
zorgen geadresseerd worden in de onderhavige wetgeving, en zo niet, waarom niet.
Ook vragen deze leden de regering om een puntsgewijze reactie op de zorgen die geuit
zijn in de position paper van Privacy first (d.d. 20 september 2024).
De leden van de SGP-fractie vragen naar de vulling van het UBO-register. Zijn er nog
veel entiteiten die hun UBO niet opgegeven hebben? Kan de regering tevens inzicht
bieden in de handhaving omtrent het niet-inschrijven? Zijn er reeds boetes of dwangsommen
opgelegd, en zo ja, in welke mate?
De leden van de SGP-fractie wijzen erop dat in het regeerprogramma is afgesproken
dat er geen nieuwe nationale koppen op Europees beleid komen. En dat de regering gaat
bezien welke bestaande nationale koppen kunnen worden geschrapt. In hoeverre is in
het voorliggende en het voorgaande wetsvoorstel gebruikt gemaakt van nationale koppen?
Kan de regering daarop ingaan? Welke ruimte biedt de richtlijn voor versoepeling van
de regelgeving? Concreet denken deze leden dan ook aan het onder voorwaarden uitsluiten
van ANBI-instellingen van de registratieplicht.
Klopt het dat kerkgenootschappen nog steeds onder de verplichtingen van het UBO-register
vallen, en in hoeverre is dit noodzakelijk om te voldoen aan de Europese richtlijnen?
2. Europese anti-witwasrichtlijn (AMLD)
§ 2.1.1. Artikel 30 AMLD4
De leden van de BBB-fractie constateren dat de invulling van het begrip «legitiem
belang» nader wordt uitgewerkt bij algemene maatregel van bestuur. Deze leden vragen
of de beperking van de groep personen die inzage kan krijgen in de UBO-registers,
in relatie tot privacy van uiteindelijk belanghebbenden alsmede van proportionaliteit
en noodzaak, ook betekent dat het begrip legitiem belang strikt dient te worden ingevuld.
Want anders wordt het belang dat wordt gediend met een beperking van de groep die
toegang krijgt deels ongedaan gemaakt met een mogelijk te ruime invulling van de voorwaarden
waaronder aan de desbetreffende personen en organisaties inzage mag worden verleend.
§ 2.2.2. Artikel 31 AMLD5
De leden van de SGP-fractie lezen dat er een aantal maatregelen is genomen die ertoe
dienen de privacy van de uiteindelijk belanghebbenden te beschermen. Kan de regering
deze maatregelen toelichten?
3. Uitspraak Hof van Justitie van de Europese Unie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen hoe de regering tot de gekozen uitwerking
van de uitspraak van het Europees Hof is gekomen, die de transparantie van de UBO-registers
verstrekkend inperkt. Hoe wordt deze uitspraak in andere EU-landen uitgewerkt? Hoe
ziet de ontwikkeling van de toegang tot UBO-registers er daar over de jaren uit? Wordt
daar meer of minder ruimte gelaten aan gegevensuitwisseling? Hoe groot is de bandbreedte
wat betreft het gemak waarmee verschillende partijen toegang hebben tot de UBO-registers
als je de wetgeving in verschillende landen vergelijkt? Wat zijn de kansen en risico’s
om in deze Wet op dit punt gegevenstuitwisseling te versterken en/of te verbeteren?
De leden van de VVD-fractie constateren dat de uitspraak van het Hof van Justitie
van de Europese Unie al dateert van 22 november 2022. Waarom ligt er dan nu pas, medio
2024, een wetsvoorstel voor om invulling te geven aan de uitspraak? Sinds 22 november
2022 worden er tijdelijk geen informatieverstrekkingen uit het Nederlandse UBO-register
gedaan. Tot welke problemen heeft tot geleid in de afgelopen periode? Welke extra
regeldruk heeft dit veroorzaakt? Wanneer kunnen de informatieverstrekkingen weer worden
opgestart voor de partijen die toegang hebben?
De leden van de VVD-fractie constateren dat het Hof van Justitie van de Europese Unie
overweegt dat het legitiem belang verband moet houden met de doelstelling van de anti-witwasrichtlijn.
Pers en maatschappelijke, niet-gouvernementele organisaties die zich bezighouden met
het voorkomen en het bestrijden van witwassen en terrorismefinanciering hebben ook
een legitiem belang. Hoe wordt ervoor gezorgd dat alleen die delen van deze groepen
toegang krijgen die een legitiem belang hebben?
Aan welke maatschappelijke en niet-gouvernementele organisaties wordt dan gedacht?
De leden van de VVD-fractie zijn er voorstander van dat de pers met een legitiem belang
toegang krijgt. De vraag is wel hoe «pers» wordt afgebakend, want het is ingewikkeld
deze groep af te bakenen. Hoe wil de regering dat gaan doen?
4. Inhoud wetsvoorstel
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie constateren dat het voor partijen die informatie
uit UBO-registers niet direct nodig hebben voor het tegengaan van witwaspraktijken,
maar wel voor andere maatschappelijk nuttige doeleinden, erg ingewikkeld wordt om
cruciale informatie te verkrijgen. Daarbij valt te denken aan organisaties die zich
bezighouden met het tegengaan van belastingontduiking en vakbonden. Welke gevolgen
verwacht de regering van het invoeren van deze wetswijziging wat betreft informatieasymmetrie
tussen vakbonden en werkgevers? Welke gevolgen verwacht de regering voor organisaties
die zich bezighouden met het tegengaan van oneerlijke belastingconstructies?
De partijen die toegang krijgen tot het UBO-register worden nu sterk ingeperkt, constateren
de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn
van mening dat dit in sterk contrast staat met de transparantie die in de bestaande
wetgeving werd beoogd. Hoe verhoudt de voorliggende wetswijziging zich tot de argumenten
waarmee het transparanter maken van UBO-registers ooit is ingevoerd?
De leden van de VVD-fractie merken op dat veel van de details niet in de wet opgenomen
zijn, maar later nog in een algemene maatregel van bestuur (AMvB) worden ingevuld.
Dit terwijl deze details relevant zijn voor de beoordeling van het wetsvoorstel. Om
welke delegatiebepalingen gaat het precies? Klopt het dat in de wet geen voorhangprocedure
is opgenomen voor deze AMvB? Waarom is daarvoor gekozen? Is de regering voornemens
een concept of schets van de AMvB aan de Kamer te doen toekomen, voordat over het
wetsvoorstel wordt gestemd?
Welke regelgeving is er om misbruik van gegevens tegen te gaan? Wat is de planning
van de AMvB en wanneer wordt deze voorgelegd aan het parlement? Wat betekent het in
de praktijk in de periode dat de AMvB nog niet is opgesteld en vastgesteld?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het wetsvoorstel een grondslag bevat om bij
AMvB bestuursorganen en rechtspersonen met een overheidstaak aan te wijzen die toegang
hebben tot de UBO-registers. Wat wordt de betrokkenheid van het parlement bij deze
AMvB? Deze leden begrijpen dat de Wet Bibob toegang noodzakelijk maakt. In hoeverre
wordt dit straks in de AMvB daartoe beperkt voor de bestuursorganen en rechtspersonen
met een overheidstaak? Hoe wordt de groep mensen bij een bestuursorgaan en rechtspersoon
met overheidstaak dat daadwerkelijk toegang krijgt tot de UBO-registers zoveel mogelijk
beperkt, in die zin dat er in een organisatie niet te veel mensen toegang hebben tot
de informatie?
§ 4.1. Partijen waarvan op basis van AMLD4 verplichte toegang moet worden geregeld
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie maken zich zorgen over de bewijslast die nodig
is voor partijen die niet separaat worden genoemd als partijen die toegang hebben
tot informatie in UBO-registers. Voor deze partijen wordt het kunnen aantonen van
een legitiem belang cruciaal. Deze leden vrezen dat het bewijzen van een legitiem
belang tijdrovend is, en daarmee transparantie in de weg staat. Welk effect heeft
het keer op keer moeten bewijzen van een legitiem belang op de capaciteit van organisaties
die informatie uit een UBO-register willen onttrekken? Welke mogelijkheden zijn er
om het bewijzen van dit belang makkelijker en sneller te laten verlopen?
§ 4.1.2. Wwft-instellingen
De leden van de VVD-fractie vinden het logisch dat Wwft-instellingen en partijen die
zich bezighouden met sancties en het toezicht en de handhaving daarop toegang krijgen
tot het UBO-register. Deze leden willen wel weten wat de stand van zaken is van de
nieuwe Sanctiewet en hoe ervoor wordt gezorgd dat die nieuwe wet en deze Wijzigingswet
met elkaar in lijn zijn. De leden van de VVD-fractie willen weten waarom schade- en
zorgverzekeraars, die geen Wwft-instelling zijn, wel toegang tot de UBO-registers
krijgen.
§ 4.1.3. Partijen die een legitiem belang kunnen aantonen
De leden van de PVV-, GroenLinks-PvdA-, VVD-, NSC- en de SGP-fracties constateren
dat wordt voorgesteld om ook partijen met een zogenaamd legitiem belang toegang te
geven tot UBO-informatie uit de registers. De regering geeft aan dat in een AMvB nader
zal worden uitgewerkt hoe dit legitiem belang moet worden ingevuld. Deze leden vragen
de regering om het begrip legitiem belang in dit verband te verduidelijken en nader
in te gaan op de vraag wat precies onder legitiem belang moet worden verstaan.
In navolging van de Raad van State vragen de leden van de NSC-fractie de regering
voorts om in te gaan op de recente Europese ontwikkelingen en (concept)regelgeving
en de consequenties daarvan voor de aangekondigde AMvB. De regering geeft aan dat
de uitvoerbaarheid en financiële gevolgen pas gedetailleerd in kaart worden gebracht
als de AMvB nader is uitgewerkt. Deze leden vragen de regering om hier alvast een
voorschot op te geven en aan te geven waaraan precies wordt gedacht. Is de regering
voornemens om de AMvB eerst voor te hangen bij de Kamer en wordt daarbij een zware
voorhang overwogen?
De leden van de NSC-fractie vragen welke sancties er staan op misbruik van het UBO-register.
Wie houdt hier toezicht op? Is dat de Autoriteit Persoonsgegevens (AP)? Is de AP wel
voldoende geëquipeerd om hierop toezicht te houden?
De leden van de NSC-fractie willen weten of de regering bereid is om de evaluatie
te versnellen. Immers de effecten van deze wet zullen in de ogen van deze leden al
binnen enige weken of maanden in grote lijnen bekend zijn.
De leden van de BBB-fractie zien dat de regering in reactie op het advies van de Raad
van State over het inzien van de registers stelt dat er in alle gevallen bij de aanvrager
duidelijk wordt aangegeven dat sprake moet zijn van doelbinding met het voorkomen
van fraude, witwassen en terrorismefinanciering. Deze leden vragen of deze doelbinding
aan bepaalde criteria of vormvoorschriften wordt gebonden of dat er sprake is van
een vrije motivering, zolang deze maar inhoudelijk overtuigt. Deze vraag stellen deze
leden vanwege de noodzakelijke balans tussen toegankelijkheid, de bescherming van
privacy door middel van een serieuze toetsing en een doelmatige uitvoerbaarheid.
De leden van de SGP-fractie hebben bedenkingen bij het opnemen van een grond om bij
AMvB categorieën van natuurlijke personen en rechtspersonen met een legitiem belang
aan te wijzen. Waarom is niet gekozen om dit (deels) in formele wetgeving op te nemen?
Is de regering het eens met deze leden dat dit zorgt voor meer parlementaire controle
en voor een betere borging van de privacy van UBO’s?
Wanneer verwacht de regering de AMvB aan te kunnen bieden ter internetconsultatie?
De leden van de SGP-fractie vragen eveneens of de regering bereid is om de categorieën
natuurlijke personen en rechtspersonen die een legitiem belang kunnen aantonen strikt
te interpreteren om zo de privacy van UBO’s zo veel als mogelijk te borgen.
§ 4.4. Toegang tot eigen gegevens
De leden van de SGP-fractie vragen of het mogelijk is om in de wet een bepaling op
te nemen dat UBO’s kunnen inzien wie hun gegevens heeft opgevraagd? In welke mate
staat de richtlijn dit toe?
6. Bescherming persoonsgegevens
De leden van de VVD-fractie lezen dat de UBO-informatie straks ook via tussenpersonen,
ofwel faciliterende partijen opgevraagd kunnen worden. Op welke manier wordt de bescherming
van data gegarandeerd en ongeautoriseerde toegang tot data via deze weg voorkomen?
De leden van de VVD-fractie willen verder graag de voor het onderhavige voorstel uitgevoerde
DPIA ontvangen.
De leden van de VVD-fractie willen tot slot graag weten hoe de inzage in eigen gegevens
geregeld is en of dit inmiddels goed geregeld is. Voor trusts en juridische constructies
is het op het moment nog niet mogelijk, maar wordt het in 2024 mogelijk gemaakt. Wanneer
is het voor iedereen mogelijk? Hoe is geregeld dat organisaties de eigen gegevens
ook eenvoudig up-to-date kunnen houden dan wel kunnen wijzigen als ze niet correct
zijn?
De leden van de NSC-fractie merken op dat volgens nieuwe Europese regelgeving degenen
die een legitiem belang hebben, drie jaar toegang krijgen tot alle gegevens in het
UBO-register. Begrijpen deze leden het goed dat iedereen die een klein (online) nieuwsmedium
opricht, toegang zou kunnen krijgen tot het UBO-register? Deelt de regering de zorg
van deze leden dat dit de kans op misbruik vergroot, doordat de gegevens in handen
kunnen komen van kwaadwillenden? Kan de regering ingaan op dit scenario? Hoe kan dit
scenario voorkomen worden?
Tenslotte vragen de leden van de NSC-fractie ook of het juist is dat volgens nieuwe
Europese regelgeving ook non-profit organisaties in de UBO-registers moeten worden
ingeschreven? Zo ja, wat kunnen hiervan de consequenties zijn en hoe verhoudt deze
nieuwe Europese regelgeving zich tot het onderhavige wetsvoorstel? In hoeverre acht
de regering het proportioneel om non-profitorganisaties gelijk te stellen met trusts
en soortgelijke juridische constructies?
§ 6.2. Partijen die toegang krijgen tot de UBO-registers
De leden van de PVV- en VVD-fracties hebben vragen over welke categorieën natuurlijke
personen en rechtspersonen per AMvB worden aangewezen om toegang te krijgen tot de
UBO-registers. Worden hieraan, naast de categorieën uit de nieuwe AML-richtlijn, nog
extra categorieën toegevoegd? Hoe worden deze categorieën gedefinieerd en afgebakend?
De leden van de PVV-fractie vragen verder welke maatregelen zijn of worden er genomen
om de gegevens van UBO’s effectief af te schermen? Hoe borgt de regering dat de openbaarmaking
van gegevens in het UBO-register proportioneel blijft en niet leidt tot onnodige inbreuk
op de privacy van betrokkenen? Kan de regering een toelichting geven over uitzonderingen
waarbij gegevens wel volledig openbaar kunnen zijn en hoe dit wordt afgewogen tegen
het recht op privacy?
De leden van de VVD-fractie merken op dat De Nederlandsche Bank (DNB) op 18 september
2024 heeft aangekondigd dat onder toezicht staande instellingen in fasen weer toegang
tot het UBO-register krijgen. In hoeverre is dit in lijn met de voorliggende wijzigingswet?
Welke waarborgen zijn daarbij ingebouwd?
Er wordt voorgesteld om vier categorieën partijen toegang te geven tot het UBO-register,
constateren deze leden. Op hoofdlijnen kunnen de leden van de VVD-fractie zich daarin
vinden, maar veel moet nog worden uitgewerkt in lagere regelgeving. Met name waar
het gaat om bijvoorbeeld de invulling van het «legitiem belang» en de verdere invulling
van groepen die toegang krijgen tot de UBO-registers in de AMvB willen de leden van
de VVD-fractie nadrukkelijk betrokkenheid van het parlement.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de FIU en bevoegde autoriteiten verplicht tijdig
en onbeperkt toegang hebben tot de UBO-registers. Wat wordt verstaan onder «bevoegde
autoriteiten»? Dat lijkt deze leden immers een ruim begrip.
10. Consultatie
De leden van de VVD-fractie merken op dat in de consultatie van het voorliggende wetsvoorstel
behoorlijk wat opmerkingen zijn gemaakt over groepen die toegang willen tot de UBO-registers.
Dit wordt door de regering veelal doorverwezen naar de AMvB. Deze leden willen weten
of er voor de AMvB ook nog een consultatieronde in het besluitvormingsproces zit.
Deze leden zouden daarvan een voorstander zijn gelet op alle opmerkingen in de consultatie
van deze wijzigingswet.
Overig
De leden van de VVD-fractie willen naar aanleiding van het advies van de Raad van
State graag weten waarom de relevante onderdelen uit de AML-verordening en AML-richtlijn,
waarover in januari 2024 een voorlopig akkoord is bereikt, niet alvast in deze wijzigingswet
zijn meegenomen. Hoe is ervoor gezorgd dat het onderhavige wetsvoorstel straks niet
strijdig is met de nieuwe wet- en regelgeving?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.M. Nijhof-Leeuw, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
R.A. van der Steur, adjunct-griffier
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Voor |
GroenLinks-PvdA | 25 | Voor |
VVD | 24 | Voor |
NSC | 20 | Voor |
D66 | 9 | Voor |
BBB | 7 | Voor |
CDA | 5 | Voor |
SP | 5 | Voor |
ChristenUnie | 3 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
FVD | 3 | Voor |
PvdD | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
JA21 | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.