Brief Kamer : Begrotingstoelichting bij de Raming der voor de Tweede Kamer in 2025 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten
36 528 Raming der voor de Tweede Kamer in 2025 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten
Nr. 3
BEGROTINGSTOELICHTING (UITGAVEN EN ONTVANGSTEN)
1. Algemeen
a. Algemene uitgangspunten
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor
het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer
over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn op grond
van artikel 4.4, lid 4 Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de colleges,
waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties neemt de ramingen, zoals
opgesteld door de Kamers der Staten-Generaal, op in het voorstel van wet tot vaststelling
van de begrotingsstaten van de Staten-Generaal, tenzij een evident zwaarwegende reden
zich hiertegen verzet. Indien de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
ramingen wegens evident zwaarwegende redenen niet of niet geheel opneemt, dan licht
hij dit gemotiveerd toe (artikel 4.5, lid 2 en 3 Comptabiliteitswet 2016).
Een College dient, conform artikel 2.1 lid 7 van de Comptabiliteitswet 2016 betreffende een niet-departementale begroting, enkel haar taken en bedrijfsvoering
weer te geven. Derhalve bevat deze niet-departementale begroting – in vergelijking
met departementale begrotingen waarbij wel een weergave van het beleid wordt opgenomen
– geen beleidsagenda. Vanwege de bijzondere positie van de Staten-Generaal wijkt de
presentatie op deze punten af van de in de Rijksbegrotingsvoorschriften (Rbv) voorgeschreven
sjablonen en richtlijnen.
b. Financiële uitgangspunten
Het uitgangspunt voor de Raming 2025 is het meerjarencijfer voor dat jaar zoals opgenomen
in hoofdstuk IIA van de Rijksbegroting voor 2024 (Kamerstuk 36 410-IIA).
De mutaties naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2024 hebben betrekking op het jaar
2024 (en op de jaren na 2024).
De afronding van de Rijksbegroting is later dan de behandeling van de Raming in de
Kamer. Uit deze afronding kunnen nog generieke mutaties voor de Raming voortvloeien,
die vanzelfsprekend nog niet zijn verwerkt.
c. Opbouw
Deze begroting is opgebouwd uit de volgende beleidsartikelen:
• Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer;
• Artikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer;
• Artikel 4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer.
d. Algemeen begrotingsbeeld
De begroting van de Tweede Kamer stijgt in 2024 met € 34,5 mln., bestaande uit circa
€ 21,6 mln. voor de politieke artikelen en circa € 12,9 mln. voor de ambtelijke artikelen.
Deze stijging in 2024 is voornamelijk incidenteel van aard en werkt maar beperkt structureel
door in de toekomstige jaren op de ambtelijke en politieke artikelen. Voor de ambtelijke
artikelen is een structurele ophoging nodig van € 7,0 mln. en voor de politieke artikelen
is een structurele ophoging nodig van € 1,2 mln. De incidentele en structurele effecten
worden ook nader verklaard in deze Begrotingstoelichting.
De stijging op de politieke artikelen is niet structureel van aard. De doorlopende
financiering («schokdemping») voor fracties die na de verkiezingen in zetels naar
beneden zijn gegaan kost circa € 11 mln. en eind 2024 loopt deze schokdemping af.
Het budget voor de wachtgeldregeling wordt eveneens sterk aangesproken door vrijwillig
vertrek van Kamerleden en Kamerleden die niet zijn herkozen. Dit kost circa € 6 mln.
aan wachtgeld in 2024 met de verwachting dat deze kosten in de volgende jaren aanzienlijk
zullen afnemen. Voor het onderdeel Parlementaire enquêtes is een budget nodig van
€ 3,4 mln. in 2024. Dit bestaat uit een restant van € 0,9 mln. van de Parlementaire
Enquête Fraudebeleid en Dienstverlening dat niet volledig is benut in 2023 (en doorschuift
naar 2024) en € 2,5 mln. voor het eerste jaar van de Parlementaire Enquête Corona
in 2024. Als laatste dient het budget voor de schadeloosstelling structureel met € 1,2
mln. te worden opgehoogd als gevolg van de eindheffing van de Werkkostenregeling.
Dit als effect van bepalingen uit de Wet Schadeloosstelling leden Tweede Kamer. Binnen
de politieke artikelen was eerst budgettaire ruimte om deze eindheffing zelf te kunnen
opvangen, maar deze budgettaire ruimte is er niet meer.
Op de ambtelijke artikelen is in 2024 € 12,9 mln. aanvullend budget nodig voor met
name veiligheid, Kamerondersteuning en automatisering. De veiligheidssituatie van
het pand, de systemen en de leden van de Tweede Kamer vragen om investeringen in materieel
en personeel. Werkzaamheden binnen de kamerorganisatie worden op sommige terreinen
complexer en dienen ook aan te sluiten op de organisatie van nu en die van in de toekomst.
Deze versterking van de bedrijfsvoering is ook nodig op het gebied van automatisering;
een wereld die mede door kunstmatige intelligentie nog sneller zal veranderen. Structureel
stijgt dit ambtelijke artikel met € 7,0 mln.
De fluctuaties in de meerjarenbegroting in de periode na 2024 (2025–2029) worden verklaard
door structurele en incidentele uitgaven. Verder is in 2024 sprake van incidenteel
hogere ontvangsten door terugbetalingen aan fractiegelden. Deze baten worden ingezet
ter dekking van een deel van de hogere uitgaven in 2024 (de-salderingsregel). In onderstaande
tabel is het cijfermatige beeld opgenomen en vervolgens wordt dit per artikel (-onderdeel)
toegelicht.
Tabel 0 Algemeen begrotingsbeeld
Begroting uitgaven
2024
2025
2026
2027
2028
2029
artikelen 2, 3 en 4
Huidige meerjarenbegroting
215.472
211.452
215.951
210.115
207.455
211.995
Mutaties Voorjaarsnota 2024
Artikelonderdeel 2.1 Schadeloosstelling
1.200
1.200
1.200
1.200
1.200
1.200
Artikelonderdeel 2.2
Pensioenen en wachtgelden
6.000
1.000
0
0
6.000
– 500
Artikelonderdeel 3.1 Apparaatsuitgaven
12.912
10.947
7.047
7.047
8.592
6.627
Artikelonderdeel 3.4 Fractiekosten
11.000
– 3.269
– 1.091
0
8.000
– 3.000
Artikelonderdeel 3.6 Parlementaire enquêtes
3.401
2.700
1.700
0
0
0
Totaal mutaties
Voorjaarsnota 2024
34.513
12.578
8.856
8.247
23.792
4.327
Meerjarenbegroting inclusief mutaties
249.985
224.030
224.807
218.362
231.247
216.282
Begroting ontvangsten
2024
2025
2026
2027
2028
2029
artikelen 2 en 3
Huidige meerjarenbegroting
3.725
3.725
3.725
3.725
3.725
3.725
Mutaties Voorjaarsnota 2024
4.500
Meerjarenbegroting inclusief mutaties
8.225
3.725
3.725
3.725
3.725
3.725
2. Artikel 2: Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer
Onder dit artikel worden rechtspositionele uitgaven aan leden en oud-leden van de
Tweede Kamer, alsmede hun nagelaten betrekkingen geraamd.
De Tweede Kamer draagt ingevolge de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, de
Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers en de Wet schadeloosstelling, uitkering
en pensioen leden zorg voor de uitgaven ten behoeve van:
– de schadeloosstelling van de leden van de Tweede Kamer (artikel 2.1);
– de reis- en overige kostenvergoedingen van de leden van de Tweede Kamer (artikel 2.1);
– de wachtgelden van oud-leden van de Tweede Kamer (artikel 2.2);
– de pensioenen van oud-leden van de Tweede Kamer en hun nabestaanden (artikel 2.2);
De uitgaven bedragen:
Tabel 1: budgettaire gevolgen (x € 1.000,-)
Artikel 2: Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer (in € 1.000)
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2: Uitgaven t.b.v. leden en oud-leden Tweede Kamer
Verplichtingen
44.929
41.676
39.550
39.004
45.004
40.004
Uitgaven
44.929
41.676
39.550
39.004
45.004
40.004
1. schadeloosstelling
25.245
25.247
25.247
25.247
25.247
25.247
Ramingsbijstelling
1.200
1.200
1.200
1.200
1.200
1.200
2. pensioenen en wachtgelden
12.484
14.229
13.103
12.557
12.557
14.057
Ramingsbijstelling
6.000
1.000
0
0
6.000
– 500
Ontvangsten
86
86
86
86
86
86
Schadeloosstelling
Op dit artikelonderdeel staan de uitgaven voor de schadeloosstelling van de leden
van de Tweede Kamer. Ingevolge de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer draagt de Tweede Kamer de uitgaven voor schadeloosstelling en de reis- en overige
kostenvergoedingen voor de leden van de Tweede Kamer.
In eerdere jaren was er budgettaire ruimte binnen de politieke artikelen voor deze
eindheffing van de Werkkostenregeling (WKR). Deze ruimte is er nu niet meer en ook
nam deze eindheffing over de jaren heen toe.
Pensioenen en wachtgelden
Op basis van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers draagt de Tweede Kamer zorg voor de uitgaven aan pensioenen en wachtgelden voor de
oud-leden van de Tweede Kamer. De wachtgelden in 2024 en 2025 zullen hoger zijn dan
normaal, vanwege het vrijwillige vertrek van Kamerleden en Kamerleden die niet zijn
gekozen of herkozen na de Tweede Kamer Verkiezingen van 22 november 2023.
Ontvangsten
De ontvangsten op dit onderdeel hebben betrekking op de verrekening van neveninkomsten.
In onderstaand overzicht zijn, als kengetallen, de gerealiseerde uitgaven en gemiddelden
van de artikelonderdelen opgenomen voor de jaren 2019–2023.
Tabel 2: gemiddelde uitgaven per Kamerlid
Artikel 2: Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer (in € 1.000)
2019
2020
2021
2022
2023
2.1. schadeloosstelling
24.416
24.393
23.515
25.054
26.461
gemiddeld per lid TK
163
163
157
167
176
2.2. pensioenen en wachtgelden
9.463
9.468
11.918
10.275
12.372
2.3. schadeloosstelling leden Europees parlement
45
0
0
0
0
Het betreft de volgende aantallen gerechtigden voor de pensioenen en wachtgelden:
Tabel 3: aantallen gerechtigden pensioenen en wachtgelden oud-leden
Aantallen deelgerechtigden
2019
2020
2021
2022
2023
Pensioenen oud-leden
430
432
451
448
470
Wachtgelden oud-leden
54
14
58
48
103
Totaal
484
446
509
496
573
3. Artikel 3: Wetgeving en controle Tweede Kamer Volksvertegenwoordiging
Als volksvertegenwoordiging heeft de Tweede Kamer twee hoofdtaken: controle van de
regering en (mede)wetgeving. Deze taken vloeien voort uit de artikelen 50 (vertegenwoordiging van het gehele Nederlandse volk), 65 tot en met 72 (werkwijze), 81 tot en met 87 (wetten en andere voorschriften), 105 (begrotingen), en 137 en 138 (grondwetgeving) van de Grondwet en enkele andere (grond)wetsartikelen.
De ambtelijke diensten
De ambtelijke diensten ondersteunen het constitutioneel proces. Dit doen de ambtelijke
diensten door middel van het bieden van een politiek neutrale, adequate en innovatieve
ondersteuning van de Kamerleden in alle facetten van hun werk als volksvertegenwoordiger.
De politieke prioriteiten, zoals door de Kamer bepaald, zijn daarbij leidend.
De aandachtspunten voor de Raming 2025 zijn toegelicht in de begeleidende brief (stuknummer
1).
De uitgangspositie voor dit artikel is het meerjarencijfer bezien vanuit de begroting
2024 (Kamerstuk 36 410-IIA) aangevuld met (structurele doorwerking van) de mutaties naar aanleiding van de Voorjaarsnota
2024. De Tweede Kamer heeft «Voorjaarsnotamutatie(s)» (suppletoire begrotingswijziging
bij gelegenheid van de Voorjaarsnota 2024) aangemeld bij het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties.
Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid
Artikel 3: Wetgeving en controle
Tweede Kamer
(in € 1.000)
2024
2025
2026
2027
2028
2029
Verplichtingen1
203.428
180.703
183.606
177.707
184.592
174.627
Uitgaven1
203.428
180.703
183.606
177.707
184.592
174.627
3.1: apparaat
125.378
116.667
124.470
120.269
117.609
117.609
Mutaties n.a.v. de Voorjaarsnota 2024
• Uitvoeren moties
235
300
300
300
300
300
• Versterking parlementair proces
133
133
133
133
133
133
• Verkiezingen en formatie
1545
0
0
0
1545
0
• Renovatie en tijdelijke huisvesting
840
2.920
420
420
420
02
• Waarborgen veiligheid
3.780
1.448
348
348
348
348
• Kamerondersteuning
3.136
4.403
4.103
4.103
4.103
4.103
• IV jaarplan
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
• Aanpassing lopende contracten
2.243
743
743
743
743
743
3.2: kennis en onderzoek
1.338
1.335
1.335
1.335
1.335
1.335
3.3: publicatie officiële documenten
2.146
2.146
2.146
2.146
2.146
2.146
3.4: fractiekosten
44.010
47.279
45.101
44.012
44.012
47.012
Mutatie n.a.v. de Voorjaarsnota 2024
• Ramingsbijstelling
11.000
– 3.269
– 1.091
0
8.000
– 3.000
3.5: uitzending leden
517
517
517
517
517
517
3.6: parlementaire enquêtes
345
0
0
0
0
0
Mutatie n.a.v. de Voorjaarsnota 2024
• Ramingsbijstelling
3.401
2.700
1.700
0
0
0
3.7: bijdrage Prodemos
2.381
2.381
2.381
2.381
2.381
2.381
Ontvangsten1
8.139
3.639
3.639
3.639
3.639
3.639
3. Ontvangsten
3.639
3.639
3.639
3.639
3.639
3.639
Mutatie n.a.v. de Voorjaarsnota 2024
• Ramingsbijstellingen
4.500
0
0
0
0
0
X Noot
1
bedragen inclusief Ramingsbijstellingen
X Noot
2
geen budget opgenomen in overeenstemming met de planning Rennovatie Binnenhof-Complex
Kengetallen zijn opgenomen in de Staat van de Tweede Kamer 2023 (stuknummer 4).
Toelichting mutaties Voorjaarsnota:
Artikelonderdeel 3.1 Apparaat
Algemeen
De mutaties in de Voorjaarsnota 2024 op artikelonderdeel 3.1 fluctueren over de periode
2024–2029. Dit heeft te maken met incidentele uitgaven. Zonder deze incidentele uitgaven
stijgt dit artikelonderdeel met circa € 7,0 mln. structureel.
De structurele verhogingen hebben voornamelijk betrekking op de bedrijfsvoering van
de Kamerorganisatie met ook oog op de continuïteit van IT en Automatisering. Daarnaast
heeft de structurele verhoging deels betrekking op formatieve uitbreidingen binnen
de Kamer ter versterking van de ondersteuning van het parlementaire proces en de bedrijfsvoering.
De veiligheidssituatie van het pand, de systemen en de leden van de Tweede Kamer vragen
om structurele investeringen van personeel en materieel. Werkzaamheden binnen de kamerorganisatie
worden op sommige terreinen complexer en dienen ook aan te sluiten op de organisatie
van nu en die van in de toekomst.
In 2024 wordt de begroting opgehoogd met € 12,9 mln. In dit bedrag zitten ook incidentele
uitgaven van ca € 7,0 mln. voor bijvoorbeeld de uitvoering van beveiligingsmaatregelen,
de interne verhuizing als gevolg van de Verkiezingen en het bieden van ondersteuning
bij het formatieproces.
Toelichting per mutatie uit tabel 4, 3.1: apparaat
1) Uitvoering moties
Dit betreft noodzakelijke uitgaven voor het ten uitvoer brengen van reeds aangenomen
moties m.b.t. instandhouding parlement.com (Sneller en Rahimi 2023–2024, 36 410 VII, nr. 61). Hiervoor is in 2024 € 0,24 mln. en vanaf 2025 € 0,3 mln. structureel benodigd.
2) Versterking parlementaire proces
1 fte adjunct griffier structureel € 0,13 mln. nodig, in verband met structureel capaciteitstekort.
De werkzaamheden bestaan uit voorbereiden en begeleidingen van de activiteiten van
de parlementaire assemblees van Kamerleden en Kamervoorzitters van beide Kamers.
3) Verkiezingen en formatie
Als gevolg van de Tweede Kamerverkiezingen 22 november 2023 worden incidentele kosten
gemaakt. Hiervoor is € 1,5 mln. nodig ten behoeve van de interne verhuizing (€ 0,69
mln.) en begeleiding bij het formatieproces vanuit Algemene Zaken (€ 0,85 mln.). Hetzelfde
bedrag is ook geraamd voor het jaar 2028 bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen.
4) Renovatie en tijdelijke huisvesting
Voor de renovatie van het Binnenhof en tijdelijke huisvesting wordt in 2024 de begroting
opgehoogd met € 0,54 mln. Hiervan is vanaf 2026 van € 0,42 mln. structureel nodig
voor o.a. extra kosten voor onderzoeken en adviesopdrachten renovatie Binnenhof (€ 0,1
mln.), groen in de Kamer (€ 0,07 mln.) en beheer en onderhoud 8e etage (€ 0,25 mln.).
In 2024 en 2025 heeft de Tweede Kamer te maken met hogere incidentele uitgaven als
gevolg van uitstel terug verhuizing naar het Binnenhof. Het gaat hier om vervangingsinvestering
in technische componenten (AV-systemen) 2024 (€ 0,3mln.) en 2025 (van € 2,5 mln.).
5) Waarborgen veiligheid
De veiligheidssituatie van het pand, de systemen en de leden van de Tweede Kamer vragen
om een structurele investering van personeel en materieel bij de Beveiligingsdienst,
Bureau Beveiligingsautoriteit en de CISO.
6) Kamerondersteuning
De ondersteunende diensten worden zwaarder belast met het uitvoeren van complexere
opdrachten in de wereld van nu. Daarnaast proberen we een Kamerorganisatie te realiseren
die vooruit kan handelen en kan inspelen op de hedendaagse vragen van de politiek.
Op verschillende terreinen is versterking van de bedrijfsvoering onmisbaar. Hiervoor
is vanaf 2026 structureel € 4,1 mln. benodigd en in 2024 € 3,1 mln. Bij formatieve
uitbreidingen is voor 2024 rekening gehouden dat deze pas in het tweede helft van
het jaar ingevuld zullen worden.
Er is enerzijds behoefte aan structurele uitbreiding van een deel van de inkoop/aanbestedingen
werkzaamheden en fiscale werkzaamheden (2024 € 0,146 mln. en 2025 0,243) anderzijds
is er een stijging in overige personele kosten zoals woon-werkverkeer, invulling Participatiewet
en de kosten van o.a. O&P Rijk (€ 0,78 mln.). Voor de archiefbewerking is voor 2024
en 2025 ca € 0,2 mln. benodigd. Incidenteel is in 2025 doorontwikkeling toekomstbestendigheid
van de facilitaire dienst ca € 0,1 mln. nodig.
Om de verdere professionalisering van onze dienstverlening te realiseren en om aan
de hedendaagse kwaliteitseisen te voldoen zijn formatie-uitbreidingen noodzakelijk.
Daarnaast doen fracties ook een steeds groter beroep op de diensten. Bij DIA-teams
gaat het om totaal 17 fte (2024 € 1,405 mln. en 2025 € 1,968 mln.). Hiervan heeft
het presidium in 2021 reeds goedkeuring gegeven voor uitbreiding van 7 fte (€ 0,842
mln.) ten behoeve van het Verbeteren Informatiehuishouding Tweede Kamer. De overige
uitbreiding van de DIA heeft te maken met de reorganisatie van de dienst. Bij het
CIO-office is 4 fte (2024 € 0,249 mln. en 2025 € 0,498) benodigd. De dienst automatisering
heeft een uitbreiding van 3 fte (2024 € 0,185 mln. en 2025 € 0,369), in verband met
het uitbreiden van het automatiserings-productassortiment, verbetering van telefooncentrale
en meer benodigde tijd in het afhandelen van verzoeken inzake de Wet Open Overheid
en Beveiliging. Bij de Stafdienst Financieel Economische Zaken is 2 fte benodigd voor
het onderdeel Inkoop en het reisbureau (2024 € 0,173 mln. en 2025 € 0,247 mln.).
7) IV-jaarplan
In het IV-jaarplan zijn IV-initiatieven (projecten, lijnactiviteiten en onderzoeken)
opgenomen die op basis van prioritering tot uitvoer gaan komen. Hiervoor is structureel
€ 1,0 mln. nodig.
8) Aanpassing lopende contracten
Door de uitbreiding van de Kamerorganisatie zijn enkele contracten aangepast om beter
aan de nieuwe behoeftes van de Kamer te kunnen voldoen. Het gaat hierom eenmalige
verhoging in 2024 van ca € 2,2 mln. Vanaf 2025 is structureel een bedrag nodig van
€ 0,74 mln. Het gaat met name om contracten met betrekking tot onderhoud en beheer
op ICT-gebied en uitbreidingen van licenties.
Artikelonderdeel 3.4: Fractiekosten
De stijging van de fractiekosten komt voort uit de Verkiezingen van 22 november 2023.
Volgens de regeling voor financiële ondersteuning van fracties Tweede Kamer hebben
krimpende fracties recht op één jaar doorbetaling van de oude maandelijkse bijdragen
(schokdemping). Dit resulteert in een incidentele stijging van € 11 mln. in 2024.
In de meerjarenbegroting 2025–2026 was al rekening gehouden met het effect aan schokdemping
bij reguliere verkiezingen. Dit budget kan naar beneden worden bijgesteld.
Artikelonderdeel 3.6: Parlementaire Enquêtes
In 2023 is het begrote bedrag voor de Parlementaire Enquête Fraudebeleid en Dienstverlening
niet volledig benut en het restant ter hoogte van € 0,901 mln. wordt in 2024 toegevoegd.
In 2024 zal gestart worden met de Parlementaire Enquête Corona. Hiervoor is in totaal
€ 6,9 mln. aan budget benodigd, in 2024 € 2,5 mln., 2025 € 2,7 mln. en in 2026 € 1,7
mln.
Artikel 3: Ontvangsten
De Tweede Kamer begroot meerjarig ontvangsten. Deze ontvangsten hebben betrekking
op de omzet van het Restaurantbedrijf, doorbelastingen aan derden en inhoudingen op
lonen en salaris en ontvangsten voor zwangerschap- en bevallingsuitkeringen.
Incidenteel heeft de Kamer extra ontvangsten van fracties als blijkt dat hun egalisatiereserve
het maximum heeft bereikt. Conform de fractiekostenregeling wordt bij een overschrijding
het verschil door de stichting terugbetaald aan de Tweede Kamer. In 2024 worden de
ontvangsten opgehoogd met € 4,5 mln. (hogere ontvangsten vanuit de fractiekostenregeling).
4. Artikel 4: Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer
Op dit artikel zijn de uitgaven geraamd ten behoeve van gezamenlijke activiteiten
van de Eerste en Tweede Kamer, te weten deelname aan activiteiten van interparlementaire
organen.
Tabel 5: budgettaire gevolgen van beleid
Artikel 4: Wetgeving en controle
2024
2025
2026
2027
2028
2029
Eerste en Tweede Kamer
(in € 1.000)
Verplichtingen
1.651
1.651
1.651
1.651
1.651
1.651
Uitgaven
1.651
1.651
1.651
1.651
1.651
1.651
3. interparlementaire betrekkingen
1.651
1.651
1.651
1.651
1.651
1.651
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
Het betreft de volgende uitgaven:
– uitzending van Kamerleden naar internationale organisaties;
– aandeel van Nederland in de kosten van interparlementaire organen;
– contacten tussen de (voormalige) parlementen van het Koninkrijk;
– ontvangst van buitenlandse parlementsleden en delegaties van internationale organisaties;
– de activiteiten van de Nederlandse groep van de Interparlementaire Unie (IPU).
In onderstaand overzicht zijn, als kengetallen, in meerjarig perspectief (2019–2023)
de uitgaven met betrekking tot dit artikel opgenomen. Voorts zijn, afgeleid hiervan,
gemiddelden per Kamerzetel (van Eerste en Tweede Kamer) opgenomen.
Tabel 6: gemiddelde uitgaven per lid
Artikel 4: Wetgeving en controle
2019
2020
2021
2022
2023
Eerste en Tweede Kamer
(in €.1 000)
Interparlementaire betrekkingen
1.180
904
890
890
1.455
totaal artikel 4
1.180
904
890
890
1.455
gemiddeld per zetel (225)
5
4
4
4
6
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. (Martin) Bosma, Voorzitter van de Tweede Kamer -
Mede ondertekenaar
P. Oskam, Griffier van de Tweede Kamer
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.