Verslag van een commissiedebat : Verslag van een commissiedebat, gehouden op 20 februari 2025, over Openbaar vervoer en taxi
23 645 Openbaar vervoer
31 521
Taxibeleid
Nr. 838
VERSLAG VAN EEN COMMISSIEDEBAT
Vastgesteld 7 april 2025
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft op 20 februari 2025 overleg
gevoerd met de heer Jansen, Staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu, over:
– de brief van de Staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu d.d. 23 juli 2024 inzake
evaluatie vijfkwartiersdienstregeling Ameland (Kamerstuk 31 409, nr. 461);
– de brief van de Staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu d.d. 17 oktober 2024 inzake
reactie op verzoek commissie over een burgerbrief omtrent onterechte incheckplicht
voor ov-abonnementhouders (Kamerstuk 23 645, nr. 831);
– de brief van de Staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu d.d. 10 december 2024
inzake afschrift brief aan KNV over uitstel invoering Centrale Database Taxivervoer
(CDT) en noodzaak grootschalige pilot (Kamerstuk 31 521, nr. 139);
– de brief van de Staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu d.d. 11 februari 2025
inzake stand van zaken en vooruitblik ontwikkelingen ov en taxi (Kamerstuk 23 645, nr. 834).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de commissie, P. de Groot
De griffier van de commissie, Schukkink
Voorzitter: Peter de Groot
Griffier: Wiendels
Aanwezig zijn negen leden der Kamer, te weten: Bamenga, Olger van Dijk, El Abassi,
Grinwis, Peter de Groot, Heutink, De Hoop, Pierik en Veltman,
en de heer Jansen, Staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu.
Aanvang 10.02 uur.
De voorzitter:
Een hele goede morgen, dames en heren. Hartelijk welkom bij dit commissiedebat Openbaar
vervoer en taxi. Een hartelijk welkom aan de mensen op de publieke tribune en natuurlijk
ook aan de mensen die dit op afstand via de livestream volgen. We gaan vandaag het
debat voeren over dit onderwerp. Hartelijk welkom aan de Staatssecretaris en de ondersteuning
die straks zal helpen bij de beantwoording van de vragen van de leden.
Ik wil een aantal voorstellen doen. We hebben als commissie voor Infrastructuur en
Waterstaat gisteren met elkaar gesproken over hoe wij de debatten doen en we hebben
een aantal afspraken gemaakt. Een van die afspraken is dat we voorlopig even afstappen
van het gebruik dat we vragen beantwoorden aan het eind van blokjes. Dat zal dus betekenen
dat leden bij de beantwoording door de Staatssecretaris direct de mogelijkheid hebben
om te interrumperen. We gaan kijken hoe dat loopt. Ik zou ook willen voorstellen dat
in de eerste termijn van de leden de spreektijd vijf minuten is, met een onbeperkt
aantal interrupties. Dat is vandaag gelijk het tweede experiment. Dat betekent wel
dat ik heel hard ga handhaven op de 45 seconden, want dat is een voorwaarde om het
debat tijdig te kunnen afronden. Ik zou willen zeggen: het vergt dus iets van uw interruptiekunsten.
Als het de spuigaten uitloopt, gaan we dus gewoon het aantal interrupties weer beperken.
Dit zou ik voorafgaand aan dit debat aan spelregels willen noemen. Als voorzitter
heb ik er zin in en ik hoop u ook. Laten we dus van start gaan. Ik zie de heer De
Hoop als eerste spreker, of wellicht met een punt van orde.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, voor het begin van het debat heb ik een punt van orde. Dat is het volgende.
Wij hebben afgelopen dinsdag bij de plenaire regeling van werkzaamheden een brief
aan de Minister van Volkshuisvesting gevraagd naar aanleiding van het bericht dat
er honderdduizenden woningen op de tocht staan. De Kamer heeft dat verzoek ook gesteund,
maar zonder verdere toelichting weigerde de Minister om die brief voor het debat naar
ons te sturen. Ik vind dat eigenlijk toch van weinig respect voor de Kamer getuigen.
Ik wil er toch een punt van maken dat het nu niet gebeurd is, terwijl we de afspraak
hebben dat als we als Kamer een verzoek indienen, dat door het kabinet ingewilligd
wordt.
De voorzitter:
Staat genoteerd, zou ik zeggen. We kunnen er, denk ik, nu weinig aan veranderen. De
heer Olger Van Dijk.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Ik ben voor een heel levendig debat, dus ik vind onbeperkt interrumperen op zichzelf
als experiment wel een uitdaging. Ik weet alleen niet of we dat waar kunnen maken
omdat we ook met de tijd zitten. Misschien is het dus goed om gaandeweg dit debat
even te evalueren hoe realistisch het is. In alle eerlijkheid: ik had gisteren de
afspraak ook niet helemaal zo begrepen.
De voorzitter:
Dat is gisteren niet zo besproken, maar ik zie het in andere commissies wel gebeuren
en dat gaat heel goed, ook binnen de gestelde tijden. Het vergt echter iets van u
als leden, namelijk om de interrupties kort en bondig te doen. Als het qua tijd uit
de hand dreigt te lopen, kunt u op me rekenen. Ik zal dan het aantal interrupties
beperken. Laten we nu vooral starten en geen tijd verliezen. De heer De Hoop, ik wil
u dus het woord geven, namens GroenLinks-Partij van de Arbeid. Gaat uw gang.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Er zijn eigenlijk maar weinig onderwerpen waar we het als Kamer
van links tot rechts heel erg over eens zijn. Twee van die onderwerpen komen vandaag
wel aan de orde. We willen allemaal goed en betaalbaar openbaar vervoer en we willen
allemaal voldoende woningen. Toch lukt dat niet. Het lukt niet om het ov betaalbaarder
te maken. Het lukt ook bij lange na niet om voldoende woningen te bouwen. Je zou er
misschien wel moedeloos van kunnen worden, want als we hier vandaag met elkaar het
besluit zouden nemen dat de dreigende bezuinigingen op het ov worden teruggedraaid,
dan zouden we behoorlijk wat problemen voor mensen in dit land kunnen oplossen.
Voorzitter. Gelukkig ben ik van nature optimistisch ingesteld. En de samenleving vraagt
van ons als Kamer om niet moedeloos te worden, maar strijdbaar te zijn, strijdbaar
om de problemen op te lossen van mensen die geen betaalbare woning kunnen vinden.
We moeten ook strijdbaar zijn om ervoor te zorgen dat iedereen in Nederland voor een
fatsoenlijke prijs met het ov naar werk, studie of familie kan reizen. Als we eerlijk
zijn, kunnen we niet anders dan constateren dat het kabinet van het openbaar vervoer
helaas een behoorlijke puinhoop dreigt te maken. Als we niks doen, dan dreigen de
kaartjes van trein en bus volgens jaar weer fors duurder te worden, en dat terwijl
Nederland qua ov al een van de duurste landen van Europa is. Als we niets doen, dan
wordt er bijna 350 miljoen bezuinigd: 110 miljoen op regionaal ov en 225 miljoen op
de studenten-ov-kaart. Dat treft vooral regionaal ov. Als we niets doen, dan dreigen
in veel regio's de woningbouwplannen te stranden omdat woningen niet goed bereikbaar
zijn. Als we niets doen, dan dreigen bussen, treinen, trams en metro's te worden geschrapt.
De voorzitter:
U hebt een interruptie van de heer Heutink van de PVV.
De heer Heutink (PVV):
Iedereen heeft vanochtend op de landelijke televisie kunnen zien dat meneer De Hoop
goedkoop aan het scoren was. Wat gebeurde daar? Hij heeft geen enkele kritische vraag
gekregen. Daarnaast gaf hij geen antwoord op de vragen die hij wel kreeg. Ik wil nu
dus heel graag weten, om het eens en voor altijd duidelijk te krijgen wat voor prioriteiten
meneer De Hoop en zijn partij aan dit kabinet meegeven. We zien dat het wensenlijstje
van GroenLinks-Partij van de Arbeid enorm is: er moet meer geld naar defensie en er
moet meer geld naar zorg. Op alle fronten, overal moet meer geld naartoe. Dan is de
vraag – politiek is keuzes maken – welke keuzes GroenLinks-Partij van de Arbeid gaat
maken. Want niet alles kan zomaar.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Ik moet toch wel zeggen dat ik er heel erg blij van word dat de heer Heutink zijn
wekker vanochtend om 7.00 uur had gezet om naar mij te kijken. Dat is allereerst ontzettend
fijn!
Het enige wat ik vandaag in het debat vraag aan de Staatssecretaris en de coalitiepartijen,
is: houd je aan je eigen coalitieakkoord. Nota bene deze coalitie heeft gezegd: we
vinden dat elke regio telt; we vinden dat we meer moeten investeren in het openbaar
vervoer. Deze coalitie bezuinigt op het openbaar vervoer. Deze coalitie, die gezegd
heeft «er moet meer geld naar de Nedersaksenlijn en de Lelylijn», heeft nul euro extra
uitgetrokken. Het enige wat ik op dit moment vraag, is: houd je aan je eigen coalitieakkoord.
Dan financieel. De Staatssecretaris heeft zelf gezegd dat hij zijn best gaat doen
om een structurele oplossing te vinden voor de NS-tickets. De Staatssecretaris heeft
zelf gezegd dat hij die bezuiniging van 110 miljoen wil voorkomen; daar houd ik hem
aan. Als u mij vraagt hoe we dat moeten betalen, zeg ik dat ik vind dat we dat niet
uit het Mobiliteitsfonds moeten betalen. Ik vind dat we dat niet uit de IenW-begroting
moeten halen, omdat al het geld dat daar zit, al heel belangrijk is. Daar moet het
niet vandaan komen. We moeten het geld eerlijker verdelen in Nederland. We kunnen
de winstbelasting verhogen, we kunnen belastingontwijking aanpakken, we kunnen oneerlijke
belastingkorting aanpakken en we kunnen een eerlijker aandeel van vermogenden vragen.
Dat zijn keuzes die dit kabinet niet maakt, maar dat kun je gewoon doen. De bedragen
waarover we het hebben, namelijk 110 miljoen aan BDU-gelden en 225 miljoen voor het
studenten-ov, zijn niet duizelingwekkend. Dat zijn gewoon keuzes die je kunt maken,
als de politieke wil er is.
De heer Heutink (PVV):
De Staatssecretaris heeft al eerder, in een vorig debat, aangegeven dat hij gaat onderzoeken
wat de effecten zijn van de budgetkorting op de BDU. De resultaten daarvan zijn er
nog niet. Wat meneer De Hoop ook had kunnen doen, is wachten op die resultaten en
dan het gesprek aangaan over wat de effecten zijn, in plaats van de Staatssecretaris
hier nu bestempelen als iemand die er een puinhoop van maakt. Er is gewoon een algehele
budgetkorting. Dat had meneer De Hoop toch ook kunnen doen, vraag ik aan hem. Dat
was veel chiquer geweest.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Ik zal vertellen wat chic was geweest: als deze coalitiepartijen hadden opgelet bij
de onderhandelingen. Als je scherp had gehad dat die 10% korting het ov zo hard had
geraakt, had meneer Heutink toch ook gezegd: joh, volgens mij is dit niet de bedoeling?
Dan hadden VVD, NSC en BBB toch ook gedacht: oei, hier moeten we even scherp op zijn?
Dat heeft men over het hoofd gezien. Als je een fout maakt, moet je dat erkennen en
dan moet je er wat aan doen. Ik merk dat de coalitie dat nu nog niet doet. Laten we
daar nou vandaag met elkaar in dit debat een oplossing voor zoeken. Dat maakt mij
niet uit omdat GroenLinks-Partij van de Arbeid dat vindt, maar dat maakt mij uit omdat
er heel veel mensen in het openbaar vervoer werken die zich zorgen maken, omdat de
kaartjes 12% duurder worden en omdat er bus- en tramlijnen worden geschrapt als we
nu niks doen. Het lijkt mij toch dat we dat niet willen met elkaar. Daar kunnen we
vandaag een oplossing voor vinden.
De voorzitter:
Ik zou nog één opmerking willen maken. Bij vrij interrumperen hoort ook dat de antwoorden
op de interrupties kort zijn. Anders werkt het niet. Dat was ik vergeten te zeggen,
meneer De Hoop. Het tweede interruptiedebatje ging al stukken sneller, dus dat is
heel goed. Meneer Heutink, gaat uw gang.
De heer Heutink (PVV):
Dan blijft het bij roepen, bij constateren. Ik vraag aan meneer De Hoop om met een
suggestie te komen. Kom met een suggestie die draaglijk is. Kom niet met de oeroude
kreet van GroenLinks-Partij van de Arbeid: we gaan de vermogenden meer belasten. Dat
is altijd het eerste waarnaar ze grijpen bij het zoeken van een dekking. Kom dan ook
met iets concreets, met iets waar we het daadwerkelijk met elkaar over hebben en niet
met iets wat zomaar uit de lucht gegrepen is en waar echt niemand wat mee kan.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Dat is een heldere oproep. Alleen, ik vind die wel onterecht. Nota bene de Staatssecretaris
heeft gezegd: ik wil met de Minister van Financiën bekijken wat voor oplossingen we
kunnen vinden. Laat ik het volgende zeggen. Ik vind dat het geld niet bij de IenW-begroting
vandaan mag komen. Ik zou dat heel onverantwoord vinden. Ik vind dat de Staatssecretaris
met zijn vuist op tafel moet slaan bij de Minister van Financiën. Als hij niet in
staat is om daar geld weg te krijgen, zie ik als enige oplossing nog – maar dat vind
ik zeer onwenselijk – om binnen die 2,5 miljard te kijken of we die 110 miljoen structureel
kunnen dekken. Dat zou een noodoplossing kunnen zijn, maar ik vind die onverantwoord.
Ik vind dat de Staatssecretaris moet bekijken wat hij binnen de begroting voor volgend
jaar kan vinden, bij de Voorjaarsnota. U kunt zeggen: dit is vroeg. Maar nee, dit
is het laatste moment dat wij het debat hebben met de Staatssecretaris. Vandaar dat
het nu mijn oproep is.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Op zich is dit een goed debat. We moeten als politiek prioriteiten aangeven. We moeten
aangeven hoe we het vervolgens betalen. Ik ben op zich blij dat de heer De Hoop daartoe
een poging doet; dat waardeer ik. Tegelijkertijd moeten we wel opties noemen die kunnen
en realistisch zijn. Ik wil dus toch even doorgaan op het punt van die 2,5 miljard,
die we natuurlijk hebben voor de ontsluiting van woningbouw; daar hebben we het zojuist
ook over gehad. In principe is dat eenmalig. Het is een envelop van vijf keer 500
miljoen. Hoe wil de heer De Hoop daar structureel dit soort lasten uit dekken?
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Dat zou dan niet structureel zijn. Dat zou een incidentele oplossing zijn om het voor
dit jaar op te vangen. Ik vind dat heel erg onwenselijk, want we doen dat al jaren.
Met de tickets van de NS vangen we al jarenlang incidenteel klappen op, omdat we niet
in staat zijn om het structureel op te lossen.
Dan zou ik toch een vraag terug willen stellen aan de heer Olger van Dijk van NSC.
Uw partij zei: elke regio telt. Uw partij zei: we willen meer investeren in openbaar
vervoer. Het is toch ondraaglijk dat er nu bezuinigd wordt? Ik mag hopen dat ook NSC
vandaag met mij op één lijn zit en daar wat aan wil doen.
De voorzitter:
Uw volgende interruptie, meneer Van Dijk.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Nu is het ook een interruptie aan NSC. Zo dadelijk kom ik op mijn bijdrage en daar
mag de heer De Hoop uit ...
De voorzitter:
Dat mag zo meteen, ja.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Het gaat hier over de dekking. Het is goed dat we naar een zorgvuldige dekking kijken.
Er wordt al gekeken naar Financiën, om de koek groter te maken. Dat is een route die
het kabinet volgens mij ook in eerste instantie bij de Voorjaarsnota zal moeten bekijken.
Als die mogelijkheden er niet zijn – daar gaan we de Staatssecretaris zo hopelijk
over horen – zul je toch via de begrotingsregels, waarvan ik aanneem dat GroenLinks-Partij
van de Arbeid die in principe hanteert, binnen de eigen begroting moeten kijken. Is
de heer De Hoop het ermee eens dat als die route niet zou lukken, we het toch echt
moeten vinden op de begroting van IenW?
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Daar ben ik het niet mee eens. Daar ben ik het niet mee eens, omdat dit kabinet allereerst
al veel te weinig heeft uitgetrokken voor de begroting van Infrastructuur en Waterstaat.
Ik ben het er niet mee eens, omdat ik gisteren de hele dag door het Mobiliteitsfonds
heb zitten bladeren en ik niet zou weten wat er draaglijk aan is om het daarvandaan
te halen. Ik vind echt dat er bij de Voorjaarsnota, met de Minister van Financiën,
geld vrijgemaakt zou moeten worden. Waarom vind ik dat redelijk? Omdat deze Staatssecretaris
anders niet in staat is om zijn eigen coalitieakkoord uit te voeren. Ik zou dan als
Staatssecretaris tegen de Minister van Financiën zeggen: als u wilt dat ik überhaupt
serieus deze portefeuille kan uitvoeren, moet u mij nu die ruimte geven. Als dat ook
niet lukt – ik zou die constatering heel treurig vinden – moet je weer naar een incidentele
oplossing kijken. Maar dat zou echt het laatste zijn wat ik zou willen.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Mijn laatste vraag. Eigenlijk gaat het om prioriteiten. We voeren hier regelmatig
debatten en verzoeken met moties om dan weer een ander project te doen. Ook Nieuw
Sociaal Contract ziet af en toe het belang daarvan, maar wij zijn heel duidelijk in
onze prioritering. Wij zeggen: de Nedersaksenlijn op één; daar moet nu geld voor komen.
Daarna moet je misschien ook naar andere dingen kijken. Dit zou er misschien een kunnen
zijn, maar zo zitten wij in de wedstrijd. Hoe zit GroenLinks-Partij van de Arbeid
in die prioritering?
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Mijn prioriteit is nu in ieder geval om de bezuinigingen die dreigen, te voorkomen.
Dan heb ik het over die 110 miljoen van de BDU-gelden en over het studenten-ov. Dat
is mijn prioriteit. Mijn tweede prioriteit zou zijn om de prijzen in het openbaar
vervoer voor dit jaar te bevriezen, omdat het voor zo veel mensen onbetaalbaar is.
Daarna moet je, vind ik, kijken naar voldoende structurele middelen voor de Nedersaksenlijn,
en naar middelen voor de Lelylijn; dat vind ik echt broodnodig. Maar we moeten allereerst
bezuinigingen voorkomen. Ik ben het met de heer Olger van Dijk eens dat die Nedersaksenlijn
er moet komen. Maar om heel eerlijk te zijn ben ik een beetje cynisch geworden van
hoe het kabinet er tot nu toe mee omgaat. Het zou mij dus verbazen als de heer Olger
van Dijk daarvoor een miljard vrijspeelt bij de Voorjaarsnota. Laten we nu in ieder
geval de bezuinigen die nu dreigen, voorkomen.
De voorzitter:
Dank u wel. U vervolgt uw betoog.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Het klinkt niet alleen ernstig, het is ook gewoon ernstig. Niet alleen
oppositiepartijen in de Kamer maken zich zorgen; in elk debat horen we ook dat de
coalitiepartijen ontevreden zijn. Ook aan hen is beloofd dat er meer in plaats van
minder wordt geïnvesteerd in ov. Toch vinden elke keer bedrijfsongevallen plaats.
Eerst kwam ineens de bezuiniging van 110 miljoen voor het regionale ov, omdat het
kabinet had besloten dat gemeenten een efficiëntiekorting van 10% moesten krijgen.
Toen was het ov per ongeluk niet uitgezonderd, maar toch stond de bezuiniging al in
de boeken. Deze Staatssecretaris was daar niet blij mee, want het overkwam hem. Toen
bleek bij de onderhandelingen voor de Onderwijsbegroting opeens dat er extra bezuinigd
wordt op de ov-studentenkaart. De Staatssecretaris was niet eens betrokken bij deze
gesprekken. Maar ineens moet hij wel 225 miljoen extra bezuinigen op het ov.
Dan is er nog de kwestie van een extra tariefverhoging bij NS, die slechts voor één
jaar is tegengehouden, en waar nog steeds geen structurele oplossing voor is gekomen.
Hoeveel geld moet er gevonden worden om het huidige ov-budget op peil te houden en
de tarieven niet fors te laten verhogen? En heeft de Staatssecretaris al een beeld
van wat hij bij de voorjaarsbesluitvorming ongeveer kan verwachten?
Voorzitter. Als we niets doen, zullen de donkere wolken die nu boven het ov hangen,
tot een wolkbreuk leiden, met desastreuze gevolgen voor de reizigers. Vooral forenzen,
studenten en mensen met een lager inkomen zullen daarvan de dupe zijn. Een tariefstijging
tot wel 15% zal het gevolg zijn, of er moet rigoureus gesneden worden in de dienstregeling.
Van alle mooie woorden in het regeerprogramma zal dan weinig overblijven; alle ambities
zullen als sneeuw voor de zon verdwijnen.
Zoals ik eerder in mijn betoog al aangaf, zullen er ook grote problemen ontstaan voor
de woningbouw. Als de bezuiniging van 110 miljoen euro op het regionaal ov niet van
tafel gaat, dreigt er een vertraging voor de woningbouw in en rondom de grote steden,
waar zo'n half miljoen woningen moeten worden gebouwd. Ik citeer burgemeester Van
Zanen van Den Haag: «Er komen minder woningen, duurdere woningen en een slechtere
kwaliteit van woningen.» Deze bezuiniging is oerdom.
Mevrouw Veltman (VVD):
De nieuwe woningen en de huidige bezuiniging op het ov, die nu voorligt, zijn toch
hele verschillende dingen? Kan de heer De Hoop nog eens uitleggen hoe dat zit? Als
we nu een bezuiniging op het ov hebben te verhapstukken, dan gaat het niet over lijnen
die nu rijden naar lege weilanden waar ooit nog gebouwd gaat worden. Voor de nieuwbouw
hebben we 2,5 miljard beschikbaar om die nieuwe woonwijken goed bereikbaar te houden.
Daar komt nog eens 7,5 miljard bij uit de vorige periode, die daarvoor is gereserveerd.
Alles bij elkaar is er in de afgelopen drie jaar 10 miljard vrijgemaakt om nieuwe
woningen te realiseren. Kunt u dit nog eens uitleggen?
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Het makkelijke en flauwe antwoord zou zijn: wat was het fijn geweest als de Minister
van Wonen daar gewoon op had gereageerd en een brief naar de Kamer had gestuurd waarin
zij de consequenties daarvan schetst. Dan hadden we dat mee kunnen nemen in dit debat.
Het minder makkelijke antwoord is: op het moment dat er nu gesneden wordt in de dienstregeling,
dan is mijn beeld dat dat ook de bereikbaarheid van toekomstige woningen raakt. Zo
heb ik de oproep van Minister van Zanen ... Excuus. Zo heb ik de oproep van burgemeester
Van Zanen en van Fahid Minhas, namens de projectontwikkelaars, gehoord. Zij zeggen:
dit is echt nodig om die woningen überhaupt te realiseren. Dat staat nog los van die
2,5 miljard. Zo heb ik het geïnterpreteerd.
Mevrouw Veltman (VVD):
Het is heel goed dat u uw best doet om dingen te interpreteren. Dat probeer ik ook.
Alleen, hoe raakt het feit dat je nu bezuinigt, de toekomstige woningen? Hoe dan?
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Het gaat om de bereikbaarheid en ontsluiting van woningen, want er worden misschien
dienstregelingen geschrapt. Het betreft de huidige woningen en de woningen waarvan
de bereikbaarheid nog moet ontstaan. Heel veel vervoerders zijn nu al, nog voordat
die 2,5 miljard komt, bezig om te kijken: welke bushaltes gaan we heropenen, wat voor
dienstregelingen gaan we nog meer mogelijk maken en wat voor infrastructuur maken
we mogelijk? Dat zat al in die 110 miljoen, die nu gekort wordt. Het gaat dus niet
alleen om die 2,5 miljard, die later wordt geïnvesteerd. Ook binnen de bezuiniging
waren al investeringen meegenomen voor de ontsluiting van woningbouw en dat kan nu
mogelijk niet.
Mevrouw Veltman (VVD):
Ik doe toch nog een laatste poging. Het kan zijn dat er nagedacht wordt over de toekomst.
Dat is alleen maar goed. Maar feit is wel dat die woningen er nu nog niet staan.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Het feit dat ze er nu nog niet staan, doet er toch niet toe? Dit is toch van groot
belang voor alle woningen die we willen bouwen? Daar denken vervoerders nu ook al
over na. Het is toch volstrekt logisch dat er een consequentie hangt aan die investeringen?
Het gaat namelijk langer duren voordat we de ontsluiting op orde hebben. Ik blijf
erbij: het zou ontzettend fijn zijn geweest als we een brief van de Minister van Wonen
hadden gehad, zodat we de consequenties hiervan uitgebreider hadden kunnen overzien.
Op het moment dat de voorzitter van de projectontwikkelaars, Fahid Minhas, en de Minister
... – ik zei wederom «Minister» – de burgemeester van Den Haag aan de bel trekken,
dan neem ik dat signaal heel erg serieus.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Mogelijk zullen de wegen verder dichtslibben. Per saldo zal dit ook in
financiële en economische zin enorm slecht zijn voor de economie en de schatkist.
Erkent de Staatssecretaris dit? Als meer mensen de auto nemen, dan is dat slecht voor
de stikstofuitstoot, wat weer kan leiden tot minder vergunningen. Erkent de Staatssecretaris
dit? Dit kan ook leiden tot meer files. Erkent de Staatssecretaris dit?
Voorzitter. Deze bezuinigingen treffen vooral de mensen in de regio. Daar horen we
de eerste geluiden alweer opkomen over het verdwijnen van buslijnen, terwijl er in
de afgelopen vijf jaar al 1.500 zijn verdwenen. Het kabinet had beloofd dat de regio
bereikbaarder zou worden. Erkent de Staatssecretaris dat deze bezuinigingen vooral
het regionale ov zullen raken? Ik ga ervan uit dat de Staatssecretaris er alles aan
zal doen om deze ondoordachte bezuiniging op het ov tegen te houden. Is hij daartoe
bereid? Welke oplossing ziet hij voor zich? Ik zou het heel teleurstellend vinden
als deze bezuinigingen niet worden teruggedraaid bij de Voorjaarsnota, maar ik acht
hem daar wel toe in staat. Als dat zo is, gaat hij dan incidenteel kijken wat hij
met die 2,5 miljard kan doen om dit te voorkomen?
Voorzitter, tot slot. Ik hoop dat deze Staatssecretaris in staat is om zijn eigen
regeerakkoord uit te voeren, maar daarvoor heeft hij wel financiën nodig. Als de coalitiepartijen
en de Minister van Financiën hem serieus nemen, dan wordt hem die ruimte geboden.
Ik heb vaak kritiek op deze Staatssecretaris, maar hij is aan handen en voeten gebonden.
We zijn nú in staat om hem die ruimte nog te bieden. Mijn fractie wil hem daar in
ieder geval bij helpen en hopelijk geldt dat ook voor de coalitiepartijen.
De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Heutink namens de PVV, gaat uw gang.
De heer Heutink (PVV):
Voorzitter. Een jaar geleden maakte NS bekend dat er in 2023 maar liefst 1.042 geweldsincidenten
tegen NS-medewerkers hebben plaatsgevonden. Een werkelijk schrikbarend aantal! In
april vorig jaar zette de NS na het zoveelste geweldsincident ook nog eens alle treinen
drie minuten aan de kant. Dat was een mooi gebaar richting al het personeel dat te
maken heeft gehad met al dat verschrikkelijke geweld. Maar hoe hard het ook klinkt,
enkel en alleen de trein een aantal minuten stil laten staan, zal geen indruk maken
op het ov-tuig. Dat zien we dit jaar ook weer terug. Er is dringend actie nodig van
alle partijen. Het geweldsincident waardoor NS zich genoodzaakt voelde om de treinen
drie minuten stil te zetten, werd vorige week geseponeerd door het OM. Dat had te
maken met een gebrek aan bewijs. Zonder hier met vingers te wijzen, is het toch wel
wrang om te bedenken dat we in juni vorig jaar hier nog met elkaar geld vrijmaakten
voor bodycams. Nu is er nog steeds niet gestart met de uitrol van die bodycams. Nut
en noodzaak daarvan worden door het OM onderschreven. Een bodycam zal namelijk zorgen
voor een hogere pakkans van de dader en dus voor een afschrikeffect. Hoelang moeten
we nog wachten, Staatssecretaris?
Voorzitter. De Staatssecretaris heeft tijdens de hoorzitting laten weten dat de veiligheid
in de treinen zijn hoogste prioriteit heeft. We hopen dat dit nog steeds zo is, want
er moet wel echt snel wat gebeuren. We willen van de Staatssecretaris weten of hij
de afschaffing van de boa-status van de hoofdconducteurs wil heroverwegen. Een boa
in de trein zal de veiligheid voor anderen zeker vergroten. Kan de Staatssecretaris
dit toezeggen?
Voorzitter. We willen ook dat de Staatssecretaris werk gaat maken van landelijke reisverboden.
In de brief die hij aan de Kamer heeft gestuurd, geeft hij aan dat de regio's niet
zitten te wachten op het uitgeven van verboden en dat een landelijk verbod ook op
allerlei beren op de weg stuit. Dat vinden we jammer. Het motto van het kabinet is:
kijken wat wél kan. We vragen de Staatssecretaris ook om het gesprek met de regio
aan te gaan en om te kijken welke stappen gemaakt kunnen worden in het realiseren
van een landelijk ov-verbod voor ov-tuig. Desnoods dient de Staatssecretaris een wetswijziging
is. Feit is: misdraag je je in het ov, dan heb je er helemaal niets in te zoeken.
Voorzitter. Dat al die maatregelen keihard nodig zijn, heeft de Staatssecretaris waarschijnlijk
ook ondervonden tijdens zijn bezoekje aan Maarheeze afgelopen week. Waarom bagatelliseerde
de Staatssecretaris het overlastgevende asieltuig in een berichtje op X tot «een groepje
inwoners in het azc in Budel»? Hoe kan de Staatssecretaris ferme maatregelen nemen,
als hij het probleem niet eens herkent, maar zelfs bagatelliseert? Welke maatregelen
gaat hij nemen? Heeft de Staatssecretaris al een oplossing gevonden voor de dreiging
van NS om Maarheeze over te slaan?
Voorzitter, dan heel iets anders, maar ik denk dat er een interruptie is. Nee?
De voorzitter:
Ja, van de heer Grinwis en van de heer Bamenga.
De heer Heutink (PVV):
Nou, dus toch.
De voorzitter:
Ik ga beginnen met de heer Grinwis.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voor een veilig ov – in dit geval heb ik het vooral over de bussen in en rond de grote
steden – is het ook belangrijk dat prijzen niet exorbitant stijgen, dat bussen kunnen
rijden en dat buschauffeurs veilig hun werk kunnen doen. Ik weet dat de PVV hecht
aan sociale veiligheid, aan veilig kunnen reizen met het ov. Is het ook om die reden
niet heel onverstandig om een onbedoelde extra greep in de BDU-kas te doen en daarmee
keihard te bezuinigen op het ov, niet alleen in de drie grote steden, maar juist ook
in de dorpen daaromheen, waar soms maar één bus rijdt?
De heer Heutink (PVV):
Wij erkennen dat de PVV in de breedste zin van het woord het leven van alle Nederlanders
goedkoper willen maken. Natuurlijk vinden wij dat! Tegelijkertijd hebben wij afspraken
gemaakt in het hoofdlijnenakkoord, waarin we dus een budgetkorting op de SPUK-gelden
hebben gedaan. Dat is gebeurd om ervoor te zorgen dat die SPUK-gelden vrij besteedbaar
werden voor de gemeenten. Dan kunnen ze namelijk efficiënter werken. Dat was de hele
gedachtegang achter die afspraak ten aanzien van de SPUK-korting. Het ov wordt nu
geraakt. Ik vind wel dat de Staatssecretaris goed moet gaan kijken wat nou echt het
effect is. Dat zeg ik tegen de heer Grinwis en meneer De Hoop zal mij straks waarschijnlijk
hetzelfde gaan vragen, dus dat scheelt dan weer een interruptie. We kunnen alles lezen
in de krant en we horen allemaal meningen, maar ik wil echt dat de Staatssecretaris
goed gaat kijken naar de gevolgen en de consequenties daarvan. Wat kan hij doen om
het leed te verzachten?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Kijken, kijken, kijken en niet kopen: dat is inderdaad een beetje de houding van dit
kabinet en van deze coalitie. Bovendien, verwijzen naar de kabinetsformatie waar inderdaad
een korting op de SPUK's is gedaan ... Dat zijn specifieke uitkeringen aan gemeenten
om een soort administratieve lasten te voorkomen. Vaak wordt verwezen naar de gemeente
Ameland met € 187. Het is natuurlijk een bloody shame dat niemand aan die tafel doorhad
dat als je korting toepast op specifieke uitkeringen, je daarmee de BDU en het openbaar
vervoer in grote steden raakt. Daar is nul komma nul bureaucratische last te vermijden.
Het is dus echt een enorme fout en ik doe de oproep ...
De voorzitter:
Wat is uw vraag?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik doe de oproep aan de BBB om die fout te herstellen. De andere vraag hierbij is:
wat heb je aan een lager eigen risico als je straks tevergeefs staat te wachten als
je naar het ziekenhuis wilt gaan, omdat de bus niet komt?
De heer Heutink (PVV):
Ik hoor eigenlijk geen vraag, want hij was aan de BBB gericht.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Nee, aan de PVV.
De heer Heutink (PVV):
O, toch aan de PPV. Dan zal ik de vraag maar netjes beantwoorden, maar de heer Grinwis
zei echt «BBB».
Voorzitter. Allereerst: verlagen van het eigen risico is een ontzettend goed idee;
dat is vooropgesteld. Nogmaals, wij vinden dat deze Staatssecretaris moet gaan kijken
wat nou de consequenties zijn en hoe we dit eventueel kunnen voorkomen. Dat zijn geen
loze frases en dat zijn geen holle woorden. Wij willen dat het leven voor al die Nederlanders
betaalbaarder wordt. Dat is waar wij als PVV voor staan. Wij willen als coalitie de
bestaanszekerheid in het land vergroten; dat hebben we met elkaar afgesproken. Het
kabinet staat daar ook voor. Ik heb zojuist dus legitieme vragen aan het kabinet gesteld
en ik verwacht daarop gewoon een antwoord van het kabinet.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Het is alleen geen holle frase als de PVV daadwerkelijk bijdraagt aan de oplossing.
We worden in dit land toch geregeerd door mensen, niet door tabellen? Er is een foutje
gemaakt waardoor onverhoopt en onbedoeld 110 miljoen wordt bezuinigd op het ov, wat
onmiskenbaar leidt tot minder bestaanszekerheid. Er rijden straks immers minder bussen.
Het leidt onmiskenbaar tot minder bestaanszekerheid, want de buskaartjes en tramkaartjes
gaan volgend jaar daardoor met bijna 12% omhoog. Je kunt dan toch niet zo aan de zijlijn
blijven staan en zeggen: de Staatssecretaris moet er nog eens naar gaan kijken? Ja,
meneer Heutink, het is een holle frase als de PVV geen boter bij de vis levert. Die
boter is overal rijk opgetast, dus waar een wil is, is deze weg te effenen. Dat is
ten slotte mijn oproep aan de PVV.
De heer Heutink (PVV):
Meneer Grinwis weet als geen ander hoe het is om te werken met een kabinet en om te
werken in een coalitie.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Zeker.
De heer Heutink (PVV):
Ik ga meneer Grinwis dat toch nog even een keer uitleggen, want blijkbaar is hij het
vergeten na anderhalf jaar oppositie. We hebben te maken met een Voorjaarsnota. We
hebben te maken met een structurele opgave van in ieder geval 110 miljoen die terechtkomt
bij de begroting van Infrastructuur en Waterstaat. Op dit moment is er binnen de begroting
van Infrastructuur en Waterstaat gewoon geen ruimte te vinden om 110 miljoen structureel
op te gaan lossen. Meneer De Hoop gaf het net ook aan. Dat betekent dat we gebonden
zijn aan de Voorjaarsnota en dat daar afspraken gemaakt zouden moeten worden om te
kijken hoe we dat kunnen terugdraaien. Ik kan het niet beloven, want we moeten daarover
gaan onderhandelen. Ik vraag wel aan de Staatssecretaris om te kijken wat hij kan
doen. Meer kan ik op dit moment niet doen, meneer Grinwis.
De heer Bamenga (D66):
Ik hoorde net in de bijdrage van de PVV dat zij veiligheid in het ov belangrijk vindt.
Afgelopen dinsdag heeft de FNV bij de petitie die wij ontvingen – volgens mij was
meneer Heutink er niet bij – in ieder duidelijk gemaakt op welke manier deze bezuinigingen
de veiligheid van het ov raken. Ik ben dus heel erg benieuwd hoe de heer Heutink hierin
staat.
De heer Heutink (PVV):
FNV kan zoveel zeggen! Ik heb volgens mij net dezelfde vraag gesteld aan de Staatssecretaris:
wat zijn nou de effecten van deze budgetkorting op de BDU? Dat heb ik net aan deze
Staatssecretaris gevraagd. Sterker nog, hij zou daar al met een reactie op komen.
Hij zal het gaan onderzoeken en ik wacht met smart op zijn antwoorden daarop.
De heer Bamenga (D66):
Wat de effecten zijn? Volgens de FNV zijn de effecten dat het minder veilig zal worden,
onder andere doordat we hierdoor meer zwartrijders zullen krijgen. Dat raakt uiteindelijk
ook het personeel en hun veiligheid. Daarom nogmaals de vraag aan de heer Heutink:
als dit inderdaad de effecten zijn, is de heer Heutink dan bereid om te kijken naar
die bezuiniging in het ov?
De heer Heutink (PVV):
Ik ga niet in op «wat als»-vragen. Ik wil van de Staatssecretaris weten wat de effecten
zijn. Nogmaals, ik wacht met smart op zijn antwoorden en ik ga niet in op opmerkingen
die lijken op «wat als».
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Hier maakt de heer Heutink zich er te makkelijk van af. Het zijn geen «wat als»-vragen.
We weten dat als die bezuiniging van 110 miljoen doorgaat, het verschraling veroorzaakt
doordat de kaartjes duurder worden, maar dat ook mensen mogelijk hun baan kwijtraken.
De heer Heutink heeft in ongeveer drie minuten van zijn hele betoog dat ging over
veiligheid in het openbaar vervoer ... Wat zegt u tegen de boa's die hier op de tribune
zitten en die misschien zo meteen hun baan kwijtraken? Dan moet je toch alles doen
om die bezuiniging te voorkomen, vraag ik aan de heer Heutink.
De heer Heutink (PVV):
Volgens mij zijn wij net heel erg duidelijk geweest. Wij hebben net aan de Staatssecretaris
gevraagd om te kijken wat hij bij de Voorjaarsnota kan doen. Dat is het enige wat
wij hier nu kunnen doen. Wij zitten hier als Kamer ook om de Staatssecretaris opdrachten
te geven, namelijk om te kijken naar de effecten van die budgetkorting. Ik heb volgens
mij net ook tegen meneer De Hoop gezegd wat ik tegen iedereen in Nederland zeg, namelijk
dat wij willen dat het leven voor iedereen betaalbaar wordt, betaalbaarder dan dat
het nu is. Dat zou mijn antwoord zijn richting de heer De Hoop.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Nou, dat is een slecht antwoord. Met alle respect: de heer Heutink zit hier alsof
hij toeschouwer is van iets wat er in het ov gebeurt. U heeft 37 zetels! Als u nu
tegen de Staatssecretaris en tegen uw eigen partijleider zegt: «Dit kunnen we niet
dragen. Ik heb het net drie minuten over Maarheeze gehad. Ik heb het de hele tijd
over veiligheid in het ov. Ik kan dat niet serieus zeggen als wij toelaten dat boa's
zo meteen hun baan kwijtraken.» Dat begrijpt de heer Heutink toch ook? Dan vind ik
het ingewikkeld dat de heer Heutink hier een beetje als toeschouwer aan het kijken
is, maar niet gewoon zegt: ik vind dat ondragelijk, juist omdat ik de veiligheid in
het ov belangrijk vind. Is hij dat met mij eens?
De heer Heutink (PVV):
Als coalitie, maar ook als kabinet, zullen we keuzes moeten maken. We hebben het over
minimaal 110 miljoen euro dat dan structureel ten laste komt van de begroting van
IenW. Daar moet gewoon dekking voor gevonden worden. Ik kan hier nu vandaag wel wat
zeggen. Dat kan iedereen wel doen en dat doet meneer De Hoop ook: hoop geven met frases
als «we gaan het regelen». Sorry, maar het moet echt bij de Voorjaarsnota op tafel
komen. Ik verwacht ook dat de Staatssecretaris dat in ieder geval op tafel gaat leggen.
Dan gaan we het van daaruit verder zien. Dat is geen toeschouwersrol; dat is gewoon
de feiten op tafel leggen zoals ze zijn. Dat is de politieke situatie zoals die hier
is met elkaar duiden en daartussen ook bewegen. En we vragen de Staatssecretaris om
het uiterste te doen, om te doen wat hij kan, om ervoor te zorgen dat die mensen geholpen
worden. Zo simpel is het.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Dan zie ik concluderend dat de treinkaartjes en de kaartjes voor de tram en de bus
tussen de 12% en de 15% duurder worden en dat de boa's misschien hun baan kwijtraken
waardoor de veiligheid op het spoor en in de tram, metro en bus nog zorgelijker wordt.
Dan zijn het gewoon loze woorden; ze zijn niks waard als de PVV niet doorbijt. U heeft
37 zetels. Als u dit wilt voorkomen, is het vandaag nog geregeld. Laat dat dan maar
zien.
De heer Heutink (PVV):
Wil meneer De Hoop nou dat van die treinkaartjes, en die bezuinigingen terugdraaien?
Of wil hij hier alleen maar de PVV bashen, alleen maar roepen, roepen en nog meer
roepen? Ik heb net de Staatssecretaris gevraagd om te kijken wat hij kan doen. Ik
heb de Staatssecretaris gevraagd om te kijken wat nou precies de effecten zijn zodat
we goed weten waarover we het hier met elkaar hebben. Dan kan meneer De Hoop schreeuwen
en dan kan meneer De Hoop roepen, maar volgens mij is het toch echt de PVV die nu
de Staatssecretaris vraagt om bij de Voorjaarsnota te gaan kijken wat hij wel kan
doen. Meneer De Hoop weet het ook: je kunt niet zomaar alles beloven; dat werkt gewoon
niet. Dat weet hij donders goed.
De heer Bamenga (D66):
Wat mij betreft gaat het hier niet om het bashen van de PVV. Volgens mij gaat het
hier om kijken welke verantwoordelijkheid de PVV wil nemen en welke keuzes de PVV
wil maken. Eerder stond al in het regeerakkoord dat dit kabinet er alles aan wil doen
om ervoor te zorgen dat het openbaar vervoer betaalbaar wordt. We zien echter wat
anders. We zien toch een enorme bezuiniging. Ik weet gewoon niet wat de PVV op dit
moment zou willen zeggen tegen Henk en Ingrid. Hoe kijkt meneer Heutink daartegenaan?
De heer Heutink (PVV):
Exact hetzelfde als wat ik net heb gezegd en heb gevraagd aan de Staatssecretaris:
ga kijken wat u kunt doen. Volgens mij is dat onze rol, kunnen wij dat vragen aan
de Staatssecretaris en willen wij dat het voor iedereen in Nederland een beetje dragelijker
wordt in de portemonnee; dat is wat wij willen. Wij verwachten dus ook dat de Staatssecretaris
daar goed naar gaat kijken.
De heer El Abassi (DENK):
In tegenstelling tot mijn collega's ben ik hier wél om de PVV te bashen. Ik heb een
vraag. Ik hoor de PVV het vooral hebben over Maarheeze en allerlei veiligheidsaspecten,
maar het verhaal van de PVV was echt consequent: alles moet betaalbaar. Ik ben benieuwd
of dat nog ergens terugkomt in de bijdrage van de PVV. Maar ik zal de vraag net wat
anders stellen. De PVV had heel veel klachten over de vorige kabinetten. Wat doet
de PVV beter waardoor iets – ik kan zelf niks vinden – van het ov goedkoper is ten
opzichte van andere kabinetten?
De heer Heutink (PVV):
Dat DENK is opgericht om een andere partij te bashen, weten we inmiddels wel. Laten
we even terugkijken naar het vorige kabinet. In 2024 ging er ruim 1 miljard euro naar
het regionale ov en de BDU. Dit jaar staat er 1,2 miljard op de begroting, en het
komend jaar 1,1 miljard. Dat is al meer geld dan het vorige kabinet heeft vrijgespeeld.
Meneer Grinwis zegt «nee», maar zo werkt het wel; dat zijn gewoon de cijfers die we
lezen in de begrotingen. Het kabinet heeft zich ingespannen om de prijsstijging van
de NS-treinkaartjes enigszins te beperken. Ik denk dat dat een goede zaak is geweest.
Natuurlijk hadden we die het liefst naar nul gezien, maar dit was een hele mooie stap
in de juiste richting. Ik denk dus dat dit kabinet veel doet. Kan het meer? Kan het
beter? Ja, maar we moeten ook keuzes maken. Het geld is niet oneindig. Het geld ligt
niet voor het oprapen. Ik heb u vaker in debatten gezegd: er staat in het midden van
deze zaal geen geldboom, waar we zo geld uit kunnen plukken. Dat betekent keuzes maken.
En ja, sorry, maar de tijd van mevrouw Kaag is ook gewoon voorbij, de tijd dat het
allemaal maar over de plank ging naar allerlei dingen waar wij zelf niet gelukkig
van werden.
De heer El Abassi (DENK):
Dat is een best lang antwoord. Ik hoor eigenlijk dat de treinkaartjes, maar ook de
andere manieren van vervoeren niet goedkoper zijn geworden. Sterker nog, ze zijn duurder
geworden. Ik hoor de heer Heutink verwijzen naar een geldboom die er niet is. Die
was er ook niet voor de vorige kabinetten. Ik concludeer dat de PVV daarmee gewoon
erkent dat de PVV hele grote woorden had, maar eigenlijk het tegenovergestelde doet
nu ze aan het roer staat. Alles wordt namelijk alleen maar duurder.
De voorzitter:
Gaat uw gang, meneer Heutink. Houd u het kort, alstublieft.
De heer Heutink (PVV):
Volgens mij doet het kabinet ongelofelijk veel. We hebben 1,5 miljard euro uitgegeven
om de accijns op brandstof te verlagen. Het eigen risico wordt gehalveerd. Het eigen
risico wordt gehalveerd. Dat kost ook ontzettend veel geld, zeg ik in de richting
van de heer El Abassi. Het kabinet doet dus heel veel om de bestaanszekerheid te verbeteren
en te verhogen. Ik denk ook dat dat nodig is. Daar staan wij ook volledig achter.
Moeten er keuzes worden gemaakt? Ja, zeker. Is dat makkelijk? Nee. Doet dat soms pijn?
Ja, dat denk ik wel. Sterker nog, ik weet zeker dat dat soms pijn doet. Maar dat is
ook onderdeel van verantwoordelijkheid nemen in een kabinet, iets wat DENK naar ik
hoop nooit gaat doen.
De voorzitter:
De heer El Abassi. Een laatste korte interruptie graag.
De heer El Abassi (DENK):
Ik wou het inderdaad bij die interruptie houden. Ik heb toch nog één interruptie.
Ik hoorde de heer Heutink aangeven dat ervoor is gekozen om het eigen risico niet
te verhogen, overigens niet structureel maar incidenteel. Maar wij zien dat dit kabinet
een voorstel doet om de btw te verhogen. Wij zien dat de huren ongekend hoog zijn.
Er is een ongekende huurverhoging. De gasprijzen – ook een belofte van de PVV – zijn
keihard omhooggegaan. Treinkaartjes zijn veel duurder. Nu ook nog eens ov en plastic.
Daar had de PVV hele stoere verhalen over. Nu komt er een plasticbelasting ...
De voorzitter:
Wat is uw vraag?
De heer El Abassi (DENK):
... waar je u tegen zegt. Ik wil de heer Heutink weer vragen: het is toch niet meer
uit te leggen aan Henk en Ingrid dat je aan de ene kant belooft dat alles goedkoper
wordt, maar dat we hier alleen zien dat alles duurder wordt?
De heer Heutink (PVV):
Dat is dus ook precies de reden waarom wij als PVV bij de onderhandelingen over de
Voorjaarsnota zullen inzetten op een lagere gasrekening voor huishoudens, lagere huren
en een lagere btw op boodschappen. Daar zullen wij ons voor inzetten. Wij willen dat
die rekeningen omlaaggaan en daar zullen wij ons voor gaan inzetten. We zullen zien
wat er uit die onderhandelingen gaat komen, maar dat is in ieder geval onze inzet.
Laat heel duidelijk zijn: dat is echt de inzet die wij gaan plegen.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik reageer even op een punt over de BDU dat de heer Heutink net maakte. Je hebt namelijk
leugens, je hebt grote leugens en je hebt de statistieken van de PVV. Ik vind het
echt ongekend dat de heer Heutink, die hier naast een vertegenwoordiger van de ChristenUnie
zit, goeie sier maakt met gelden uit de motie-Bikker, die aan de BDU zijn toegevoegd.
Het gaat om 300 miljoen structureel, wat per 1 januari 2024 is ingegaan. Daarvan is
ruim de helft, zo'n 158 miljoen, via de BDU toegevoegd, en een kleine helft naar de
provincies gegaan. Dat op het conto van bij wijze van spreken dit kabinet durven schrijven,
vind ik werkelijk ... Meneer Heutink, ik gun u uw resultaatjes en zo, maar dit is
pronken met andermans veren – en u zit nota bene naast een vertegenwoordiger van de
ChristenUnie. Ik verzoek u dus om voortaan de juiste statistieken te gebruiken.
De heer Heutink (PVV):
Ik hoop dat meneer Grinwis kan rekenen. Als je kijkt naar de begroting en die 152
miljoen daarbij pakt, dan is het per saldo nog steeds meer dan het was. Er staat namelijk
ruim 1,2 miljard op de rekening voor dit jaar. Dus ja, het waren de Bikkergelden –
deels. Maar het was ook dit kabinet dat wel degelijk ervoor heeft gezorgd dat er nu
iets meer geld op staat. En is die budgetkorting ervan af? Ja, die gaat er volgend
jaar van af. We gaan kijken of we daar met de Staatssecretaris richting de Voorjaarsnota
een uitweg uit kunnen vinden.
De voorzitter:
De heer Grinwis, laatste keer. Kort graag.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Heel kort. Laat meneer Heutink het nou gewoon eens toegeven. Het is normaal dat ieder
jaar, gekoppeld aan de inflatie, loon- en prijsbijstellingen worden uitgekeerd op
budgetten. Budgetten moeten gekoppeld aan de inflatie, en die is de afgelopen jaren
hoog, dus groeien. Dat is geen extra budget; de koopkracht van het budget blijft daarmee
overeind. Het is overigens in het infradomein maar zeer de vraag of die loon- en prijsbijstelling
voldoende is. Het budget is dus toegenomen, alleen maar door een actie. Ik heb hoogstpersoonlijk
dat geld bij Financiën structureel voor mekaar zitten boksen. Het is niet dat dit
kabinet geld toevoegt aan het ov. Integendeel, dit kabinet bezuinigt op het openbaar
vervoer. Loop daar niet voor weg, maar repareer dat. Dat is eigenlijk mijn oproep.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog, meneer Heutink.
De heer Heutink (PVV):
Ik wil er nog kort op reageren, voorzitter. Als de heer Grinwis wil horen of wij blij
waren met die 300 miljoen, dan is het antwoord ja. Want wij hebben die motie mede
ingediend.
Goed, voorzitter, ik ga verder. Ik wil het toch nog eventjes over iets heel anders
hebben. Ik wist natuurlijk dat iedereen mij hier vragen zou gaan stellen over de 110
miljoen euro budgetkorting. Vandaar dat ik dat niet heb opgenomen in mijn spreektekst.
Ik had al verwacht dat ik een halfuur een vragenvuur zou krijgen. Dus ik kan mijn
kostbare spreektijd gebruiken voor nog wat andere dingen. Iets heel anders: vorige
week bereikte ons het bericht dat de Europese Commissie overweegt om Nederland voor
de rechter te dagen vanwege de concessie van NS. Hoewel de PVV nog altijd achter die
onderhandse gunning staat, maken we ons wel lichtelijk zorgen. Hoe gaat de Staatssecretaris
ervoor zorgen dat de NS, de spoorvervoerder, op het hoofdrailnet blijft en welke scenario's
zijn er precies? Ook willen we graag van de regering horen of er niet te veel risico
is genomen. Heeft de Staatssecretaris dan echt geen signalen ontvangen dat het hierop
zou uitdraaien? Graag een reactie op al deze punten.
Voorzitter. Tot slot iets positiefs. De PVV is blij dat er stappen gezet gaan worden
in het makkelijker overstappen tijdens een treinreis. Ik denk dat het voor iedereen
een doorn in het oog is dat je bij het overstappen opnieuw moet inchecken en op het
volgende station weer bij de volgende moet inchecken. Dat is ongelofelijk irritant,
dus het zal voor heel veel Nederlanders als een verlichting gaan voelen. Wel willen
we weten of de implementatie van dit nieuwe systeem tot extra kosten zal leiden en
of deze kosten verhaald gaan worden op de reiziger. Ik mag toch echt hopen dat dat
niet gaat gebeuren.
Daar wil ik het graag bij laten. Dank u wel.
De voorzitter:
Ik dank u hartelijk. Het woord is aan de heer Grinwis van de ChristenUnie.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Ik mag vandaag mede namens de collega's van het CDA het woord
voeren, in het bijzonder collega Vedder. We staan aan de vooravond van een enorme
kaalslag in het openbaar vervoer. Of je nu in Schipluiden, Ankeveen of in het Rockanje
van de Minister woont, de kans is groot dat je volgend jaar vaak tevergeefs op de
bus wacht. Het kabinet kiest er doelbewust voor om te bezuinigen op een kernvoorziening
voor de leefbaarheid van veel dorpen en buitenwijken. Tel daarbij op dat studenten
minder reizen, wat blijkt uit de herijking van de ov-reiskaart. Het resultaat daarvan
is een gat van 335 miljoen euro in de begrotingen van de ov-bedrijven. Dat gat wordt
dus door de overheid geslagen. Die ov-bedrijven zijn dus wel genoodzaakt om te gaan
snijden in de lijnen en de prijzen substantieel te gaan verhogen. De reiziger wordt
kortom altijd gebeten, of het nu door de kat is of door de hond. Dit alles wordt mede
mogelijk gemaakt door de zelfbenoemde regiopartijen, door een kabinet dat uitsprak
meer bussen te willen laten rijden tussen dorpen. Elke regio telt? Maak dat die kat
wijs! Elke regio telde, bij het vorige kabinet.
Voorzitter. Het is lelijke politiek van partijen, die zelf, zo blijkt uit de vorige
debatten, ook geen zinnige reden kunnen geven voor deze bezuinigingsslag via de zogenaamde
specifieke uitkering, de BDU, op het openbaar vervoer, behalve dan dat het afgesproken
is. Dat is omdat tabellen dit land regeren in plaats van mensen van vlees en bloed.
Is de grondslag voor die bezuiniging überhaupt niet weg, nu besloten is om de BDU
aan de vervoerregio's te blijven uitkeren en niet als een generieke post via Provincie-
of Gemeentefonds uit te keren? Daarom is toch de hele redenering onder die 10% budgetkorting
weggevallen?
Iedereen weet namelijk wel dat bussen niet op gratis lucht rijden maar op duurbetaalde
diesel of elektriciteit, en bestuurd worden door echte mensen die zich veilig willen
voelen. Dat zal wel betaald moeten worden. Vanaf 2024 werd met de Bikkergelden 300
miljoen euro structureel in het regionaal openbaar vervoer gestoken, wat voor goedkopere
buskaartjes en meer bussen tussen dorpen zorgde. Dit wordt in de grote steden en daaromheen
dus grotendeels ongedaan gemaakt. Voorzitter, had ik al verteld hoe teleurstellend
de ChristenUniefractie dat vindt? Dan hebben we het nog niet eens over de NS gehad,
die eenmalig gecompenseerd is voor de inflatie, maar als we niets doen zullen daar
de prijzen ook weer fors stijgen.
Voorzitter. Laat ik opnieuw kristalhelder zijn. De ChristenUnie zal niet met een IenW-begroting
voor 2026 kunnen instemmen waarin de voorgestelde bezuinigingen op het ov zijn opgenomen.
Deze moeten worden afgewend. De Staatssecretaris beloofde mij bij de begrotingsbehandeling
dat hij in gesprek zou gaan met de vervoersregio's, met de wethouders van de getroffen
dorpen. Dat was de enige zekerheid die hij mij en de inwoners van ons land kon bieden.
Hoe staat het met deze gesprekken? Wat hebben deze opgeleverd, behalve begripvol geknik?
Wat gaat hij met de opgehaalde input doen? Hoe bereidt de Staatssecretaris zich voor
op onderhandelingen over de Voorjaarsnota? Van mij mag het betaald worden uit het
eigen risico bijvoorbeeld. Daar wordt meer dan 4 miljard op stukgeslagen; neem 110
miljoen daaruit voor de BDU. Dan heb je nog steeds meer dan een halvering van het
eigen risico. Dan kun je tenminste met een betaalbaar eigen risico met de bus naar
het ziekenhuis.
Voorzitter. Heeft de Staatssecretaris zijn eigen partijgenoten en de coalitie al bewerkt
om zich eens wat hartelijker op te stellen jegens de busreiziger uit Rockanje of Almere?
Is er eigenlijk een impactanalyse gemaakt van de bezuinigingsslag, van zowel de ov-herijking
als de BDU-bezuiniging? Bij welke reizigers en waar gaat deze bezuiniging het meest
pijn doen? Klopt het dat dit vooral in de regio met beperkt gebruikte rustige lijnen
het geval gaat zijn? En is de Minister bereid een bereikbaarheidsanalyse op te stellen?
Is het effect op de filedruk op snelwegen in kaart gebracht? Wat zijn de effecten
op de vervoersarmoede? Kan de Minister het KiM vragen dit in kaart te brengen? Wat
de prijsstijging bij de NS betreft zou ik door de Staatssecretaris de gevolgen voor
een toekomstig aantrekkelijk spoorproduct in kaart gebracht willen zien. Ook zou ik
graag de shift van de trein naar de auto in kaart gebracht willen hebben. De Staatssecretaris
kwam vorig jaar met geld voor de NS over de brug. Is hij weer bereid dat te doen voor
komend jaar? Of is zijn begroting echt helemaal uitgeknepen? De NS heeft vooral behoefte
aan structurele oplossingen. Is de Staatssecretaris bereid om daarmee te komen?
Voorzitter. Nog een punt over de toegankelijkheid van het ov voor mensen met een beperking.
Dat blijft een enorm obstakel. Nog te vaak doen de liften bij ProRail het niet, zijn
de bushaltes ongelijk, komt de reisassistentie niet opdagen. Er ligt een Bestuursakkoord
Toegankelijk Openbaar Vervoer, waar mijn oud-collega Van der Graaf ook stevig aan
heeft getrokken. De provincies zijn inmiddels aan de slag met de uitvoeringsplannen.
Het tempo en de aandacht lijken echter wat te verslappen, en veel gemeenten hebben
andere financiële sores aan het hoofd dan het op hoogte brengen van bushaltes. Hoe
waarborgt de Staatssecretaris de voortgang van het verbeteren van de toegankelijkheid?
Heeft hij scherp hoeveel extra investeringen er de komende jaren nodig zijn? En zijn
hier voldoende budgetten voor beschikbaar?
Tot zover, voorzitter.
De voorzitter:
Ik dank u wel. De heer Pierik namens de BBB. Gaat uw gang.
De heer Pierik (BBB):
Dank, voorzitter. Het openbaar vervoer is de ruggengraat van de bereikbaarheid en
economie van Nederland. Dagelijks maken meer dan 1 miljoen mensen gebruik van het
openbaar vervoer om naar hun werk te gaan, naar hun studie te gaan of om te reizen.
Het spoor verbindt stad en regio en vermindert de druk op onze wegen. We zien ook
problemen. Het openbaar vervoer in de steden zit vaak overvol en er is lang niet altijd
een veilig openbaar vervoer. Dit vraagt om actie. We moeten inzetten op een beter
ov, zowel in de stad als in de regio. Dat betekent meer treinen en bussen tijdens
de spits in drukke gebieden, maar ook een solide basisnetwerk in de regio, zodat iedereen
ongeacht waar die woont, kan rekenen op een betrouwbaar en toegankelijk openbaar vervoer.
Voorzitter. Dat betekent ook dat er genoeg treinpersoneel moet zijn en dat dat treinpersoneel
veilig moet kunnen werken. Want steeds vaker horen we verhalen van conducteurs, boa's
en machinisten die te maken hebben met intimidatie, verbale agressie en fysiek geweld.
Dat is absoluut onacceptabel. Treinpersoneel moet zijn werk kunnen doen, zonder angst
voor bedreiging of mishandeling. We moeten dus inzetten op een beter ov en een betere
bescherming van mensen die het ov draaiende houden. Meer toezicht, snellere handhaving
en strengere maatregelen tegen geweldplegers zijn noodzakelijk.
Dan mijn vragen aan de Staatssecretaris. Hoe zorgen we ervoor dat de trein een plek
blijft waar zowel de reiziger als het personeel zich veilig voelt, zonder dat we het
ov veranderen in een zwaarbeveiligd fort? De BBB vindt het ook zorgelijk dat de NS
zegt te balen van het besluit van het OM om niemand verder te vervolgen voor de veronderstelde
mishandeling van een NS-conducteur vorig jaar. Dit is wel een zeer afstandelijke reactie.
Een medewerker wordt van de trap gegooid, geschopt, geslagen en loopt een gebroken
arm op – en het OM zegt: onvoldoende bewijs. En wat doet de NS? Die zegt ervan te
balen en legt zich neer bij de uitspraak van het OM. Wat voor signaal wordt hiermee
afgegeven aan het treinpersoneel? Het geweld tegen treinpersoneel neemt al jaren toe.
Meer dan 1.000 meldingen in 2023 – en de trend is stijgend. Machinisten en conducteurs
worden bespuugd, uitgescholden en mishandeld. In plaats van pal achter hun personeel
en mensen te gaan staan en alles op alles te zetten om vervolging af te dwingen, accepteert
de NS dit besluit. Daarom vraag ik de Staatssecretaris om met de NS en het Openbaar
Ministerie in gesprek te gaan om te onderzoeken hoe het geweld tegen ov-personeel
voortaan beter aangepakt kan worden. Welke concrete stappen kan de Staatssecretaris
zetten? En is de Staatssecretaris bereid om extra maatregelen te nemen, zoals het
verplicht stellen van bodycams voor conducteurs of extra cameratoezicht in treinen,
om de bewijslast te versterken en zo geweldplegers sneller te kunnen vervolgen?
De heer Heutink (PVV):
De maat is wat dat betreft inderdaad vol. We zien te veel overlast; we zien dat het
NS-personeel wordt geteisterd in die treinen. Het is echt verschrikkelijk. Dan hoor
ik meneer Pierik het volgende zeggen. Daar kwam toch nog wat achteraan, en daar ben
ik blij mee. Ik was bang dat hij alleen zou zeggen «ga maar in gesprek, beste NS»,
maar er kwam toch nog wat achteraan over bodycams. Dat delen wij. Daarnaast zijn er
oproepen geweest, onder anderen van het personeel van de NS, over de boa-status. De
boa-status voor de hoofdconducteur is afgeschaft, om verschillende redenen, maar ziet
de heer Pierik er iets in om het kabinet te vragen dat toch te heroverwegen? Moeten
we dat niet toch weer gaan doen, om de veiligheid in de trein te kunnen vergroten?
De heer Pierik (BBB):
Voor de BBB is de veiligheid van treinpersoneel cruciaal. Alle middelen die gebruikt
kunnen worden om die bewijslast te versterken, zullen we onderstrepen.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.
De heer Pierik (BBB):
Voorzitter. Dan de vijfkwartiersregeling van Ameland. Met deze dienstregeling is de
punctualiteit verbeterd, maar de onvoorspelbare inzet van de tweede veerboot leidt
alsnog tot onnodige onzekerheid. Deze onduidelijkheid leidt tot frustratie bij zowel
bewoners als ondernemers. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe de inzet van de tweede
veerboot transparanter wordt en reserveringen mogelijk worden, zoals het Ondernemers
Platform Ameland vraagt?
Voorzitter. Dan de aansluiting van de sneldienst op het busvervoer in Holwerd. Dit
kan beter. Reizigers die nu gebruikmaken van de sneldienst moeten vaak wachten op
de bus die aansluit op de reguliere veerdienst. De tijdswinst van de sneldienst gaat
hiermee verloren. Hoe gaat de Staatssecretaris de aansluiting van de sneldienst op
het busvervoer in Holwerd verbeteren zodat reizigers niet onnodig lang hoeven wachten?
Tot zover, voorzitter.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Korte vraag: telt elke regio of telde elke regio?
De heer Pierik (BBB):
Voor de BBB telt nog steeds elke regio. Ik snap de vraag achter deze korte vraag wel.
We zullen in ieder geval ook het openbaar vervoer in de regio zo goed mogelijk moeten
blijven bevechten. Ik snap wel dat dat moeilijker wordt met minder geld, maar ik denk
dat de pijn van de budgetkortingen wel verzacht kan worden. Wat dat betreft zullen
we in ieder geval alles op alles zetten.
De voorzitter:
Meneer Grinwis, graag net zo'n korte interruptie.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Mijn tweede vraag is dan: hoe dan?
De heer Pierik (BBB):
Die vraag hebben we natuurlijk ook neergelegd bij de Staatssecretaris. Die zal ook
moeten zoeken naar mogelijkheden om het openbaar vervoer in de regio zo goed mogelijk
te houden. Maar het moet wel met minder geld. We kunnen het niet mooier maken. Bezuinigen
is natuurlijk nooit een mooi woord. Niemand is voor bezuinigingen, maar we moeten
keuzes maken. De heer Heutink heeft ook al aangegeven hoe lastig het is om keuzes
te maken. De BBB loopt niet voor die verantwoordelijkheid weg en gaat dus ook die
keuzes maken, maar dan wel zo veel mogelijk met het oog op het uitgangspunt dat elke
regio telt.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik zou bijna zeggen: maar dit is toch geen bewuste keuze geweest van de onderhandelende
partijen? Dit is toch een BBBlunder, zou ik bijna willen zeggen, maar dat is een beetje
flauw. Maar het is in ieder geval een formatiefout dat je wil bezuinigen op de specifieke
uitkeringen met de redenering: «We voegen het geld toe aan het Gemeentefonds. Dan
is er minder bureaucratische rompslomp. Dan doen we dat met een budgetkorting van
10%. Dat middelt wel uit. Onderaan de streep heeft niemand er last van.» Dat was de
redenering. Maar die gaat niet op voor de BDU, want het geld gaat rechtstreeks naar
vervoersregio's, die dat rechtstreeks inzetten voor het betalen van de buschauffeurs
en het laten rijden van de bussen. Er zit niet nog ergens een soort van overhead van
110 miljoen die je zomaar wegschrapt. Met andere woorden: is dit niet gewoon een foutje
met hele grote en dure consequenties dat hersteld moet worden, in plaats van dat je
je nu achter deze bezuiniging opstelt, want ja, we worden in dit land nou eenmaal
geregeerd door tabellen in plaats van door mensen van vlees en bloed?
De heer Pierik (BBB):
De BBB is er in ieder geval nooit voor om te regeren op basis van een modelwerkelijkheid
of tabellen. We zijn ook een partij van vlees en bloed, zou ik zeggen. Dat betekent
dat we heel zorgvuldig volgen wat voor consequenties de budgetkorting heeft. De Staatssecretaris
is er ook volop mee bezig om te kijken wat voor gevolgen de budgetkorting heeft. Mocht
onverhoopt blijken dat het ook voor de regio hele vervelende en ernstige gevolgen
heeft, dan moeten we kijken hoe we dat kunnen repareren.
De voorzitter:
Helder. Vervolgt u uw betoog. Of was u aan het einde van uw betoog gekomen?
De heer Pierik (BBB):
Ik was aan het einde van mijn betoog.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Olger van Dijk van Nieuw Sociaal Contract.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Dank, voorzitter. Ook voor Nieuw Sociaal Contract geldt dat het openbaar vervoer essentieel
is voor de mobiliteit van heel veel mensen. Eerder werd deze Kamer erover geïnformeerd
dat in 2025 het aanbod van openbaar vervoer niet minder hoeft te worden en dat de
ticketprijzen kunnen worden gedrukt. Voordat de heer Grinwis ook mij op dit punt interrumpeert:
dat danken we inderdaad aan een amendement vanuit deze Kamer, niet zo zeer aan het
vorige kabinet. Het was een amendement van mevrouw Bikker, dat breed is ondersteund.
Daardoor hebben we ook deze impuls aan het regionaal ov kunnen geven. Vorig jaar waren
er zelfs ook goede plannen voor verbetering. Zo werd in Fryslân de dienstregeling
uitgebreid. Maar nu hangt de stadsregio's per 2026 de SPUK-korting van 10% op de BDU
boven het hoofd. Dinsdag kregen we als Kamercommissie een petitie van de Vervoerregio
Amsterdam. De zorgen zijn groot. Eerder gaf de Staatssecretaris aan die zorgen ook
goed te begrijpen en dat hij in gesprek zou gaan over de gevolgen van de korting.
Net als een aantal collega's ben ik ook zeer benieuwd hoe het staat met die gesprekken.
Wat hebben zij concreet opgeleverd?
Het begint dan natuurlijk wel met de effecten. De Staatssecretaris heeft ook toegezegd
om in kaart te brengen wat de effecten zijn. We hoorden burgemeester Van Zanen dinsdag
zeggen dat het in ieder geval een prijsverhoging van 11,7% is. Volgens mij moet het
uit de lengte of de breedte komen, maar dit lijkt mij negatief. Tegelijkertijd weten
we dat vanuit die Bikkergelden nog 150 miljoen werd verdeeld. Voor een deel is dat
al ingezet, voor een deel nog niet. Kan de Staatssecretaris aangeven in hoeverre dat
voor de stadsregio's al wel was bestemd en wat dan resteert aan toch een harde bezuiniging?
Wat zijn de effecten daar dan van? Ik denk namelijk dat het goed is dat we vandaag
helder krijgen wat die effecten precies zijn. We moeten niet doemdenken, maar als
het een korting is, zal het links- of rechtsom effecten hebben. Het is goed om dat
ook scherp te krijgen.
Vervolgens zou mijn vraag ook zijn wat de Staatssecretaris richting de Voorjaarsnota
gaat doen als die gevolgen groot zouden zijn. Dat is namelijk het eerste moment. Het
kabinet is aan zet.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dat is een logische vraag, maar ik weet dat de heer Olger van Dijk zelf ook goed kan
rekenen. Er komt 300 miljoen structureel bij voor het regionaal ov. Daarvan is om
en nabij 158 miljoen via de BDU bij de metropoolregio's terechtgekomen; bij de grote
steden en de dorpen daaromheen. Daarvan is het leeuwendeel ingezet om de prijzen,
die toen inderdaad ook al met dubbele cijfers dreigden te stijgen, te bevriezen. De
prijzen zijn dus niet gestegen. Het grootste deel van het geld, van die 158 miljoen,
is dus in het dempen van de prijs gaan zitten. Voor een resterend deel zouden buslijnen
overeind worden gehouden en zouden er misschien wel extra bussen of een enkele extra
tram gereden gaan worden. Het was geen sinecure, want na corona was het reizigerspeil
nog niet weer helemaal op peil en stegen de prijzen en lonen wel hard door.
De voorzitter:
Wat is uw vraag?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dus we weten gewoon dat je onderaan de streep vele tientallen miljoenen tekortkomt
als je daar weer 110 miljoen vandaan trekt terwijl er meer dan 110 miljoen in de prijsdaling
is gaan zitten en minder daarvan in extra bussen of het overeind houden van bussen.
Dat is toch een vrij eenvoudige som? Het geld wordt namelijk niet verbrand, maar is
echt ingezet.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Ik wil de heer Grinwis rekenkundig natuurlijk niet naar de kroon steken, maar ik ga
misschien toch een kleine poging doen. Ik heb begrepen dat de helft van die 300 miljoen
meer breed is gaan zitten in het drukken van de prijzen. Vorig jaar is er geen tariefstijging
geweest in het regionaal ov. Dat is op zich heel mooi. Dit jaar was er een prijsstijging
van iets meer dan 3%, maar dat is echt lager dan de inflatie. Laten we dat hier ook
gewoon even noemen. Dat is gewoon heel positief geweest voor het regionaal ov. Dat
hebben we te danken aan dat amendement. Als de helft van die 300 miljoen is gaan zitten
in de tariefmatiging, is volgens mij de helft van het budget vervolgens nog over voor
andere zaken. We hopen natuurlijk op een verbetering. Nu dreigt dit. Als ik de rekensom
van de heer Grinwis dus volg, denk ik dat ongeveer de helft van dat bedrag daar in
ieder geval in is gaan zitten. Maar ik hoor dat graag van de Staatssecretaris, die
de exacte rekenmeester tot zijn beschikking heeft. Dan denk ik dat er nog steeds zo'n
75 miljoen over zou zijn voor een verbetering voor de stadsregio's. Als je daar nu
110 miljoen op moet korten, dan is dat natuurlijk te weinig. Ik hoor dus ook graag
hoe dat probleem wordt gezien en wat dat dus betekent. In zoverre heb ik die vraag
dus ook, maar hopelijk wordt dit vandaag wel exact duidelijk.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Voorzitter. We hoorden ook dat de stadsregio Amsterdam ook voor het vervoer in Edam
en Volendam zorgt, om maar eens wat te zeggen. Dit zeg ik tegen mijn rechterbuurman.
Ik vermoed dat deze Staatssecretaris en het kabinet ook vinden dat de dorpskernen
van die gemeenten goed bereikbaar moeten blijven. Ziet de Staatssecretaris het belang
van de stadsregio voor dit landelijk gebied? Heel concreet: hoe geeft hij dan invulling
aan de afspraak uit het hoofdlijnenakkoord om het busvervoer tussen dorpskernen in
het landelijk gebied te verbeteren? Even los van dit hele vraagstuk is het interessant
hoe er dan wel wordt gestuurd op het invulling geven daaraan; niet alleen voor de
stadsregio's, maar ook voor de andere gebieden, zeg ik dan ook. Ook voor NSC telt
namelijk elke regio. Ik heb ook hier een heel concrete vraag. Ik vergat dit net te
vragen bij de effecten. Wij hoorden ook dat het juist in de landelijke gebieden in
de stadsregio's het hardste neer gaat komen. Het gaat om 20%. Het is namelijk heel
moeilijk om dat in die steden te doen. Ik hoor graag of dat zo is en of de pijn daar
dan ook nog eens extra wordt gevoeld.
Voorzitter. Onlangs waren er in Zuid-Holland problemen met Qbuzz, doordat de nieuwe
elektrische bussen niet geleverd worden. Er gingen zelfs al stemmen op voor provinciale
inbesteding. De heer De Hoop en ik komen daar snel op terug met onze initiatiefwet.
Voor nu heb ik vooral de vraag aan de Staatssecretaris in hoeverre asset transfer
– dus dan bedoel ik de bussen van de voorganger overnemen op het moment dat je de
volgende concessie neemt – misschien een oplossing is voor die problemen. Wat zijn
de ervaringen daarmee? Wordt dat al gestimuleerd? Ik hoor graag hoe de Staatssecretaris
daarnaar kijkt.
Voorzitter. Het hoofdlijnenakkoord vraagt ook om verbetering van de veiligheid in
het openbaar vervoer. Een aantal collega's vroegen daar al naar. Dat is ook hard nodig
gezien de vele incidenten. De Kamerbrief kraait victorie omdat er ten opzichte van
eerdere jaren sprake is van een kleinere stijging van aangiftewaardige incidenten.
Dat is natuurlijk nog steeds een stijging. We willen natuurlijk een daling, zou ik
denken. Deelt de Staatssecretaris die ambitie? Vorige week bleek dat wegens gebrek
aan bewijs niemand door het OM vervolgd wordt na de aangifte van een mishandeling
van een NS-conducteur. Ik ga niet in de afweging van het OM treden, maar het roept
wel de vraag op of er voldoende cameratoezicht is. Heeft elke trein en elk station
nu camera's? Zo niet, wordt daaraan gewerkt, vraag ik de Staatssecretaris.
Het hoofdlijnenakkoord stelt dat hoofdconducteurs op basis van vrijwilligheid een
bodycam moeten kunnen dragen. De PVV vroeg daar zojuist ook naar. In de Kamerbrief
staat dat dit besluit aan de NS is en dat zij in 2025 hier een besluit over nemen.
Maar dat vind ik toch wel bijzonder. Als vier partijen dit opnemen in een hoofdlijnenakkoord,
dan moet je dat toch links- of rechtsom mogelijk kunnen maken? Graag een toezegging
van de Staatssecretaris dat hij hier werk van gaat maken.
Voorzitter. Zwartrijders zijn de grootste aanleiding voor agressiviteit. Er is onderzoek
gedaan door IenW en in november 2024 hebben vervoerders concrete aanbevelingen gekregen
voor het verhogen van de betaalmoraal. Maar wat doen die regionale vervoerders daar
vervolgens mee, is mijn vraag.
Voorzitter. Tot slot nog kort over OVpay. Vorige week kreeg ik een mail dat mijn eigen
ov-chipaccount is verwijderd. Nou red ik mij wel, maar hoe zit het met die minder
digivaardige ouderen? Eerder kreeg NSC de toezegging van de Staatssecretaris dat er
een kosteloze overstapservice komt, waarbij de ov-chipkaart wordt vervangen door een
nieuwe OVpay-pas. We lezen alleen dat oudere doelgroepen worden betrokken. Dat is
op zich mooi, maar hoe zit het nou precies? Graag een verduidelijking, ook vanwege
de toezegging, die als afgedaan wordt beschouwd. Er is vertraging in de overstap –
dat is mijn laatste vraag – maar kan de Staatssecretaris aangeven hoelang die twee
systemen nog naast elkaar blijven bestaan?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. U heeft een interruptie van de heer De Hoop.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Ik heb goed proberen te luisteren naar de bijdrage van de heer Van Dijk, met name
over de BDU-gelden. Hij schetste, als ik hem goed begreep, dat het niet alleen in
de grote steden consequenties heeft, maar ook in de gemeenten daaromheen. Ik proefde
een soort prioritering bij hem. Misschien heb ik het verkeerd begrepen, maar volgens
mij zei hij: zorg nou dat je die dorpen daaromheen zo min mogelijk raakt bij de bezuiniging
die gaande is. Heb ik dat goed geïnterpreteerd?
De heer Olger van Dijk (NSC):
Mijn fractie heeft haar handtekening gezet onder het hoofdlijnenakkoord, en die staat.
Daar staat gewoon in dat we het vervoer tussen dorpskernen in het landelijk gebied
willen verbeteren. Ik denk dat ik ook deze gebieden daartoe kan rekenen, voor een
deel. In die zin lijkt het me goed dat we er met z'n allen naar streven dat we een
eventuele kaalslag of uitvallende buslijnen zo veel mogelijk proberen te voorkomen.
Sterker nog, we moeten proberen – dat was mijn vraag ook – om de ambitie waar te maken
om het ov zelfs te verbeteren.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Wat ik daaraan lastig vind, is dat je de lijnen in een stad laat concurreren met de
lijnen daar net omheen en dat je daarin prioriteert. Ik zou het jammer vinden als
mensen die nog net in een stad wonen, in een buitenwijk, en die ook veel belang hebben
bij het openbaar vervoer, dan niet gezien worden, opdat in Edam-Volendam of in Lansingerland
een slechter ov net voorkomen wordt. Ik hoop dat de heer Olger van Dijk het met mij
eens is dat we die twee niet tegen elkaar uit moeten spelen.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Dat zie ik toch wel iets anders. Ook ten principale is het heel gebruikelijk dat bij
concessies in het ene concessiegebied wel degelijk goede inkomsten zijn te generen.
Je ziet dat ook bij de Wadden, oost en west. De ene verbinding is verlieslatend en
de andere winstgevend. Ik vind het helemaal niet zo gek dat als je in de binnenstad
goed vervoer kunt draaien en misschien ook wel winst kunt maken, je die winst vervolgens
inzet om ervoor te zorgen dat elementaire lijnen in het buitengebied blijven bestaan,
ook vanuit brede welvaart en de bereikbaarheid van essentiële voorzieningen.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Maar dat is iets anders. Nu is het zo van: er zijn bezuinigingen en welke vinden we
minder erg? Daar zou ik niet aan mee willen doen. Ik zou dan toch een andere vraag
willen stellen aan de heer Olger van Dijk. Hij zei: in het akkoord staat dat we ervoor
moeten zorgen dat het openbaar vervoer in de regio wordt verbeterd. Ik heb dat het
afgelopen jaar nog niet gezien. Ik zou graag van de heer Olger van Dijk horen op welke
twee of drie manieren hij dit kabinet dat het afgelopen jaar heeft zien doen. Ik heb
het niet gezien. Ik wil heel graag dat het wél lukt. Misschien kan de heer Olger van
Dijk mij helpen: waar is dat de afgelopen periode dan wél gebeurd?
De heer Olger van Dijk (NSC):
Ik denk dat de Kamer een klein beetje heeft moeten helpen, maar een aantal dreigende
elementen hebben we kunnen mitigeren. We hebben het gehad over de prijzen bij de NS.
Mijn fractie heeft daar keer op keer naar gevraagd en heeft ook allerlei voorstellen
aangedragen. Uiteindelijk heeft de Staatssecretaris de prijsstijging van 12% kunnen
terugbrengen naar 6% en een klein beetje. Dat is iets lager, zeg ik erbij, dan de
gemiddelde contractloonstijging. Nou, een verbetering is het niet, maar het is in
ieder geval geen verslechtering. Het ov hebben we al genoemd. Dat hebben we te danken
aan het amendement-Bikker, maar in het regionaal ov was er vorig jaar en ook dit jaar
een kleinere prijsstijging. Dat is winst. Wij hopen ook ... Er zijn plannen in de
steigers gezet. Het kabinet is zeven, acht maanden bezig. Laten we ze nog een paar
maanden de tijd geven om dat verder uit te werken. Dan gaat het om plannen op het
gebied van internationale treinen, op het gebied van de Nedersaksenlijn en de Lelylijn.
U weet hoe mijn fractie daaraan trekt. Wij verwachten die plannen echt bij de Voorjaarsnota.
Wij denken dat richting de zomer echt stappen worden gezet, ook door dit kabinet.
De voorzitter:
Afrondend, meneer De Hoop.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Ja, afrondend. Wat ik ingewikkeld vind, is dit. We hebben een bezuiniging gezien bij
de SOV-gelden, we hebben een bezuiniging gezien bij de BDU-gelden. De 1,3 miljard
bij Zuidasdok heeft het vorige kabinet veroorzaakt, maar dat is ook nog niet opgelost.
De heer Olger van Dijk heeft het nu over de Nedersaksenlijn en de Lelylijn. De besluitvorming
zou eigenlijk al vorig jaar plaatsvinden. Ik hoop dat NSC, net als de ChristenUnie
in de vorige periode, bereid is om binnen het kabinet met de oppositie samen te werken
om dan toch iets anders voor elkaar te krijgen. Ik heb bij het vorige kabinet ook
heel hard oppositie gevoerd. Daardoor lukte het om samen met de ChristenUnie op te
trekken om iets te veranderen. Ik mis bij NSC nog wat de ChristenUnie in de vorige
periode wel deed: op het moment dat je het zo belangrijk vindt, moet je ook een keer
met de oppositie optrekken om een voorstel te doen. Ik wil NSC vragen: bent u bereid
met ons op te trekken om die bezuiniging op het regionale ov echt te voorkomen?
De heer Olger van Dijk (NSC):
Ik vind wel dat we dat dan in de goede volgorde moeten bekijken. We zijn hier als
Kamer bij elkaar om het openbaar vervoer en de uitdagingen daarvan te bespreken. Tegelijkertijd
zit hier een Staatssecretaris namens het kabinet die moet besturen en die ervoor moet
zorgen dat die uitdagingen het hoofd wordt geboden. Wij hebben vanuit NSC een aantal
dingen genoemd en er zijn budgetuitdagingen. Dan gaat het ook over keuzes maken. Wat
wij vandaag als Kamer moeten doen, is deze Staatssecretaris nog eens heel indringend
meegeven wat wij van hem verwachten richting de Voorjaarsnota. Het gaat hier om een
bezuiniging per 2026. Het gaat om het zo snel mogelijk starten van een MIRT-verkenning,
hopelijk voor de zomer, bij Voorjaarnota. Dan is het goed om als Kamer helder te maken
wat de prioriteiten zijn. Want we moeten ook eerlijk zijn: niet alles kan overal;
het budget is beperkt. Ik heb zojuist in reactie op een interruptie aangegeven welke
prioritering NSC wil aanbrengen – dat herhaal ik nu. Wij zeggen tegen deze Staatssecretaris:
linksom of rechtsom, die MIRT-verkenning naar de Nedersaksenlijn moet gewoon starten.
Dat is onze topprioriteit. Daarachter komen wel degelijk heel snel de zorgen die ook
wij hebben over de ticketprijzen, over het ov, over het stadsvervoer. Wat de effecten
zijn, gaan we vandaag horen. Maar ik zeg er wel bij dat het wat ons betreft in die
volgorde moet. Niet alles zal kunnen, maar dat zijn wel de dingen die wij in ieder
geval vandaag willen meegeven aan deze Staatssecretaris. Dan verwachten we dat hij
zijn stinkende best gaat doen richting de Voorjaarsnota om dat voor mekaar te boksen.
Die rol heeft hij.
De voorzitter:
Helder. Een interruptie van de heer Bamenga.
De heer Bamenga (D66):
Ik hoorde net aan het einde van het betoog van de heer Van Dijk van NSC: als vier
partijen het opnemen in het hoofdlijnenakkoord, dan moet het linksom of rechtsom mogelijk
gemaakt worden. In het regeerakkoord lees ik dat het ook de bedoeling is om fors te
investeren in het ov, om dat betaalbaar te maken. Tegelijkertijd zie ik dat er nu
plannen zijn voor bezuinigingen op de BDU. Ik vraag me dus af wat die handtekening
daadwerkelijk waard is?
De voorzitter:
De heer Olger van Dijk, een kort antwoord graag.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Ik heb net betoogd dat het dan begint met uit te leggen wat die effecten daadwerkelijk
zijn. Ik heb ook aangegeven dat we volgens mij niet moeten doemdenken maar ook eerlijk
moeten zijn: mensen dreigen niet morgen hun baan te verliezen. Dat is niet aan de
orde. Er zijn een aantal investeringen geweest. Daar hebben we het over gehad. Dat
moeten we met elkaar in beschouwing nemen. Ik hoor zo dadelijk graag van de Staatssecretaris
wat de effecten van die bezuiniging van 110 miljoen op de BDU daadwerkelijk zijn.
Dan kunnen we met elkaar bekijken wat de Staatssecretaris daar vervolgens aan kan
doen en of we dat acceptabel vinden.
De heer Bamenga (D66):
Ik hoor de coalitie vaak zeggen: wat zijn die effecten? Heel veel mensen hebben al
laten weten wat die effecten zullen zijn, maar ik hoor nog weinig over de plannen
van de coalitie. Het wordt wel de hele tijd over de schutting gegooid, nu ook van
de sector, die het maar moet oplossen. Ik vraag me af of de heer Van Dijk dit goed
bestuur vindt.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Goed bestuur is vooral mensen in de rol laten die zij hebben. Deze Staatssecretaris
moet besturen en wij als Kamer moeten hem controleren. Wij kunnen hem suggesties meegeven,
en dat doen we vandaag.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Veltman van de VVD.
Mevrouw Veltman (VVD):
Dank u, voorzitter. Voor het ov, met name op het spoor, wordt er gewerkt aan de grootste
onderhoudsopgave ooit. ProRail heeft de komende jaren vele onderhoudsprojecten aangekondigd.
Op vele trajecten zullen treinen buiten dienst worden gehaald. Het belang van vaart
maken is groot, omdat achterstallig onderhoud een nog groter risico vormt voor uitval.
Maar een te strakke interpretatie van aanbestedingsregels en lange doorlooptijden
door ecologische onderzoeken veroorzaken vertraging. Hier heeft ProRail last van en
hier heeft de reiziger last van. Mijn vraag aan de Staatssecretaris is hoe hij ervoor
gaat zorgen dat de procedures kunnen worden bespoedigd, zodat sneller gewerkt kan
worden en innovaties beter ingezet kunnen worden – innovaties die het werken aan het
spoor gemakkelijker maken en die het mogelijk maken om het personeelstekort het hoofd
te bieden.
Voorzitter. Veilig reizen met het ov is inmiddels helaas niet meer vanzelfsprekend.
Er zijn genoeg mensen, meestal meisjes en vrouwen, die het ov 's avonds inmiddels
vermijden, omdat ze zich onveilig voelen en de overlast beu zijn. Ik zie dat er allerlei
acties worden ondernomen, maar vaak duurt het allemaal erg lang. Terwijl de Staatssecretaris
bezig is met een bestuurlijke evaluatie van het convenant Sociale Veiligheid in het
OV, hebben de conducteurs van de NS nog steeds geen bodycam, ervaren reizigers stations
als onveiliger dan vorig jaar en werkt het doorgeven van een reisverbod voor overlastgevers
door de ene aan de andere vervoerder nog niet. Waarom laat het besluit van NS om conducteurs
uit te rusten met bodycams zo lang op zich wachten? Andere vervoerders werken hier
al mee. Het werkt preventief en kan helpen bij het verzamelen van bewijslast. Kan
de Staatssecretaris met NS in overleg gaan over de effectiviteit van het mobiele alarmnummer
in de trein? Hoewel het initiatief te prijzen is, hoor je geregeld mensen over hun
vervelende ervaring met dit alarmnummer. Tegen verbale agressie en cokesnuivende figuren
wordt niets gedaan. Ik citeer de reactie in de app: «De conducteur komt niet langs
want wij sturen niet op zijn ronde in de trein.» En: «Dit is helaas de standaardcommunicatie
van jongeren.» Is de Staatssecretaris het met mij eens dat het alarmnummer in de trein
op deze wijze eigenlijk schijnveiligheid biedt? Hoe zou dit beter kunnen?
Voorzitter. Deze week kwamen in de zogenaamde Stationsagenda cijfers naar buiten over
de stations. Leuk dat men druk bezig is met modulaire, duurzame en energieopwekkende
fietsenstallingen. Leuk dat er in stations plaats is voor cultuur en verbinding, dat
stations gasloos worden en dat afvalscheiding steeds beter gaat. Maar ik lees dat
stations slecht scoren als het gaat over het veiligheidsgevoel van mensen, en dat
in 2024 vrouwen zich in nog meer stations onveilig voelden dan in het vorig jaar.
Dit punt zou prioriteit moeten hebben. Wat gaat de Staatssecretaris doen om dit tij
te keren en om echt het verschil te maken?
Voorzitter. Afgelopen maand hebben raadsfracties van twintig gemeenten bij ProRail
aan de bel getrokken over defecte liften op stations. Mensen die zijn veroordeeld
tot een defecte lift moeten omreizen en worden geconfronteerd met onwerkbare situaties.
Er zijn nog steeds geen oplossingen. Waarom zijn onderdelen langdurig niet op voorraad?
Ze hadden toch al een keer op voorraad moeten zijn geweest? Hoezo zijn minder dan
tien liften langdurig defect als twintig gemeenten aan de bel trekken? Wat de VVD
betreft moet dit echt anders. Hoe gaat de Staatssecretaris hier concreet en op korte
termijn verbetering in brengen?
Voorzitter. Deze coalitie heeft 2,5 miljard euro gereserveerd bovenop de 7,5 miljard
uit de vorige kabinetsperiode, voor bereikbaarheid en ontsluiting van nieuwe woningbouwlocaties.
Dat is 10 miljard in de afgelopen drie jaar. Een groot deel van deze gelden gaat naar
nieuwe ov-lijnen of verbeteringen van bestaande ov-lijnen. Hoe zorgt de Staatssecretaris
ervoor dat dit bij de locaties terechtkomt waar dit het hardst nodig is? Hoe gaat
hij het geld verdelen? Welke regels hanteert hij daarbij? Hoe kan het geld zo spoedig
mogelijk besteed worden bij de woningbouwlocaties die in de pijplijn zitten?
Voorzitter. Welk beeld heeft de Staatssecretaris van de manier waarop de bezuinigingen
in de BDuR in de praktijk op het ov neerslaan? Daar zijn zojuist ook al vragen over
gesteld. Bij de begrotingsbehandelingen heeft hij aangegeven hierover gesprekken te
gaan voeren met de ov-partijen. Wat is hieruit gekomen? Gaat de Staatssecretaris ook
zelf kijken naar creatieve oplossingen voor de bereikbaarheid, bijvoorbeeld door de
muren weg te halen tussen de verschillende potjes geld die er zijn voor Wmo-vervoer,
doelgroepenvervoer en openbaar vervoer? Je gaat dan slim kijken naar een combinatie
van deze vervoersmogelijkheden, juist in gebieden waar minder bussen rijden.
Sorry, ik was even afgeleid; ik dacht dat ik hier iets hoorde.
De voorzitter:
De heer De Hoop zei buiten de microfoon dat hij het met dat punt ...
Mevrouw Veltman (VVD):
Ik vind het heel fijn dat De Hoop het af en toe ook een keer met mij eens is, voorzitter.
Dit had niet gehoeven, zegt de heer De Hoop. Daar ben ik het ook wel weer mee eens.
Ik zag mooie voorbeelden van dit soort projecten in de Achterhoek en in Zeeland. Zet
desnoods gewoon een taxi in omdat dat doelmatiger is en we geen lege of bijna lege
bussen willen laten rijden. Hoe gaat de Staatssecretaris deze mogelijkheden inzetten?
Heeft hij een beeld van wat hiervoor nodig is, bijvoorbeeld een aanpassing van de
Wet personenvervoer?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. U heeft toch nog een interruptie van de heer De Hoop.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Ik herhaal het hier maar even: ik ben het heel erg eens met dit punt van mevrouw Veltman,
namelijk dat we echt moeten kijken hoe we die doelgroepen met elkaar kunnen verbinden
en dat we binnen de Wet personenvervoer de mogelijkheden daarvoor moeten zoeken. Dat
is heel erg fijn, want dan heb je ook meer mogelijkheden met dat vervoer. Toch nog
even over die 2,5 miljard voor woningbouw. Ik vind het echt supergoed dat dit extra
geld door dit kabinet is uitgetrokken. Maar we willen volgens mij ook dat er op het
moment dat die infrastructuur er ligt, ook daadwerkelijk bussen overheen kunnen rijden.
Om dat financieel mogelijk te krijgen moet je misschien ook kijken wat nou bijvoorbeeld
een hele grote claim legt op het gebied van IenW. Ik kijk dan bijvoorbeeld ook naar
die accijnsverlaging van 1,2 miljard tot 1,5 miljard. Dat is heel veel geld dat de
VVD daar vrij heeft weten te spelen. Er is knap onderhandeld. Is mevrouw Veltman ook
bereid om te kijken of we misschien ook een deel van die claim toch beschikbaar moeten
stellen voor het openbaar vervoer?
Mevrouw Veltman (VVD):
Nee, zeker niet. We hebben hier vaker met elkaar het debat gehad over die 1,2 miljard.
Dat is een lastenverlichting voor de mensen die hun auto gebruiken. Nog steeds wordt
70% van de kilometers in Nederland met de auto afgelegd. Het is ook voor heel veel
mensen die gewoon iedere dag daarmee naar hun werk gaan. Dat is te prijzen, dat is
hard nodig en we vinden het fijn dat we daarop een lastenverlichting hebben kunnen
realiseren.
De voorzitter:
De heer De Hoop, kort.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Ik ben het er misschien wel deels mee eens dat die lastenverlichting er moet zijn
voor elke modaliteit, niet alleen voor de auto. Ik zie dat de tickets in het stadsvervoer
12% duurder worden en misschien bij de NS met deze inflatie wel 15%. Zouden we dan
daar niet ook een oplossing voor moeten vinden?
Mevrouw Veltman (VVD):
In het huidige jaar is voor de NS volgens mij 40 miljoen of 42 miljoen beschikbaar
gesteld om die prijsstijging te dempen. Dat is het vorige jaar ook gebeurd. Zo is
daar wel naar gekeken. Het is, denk ik, ook goed om er op die manier naar te kijken.
Maar dan nog zullen er keuzes gemaakt moeten worden. Het is er net ook al over gegaan.
Het is voor ons geen optie om dan terug te vallen op «er zou wat uit die accijnsverlaging
moeten komen».
De voorzitter:
Oké. Ik kijk naar de heer Grinwis. Meneer Grinwis, onbeperkte interrupties betekent
niet «oneindig». U gaat aan uw tiende interruptie beginnen. Zou u in uw vraagstelling
de inleidende beschietingen willen overslaan?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dat is goed. Op zich heb ik al wat vragen gesteld aan de collega's van mevrouw Veltman.
Daar mag zij sowieso ongevraagd op antwoorden. Mijn vraag aan haar is nu de volgende.
Zij leek twijfel te hebben bij de relatie tussen de bezuiniging op de BDU en de woningbouw,
terwijl we weten dat in stedelijk gebied, in de Randstad, waar heel veel van deze
woningen terechtkomen, de grond heel duur is. Daar is een scherpe parkeernorm om de
betaalbare woningbouw mogelijk te maken. De randvoorwaarde daarvoor is goed ov. Je
kunt dus niet een-op-een zeggen: die 1 miljoen van die 110 miljoen landt bij dát woningbouwproject.
Maar in generieke zin kun je zeggen: de randvoorwaarde wordt zwakker gemaakt. Wat
vindt mevrouw Veltman daarvan?
Mevrouw Veltman (VVD):
Ik denk dat je bij ieder nieuw project gewoon in de breedte moet kijken hoe die woningen
goed bereikbaar kunnen zijn en hoe die woonwijken goed ontsloten kunnen worden. Maar
ik hoorde vooral dat door deze bezuiniging 300.000 nieuwbouwwoningen niet gerealiseerd
kunnen worden. Dat is waar ik mijn opmerking over gemaakt heb. Dan verwijs ik naar
de 10 miljard in de afgelopen drie jaar. Dat geld is bedoeld voor het goed ontsluiten
van nieuwe woningen. Daarvan zeg ik: kijk nou alsjeblieft ook daarnaar. Daarmee willen
we proberen om nieuwe woningen en nieuwe woonwijken goed te ontsluiten. Daar is 10
miljard in de afgelopen drie jaar voor uitgetrokken. Dat is dus waar ik vooral mijn
punt van heb gemaakt.
De voorzitter:
Meneer Grinwis, nog een korte interruptie.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Die boodschap is natuurlijk stevig aangezet. Mijn punt is meer: als je in hoogstedelijk
gebied veel woningen bouwt met een scherpe parkeernorm, dan is goed en altijd beschikbaar
ov een randvoorwaarde. Als je dat niet hebt, dan ga je als alternatief waarschijnlijk
op te weinig parkeerplekken te veel auto's krijgen. Dat is volgens mij de afruil die
hier speelt, zowel in de zuidelijke als in de noordelijke Randstad.
Mevrouw Veltman (VVD):
Als het over stedelijk gebied gaat, moet je ook kijken hoe die bezuiniging op de BDU
neerslaat. Dat is ook een van de vragen die ik aan de Staatssecretaris gesteld heb.
Ik ben niet alleen daar nieuwsgierig naar, maar ook naar hoe het stedelijk gebied
zich dan verhoudt tot andere gebieden. Dat zijn wel het soort vragen dat ik heb. Daar
hoop ik een antwoord op te krijgen. Ik vraag dus naar de effecten van die maatregel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we naar de heer Bamenga voor zijn inbreng. Hij spreekt namens
D66. Gaat uw gang.
De heer Bamenga (D66):
Dank u wel, voorzitter. We kunnen ervoor kiezen om het ov de meest aantrekkelijke
optie te maken om van A naar B te komen. Dat betekent dat er betaalbaar ov moet zijn,
dat heel Nederland bereikbaar moet zijn met het ov en dat daarvoor schone vervoersmiddelen
moeten worden ingezet. We moeten dus geen autootjes pesten, maar het ov verbeteren.
Dat is fijn voor de mensen. De prijzen aan de pomp zijn torenhoog; dat zullen ze ook
blijven. Het is ook fijn voor het klimaat. Als we het ov op deze manier zouden organiseren,
dan zou Staatssecretaris Jansen ook een goede bijdrage leveren aan de klimaatdoelen
van dit kabinet. Dat is misschien onbedoeld, maar niet minder effectief.
D66 heeft in het verleden een Nederlandpas voorgesteld. Daarmee kun je met een vaste
lage prijs met de bus, tram, metro en trein door heel Nederland reizen buiten de spits.
Zo maken we reizen met het openbaar vervoer mogelijk voor meer mensen. Zo laten we
nieuwe reizigers kennismaken met het openbaar vervoer. Zo maken we de overstap naar
het openbaar vervoer aantrekkelijker. D66 wil investeren in meer en beter openbaar
vervoer dat laagdrempelig en toegankelijk is voor iedereen. We willen adequate financiering
van gemeenten en provincies. Ook willen we meer ov-fietsen. Dit is fijn voor mensen,
fijn voor een schone lucht en fijn voor de wereld.
De voorzitter:
Meneer Bamenga, u heeft een interruptie van de heer Heutink.
De heer Heutink (PVV):
De spendeerdrift van mevrouw Kaag heeft een nieuwe gedaante aangenomen in de vorm
van de heer Bamenga. We bespreken hier dus ook een bezuiniging, of een budgetkorting,
of hoe je het ook wil noemen, van 110 miljoen euro. Tegelijkertijd zit de heer Bamenga
hier miljoenen over de toonbank te smijten als het gaat om het invoeren van een Nederlandpas.
Mijn vraag is of de heer Bamenga hier in deze ruimte een geldboom ziet staan.
De heer Bamenga (D66):
Volgens mij kiezen wij ervoor om te investeren in het ov. Ik dacht dat dat ook het
plan van de PVV was. Dat staat namelijk ook in het regeerakkoord. Daar hebben zij
een handtekening onder gezet. Maar wat zien wij vervolgens? Op het eerst mogelijke
moment bezuinigen ze op de BDU-gelden. Volgens mij is dat nou een typisch voorbeeld
van het verbreken van beloftes. Daar is de PVV heel erg goed in.
De heer Heutink (PVV):
We zien vooral dat D66 maar geld blijft uitgeven, nog meer geld blijft uitgeven en
nog meer geld blijft uitgeven, zonder dat het weet waar dat van betaald moet worden.
Sterker nog, als het aan D66 ligt, gaan de lasten nog veel verder omhoog. Dan rijzen
de klimaatlasten de pan uit. Dan mag niemand meer in een auto rijden. Nee, als het
aan D66 ligt, moeten we straks met paard en wagen door het centrum van Amsterdam.
Dat lijkt mij een heel slecht idee. Ik wil meneer Bamenga vragen om een beetje met
beide benen op de grond te blijven staan, om te bedenken dat het niet allemaal vanzelf
gaat en dat er dus keuzes gemaakt moeten worden.
De heer Bamenga (D66):
D66 maakt keuzes. Dat hebben wij ook laten zien in ons verkiezingsprogramma. Dat hebben
wij laten doorrekenen, iets wat de PVV nooit doet. In die keuzes die wij maken, hebben
wij ook laten zien hoe wij dat gaan betalen. Dat is dus het antwoord op deze vraag.
Wij maken dus keuzes om te investeren in het ov. Wij willen ervoor zorgen dat Nederland
juist in beweging blijft. Maar dat is niet wat dit kabinet doet. Dat is niet wat de
PVV doet. De PVV zorgt ervoor dat Nederland helemaal vastloopt. Dat zijn keuzes die
wij inderdaad niet maken. Ik zou zeggen: stop met deze bezuinigingen in het ov. Stop
met het iedere keer uiten van loze woorden, zoals de heer Heutink doet. Stop met het
verbreken van je beloftes.
De heer Pierik (BBB):
Ik hoorde in het betoog van de heer Bamenga ... De heer Heutink had het over miljoenen
extra uitgeven, maar ik denk dat het echt om miljarden extra gaat. Het gaat over betaalbaar
openbaar vervoer voor iedereen, maar in de regio zie ik gemeenten, dorpen, waar je
drie kwartier moet wandelen om bij het dichtstbijzijnde busstation te komen. Hoe denkt
de heer Bamenga dat allemaal te gaan betalen? Is het echt realistisch om te veronderstellen
dat de bereikbaarheid van zulke dorpen via het openbaar vervoer ook te realiseren
valt?
De heer Bamenga (D66):
Ik vind het wel opmerkelijk dat deze vraag vanuit de BBB komt, terwijl de BBB juist
een handtekening heeft gezet onder een regeerakkoord waarin heel duidelijk wordt aangegeven
dat ze wil zorgen dat heel Nederland bereikbaar is en dat het ov betaalbaar is. Vervolgens
stemt ze wel in met de bezuinigingen die eraan zitten te komen met de BDU-gelden.
Ik vind dat opmerkelijk. En voor de rest, volgens mij heb ik net al antwoord gegeven
op de vraag op welke manier wij de miljoenen willen uitgeven en welke keuzes wij maken.
De heer Pierik (BBB):
Ik heb nog geen antwoord gekregen op mijn vraag. Want volgens mij zaten in het betoog
echt miljarden extra aan uitgaven. Ik heb nog geen begin van een antwoord op de vraag
hoe dat betaald moet worden.
De heer Bamenga (D66):
De BBB heeft het erover dat zij de regio bereikbaar wil maken, maar we zien dat zij
helemaal geen keuzes maakt, bijvoorbeeld als het gaat om de Lelylijn en de Nedersaksenlijn.
Dat vind ik pas jammer. Dat vind ik pas het breken van beloftes.
De voorzitter:
Dat is geen antwoord, dus ik kijk nog even naar de heer Pierik.
De heer Pierik (BBB):
Volgens mij weet de heer Bamenga heel goed dat de Nedersaksenlijn een heel belangrijk
project is voor de BBB. Wij zullen ook alles op alles zetten om dat voor elkaar te
krijgen.
De heer Heutink (PVV):
Ik wil nog wel even doorgaan op dit punt. D66 loopt hier hoog van de toren te blazen
en verwijt ons dat wij dat gedaan zouden hebben. Ik wil D66 er toch aan helpen herinneren
dat het ook gewoon voor de begroting IenW heeft gestemd, waar dit al in stond. Sterker
nog, we hebben het uitgebreid met elkaar besproken. En als het zo erg is, waarom heeft
de fractie van D66 die begroting dan gewoon gesteund?
De heer Bamenga (D66):
Ik wil de heer Heutink bijna verwijzen naar het mooie antwoord van collega De Hoop
van GroenLinks-PvdA. Die zei: wat ik hier doe, is vooral ook verwijzen naar de afspraken
die deze coalitie gemaakt heeft. Ik verwijs naar de woorden van deze coalitie, over
zorgen dat het ov betaalbaar wordt en dat heel Nederland bereikbaar wordt met het
ov. Heel Nederland. Dat heeft deze coalitie gezegd. Daar heeft de heer Heutink zijn
handtekening onder gezet. Al deze woorden blijken gewoon loze woorden te zijn als
zij instemmen met deze bezuinigingen.
De heer Heutink (PVV):
Dat is dus het hele probleem. Ook D66 heeft hiervoor gestemd. Hij zegt dit steeds
en is naar anderen aan het wijzen, maar ik wil van hem weten, waarom hij namens D66,
namens zijn fractie, dan toestemming heeft gegeven om dit te doen als dit voor hem
zo zwaarwegend is. Hij heeft namelijk met zijn partij gewoon voor de begroting gestemd.
Ik wil weten waarom hij dat dan gedaan heeft als hij dit zo erg vindt.
De voorzitter:
«Hij» is de heer Bamenga. Graag via de voorzitter spreken.
De heer Bamenga (D66):
Wij zien namelijk dat Nederland met de plannen van deze coalitie, en ook met de plannen
van de PVV, eigenlijk helemaal vastloopt. Dat zien we aan het ov, dat steeds duurder
wordt. We zien dat de bereikbaarheid in heel Nederland slechter wordt. Wat heeft dat
uiteindelijk tot gevolg? Dat heeft tot gevolg dat mensen steeds moeilijker naar hun
studie kunnen gaan, dat patiënten steeds moeilijker een ziekenhuisbezoek kunnen brengen.
Mensen gaan bezuinigen op familie- en vriendenbezoek. Je ziet gewoon dat dat ook effect
heeft op de sociale cohesie in Nederland. Ik vind dat we dat absoluut niet moeten
doen. Ik vind dat deze coalitie zich gewoon aan haar woord moet houden, wat zij aan
het Nederlandse volk beloofd heeft.
De heer Heutink (PVV):
Een prachtig verhaal, maar ik heb nog geen begin van een antwoord gehoord. Ik ga het
nog één keer proberen en waarschijnlijk weet-ie het dan nog steeds niet. Waarom heeft
u met uw fractie dan voor de begroting van IenW gestemd terwijl u het er eigenlijk
niet mee eens bent? Ik vraag dat via u, voorzitter, aan de heer Bamenga. U vindt het
allemaal toch zo erg!
De voorzitter:
De heer Bamenga, graag een antwoord.
De heer Bamenga (D66):
Wat de heer Heutink hier volgens mij keer op keer probeert te doen, is afleiden. Hij
probeert af te leiden van waar het over zou moeten gaan en dat zijn deze bezuinigingen
op de BDU-gelden. Dat is wat de heer Heutink doet. Het is namelijk zo pijnlijk dat
keer op keer de gemaakte beloftes verbroken worden. Ik heb het al eerder gezegd: dit
kabinet met ook de heer Heutink erbij maakt het ov veel duurder. De bereikbaarheid
wordt steeds slechter en de woningnood wordt steeds groter. Ik zal zeggen: schaam
je!
De voorzitter:
Heel kort dan, meneer Heutink. Ik ga het toch zeggen en dat vind ik vervelend: inmiddels
komen we op het punt dat er gaandeweg het debat steeds langer gesproken wordt. Er
worden steeds meer interrupties gepleegd en dat past niet in de tijd. Ik vind dus
dat we onszelf nu moeten gaan beperken. Het was ons bijna gelukt, bijna tot de laatste
spreker, zou ik willen zeggen. Ik wil zeggen: beperk u.
De heer Heutink (PVV):
Ik constateer dat meneer Bamenga van D66 echt totaal geen antwoord heeft en totaal
geen idee heeft waarom hij voor deze begroting stemt. De enige partij die nu bezig
is met afleidingsmanoeuvres en die zichzelf aan het indekken is, is de fractie van
D66.
De voorzitter:
Vervolgt uw betoog, meneer Bamenga.
De heer Bamenga (D66):
Ik wil daar toch nog een antwoord op geven. Ik heb toevallig de motie hier uitgeprint.
Deze motie geeft het volgende aan: «verzoekt de regering om af te zien van de voorgenomen
bezuiniging op het regionaal openbaar vervoer en bij de voorjaarsbesluitvorming naar
alternatieve dekkingsopties te kijken, en gaat over tot de orde van de dag». De eerste
ondertekenaar van de motie is de heer De Hoop. Wij als D66 hebben ’m medeondertekend.
Volgens mij geldt dat voor bijna de hele oppositie, maar ik zie hier geen handtekening
van de PVV staan. De PVV was namelijk tegen. Daar konden wij dus al iets regelen en
daar stonden we als D66 ook voor, maar de PVV was stil.
De voorzitter:
U mag daar heel kort even op reageren.
De heer Heutink (PVV):
Het is heel erg simpel: met een motie regelen we geen geld. Meneer Bamenga had een
amendement moeten indienen. Dan hadden we een andere afweging kunnen maken. Het is
heel erg simpel.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik geef woord aan de heer Grinwis. Een korte interruptie graag.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Een kleine suggestie voor de heer Bamenga, namelijk om de interrupties van de heer
Heutink te zien als een uitnodiging om tegen de volgende begroting van IenW te stemmen.
De bezuiniging gaat immers in 2026 in, dus die begroting regelt het wel of niet. Als
het daarin niet geregeld wordt en D66 stemt net als de ChristenUnie aankondigde tegen
die begroting als dit niet geregeld wordt, dan krijgt men toch ergens in een van de
Kamers een probleem.
De heer Bamenga (D66):
Waarvan akte.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.
De heer Bamenga (D66):
Tot mijn grote verbazing – ik sta daarin niet alleen – doet dit kabinet iets anders.
Terwijl dit kabinet in het regeerakkoord beloftes doet dat heel Nederland bereikbaar
wordt met het ov en dat het ov betaalbaar wordt, wordt vervolgens gewoon keihard bezuinigd
op het ov. In totaal is er namelijk 335 miljoen minder voor het openbaar vervoer beschikbaar.
Afgelopen week was het protest stevig te horen, en terecht. Amsterdam, Rotterdam en
Den Haag waarschuwen voor een mogelijke prijsstijging van meer dan 10% in de Randstad
of voor het uitkleden van de dienstregeling. Dat is, zoals burgemeester Van Zanen
terecht zei, «retedom». De mogelijke gigabezuiniging kan grote effecten hebben. We
lezen zelfs dat de bouw van honderdduizenden woningen op losse schroeven staat. Dit
is niet alleen een Randstedelijk probleem, ook in de regio's vragen ze zich af: «Wat
gaat dit voor ons betekenen? Gaan er nog meer lijnen weg? Wordt ons dorp nog slechter
bereikbaar?»
Ik las vanochtend in Trouw dat mensen vereenzamen als ze geen goed en betaalbaar ov
hebben. Nog een reden waarom dit zo'n belangrijk debat is en waarom wij juist moeten
investeren in ov in plaats van bezuinigen.
Voorzitter. In een vorig debat hebben we uitgebreid gedebatteerd over de Lelylijn
en de Nedersaksenlijn. De Staatssecretaris wil de lijnen graag gaan regelen, maar
daar heeft hij ook geld voor nodig. Volgens mij heeft de Staatssecretaris hier een
politieke opgave van jewelste. Wat gaat de Staatssecretaris doen naar aanleiding van
dit stevige verzoek? Is hij in gesprek met Minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening? Is hij al met Minister Eelco Heinen van Financiën aan het
praten over geld in de Voorjaarsnota?
Voorzitter. We hebben een voorstel gedaan om een en ander goedkoper te maken, namelijk
met de Nederlandpas. Op advies van het Nationaal OV Beraad is dit kabinet bezig met
een lightvariant daarvan. Als dat de route is, is dat hartstikke goed. Maar ik wil
wel weten wat de stand van zaken is met betrekking tot de uitvoering daarvan. Kan
de Staatssecretaris daar een update van geven?
Voorzitter, tot slot. Vorig jaar juni diende ik met collega Vedder een motie over
de Bus Rapid Transit, met de opdracht aan deze Staatssecretaris om samen met gemeenten
en provincies landelijk in kaart te brengen tussen welke locaties de instelling van
een BRT-systeem kan voldoen aan de vervoersvraag. Verschillende regio's, zoals Weert
en Zeeland, hebben mij daarover benaderd en aangegeven hoe belangrijk het is voor
de bereikbaarheid en de verdere ontwikkeling van de regio's dat we de BRT tot stand
brengen. Ik vraag de Minister hoe het staat met de uitvoering van deze motie.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de heer El Abassi.
De heer El Abassi (DENK):
Voorzitter, dank. Ik heb een tip voor de PVV: kom met een addendum, kom met een toevoeging
aan al jullie verkiezingsprogramma's. De PVV laat haar plannen niet doorrekenen en
daarom zou ik tegen de PVV willen zeggen: voeg er de zin aan toe «wij maken al deze
beloftes niet waar, want wij hebben geen geldboom». Uiteraard ben ik hier niet om
de PVV te bashen. Ik ben hier voor goed en betaalbaar openbaar vervoer. Bovendien
is bashen ook niet nodig, want de PVV basht zichzelf al.
Voorzitter. Een poppenkastkabinet. Waar is dit kabinet mee bezig? Terwijl dit kabinet
zich focust op asielzoekers, mensen met een migratieachtergrond, moslims, woke, links
en demonstranten, stevent Nederland af op een mobiliteitscrisis. En wat doet dit kabinet?
Het openbaar vervoer wordt onbetaalbaar, onbetrouwbaar en onbereikbaar. Terwijl de
PVV-Staatssecretaris mooie woorden spreekt over betaalbaarheid en bereikbaarheid,
zadelt hij de reiziger op met exorbitant hogere prijzen, minder verbindingen en nog
meer chaos. De bezuiniging van 110 miljoen op het stadsvervoer in Amsterdam, Rotterdam
en Den Haag is niets minder dan een kaalslag. Kaartjes worden 12% duurder, cruciale
lijnen verdwijnen en kwetsbare groepen worden wederom keihard getroffen. Ongekend.
De burgemeester van Den Haag noemde de plannen van het kabinet inderdaad «retedom».
En dit is nog zacht uitgedrukt. Lokale bestuurders, vervoerregio's, gemeentelijke
vertegenwoordigers, openbaarvervoerbedrijven en ook Henk en Ingrid weten niet wat
hun overkomt. Ze snappen werkelijk niks van dit poppenkastkabinet. Hoe kan de Staatssecretaris
dit rijmen met de ambities uit het regeerprogramma? Hoeveel geld moeten werkende mensen
nog meer uitgeven om simpelweg van A naar B te komen?
De Staatssecretaris dwingt mensen die dagelijks heen en weer reizen voor woon- en
werkverkeer, studenten en mensen met cruciale beroepen om nog dieper in de buidel
te tasten. Deze mensen zijn al uitgeknepen door dit kabinet. We weten dat in Stockholm
een soortgelijk plan leidde tot een explosie van zwartrijden. Dat is een logisch gevolg.
Ook mensen die het niet kunnen betalen, moeten namelijk van A naar B komen, misschien
wel juist deze mensen. Daar komt nog bij dat dit kabinet niet eens de middelen en
capaciteit heeft om hierop te handhaven. Hoe voorkomt de Staatssecretaris dat reizen
voor onze Nederlanders onbetaalbaar wordt?
Voorzitter. De gewone Nederlander wordt door dit kabinet op alle manieren genadeloos
hard in de steek gelaten. Ov wordt dus onbetaalbaar. Zijn er dan nog andere mogelijkheden
om je te laten vervoeren? Laten we bijvoorbeeld kijken naar de taxisector. Taxi's
zijn namelijk een onmisbare schakel in ons mobiliteitssysteem. Ze brengen ouderen
veilig naar het ziekenhuis, zorgen dat leerlingen met een beperking naar school kunnen
en verbinden regio's waar het openbaar vervoer maar al te vaak tekortschiet. Wekelijks
vervoeren 27.000 werknemers en 8.000 zelfstandige chauffeurs samen meer dan een miljoen
passagiers. Zonder hen zou een groot deel van Nederland stilvallen.
Maar in plaats van deze sector te beschermen, wordt deze sector steeds verder onder
druk gezet. Ook hier stijgen de kosten. Wat doet onze Staatssecretaris? Hij wil een
centrale database taxivervoer invoeren, waarin de persoonsgegevens van taxichauffeurs
continu worden opgeslagen. Dat roept natuurlijk vragen op. Waarom wordt er een databank
opgetuigd met privacygevoelige informatie, terwijl de Staatssecretaris tegelijkertijd
erkent dat handhaving tekortschiet? De AP had het er al over: wat is de noodzaak?
Hoe wordt voorkomen dat deze data op straat belanden? De Autoriteit Persoonsgegevens
heeft al gewaarschuwd voor risico's als misbruik en privacyschendingen. Waarom wordt
er niet eerst gezorgd voor een eerlijke markt en betere bescherming van chauffeurs,
in plaats van hen te onderwerpen aan extra controlemechanismen?
Tot slot, voorzitter. Het wordt tijd voor keuzes. Blijft de Staatssecretaris vasthouden
aan beleid dat ov onbetaalbaar en onbereikbaar maakt of gaat de Staatssecretaris eindelijk
doen wat nodig is, namelijk investeren in een sterk, toegankelijk en betaalbaar openbaar
vervoer? Nederland verdient namelijk veel beter dan dit.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer El Abassi, voor uw inbreng namens DENK. We zijn aan het einde gekomen
van de eerste termijn aan de kant van de Kamer. Ik zou willen zeggen dat het experiment
met het niet beperken van de interrupties wat uw voorzitter betreft redelijk geslaagd
is. U heeft 40 minuten besteed aan uw inbreng en 75 minuten aan met elkaar in debat
gaan en interrupties. Het levert dus wel een levendig debat op. Het heeft ook consequenties
voor de eerste termijn aan de kant van het kabinet, want daar ga ik de interrupties
wel beperken; dat kondig ik alvast aan. Wij hebben tot 14.00 uur de tijd voor dit
debat. Wij gaan nu eerst schorsen, zodat de Staatssecretaris met de ambtelijke ondersteuning
de beantwoording goed kan voorbereiden. Eet u daar rustig ook wat in, zou ik willen
zeggen, zodat we straks door kunnen tot 14.00 uur. We schorsen tot 12.20 uur.
De vergadering wordt van 11.47 uur tot 12.22 uur geschorst.
De voorzitter:
Dames en heren, welkom terug bij dit commissiedebat Openbaar vervoer en taxi. Stilte
in de zaal, graag. De Staatssecretaris heeft de beantwoording voorbereid voor de eerste
termijn aan de kant van het kabinet. Daar gaan we naar luisteren. Ik stel aan de leden
voor dat we drie interrupties doen. Ik wil de Staatssecretaris graag het woord geven
voor de aftrap. Zou u daar ook bij willen vermelden welke blokjes u gaat behandelen?
Dan kunt u gelijk door met uw beantwoording. Gaat uw gang.
Staatssecretaris Jansen:
Dank u wel, voorzitter. Ook dank aan de Kamer voor haar inbreng in eerste termijn
en de interessante discussies. Ik heb vier blokjes: een blokje algemeen met de hoofdredeneerlijnen,
het blok sociale veiligheid, een blok bezuiniging openbaar vervoer en een blok overig.
De voorzitter:
Dank u wel. Gaat uw gang.
Staatssecretaris Jansen:
Voorzitter. Afgelopen maandag ben ik op werkbezoek geweest in Maarheeze. Ik heb daar,
en overigens ook tijdens mijn treinreis van Eindhoven naar Maarheeze, met medewerkers
van de NS gesproken over de veiligheid op het station. Dat deed ik ook met burgemeester
Van Kessel in Budel. Ik zie dat in Maarheeze heel goed wordt samengewerkt door de
NS, de politie en de gemeente, en dat de maatregelen die de NS heeft genomen, zoals
de 100%-ingangscontrole op het station, de situatie op het station beheersbaar maken.
Ik zeg letterlijk «beheersbaar». Ik heb in het commissiedebat Spoor toegezegd dat
ik bereid ben om 2,3 miljoen euro te reserveren om de NS te compenseren voor de kosten
voor de extra beveiliging. Laat ik heel duidelijk zijn: ik heb ontzettend veel waardering
voor de inzet van de NS en de NS-medewerkers om ervoor te zorgen dat reizigers, maar
ook medewerkers, op een veilige manier gebruik kunnen maken van de trein en van het
station en de omgeving daarvan. Voor een structurele oplossing op station Maarheeze
zal meer nodig zijn. Daarvoor ben ik afhankelijk van afspraken die het COA met de
gemeente Cranendonck maakt over de opvang in de komende jaren.
Voorzitter. Ik zie dat heel veel medewerkers uit het openbaar vervoer op de tribune
zitten. Welkom. Fijn dat jullie hier zijn. Dat geeft ook aan welk belang wordt gehecht
aan dit debat en hetgeen waarover wij nu met de Kamer het gesprek aangaan. Uiteindelijk
gaat het ook over uw eigen veiligheid en toekomst. Veiligheid in het openbaar vervoer
vereist een landelijke aanpak, waarin alle partijen uiteindelijk moeten samenwerken.
Daarom wil ik ook het convenant Sociale Veiligheid verlengen, om die samenwerking
uiteindelijk te verstevigen. Daarnaast wordt er door IenW, JenV en andere partners
keihard gewerkt aan betere identificatie door boa's, meer cameratoezicht op stations,
gebruik van bodycams door NS-conducteurs en mogelijk ook hogere boetes voor zwartrijden.
Ik verken bij de Voorjaarsnota of het mogelijk is om extra budget te reserveren om
deze en andere maatregelen sneller te realiseren. Ik informeer u dan ook in mei over
de uitkomsten hiervan.
Voorzitter. Ik heb de afgelopen tijd vaker in treinen en bussen gezeten, en ik zie
dat alle partijen in de ov-sector keihard werken om de reiziger een betrouwbare, comfortabele
en veilige reis te bieden. Maar dit gebeurt ook in een nieuwe realiteit, waarin het
aantal reizigers weer aan het groeien is, maar nog steeds niet terug is op het niveau
van 2019. Sommige reispatronen zijn veranderd, bijvoorbeeld als gevolg van het thuiswerken.
Gemiddeld genomen zijn reizigers tevreden over het openbaar vervoer. Uit de recente
OV-Klantenbarometer blijkt dat reizigers het ov met een 7,8 waarderen, net als het
jaar daarvoor. Reizigers waarderen onder andere het instapgemak en de gebruiksvriendelijkheid
van de ov-chipkaart. Maar dit is een gemiddelde. We weten allemaal dat medewerkers,
maar ook reizigers, het op een aantal trajecten op een aantal momenten als onveilig
ervaren. Dat is precies hetgeen waarop wij de komende tijd proberen meer grip te krijgen.
Want het gemiddelde zegt iets in zijn algemeenheid en daar zijn we heel blij mee,
maar het gaat juist om die incidentele situaties, waar we ook oog voor moeten hebben.
Naast de ov-chipkaart, waar ik het net over had, zijn er steeds meer manieren waarop
er betaald kan worden in het openbaar vervoer. Het gebruik van de betaalpas neemt
toe en het gebruik van anonieme ov-chipkaarten neemt af. Daarnaast is het binnen OVpay
nu ook mogelijk om leeftijdskortingen te koppelen aan de betaalpas, waardoor nog meer
reizigers geen ov-chipkaart meer nodig hebben.
De heer Heutink (PVV):
Ik hoorde de Staatssecretaris de sociale onveiligheid in treinen en op stations «incidenten»
noemen, maar op het moment dat je meer dan 1.000 incidenten per jaar hebt waarbij
spoorpersoneel wordt aangevallen, in het gezicht wordt gespuugd of met stenen wordt
bekogeld, dan zijn dat geen incidenten meer. Dan hebben we een heel erg groot probleem.
Ik verwacht ook van de Staatssecretaris dat hij als zodanig erkent dat dit geen incidenten
meer zijn, maar dat er daadwerkelijk een heel erg groot probleem is.
Staatssecretaris Jansen:
Volgens mij is het heel duidelijk dat er een probleem is, zeker op een aantal trajecten.
Bij Maarheeze was afgelopen jaar het aantal meldingen 3.150. Er waren 3.150 meldingen
in één jaar tijd. Dat is ongelofelijk veel. Er zit wel een stuk dubbeling in, van
mensen die én beledigen, én met geweld dreigen én spugen, dus er zit een dubbeling
in, maar er waren 3.150 meldingen. Ik ben het zeker met de heer Heutink, van de PVV,
eens dat dit een structureel probleem is, dat wij nu met elkaar moeten proberen op
te lossen. Dat is hierbij namelijk van belang. Dat is een van de redenen dat ik in
het gesprek met burgemeester Van Kessel heb gevraagd of hij samenwerkt met andere
burgemeesters, van regio's waar ze soortgelijke problemen ervaren. Ik ben heel blij
dat hij zei dat ze als burgemeesters in de regio rondom Maarheeze iedere week overleg
hebben met z'n allen om het probleem op een goede manier te tackelen. Maar hij zei
ook tegen mij dat ze regelmatig, ten minste één keer per maand, contact hebben met
bijvoorbeeld de burgemeester die in Ter Apel verantwoordelijk is, of met burgemeesters
bij andere brandhaarden. Op die manier proberen ze van elkaars lessen te leren. In
Maarheeze hebben ze bijvoorbeeld een groot hek geplaatst, want alleen het moment dat
je bij de toegangscontrole door beveiligers werd gecheckt op je ov-bewijs, was niet
voldoende. Mensen gingen vervolgens namelijk gewoon over het hek heen. Met dat maatwerk
proberen ze elkaar te helpen en te kijken hoe ze dat op een goede manier kunnen aanpakken.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
Staatssecretaris Jansen:
Dan ga ik door, voorzitter. Ik heb, net als de Kamer, zorgen over de betaalbaarheid
van het ov-systeem als geheel. In 2024 zijn de aanvullende Bikkergelden uitgekeerd
aan de decentrale overheden. Dat heeft ervoor gezorgd dat er structureel 300 miljoen
euro bij decentrale overheden extra aan het openbaar vervoer kan worden besteed, waarvan
ongeveer 150 miljoen voor de verbetering van de kwaliteit van het openbaar vervoer.
Helaas zijn daarmee de financiële zorgen voor het openbaar vervoer niet over. Er zijn
lastige financiële keuzes te maken door de korting op de BDU, maar ook door de structureel
lager blijvende vergoeding van OCW voor het gebruik van het studenten-ov-reisproduct
aan vervoerders. Ik heb eerder gezegd dat wij echt gaan kijken of we iets aan de BDU-korting
kunnen gaan doen. Ik vind het zorgelijk als het ov in en rond grote steden, maar ook
in de regio's, duurder wordt en als er juist aan de randen buslijnen gaan verdwijnen.
Juist in stedelijke gebieden met veel verkeer en files – daarover ging het net ook
in de discussie tussen de Kamerleden onderling – is het van belang dat het ov een
slimme en efficiënte manier is om reizigers te verplaatsen zonder dat daarbij de congestie
op de wegen een rol kan spelen.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Volgens mij schetst de Staatssecretaris terecht dat ook de bezuinigingen op het studenten-ov
en de BDU-gelden consequenties hebben voor het openbaar vervoer. Mijn vraag is eigenlijk
heel simpel: is de Staatssecretaris bij de BDU dan wel bij de SOV-gelden op enige
manier betrokken geweest voordat dat besluit genomen is?
Staatssecretaris Jansen:
Dat antwoord heb ik eerder al gegeven en dat is: nee. Dat heeft ermee te maken dat
dat op het moment dat daarover werd onderhandeld, bijvoorbeeld over de bezuinigingen
op de ov-studentenkaart, geen onderdeel was van het maatregelenpakket dat werd voorgesteld.
Dat is er later bij gekomen. Helaas werden wij daar dus inderdaad door overvallen,
zeg ik heel eerlijk richting de heer De Hoop.
De voorzitter:
Helder. Gaat u door met uw beantwoording, Staatssecretaris.
Staatssecretaris Jansen:
Voorzitter. Op mijn eigen begroting zie ik echter geen ruimte om de korting ongedaan
te maken. Toch zal ik bij de Voorjaarsnota kijken of er in brede zin iets aan gedaan
kan worden. Kortom, een resumé: een heleboel dingen gaan goed, maar ik zal me de komende
tijd ook heel hard blijven inzetten voor de geschetste uitdagingen.
Voorzitter. Dan kom ik nu bij de map sociale veiligheid. Ik heb daarbij geen inleidingen.
Ik begin gewoon direct met de vragen vanuit de Kamer.
De heer Pierik van de BBB en mevrouw Veltman van de VVD vroegen: hoe zorgen we ervoor
dat de treinen een plek blijven waar zowel de reizigers als de personeelsleden zich
veilig kunnen voelen, zonder dat we het ov veranderen in een soort zwaarbeveiligd
fort? Veiligheid voor reizigers en medewerkers is absoluut een prioriteit voor mij.
Ik werk hier keihard aan, samen met de vervoerders, ProRail, de decentrale overheden,
de politie en JenV. Reizigers ervaren het ov gemiddeld als veilig, zoals ik net al
zei. Maar incidenten – ik gebruik toch het woord «incident», omdat dat is hoe we dat
altijd registreren – richten zich vooral vaak tegen medewerkers. Voor de zomer zal
ik u informeren over onze gezamenlijke inzet, inclusief financiering, om het ov veilig
te houden en waar nodig veiliger te maken. Naast fysieke maatregelen, zoals de inzet
van poortjes, camera's en beveiliging, werken we ook aan maatregelen op de achtergrond,
zoals meer mogelijkheden voor de identificatie van overtreders. Ook hierover hebben
we het al vaker met elkaar gehad. We houden daarbij de tevredenheid van reizigers
en personeel nauwlettend in de gaten door middel van de jaarlijkse enquêtes. Zo monitoren
we ook of maatregelen niet alleen bijdragen aan het verminderen van het aantal incidenten,
maar ook aan een beter veiligheidsgevoel van medewerkers in het ov.
De heer Pierik (BBB):
Ik ben blij om te horen dat de Staatssecretaris overleg heeft met de NS en heel veel
vervoerders. Mijn vraag is eigenlijk of de regiovervoerders ook betrokken zijn bij
het overleg om verder te werken aan het verbeteren van de sociale veiligheid.
Staatssecretaris Jansen:
De heer Pierik stelt een vraag die eigenlijk een beetje vooruitloopt op wat ik wilde
gaan zeggen. Ik kan u melden dat ik op 20 maart een overleg heb met alle vervoerders.
Dat is in de afgelopen jaren niet gelukt, maar op 20 maart komen we met z'n allen
bij elkaar, juist ook om deze problematiek te bespreken in de brede context met iedereen
die daarbij betrokken is.
De voorzitter:
Gaat u verder.
Staatssecretaris Jansen:
Voorzitter. Ik ga naar een vraag van de heer Van Dijk van NSC. Zwartrijden is een
grote aanleiding, of misschien wel de grootste, voor agressiviteit. Hier is onderzoek
naar gedaan in november 2024. Toen hebben vervoerders concrete aanbevelingen gekregen
voor het verhogen van de betaalmoraal. Wordt daar wat mee gedaan, was de vraag van
de heer Van Dijk. Het onderzoek is recent besproken in het landelijk overleg sociale
veiligheid. De uitkomsten worden betrokken bij de nieuwe aanpak sociale veiligheid
die ik u voor mei heb toegezegd. Een van de maatregelen waar we aan denken, is het
verhogen van de boetes voor zwartrijden. Daarnaast verwachten wij dat de invoering
van OVpay ook zal helpen, omdat er daadwerkelijk meer manieren beschikbaar komen om
te betalen. We maken het bovendien voor boa's makkelijker om degenen die echt niet
willen betalen, te identificeren, zodat boetes ook op het juiste adres terechtkomen.
Ik zeg hier wel het volgende bij. Afgelopen maandag heb ik in Maarheeze gehoord welke
problematiek daar met name speelt. De mensen die in een azc zitten, hebben een doorlooptijd
van tussen de twee en de zes weken. Als je gaat nadenken over een gebieds- of reisverbod
op die locatie, dan zet dat geen zoden aan de dijk, omdat die personen vervolgens
naar een andere locatie gaan. Dat is wel iets wat we ook in beeld proberen te krijgen
om het uiteindelijk mee te nemen in de juiste aanpak.
Mevrouw Veltman (VVD):
Ik ben blij dat de Staatssecretaris dit benoemt. Dat is namelijk precies de reden
waarom we al maanden geleden een voorstel hebben ingediend om te werken met regionale
reisverboden of in ieder geval met reisverboden die werken, omdat ze van de ene op
de andere vervoerder en van het ene naar het andere gebied overgaan. Als je iemand
alleen maar op dat ene plekje in Nederland verbiedt om te reizen, dan heb je hem nog
niet belet om elders te reizen. Ik vraag me dus af wanneer we daar een doorbraak in
gaan zien, zodanig dat er gegevens uitgewisseld kunnen worden en dat er daadwerkelijk
opgetreden kan worden, breder dan in één regio.
Staatssecretaris Jansen:
Dat is juist het gesprek, ook in bredere context, dat ik afgelopen maandag heb proberen
te voeren met mijn collega van JenV en in dit geval ook de Minister van Asiel en Migratie.
We moeten dit namelijk op een manier aanpakken die hout snijdt, want op het moment
dat die personen zich binnen Nederland verplaatsen, is het al lastig. Daarnaast hebben
we dus ook nog te maken met de situatie dat mensen die op een gegeven moment een asielprocedure
zijn ingegaan en te horen hebben gekregen dat ze geen recht hebben om te blijven,
het land uitgaan en een jaar later gewoon letterlijk weer terugkomen. Het zijn dezelfde
gezichten. Ze hebben die eerder gezien en ze kunnen ook al voorspellen dat er dan
weer overlast gaat plaatsvinden. Die discussie proberen we juist met elkaar te voeren
en structureel op te lossen.
Voorzitter. Dan ga ik naar een vraag van de heer Van Dijk van NSC en de heer Pierik
van BBB: zijn er nog stations in Nederland waar cameratoezicht nodig maar nog niet
gerealiseerd is, en zo ja, wat is er dan nodig om dat wel te realiseren? Op dit moment
heeft ongeveer een kwart van de stations permanente camera's hangen. Daarnaast zijn
er op verschillende plaatsen in het land ook tijdelijke camera's geplaatst. Ook hebben
alle NS-treinen cameratoezicht en dragen veiligheids- en servicemedewerkers bodycams.
Met de huidige hoeveelheid camera's is het ov goed in staat om incidenten live en
achteraf te detecteren. De ambitie is juist om meer plaatsen te voorzien van cameratoezicht.
Hiervoor krijgt ProRail ook ruim 4 miljoen euro subsidie. Daarnaast zorgt ProRail
ook voor extra camera's en maatwerkmaatregelen voor de 58 stations die onvoldoende
scoren op sociale veiligheid, zoals het plaatsen van groen hekwerk en het verbeteren
van zichtlijnen.
De voorzitter:
De heer Olger van Dijk heeft een vraag.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Ik ben blij dat de Staatssecretaris, na de interruptie van de heer Heutink, ook aangaf
dat het een probleem is en dat we hier wat aan moeten doen, omdat het toeneemt. Dat
moeten we gewoon niet willen met elkaar voor de mensen die werken in het ov en ook
voor de reizigers in het ov. Het is goed dat er in ieder geval een ambitieuze agenda
is en dat er werk van wordt gemaakt. Tegelijkertijd heb ik toch ook een vraag op dit
punt. Ik hoorde: een kwart van de stations en risicogericht. Ik denk dan: oké, ik
snap dat niet alles tegelijk kan, maar is de ambitie dan wel om dit op elk station
in Nederland mogelijk te maken? Dat is mijn eerste vraag. Ik hoor de Staatssecretaris
zeggen dat er in elke trein al cameratoezicht is, maar ik heb andere signalen ontvangen,
namelijk dat dit in de wat oudere types nog niet het geval is. Ik zou ervoor willen
pleiten dat dit dan toch gebeurt. Kan de Staatssecretaris daar misschien op reageren?
Staatssecretaris Jansen:
Volgens mijn informatie is dat wel het geval. Als blijkt dat ik iets gezegd heb wat
toch niet helemaal klopt, zal ik daar in tweede termijn op terugkomen. Het kan ook
zijn dat het in de pipeline zit en misschien nog niet gerealiseerd is. Ik wil echter
wel een goed antwoord geven richting de heer Van Dijk.
De voorzitter:
Er lag nog een vraag. Stiekem waren het eigenlijk twee interrupties in één over de
stations.
Staatssecretaris Jansen:
Sorry, die vraag had ik inderdaad ook moeten beantwoorden. Het is wel de bedoeling
dat het uiteindelijk gebeurt. Het is zo dat we inderdaad willen kijken waar dit het
meest essentieel is om dit per direct of zo snel mogelijk te doen. Zo proberen we
dat eigenlijk in te lopen, zodat het op alle stations zo is.
De voorzitter:
Helemaal goed. Het andere antwoord volgt dan nog even in tweede termijn.
Staatssecretaris Jansen:
Dan heb ik de volgende vraag van de heer Heutink van de PVV: waarom bagatelliseerde
de Staatssecretaris de overlast tot een groepje overlastgevers in Budel en hoe kan
de Staatssecretaris maatregelen nemen als hij het probleem niet erkent? Nou, laten
we heel helder zijn. Ik heb het zeker niet gebagatelliseerd, integendeel! Wat u op
social media ziet – laat ik het dan maar heel eerlijk zeggen – zijn de uitingen die
wij vanuit corporate doen. Er zijn ook uitingen die ik als Staatssecretaris doe. U
zult een verschil zien in de tekst en de benadering, zeg ik maar heel eerlijk richting
de heer Heutink. Ik heb afgelopen maandag wel degelijk heel duidelijk aangegeven hoe
ik aankijk tegen de problematiek en wat dat betekent.
De heer Heutink (PVV):
Dat begrijpt toch helemaal niemand thuis? De mening van de Staatssecretaris op social
media is toch de mening van de Staatssecretaris? Dan kan de Staatssecretaris hier
toch niet zeggen dat de mening die hij op social media deelt, niet echt de mening
is die hij als Staatssecretaris heeft? Dat is toch heel erg gek?
Staatssecretaris Jansen:
Op social media wordt volgens mij op alle kanalen gesproken over asielzoekers uit
het azc in Budel. Dat is de term die wij daarbij gebruikt hebben. Volgens mij staat
dat er gewoon op.
De voorzitter:
Heeft de heer Heutink hier nog een vraag over of niet? De heer Heutink zegt dat hij
daar dan nog een interruptie aan kwijt is. Dat is mooi; dan is hij inderdaad zijn
derde interruptie kwijt. Meneer Heutink, u gaat zelf over het onderwerp waarop u uw
interrupties inzet. We hebben daar goed gebruik van gemaakt in de eerste termijn.
U heeft er straks nog één over. Ik nodig de Staatssecretaris graag uit om de beantwoording
te vervolgen.
Staatssecretaris Jansen:
De heer Heutink vroeg of ik al een oplossing heb gevonden voor het overslaan van Maarheeze
door de NS. In het tweeminutendebat heb ik volgens mij al gezegd dat ik de NS wil
compenseren voor de extra beveiliging rond station Maarheeze, desnoods uit eigen budget.
Dat heb ik ook bevestigd in de verzamelbrief van 11 februari jongstleden. Daardoor
is er geen sprake meer van het overslaan van station Maarheeze door de NS.
Dan vragen meerdere leden, namelijk de leden Heutink, Pierik en Veltman, of ik werk
ga maken van bodycams voor NS-conducteurs. Dat is een heel logische en terechte vraag.
Om naast de ov-boa's nog een groep NS-medewerkers te voorzien van bodycams is 13,5
miljoen euro extra nodig. Het gaat dus ook om aanvullende financiering. Het is aan
NS als werkgever, en niet aan mij of de Kamer, om een besluit te nemen over de brede
uitrol van bodycams. Ik steun dit natuurlijk wel. We steunen dit volgens mij allemaal,
omdat dit kan bijdragen aan de sociale veiligheid. Dat werd ook verteld tijdens mijn
treinreis van Eindhoven naar Maarheeze door de aanwezige conducteur. Hij zei: ik denk
dat er een preventief effect van uitgaat, los van het feit dat je de zaken op beeld
hebt. Volgens mij heb ik al eerder met de Kamer gedeeld dat het wel op basis van vrijwilligheid
is. Volgens mij staat dat ook letterlijk in het hoofdlijnenakkoord. Dat betekent dat
er een gesprek zal plaatsvinden tussen de NS en de medewerkers dan wel de vakbonden
om daar goede mogelijkheden voor te vinden. Het kan wel zo zijn dat wij aan NS meegeven
dat het misschien verstandig is om goed te kijken naar de trajecten waar het op dit
moment echt noodzakelijk is. Dat is ook wat ik aan de heer Koolmees ga meegeven. Misschien
kun je dan ervoor zorgen dat het daar in elk geval gebeurt. Op het moment dat een
medewerker liever geen bodycam wil, moet je misschien voorlopig een andere medewerker
op dat traject inzetten, iemand die wel genegen is om die bodycam te dragen. Daarmee
krijgen we uiteindelijk een hoger veiligheidsgevoel en ook een hoger veiligheidsaspect
voor zowel reizigers als medewerkers.
Dan kom ik bij een vraag van de heer Pierik van BBB. Ben ik bereid om met NS en het
Openbaar Ministerie in gesprek te gaan om te onderzoeken hoe geweld tegen ov-personeel
voortaan beter vervolgd kan worden? Ik denk dat dit voor iedereen helder is. Geweld
tegen medewerkers of reizigers in het ov kan niet bestaan. Dat moeten we met z'n allen
aanpakken. Het is natuurlijk niet aan mij of het Openbaar Ministerie tot vervolging
overgaat. Ik ga daar ook geen commentaar op geven. De Kamer heeft aangegeven hoe zij
daartegen aankijkt. De politie en het Openbaar Ministerie hebben hele goede afspraken
gemaakt over geweld en agressie tegen mensen met een publieke taak, zoals conducteurs.
Ze pakken deze zaken met prioriteit op en eisen hier hogere straffen voor. Maar goed,
ik heb ook de uitspraak gelezen over het incident. Ik ga echter niet zeggen wat ik
daarvan vind. Dat lijkt me niet goed.
Er is nog een vraag van de heer Heutink van de PVV: kan de Staatssecretaris het ontnemen
van de boa-status van de hoofdconducteurs door de NS ongedaan maken? Tegen de heer
Heutink zeg ik dat het uiteindelijk aan de NS als werkgever is om hoofdconducteurs
wel of niet een boa-status toe te kennen. Iedere werkgever maakt een eigen afweging
hierin. In het kader van de herijking van het convenant Sociale Veiligheid kan ik
wel zeggen dat wij aan NS gaan vragen of de afschaffing van de boa-status in de praktijk
goed werkt. Dat nemen we ook mee in de brief die we voor de zomer aan de Kamer gaan
sturen.
Voorzitter. Dan heb ik nog de vraag van de heer Heutink of ik het gesprek met de regio's
kan aangaan om te kijken welke stappen kunnen worden gezet in het realiseren van een
landelijk reisverbod voor «ov-tuig», zoals de heer Heutink dat verwoordde. Ik heb
al verwezen naar de Kamerbrief die we daarover gaan sturen. Een landelijk reisverbod
is niet mogelijk, want dat is niet proportioneel. Het moet in tijd en gebied worden
begrensd en op het moment dat mensen zich verplaatsen binnen het land, loop je tegen
de problematiek aan die ik net schetste. De Kamer is in 2023 door mijn voorganger
geïnformeerd over de pilot in Overijssel. Die is inmiddels afgerond en heeft meer
inzicht gegeven in de technische en juridische randvoorwaarden waarbinnen vervoerders
samen kunnen werken bij het opleggen van bijvoorbeeld reisverboden. Vervoerders kunnen
afzonderlijk al sinds 2001 een reisverbod opleggen. De meeste maken ook gebruik van
die mogelijkheid.
De heer Heutink (PVV):
Ik ga mijn laatste interruptie hiervoor gebruiken, want dit is wel ontzettend belangrijk.
Volgens mij gaat het om het beperken van tijd en plaats. Op het moment dat je zegt
«permanent en in heel Nederland» is dat ook een tijds- en plaatsaanduiding. Ik wil
aan de Staatssecretaris vragen of hij in ieder geval wil bekijken of we er middels
wetgeving toch voor kunnen zorgen dat we een permanent en landelijk reisverbod kunnen
invoeren, als we dat nodig achten. Want, voorzitter, en daarna houd ik op, op het
moment dat jij je misdraagt in het ov, als je mensen bekogelt en personeel in het
gezicht spuugt, dan heb je niets in het openbaar vervoer te zoeken. Ik wil dat de
Staatssecretaris daarnaar gaat kijken en ons daarover informeert. Die toezegging wil
ik graag.
Staatssecretaris Jansen:
Dank voor deze verduidelijkende vraag. Overigens zijn er meerdere partijen die hierop
gehamerd hebben. Volgens mij werd er ook gevraagd om creatief te zijn. Dit is precies
een van de mogelijkheden die ik dan als creatief omschrijf. Alle opties die mogelijk
zijn, willen we bespreken en bekijken, want het streven is uiteindelijk dat we het
gewoon gaan uitbannen in het openbaar vervoer.
Voorzitter. Er is nog een laatste vraag in dit blokje, namelijk die van mevrouw Veltman
van de VVD of ik met de NS in overleg kan gaan over het alarmnummer in de trein, omdat
er vaak niet wordt ingegrepen. Zij vroeg ook of ik het ermee ben eens dat dit eigenlijk
meer voor schijnveiligheid zorgt. Hoe zou dit beter kunnen? Het signaal is mij niet
bekend, zeg ik heel eerlijk richting mevrouw Veltman. Mijn beeld was dat het goed
werkte en ook veel werd gebruikt. Ik zal dit dus laten nagaan bij de NS. Mocht dit
probleem herkend worden, dan zal ik u daarover informeren in mijn brief over de sociale
veiligheid. Ik ben blij dat mevrouw Veltman mij hierop attendeert.
Mevrouw Veltman (VVD):
Ik begrijp dat dit het einde van het blokje is. Ik heb daar even op gewacht, want
anders verspil ik een interruptie, terwijl de Staatssecretaris dit onderwerp toch
bespreekt. Ik hoorde hem iets zeggen over de bodycam, namelijk dat die nog in bespreking
is bij de NS. Ik vraag me het volgende af. Een van de vervoerders die aan de randen
van het net rijdt, Arriva, gebruikt al bodycams, ook bij de mensen die de kaartjes
controleren. Waarom moet dit dus zo lang duren? We hadden het net ook over het reisverbod.
Daar moeten echt stappen op gezet worden. Ook moet de ID-check door boa's en mensen
die overlastgevers kunnen aanpakken, beter. Dat zijn allemaal dingen waarvan ik denk:
het duurt wel lang! Ik begrijp heus wel dat het zorgvuldig moet. Tegelijkertijd hebben
we bij de stukken die vandaag op de agenda stonden een beslisnota gezien die de ambtenaren
aan de Staatssecretaris voorleggen. Die ging over allerlei ontwikkelingen op het gebied
van het openbaar vervoer. Daar zat een geeltje bovenop en daarop stond: kunnen jullie
alsjeblieft wat meer prioriteit geven aan sociale veiligheid in het ov? Ik ben blij
dat de Staatssecretaris dat doet, maar ik zie dat geeltje nu pas, terwijl de Staatssecretaris
al acht maanden aan het werk is. Lukt het de Staatssecretaris om die beweging echt
te maken? Ik was ontzettend teleurgesteld toen ik dat geeltje op die nota geplakt
zag. Wil de Staatssecretaris daar misschien even op reageren?
Staatssecretaris Jansen:
Misschien is een deel van de verklaring van dat geeltje dat de Staatssecretaris nogal
ongeduldig is als het aankomt op maatregelen die we kunnen nemen en die we volgens
mij allemaal wenselijk vinden. Daar komt de opmerking vandaan. Ik ben alleen ook gebonden
aan de situatie dat de NS hierover uiteindelijk zelf met de medewerkers en de vakbonden
overeenstemming moet bereiken. Plan B is het volgende: op het moment dat daarover
discussie bestaat, kun je dan op bepaalde lijnen al wel bijvoorbeeld het middel van
bodycams, tijdelijk cameratoezicht of dat soort dingen inzetten? Daar wil ik het gesprek
over aangaan. Ik zie de urgentie. Ik zie ook de druk om dat snel te realiseren, maar
uiteindelijk is het goed dat ik afwacht waarmee de NS in dit verband naar buiten komt.
Ik heb begrepen dat daar voor de zomer een besluit over wordt genomen. Op dat moment
weten we duidelijker wat er gaat gebeuren en hoe, en of het voor iedereen geldt of
dat een aantal mensen het toch niet doet.
De voorzitter:
Mevrouw Veltman, dit wordt uw laatste interruptie.
Mevrouw Veltman (VVD):
Een van de dingen die de Staatssecretaris net zei in antwoord op mijn vraag of het
app-nummer in de trein goed werkte of juist voor schijnveiligheid zorgt, was: ik ga
het na bij de NS. Ik zou willen vragen om dat nou juist eens bij de reizigersorganisaties
na te gaan evenals op verschillende kanalen van social media, waarop al de screenshots
van de reacties uit die app worden gedeeld. Ik ben ook bij NS op bezoek geweest en
daar kreeg ik te horen: het werkt eigenlijk heel erg naar tevredenheid. Mensen geven
het op een gegeven moment op als ze teleurstellende reacties krijgen. Hoe goed iedereen
ook zijn best doet, dan is het echt schijnveiligheid. Ik zou dus willen vragen om
juist niet alleen bij de NS te rade te gaan, maar ook bij alle andere partijen die
kunnen zien wat er daadwerkelijk in zo'n app en appgroep gebeurt.
Staatssecretaris Jansen:
Ik probeerde aan te geven dat ik hoe dan ook de vraag bij de NS ga neerleggen. Ik
zal vragen of de NS dit beeld herkent. Dat laat onverlet dat wij natuurlijk ook naar
andere gremia kijken en naar de uitingen daar. Sterker nog, mijn eigen dochter heeft
het nummer ook een keer gebeld. Zij was wel positief. Daarom zeg ik: ik ga de vraag
wel aan NS stellen. Aan de hand van het antwoord zal ik bezien of ik gerustgesteld
ben. Natuurlijk gaan we inderdaad kijken naar kanalen van social media of andere uitingen,
waar misschien negatievere ervaringen staan, want als we werken aan de effectiviteit
is het heel belangrijk om die mee te nemen.
De voorzitter:
Dank u wel. Vervolgt u alstublieft met uw volgende blokje.
Staatssecretaris Jansen:
Voorzitter. Dat is een ook niet onbelangrijk onderwerp. Dat gaat namelijk over de
bezuiniging op het openbaar vervoer. Allereerst heb ik de vraag van de heer De Hoop
van GroenLinks-Partij van de Arbeid hoeveel geld er gevonden moet worden om het huidige
ov op peil te houden en de tarieven niet te verhogen. Wat kunnen we van de Staatssecretaris
verwachten bij de Voorjaarsnota? Het ov rondom de grote steden heeft door de korting
op de BDU te maken met minder exploitatiebijdrage. Het totale ov kampt overigens ook
met minder inkomsten uit de studentenkaart, zoals ik net al zei. Het gaat om totaal
110 miljoen voor de BDU en ruim 200 miljoen in totaal wat betreft het studentenreisproduct.
Om de tariefstijging van de NS van ongeveer 6% die in 2025 niet is doorgevoerd, te
blijven dempen, is structureel 84 miljoen euro per jaar nodig. Het gaat in totaal
dus om bijna een half miljard euro per jaar. Ik probeer dat aan de orde te stellen,
uiteindelijk ook binnen de ministerraad, maar ik kan niets veranderen aan de financiële
situatie van de rijksoverheid. Ik heb alleen wel voor de Kamer inzichtelijk proberen
te maken waar we het over hebben.
Dan heb ik een vraag van de heer Grinwis van de ChristenUnie en mevrouw Veltman van
de VVD. Hoe staat het met de gesprekken met de vervoersregio's en de wethouders van
de getroffen dorpen? Wat hebben deze gesprekken opgeleverd? Wat ga ik met de input
doen? Wat ga ik hiermee doen richting de Voorjaarsnota? Ik heb verschillende gesprekken
gevoerd over de financiële situatie in het openbaar vervoer. In het NOVB-beraad doe
ik dat met de regio's en de vervoerders zelf. Vorige week maandag was ik bijvoorbeeld
op Amsterdam Centraal. Wij openden daar officieel de UK-terminal en hebben aansluitend
overleg gehad met alle betrokkenen. Met de vervoersregio's VRA en MRDH, oftewel Amsterdam
en Rotterdam/Den Haag, heb ik aparte gesprekken gevoerd. De vervoersregio's hebben
aangegeven wat de kortingen doen met de frequentie en de aansluiting op bouwlocaties.
Ik heb natuurlijk gezegd dat ik de urgentie snap, maar dat ik wel duidelijker wil
weten waar we het nou precies over hebben. Vorige week maandag hebben we verzocht
om duidelijk inzichtelijk te maken wat het betekent voor de frequentie van lijnen,
voor de medewerkers en voor de kostenstijgingen voor de reiziger. Breng dat nou voor
ons in kaart! Die informatie krijgen wij, maar juist om dit snel en transparant te
maken, heb ik ook de afspraak gemaakt dat diezelfde informatie zal worden gedeeld
met de Kamer langs de partijlijnen en langs de eigen lijnen die vervoerders hebben.
Op die manier proberen we ervoor te zorgen dat iedereen op het juiste informatieniveau
zit om hier een goed gesprek over te kunnen voeren met elkaar.
Dan heb ik een vraag van de heren De Hoop, Grinwis en Van Dijk, namelijk of ik erken
dat de bezuinigingen op het ov vooral het regionale openbaar vervoer zullen raken
en of ik bij de Voorjaarsnota ga bekijken wat ik kan doen om die bezuiniging te voorkomen?
De regio's hebben aangegeven dat de bezuiniging, als deze van kracht blijft, onder
andere wordt opgevangen door hogere tarieven en een verminderd aanbod. In de media
heeft u volgens mij al het nodige hierover kunnen lezen. In het NOVB-beraad geven
alle vervoerders aan dat zij last hebben van de lagere vergoeding van het studenten-ov-reisproduct.
Desalniettemin zullen wij de inzet van een betaalbaar en beschikbaar openbaar vervoer
blijven handhaven, zoals ik al meerdere keren tegen de Kamer heb gezegd. Om die reden
voeren we vanuit IenW intensieve gesprekken om te zien of we bij de Voorjaarsnota
ruimte kunnen vinden. Maar ik ben ook realistisch. Nogmaals, de overheidsfinanciën
zijn zoals ze zijn. Maar, ja, voorzitter, ik doe daar wel mijn best voor. Dat heb
ik al meerdere keren aan de Kamer gecommuniceerd.
De heer Heutink van de PVV en de heer Van Dijk van NSC zeiden dat ik goed moet gaan
kijken naar de effecten van de BDU-bezuiniging. Wat zijn de effecten? Wat ga ik doen
om het leed te verzachten? Volgens mij ben ik daar net al uitgebreid op ingegaan.
De heer Grinwis van de ChristenUnie vroeg of de grondslag voor de BDU-bezuiniging
nu niet weg was. Het kabinet heeft eind vorig jaar besloten om de BDU niet om te zetten
naar een fondsuitkering en daarmee de constructie met de vervoersregio's voort te
zetten. De korting is echter al ingeboekt en de grondslag voor de korting is niet
weg. In het zogenaamde afwegingskader staat dat als een specifieke uitkering niet
wordt omgezet, de korting dan niet zonder afspraken over wat minder of efficiënter
kan, kan worden afgewenteld op de ontvangende partij. Indien de korting echter overeind
blijft, zullen afspraken gemaakt moeten worden over wat dan minder of efficiënter
kan. Dat is uiteindelijk de afweging geweest voor de BDU-bezuiniging.
De heer Olger van Dijk (NSC):
De Staatssecretaris is wel ingegaan op de effecten, maar vooral in procesmatige zin.
Ik had juist de hoop dat we vandaag iets meer hierover zouden horen, want dit is toch
al een paar maanden bekend. Wat gaat dit betekenen? Er zijn gesprekken gevoerd. Daar
is uitgebreid aan gerefereerd. Ik verwacht dan toch iets meer duiding van de Staatssecretaris
over wat die gesprekken hebben opgeleverd. Welke eerste inzichten hebben die opgeleverd?
Dreigen de lijnen in het buitengebied inderdaad meer te worden geraakt? Ik hoor de
Staatssecretaris zeggen dat iedereen voor wie dat nodig is, volgens partijlijnen geloof
ik, hierover wordt geïnformeerd. Ik vind dat deze Kamer daarover gewoon in een brief
moet worden geïnformeerd. Ik vraag met klem om een toezegging van deze Staatssecretaris
op dit punt.
Staatssecretaris Jansen:
Natuurlijk informeer ik de Kamer ook, maar juist om het proces te versnellen heb ik
de bestuurders gevraagd om het ook te doen langs de directe lijnen die ter beschikking
staan. Dat versnelt in mijn optiek het proces. Maar er komt natuurlijk ook een brief
naar de Kamer toe om inzichtelijk te maken waar we het dan over hebben. Ik heb vorige
week maandag nou juist gevraagd naar informatie over wat het specifiek betekent. Gezegd
wordt: verschraling van het aanbod en verhoging van de prijzen. Dat is veel te algemeen.
Ik wil gewoon weten wat dit betekent voor de regionale lijnen en voor het vervoer
in de grote steden.
De voorzitter:
Wanneer denkt u deze brief te sturen aan de Kamer? Dan noteren wij dat.
Staatssecretaris Jansen:
In ieder geval in maart, voorzitter.
De voorzitter:
Dan noteren we dat. Dank u wel. Dan vervolgt u uw beantwoording.
Staatssecretaris Jansen:
De heer Grinwis van de ChristenUnie vroeg of ik bereid ben om met geld over de brug
te komen ter voorkoming van een prijsstijging bij de NS en ook of ik met structurele
oplossingen wil komen. Ik heb al meerdere keren gezegd dat ik niet ga vooruitlopen
op de uitkomsten van de voorjaarsnotabesluitvorming. In de tussentijd ben ik natuurlijk
wel continu in gesprek met de NS en het Ministerie van Financiën over een structurele
oplossing. Net als de NS en de heer Grinwis willen wij natuurlijk dat dit uiteindelijk
op een goede manier structureel wordt geborgd. Het zijn echter heel complexe gesprekken,
want het is bekend dat er op de begroting gewoon enorme tekorten zijn. Een rijksbijdrage
voor NS-tarieven is zeker geen vanzelfsprekendheid. Bij de Voorjaarsnota zullen we
de Kamer nader informeren het verwachte effect op de NS-tarieven.
Dan heb ik nog een vraag van de heer Grinwis. Wil de Staatssecretaris de gevolgen
van prijsstijgingen bij NS voor een toekomstig aantrekkelijk spoorproduct in kaart
brengen en ook de shift van de trein naar de auto? In 2022 heeft het KiM onderzoek
gedaan naar prijsprikkels in het openbaar vervoer om vast te stellen of deze effectief
kunnen zijn om het ov-gebruik te stimuleren. Vorig jaar is uw Kamer met een brief
geïnformeerd over prijselasticiteiten naar aanleiding van een ander KiM-rapport. Het
is de verwachting dat een hogere prijsstijging op het spoor leidt tot minder reizigers
ten opzichte van een scenario waarbij die prijsstijging er niet is. Dat is allemaal
heel logisch. Volgens het KiM is het echter niet zo dat hogere tariefstijgingen in
het ov zomaar tot meer autogebruik zullen leiden. Daarin spelen meer factoren mee,
waaronder de kosten voor autogebruik. Die conclusie werd dus niet getrokken.
Een vraag van de heer De Hoop, van GroenLinks-Partij van de Arbeid: erkent de Staatssecretaris
dat als meer mensen de auto nemen, dat leidt tot meer stikstofuitstoot en tot minder
vergunningen en erkent hij dat dit kan leiden tot meer files? De korting voor de hoge
tarieven en de afschaling van het ov-aanbod, waaronder minder toekomstig ov beschikbaar
bij nieuwe woonwijken, is logischerwijs natuurlijk een belemmering in de mobiliteit
van mensen. Maar er kan niet zonder meer worden gesteld dat die korting betekent dat
er minder woningen gebouwd kunnen worden en dat dit leidt tot meer stikstof en meer
files. Wat wel zo is ... In de onderlinge discussie tussen de Kamerleden werd ook
gesproken over de 2,5 miljard die wij op dit moment hebben uitgetrokken voor nieuwe
woningen. Als wij daar een andere invulling aan gaan geven, kan ik voor honderd procent
zeker garanderen dat dat minder nieuwe woningen gaat opleveren. Dat wil ik hier wel
neerleggen.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Ik deel een deel van de beantwoording van de Staatssecretaris, maar ik heb ook de
oproep van de gemeenten gezien. Ik merk ook in de debatten dat er best wel veel onduidelijkheid
is over hoe we dit met elkaar moeten duiden. Ik zou dan ook graag van de Staatssecretaris
samen met de Minister van Wonen toch iets uitgebreider echt een uitgebreide schriftelijke
reactie krijgen met betrekking tot de mogelijke consequenties voor de woningbouw van
een mogelijke bezuiniging op de BDU-gelden. Ik denk dat dat heel erg helpt bij het
debat dat we voeren en dat we de consequenties dan beter kunnen overzien. Als de Staatssecretaris
dat kan toezenden, bijvoorbeeld met de brief die hij breder over de BDU-gelden maakt,
en als hij daarin specifiek op die woningbouw kan ingaan, zou dat ons volgens mij
heel erg helpen bij het debat dat we hierover voeren.
Staatssecretaris Jansen:
Volgens mij heeft de Minister van VRO dat niet toegezegd. Ik ga in elk geval het gesprek
met de Minister van VRO aan om te kijken of we deze informatie kunnen delen, maar
uiteindelijk ben ik natuurlijk wel afhankelijk van mijn collega.
De voorzitter:
Meneer De Hoop, voor uw laatste interruptie.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Ik vind het zonde dat ik hier mijn laatste interruptie aan verspil, maar deze Staatssecretaris
is zelf ook Kamerlid geweest en de Minister van Volkshuisvesting is zelf ook Kamerlid
geweest. Als er zo'n verzoek is – de vraag is ook heel nadrukkelijk aan de orde in
het debat in de Kamer – dan is het toch niet zo'n grote moeite om hier in een brief
even uitgebreid op in te gaan en die naar de Kamer te sturen? Het is toch een hele
logische vraag die hier neergelegd wordt? Het lijkt mij niet zo ingewikkeld om aan
dat verzoek te voldoen.
Staatssecretaris Jansen:
Volgens mij zei ik dat net ook in mijn beantwoording: ik ga het gesprek aan met de
Minister van VRO om te kijken of we deze informatie op die manier kunnen delen met
de Kamer.
De voorzitter:
Er zijn geen verdere interrupties. Vervolgt u uw beantwoording.
Staatssecretaris Jansen:
Voorzitter. Mevrouw Veltman van de VVD vroeg hoe ik ervoor ga zorgen dat het geld
voor de regionale ov-lijnen op de plekken terechtkomt waar dat het hardst nodig is,
welke regels daarbij worden gehanteerd en hoe dit geld zo spoedig mogelijk besteed
kan worden bij woningbouwlocaties die al in de pijplijn zitten. De middelen voor het
regionale openbaar vervoer komen primair uit het Provinciefonds en de BDU. Decentrale
overheden bepalen natuurlijk wel zelf hoeveel van deze middelen ingezet worden voor
het regionale openbaar vervoer binnen hun eigen provinciale begroting. Daarbovenop
zijn de Bikkermiddelen verdeeld in overleg met de verschillende decentrale overheden.
De verdeelsleutel daarvoor hebben zij zelf aangeleverd. Mijn ministerie onderstreept
bij de decentrale overheden natuurlijk wel het belang van goed openbaar vervoer, maar
bijvoorbeeld ook van fietsverbindingen, om maar wat te noemen. Ik monitor de maatregelen
die met de beschikbare extra middelen worden genomen. Daarnaast wordt in NOVB-verband
keihard gewerkt aan een uitbreiding van de Staat van het ov, waarin de kwaliteit van
het ov ook kwantitatief gemonitord gaat worden.
Een vraag van de heer Bamenga van D66. Het kabinet maakt beloftes om het ov bereikbaar
en betaalbaar te maken. We hebben te maken met de BDU-bezuinigingen. Er is ook geld
nodig voor de Lelylijn en de Nedersaksenlijn. Is de Staatssecretaris in gesprek met
de Minister van VRO over de bezuinigingen en de bouw van de woningen en met de Minister
van Financiën over extra geld in de voorjaarsbegroting? Het korte antwoord is: ja,
wij zijn in gesprek. We trekken wat dat betreft samen op met VRO bij alles wat betrekking
heeft op ontsluiting en bereikbaarheid van nieuwe woningen. Richting de Voorjaarsnota
bekijken we dus ook wat er mogelijk is. Ik zal daarin ook mijn zorgen delen die ik
op dit moment zie. In de begroting van IenW heb ik de ruimte niet. Het wordt dus een
hele interessante, maar wel een zeer uitdagende discussie.
Voorzitter, ik heb nog twee vragen; dan ben ik het einde van dit blokje. Wederom een
vraag van mevrouw Veltman van de VVD: is het opbreken van de muren tussen de verschillende
potjes voor doelgroepenvervoer, leerlingenvervoer en openbaar vervoer een oplossing?
Hoe gaat de Staatssecretaris deze mogelijkheden inzetten, bijvoorbeeld met een wijziging
van de Wp 2000? Wij voeren samen met OCW, VWS, Financiën en BZK een ambtelijke verkenning
uit naar publieke mobiliteit. Het doel hiervan is om te onderzoeken hoe al die verschillende
vormen van collectief vervoer kunnen worden geïntegreerd tot één effectief publiek
mobiliteitssysteem. Daarbij wordt ook gekeken naar veranderingen die daarvoor nodig
zijn ten aanzien van geldstromen, wetgeving en governance. De resultaten van deze
verkenning verwachten we voor de zomer met de Kamer te kunnen delen. Ik weet overigens
dat een aantal provincies al op deze wijze omgaan met vervoer, waardoor zij bijvoorbeeld
leerlingenvervoer in de ochtend en de middag hebben; tussendoor is er doelgroepenvervoer
of een deeltaxi. Op die manier proberen ze het vervoer multimodaal in te zetten met
dezelfde middelen die zij ter beschikking hebben.
De laatste vraag is van de heer Bamenga van D66: het is goed om te lezen dat er binnen
het NOVB gewerkt wordt aan een lightvariant van de Nederlandpas; wat is de stand van
zaken? In het NOVB is, zoals u aangeeft, besloten om een ticket voor minima te ontwikkelen.
U noemt dat, als ik het mij goed herinner, «Nederlandpas Light». Met het Social Climate
Fund dient zich een mogelijkheid ter financiering aan. Door de partijen wordt op dit
moment gekeken naar de kosten en de uitvoering van dit ticket. Het is uiteindelijk
aan het kabinet om te beslissen of een dergelijk voorstel wordt opgenomen in het sociaal
klimaatplan.
Dat was de laatste in dit blokje, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Bamenga, het woord is aan u.
De heer Bamenga (D66):
Ik begin met dat laatste: het is aan het kabinet om dat te beslissen. Wanneer gaat
het kabinet dit beslissen?
Staatssecretaris Jansen:
Bij de Voorjaarsnota.
De heer Bamenga (D66):
U gaf zojuist ook aan dat er wat de bezuinigingen op het ov betreft richting de Voorjaarsnota
wordt gekeken wat er mogelijk is. Dit komt mij bekend voor, ook in andere discussies,
bijvoorbeeld over de Lelylijn en de Nedersaksenlijn. Toen heb ik de Staatssecretaris
ook gevraagd of hij denkt deze klus te kunnen klaren. Ik zou ook nu willen vragen
of mensen eigenlijk wel de hoop moeten hebben dat dit goed gaat komen, Staatssecretaris.
Staatssecretaris Jansen:
Volgens mij zeggen meerdere Kamerleden altijd dat zij hoopvol zijn. Dat ben ik ook,
maar ik ben ook een realist. Als ik alle wensen in de Kamer vandaag goed heb gehoord,
hebben we inderdaad een enorme geldboom nodig van 10 miljard tot misschien wel 15
miljard. Die heb ik ook niet op mijn begroting staan en die staat ook niet in het
midden, meneer Heutink. Dat is dus het gesprek dat wij uiteindelijk met elkaar in
het kabinet gaan voeren om te kijken hoe we hierin de juiste keuzes kunnen maken.
Ja, ik ben hoopvol dat ik een aantal dingen die ik van belang acht en die ook de commissie
van belang acht, voor elkaar hoop te krijgen, maar dat is de hoop die ik heb. Ik heb
geen enkele garantie dat alles wat wij willen, uiteindelijk gerealiseerd kan worden
zonder dat er daarbij hulp is van collega's.
De voorzitter:
Dan gaat u nu volgens mij beginnen aan het volgende blokje.
Staatssecretaris Jansen:
Het kopje overig, voorzitter.
De voorzitter:
Kijk eens aan. Daar zijn we aanbeland. Dat is hartstikke mooi. Gaat uw gang.
Staatssecretaris Jansen:
Dat is het laatste blokje. Een vraag van de heer Heutink, van de PVV: leidt de invoering
van enkelvoudig in- en uitchecken tot extra kosten en wordt dit uiteindelijk verhaald
op de reiziger? Het NOVB wil dat enkelvoudig in- en uitchecken realiteit wordt. Er
is besloten dat er voorbereidende stappen gezet moeten worden richting de invoering.
Op dit moment is er echter nog geen helder beeld van de mogelijke kosten van de implementatie.
Ik kan hier op dit moment dus geen antwoord op geven. Zodra dat beeld duidelijk is,
kan ik dat natuurlijk wel communiceren richting de Kamer.
Dan een vraag van de heer Van Dijk, van NSC. De ov-chipkaartaccount van de heer Van
Dijk is plotseling verwijderd. Eerder kreeg NSC van de Staatssecretaris de toezegging
van een kosteloze overstapservice waarbij de ov-chipkaart wordt vervangen door een
nieuwe ov-pas. De heer Van Dijk leest nu alleen dat de oudere doelgroep wordt betrokken
en vraagt hoe dit precies zit. Dat is een hele tastbare vraag, omdat dit ook in de
persoonlijke omgeving werd gevoeld. Wanneer gebruikers een ov-chipaccount te lang
niet gebruiken, wordt deze verwijderd; dat heb ikzelf ook. Dit heeft te maken met
de privacywetgeving en staat los van de invoering van OVpay. Deze gebruikers hebben
het account overigens zelf aangemaakt. Dit is heel herkenbaar, want zoals gezegd ken
ik dit. Ik heb nu een ov-pas vanuit het ministerie. Ik heb mijn eigen account te lang
niet gebruikt en ook ik kreeg die melding. Ik snap dus wat hier gebeurt. Het is alleen
wel wat lastig; dat denk ik dan maar.
Een vraag van de heer Van Dijk, van NSC: er is vertraging in de overstap naar OVpay;
kan ik aangeven hoelang de twee systemen nog naast elkaar zullen blijven bestaan?
De verwachting is dat de overstap begin 2027 is afgerond. De twee systemen bestaan
dus ongeveer twee jaar naast elkaar; dat is de planning. Het zou zomaar kunnen dat
dit nog verandert, maar dit is op dit moment de planning die wij voor ogen hebben.
Een vraag van de heer Heutink, van de PVV. De Europese Commissie overweegt Nederland
voor de rechter te dagen vanwege de gunning aan de NS. Hoe gaat de Staatssecretaris
ervoor zorgen dat de NS de spoorvervoerder op het hoofdrailnet blijft? Welke scenario's
zijn er? Heeft de Staatssecretaris niet te veel risico genomen en heeft hij geen signalen
ontvangen dat het hierop zou kunnen uitdraaien? Deze stap is niet onverwacht, zeg
ik richting de heer Heutink. De risico's zijn trouwens ook al eerder met de Kamer
besproken. Wij zijn nog steeds van mening dat de onderhandse gunning van de HRN-concessie
aan NS in lijn is met de wens van de Kamer én voldoet aan de geldende Europese wet-
en regelgeving. Uiteraard ben ik hierover in gesprek met de Europese Commissie. Ik
heb deze week nog gesproken met Eurocommissaris Tzitzikostas, als ik het me goed herinner.
Ik heb ook deze problematiek bij hem aangekaart. Ik zeg heel eerlijk dat ik ook de
Lelylijn en het ticketingsysteem heb aangekaart. Wij hebben een vervolgafspraak met
de Eurocommissaris op 12 maart, samen met de Minister van IenW.
Ik denk overigens dat mijn antwoord richting de heer Heutink nog een beetje onvolledig
is. De Europese Commissie heeft de ingebrekestellingsprocedure nog niet aanhangig
gemaakt bij het EU-Hof van Justitie te Luxemburg. Op 12 februari heeft de Europese
Commissie een met redenen omkleed advies uitgebracht. Dat zijn we nu aan het bestuderen
en we gaan een reactie daarop opstellen. Een heel eerlijke slotopmerking: aan elke
juridische procedure kleven risico's. Daar bereiden we ons op voor. Ik zeg altijd:
tien juristen hebben elf meningen. Wat dat betreft is er juridisch gezien nooit zekerheid.
Dan een vraag van mevrouw Veltman, VVD. Waarom zijn meerdere liften langdurig defect
en wat gaat de Staatssecretaris daar op korte termijn aan doen? Laat ik vooropstellen
dat ik begrijp dat reizigers met een beperking en anderen zich mateloos ergeren aan
de overlast en de onmogelijkheden met betrekking tot storingen van liften. Ik heb
ook gezien dat enkele gemeentes een brandbrief aan ProRail hebben geschreven om hiervoor
extra aandacht te vragen. ProRail heeft de gemeentes per brief uitgenodigd voor een
gesprek. Ik weet ook dat ProRail dit probleem serieus probeert op te pakken en ook
serieus wil aanpakken. Afgelopen donderdag heb ik met ProRail en de NS over deze problematiek
gesproken. Ik zal ProRail vragen om mij naar aanleiding van het gesprek met de gemeentes
te informeren en die ook op de hoogte te houden van de voortgang van het structureel
verhelpen van storingen. Soms is er helaas niet alleen sprake van een storing, maar
ook van vandalisme. Op het moment dat de constructie dan ontwricht is, heeft dat een
veel langer tijdspad tot gevolg. Dat heb ik bijvoorbeeld gezien in Almere Poort, dat
dichter bij huis is.
Dan een vraag van de heer Grinwis, ChristenUnie. Tempo en aandacht van gemeentes voor
het op de juiste hoogte brengen van busstations komt op de achtergrond. Hij vraagt
of ik weet hoeveel het gaat kosten om dat op orde te brengen. In november 2023 heeft
mijn voorganger u de doorrekening van enkele afspraken uit het Bestuursakkoord Toegankelijkheid
OV 2022–2032 toegestuurd. Daarin staat dat voor het toegankelijk maken van de resterende
bushaltes een bedrag nodig is van ongeveer 670 miljoen euro en voor de resterende
tramhaltes ongeveer 90 miljoen. Er is daarbinnen geen verbijzondering aangebracht
voor alleen de busstations. Vanuit het Mobiliteitsfonds heeft mijn voorganger 10 miljoen
beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het bestuursakkoord. Via een amendement
heeft uw Kamer hiervoor in 2022 nog eens 20 miljoen extra beschikbaar gesteld. Echter,
binnen de begroting van IenW is er op dit moment geen budget voor een versnelling
van toegankelijkheidsvoorzieningen door de wegbeheerders, provincies en gemeenten.
Dat betekent dat zij daar langer over zullen doen. We zijn tegelijkertijd wel via
het programma Toegankelijkheid van ProRail en indirect via de HRN-concessie middelen
beschikbaar aan het stellen voor het toegankelijk maken van het spoor. Maar er zit
natuurlijk wel een eindigheid aan hetgeen waar we het net over hadden.
Dan heb ik nog een vraag van de heer Pierik, BBB. Kan de Staatssecretaris aangeven
hoe de inzet van de tweede veerboot transparanter wordt en of reserveren mogelijk
wordt, zoals het Ondernemers Platform Ameland terecht vraagt? In het vervoerplan voor
2025 is de basisdienstregeling Ameland-Holwerd opgenomen. De inzet van de tweede veerboot
is afhankelijk van de waterstanden en daardoor niet elke dag hetzelfde. Die staat
daarom ook niet in het overzicht. De afvaarten van de tweede veerboot kunnen echter,
net als de afvaarten van de reguliere veerboot, voor 2025 gereserveerd worden via
de website van Wagenborg.
Nog een vraag van de heer Pierik. Hoe gaat de Staatssecretaris ervoor zorgen dat de
aansluiting van de sneldienst op het busvervoer in Holwerd wordt verbeterd, zodat
reizigers niet onnodig lang hoeven te wachten? Wij vragen de rederij om de dienstregeling
af te stemmen op die van aansluitende vervoerders en om eventuele wijzigingen van
aansluitingen op te nemen in de jaarlijkse vervoerplannen. Wagenborg heeft in het
vervoerplan voor 2025 opgenomen dat zij na afstemming met de adviesorganen en busvervoerders
de dienstregeling van de sneldienst Ameland-Holwerd licht gewijzigd heeft ten opzichte
van afgelopen jaar. Hierdoor is een betere aansluiting op het ov gerealiseerd, met
name naar Leeuwarden. Het gaat dus echt om afstemming. Er is voor 2025 inderdaad een
verbetering.
Dan een vraag van de heer Bamenga. Hoe staat het met de uitvoering van de motie-Bamenga/Vedder
over landelijk in kaart brengen tussen welke locaties de instelling van een BRT-systeem
potentie heeft om aan de vervoersvraag te voldoen? Er is gestart met het opstellen
van een plan van aanpak voor de motie. Vervolgens zal er een datastudie verricht worden
om potentieel kansrijke BRT-locaties in te brengen. Ik verwacht de Kamer rond de zomer
over de uitkomsten daarvan te informeren. Het gaat natuurlijk ook om de bredere context.
Ik kijk naar alles waar wij op dit moment tegen aanlopen, ook naar de BDU-korting
en wat dat betekent. Ik ben van mening dat BRT een mogelijk alternatief zou kunnen
zijn om snel bepaalde verbindingen in stand te houden of te realiseren. Zo breed kijk
ik dan ook. Laat dat maar onder de noemer creativiteit vallen.
Dan een vraag van de heer El Abassi van DENK. Hoe wordt voorkomen dat de taxidata
op straat komen te liggen? Waarom wordt er niet eerst gezorgd voor een eerlijke markt
en een betere bescherming van chauffeurs, in plaats van hen te onderwerpen aan extra
controlemechanismen? Ik heb de opmerkingen van de AP meegenomen in een aangepast voorstel,
dat nu voor advies aan de Raad van State is aangeboden. In het nieuwe voorstel wordt
niet meer het eindpunt geregistreerd, maar alleen de startlocatie van de taxi en het
aantal afgelegde kilometers. Hierdoor zijn privacygevoelige bestemmingen op basis
van alleen de taxigegevens dus ook niet meer te achterhalen. Ook is duidelijker opgenomen
hoe de verzamelde data binnen de ILT beschermd worden en is opgenomen dat er een wettelijke
bewaartermijn geldt van maximaal twee jaar. Wat betreft een eerlijke markt en bescherming
van de chauffeurs kijken we samen met de sector en andere betrokken partijen naar
aanleiding van de uitgevoerde evaluatie of het taxibeleid aanpassing behoeft.
De voorzitter:
Hoeveel vragen heeft u nog te beantwoorden in dit blokje?
Staatssecretaris Jansen:
Nog twee.
De voorzitter:
Wilt u dit blokje eerst afmaken? Dan gaan we daarna de laatste interrupties doen.
Staatssecretaris Jansen:
Dan een vraag van de heer Van Dijk van NSC. Er waren onlangs problemen in Zuid-Holland
met Qbuzz doordat de nieuwe elektrische bussen niet geleverd konden worden. Dat is
trouwens heel herkenbaar, want dat was ook in Flevoland een probleempje in het begin.
Voor nu ligt vooral de vraag voor in hoeverre asset transfer, waarbij bijvoorbeeld
de volgende concessienemer in ieder geval de bussen van de voorganger overneemt, een
oplossing voor deze problemen kan bieden. Zie ik mogelijkheden om dit te stimuleren?
Decentrale overheden zijn natuurlijk zelf verantwoordelijk voor de aanbestedingen
van het regionale openbaar vervoer en kunnen eisen stellen aan de nieuwe vervoerder
over de overname van materieel. Dat kan overigens ook worden opgenomen in de aanbesteding.
In het geval van Zuid-Holland heeft de provincie bij de aanbesteding nieuwe zero-emissiebussen
geëist. Qbuzz, dat de aanbesteding heeft gewonnen, bleek echter door leveringsproblemen
bij de busfabrikant bij de start van de concessie, in december 2024, nog niet meteen
voldoende nieuwe bussen te kunnen verzorgen. Daarom hebben ze tijdelijk dieselbussen
en touringcars moeten inzetten. Ter aanvulling: we hebben begrepen dat de situatie
inmiddels flink is verbeterd. Maar voor de reizigers in Zuid-Holland Noord is dit
natuurlijk een hele vervelende situatie en een slechte start; zo simpel is het ook.
De laatste vraag is van mevrouw Veltman van de VVD. Een te strakke interpretatie van
aanbestedingsregels en lange doorlooptijden van de ecologische beoordeling veroorzaken
vertraging. Hoe ga ik ervoor zorgen dat deze procedures kunnen worden bespoedigd?
Aanbestedingsregels zijn natuurlijk Europees bepaald. Er is een evaluatie gaande van
deze regels, uitgevoerd door de Europese Commissie. Daarin zullen lidstaten problemen
met regels kunnen aankaarten. Vanuit Nederland zullen wij zeker niet nalaten om dat
te doen.
De voorzitter:
Ik dank u wel. Er zijn een aantal leden die een interruptie willen plegen. Als eerste
ga ik naar de heer Bamenga van D66 voor zijn laatste interruptie.
De heer Bamenga (D66):
Ik had een vraag gesteld over BRT, Bus Rapid Transit. Ik hoor van de Staatssecretaris
dat er een start wordt gemaakt met een plan van aanpak. Mijn motie was van juni vorig
jaar en die was unaniem aangenomen. Vanuit de Kamer is er dus zeker de wil dat de
motie wordt uitgevoerd. Nu pas starten met een plan van aanpak vind ik wel heel erg
traag. Ik ben blij om te horen dat de studie er voor de zomer zal zijn. Ik zou graag
aan de Staatssecretaris willen vragen om er wat meer tempo in te gooien, zeker als
hij hier zelf de meerwaarde van ziet.
Staatssecretaris Jansen:
Waar we extra tempo kunnen gebruiken, zal ik dat zeker niet nalaten, zeg ik richting
de heer Bamenga. Ik zie namelijk de toegevoegde waarde van deze oplossing. Die is
relatief laagdrempelig en daardoor snel te realiseren.
De voorzitter:
Dan de heer El Abassi namens DENK.
De heer El Abassi (DENK):
Ik ben blij om te horen dat de Staatssecretaris heeft gekeken naar de kritiek van
de Autoriteit Persoonsgegevens. De kritiek waar de Staatssecretaris het over had,
was echter van voordat hij met aanpassingen kwam. De Staatssecretaris zal wel weten
dat de Autoriteit Persoonsgegevens ook na de aanpassingen kritiek had. Ze zien namelijk
nog steeds niet de noodzaak. Ze zien nog steeds dat het disproportioneel is. Ze geven
aan dat er indirect nog steeds privacyrisico's zijn. Ze geven ook aan dat het mogelijk
voor andere doeleinden gebruikt kan worden. Daar heb ik de Staatssecretaris nog niet
over gehoord.
Staatssecretaris Jansen:
Ik snap het ongeduld van de heer El Abassi van DENK. Maar wij hebben het voorgelegd
aan de Raad van State en aan de hand daarvan kunnen wij kijken waar het eventueel
aanpassing behoeft. Dat is op dit moment de juiste procedure.
De heer El Abassi (DENK):
Ik vind het alleen maar goed dat ook de Raad van State ernaar kijkt. Mijn punt is
dat de Staatssecretaris inging op kritiek van de Autoriteit Persoonsgegevens, maar
niet op de kritiek naar aanleiding van de aanpassingen. Tegelijkertijd ontvangen wij
wel een brief van de Staatssecretaris waarin staat dat hij wil overgaan tot de uitvoering
van de centrale database. Daarover maak ik mij ernstig zorgen. De kritiek van de Autoriteit
Persoonsgegevens hebben we al. Ik verwacht dat daar nog kritiek van de Raad van State
bovenop komt. Daarom vraag ik de Staatssecretaris het volgende; daar zal hij vast
over nagedacht hebben. Wat is de noodzaak? Het is disproportioneel. Ik zou zeggen:
geef anders aan waarom dat niet het geval is. Er zijn indirect wel degelijk privacyrisico's.
Ten slotte kan het voor andere doeleinden gebruikt worden. Het kan bijvoorbeeld gedeeld
worden met de politie. Er kunnen hele andere dingen mee gebeuren dan waar het voor
bedoeld was. Kan de Staatssecretaris daar antwoord op geven?
Staatssecretaris Jansen:
Ik hoor wat de heer El Abassi van DENK zegt. Wij zien het wel degelijk als een verbetering.
Dat is ook de manier waarop wij het op dit moment aanvliegen. Wij zijn heel benieuwd
hoe de Raad van State, los van de Autoriteit Persoonsgegevens, hiertegen aankijkt.
Waar nodig worden er dan nog dingen aangepast, maar wij zien het uiteindelijk wel
als verbetering voor de hele sector en ook voor de individuele chauffeurs. Het betekent
namelijk ook dat er minder regeldruk zal zijn.
De voorzitter:
Meneer El Abassi, dit is uw laatste interruptie.
De heer El Abassi (DENK):
De privacyrisico's kunnen heel ernstig zijn. Er kan achterhaald worden waar iemand
woont, waar iemand werkt, welke medische locaties iemand bezoekt en welke privélocaties
iemand bezoekt. De Staatssecretaris geeft als antwoord dat zij een verbetering zien.
Ik heb het niet over die verbetering. Het is prima dat het makkelijker en pragmatischer
is, maar we hebben het hier over de Autoriteit Persoonsgegevens die hierin ernstige
gevaren ziet. Ik hoor niks over de noodzaak. Ik hoor niks over disproportionaliteit.
Ik hoor niks over die andere dingen. Ik kan niets anders constateren dan dat de Staatssecretaris
nu ook niet aangeeft wat de noodzaak is, behalve dat hij zelf een verbetering ziet,
met alle gevaren van dien. Dat was het wat mij betreft.
De voorzitter:
Een korte reactie van de Staatssecretaris.
Staatssecretaris Jansen:
Volgens mij heb ik net toch echt heel duidelijk in mijn beantwoording aangegeven dat
nu alleen nog de startlocatie wordt geregistreerd en niet meer de eindlocatie. Daarmee
heb ik volgens mij het privacydeel gewaarborgd. Meneer El Abassi schudt zijn hoofd,
dus hij denkt daar anders over. Maar dat is wel het antwoord dat ik hier geef.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Dank voor de reactie op mijn vragen over het overnemen van materieel bij een volgende
concessie. Ik begrip ook dat er nu heel veel wordt gevraagd door concessieverleners
ten aanzien van zero-emissiematerieel. Het is dus op dit moment misschien niet de
meest logische keuze, maar wel richting de volgende concessie. Daar was mijn vraag
eigenlijk op gericht. Wat zijn daar nu de ervaringen mee? Ik begrijp dat het een keuze
is van decentrale overheden, maar die kun je natuurlijk wel stimuleren. Je zou zelfs
deze regels kunnen veranderen als je denkt dat dat een goede oplossing is. Ik herhaal
dus graag toch nog even de vraag: zijn er daarmee ervaringen bekend en hoe kijkt de
Staatssecretaris daartegen aan?
Staatssecretaris Jansen:
De ervaring die ik heb, heb ik uit mijn tijd als gedeputeerde. Daar speelde precies
dezelfde problematiek. De nieuwe concessiehouder had niet voldoende bussen die elektrisch
waren, en dus zero emissie, per direct ter beschikking. Toen heeft die gewoon heel
pragmatisch tijdelijk een aantal van de oude bussen gebruikt. Dat is hoe er naartoe
wordt gewerkt en dat is de situatie zoals die is. Ik ben het wel eens met de heer
Van Dijk, die zegt dat het slim is om daar wel aan de voorkant afspraken over te maken
zodat je daar achteraf niet tegenaan loopt. Alleen kwamen in het geval van Flevoland
de bussen uit China en daar bleek toch iets qua levering net wat trager te zijn dan
men had verwacht.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw beantwoording in de eerste termijn van de kant van het kabinet.
We gaan rustig toewerken naar de tweede termijn van de kant van de Kamer. De heer
Grinwis en de heer Pierik hebben, zoals u heeft kunnen merken, inmiddels dit debat
verlaten omdat zij verplichtingen hebben in andere debatten. Dat licht ik dus maar
even toe. Ze zijn op dit moment ergens anders in het huis om ook debatten te voeren.
Ik stel voor dat we aan de tweede termijn beginnen. U heeft 1 minuut en 40 seconden
spreektijd. Ik wil als eerste weer het woord geven aan de heer De Hoop.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. En dank aan de Staatssecretaris en het ministerie voor de
beantwoording. Allereerst zou ik een tweeminutendebat aan willen vragen. Ik vind het
toch wel schrikbarend dat de Staatssecretaris eigenlijk aangeeft 500 miljoen structureel
tekort te komen om de bezuinigingen te voorkomen op punten die eigenlijk in het hoofdlijnenakkoord
staan. Dat zegt wel iets over de krapte die er is om gewoon hele normale zaken met
betrekking tot het openbaar vervoer goed geregeld te hebben de komende periode. Ik
schrik daar toch van. Als we niets doen, verslechtert het en wordt het duurder. Volgens
mij willen we dat als Kamer allemaal niet.
Voorzitter. Dan nog een aantal concrete vragen. De Staatssecretaris gaf aan dat hij
in kaart gaat brengen wat de mogelijke consequenties zijn van die korting op de BDU-gelden.
Zou de Staatssecretaris dat ook voor de SOV-gelden in kaart willen brengen? Ik zou
dus graag de toezegging krijgen dat dat breder wordt getrokken: niet alleen BDU-,
maar ook de SOV-gelden.
Daarnaast gaf de Staatssecretaris in zijn beantwoording tweemaal aan mij aan dat hij
zijn best gaat doen om de consequenties voor de woningbouw ook in kaart te brengen.
Dat heb ik wel echt geïnterpreteerd als toezegging. Ik wil dat dat gebeurt.
De rest is voor de behandeling tijdens het tweeminutendebat. Dank.
De voorzitter:
Dan heb ik toch wel de vraag wat u voornemens bent te doen in het tweeminutendebat.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Mijn fractie wil echt richting geven aan de Staatssecretaris voor de Voorjaarsnota.
Er worden een aantal belangrijke besluiten genomen. Wij zouden daar als Kamer richting
aan willen geven en daar ga ik met een aantal moties mijn best voor doen.
De voorzitter:
Helder. De heer Heutink namens de PVV in de tweede termijn.
De heer Heutink (PVV):
Voorzitter. De opgaven zijn groot. We hebben het over financiële opgaven, we hebben
het over sociale veiligheid en we hebben het over bereikbaarheid. Ik denk dat iedereen
hier het er wel met elkaar over eens is dat die opgaven echt immens zijn. Ik zie een
Staatssecretaris die toch zijn uiterste best gaat doen om die budgetkorting te laten
landen bij de besprekingen over de Voorjaarsnota. Ik denk dat dat ook de goede inzet
is en ook het enige is wat we van hem kunnen verwachten op dit moment. We hopen dat
de Staatssecretaris echt werk gaat maken van het kijken naar hoe er landelijk, en
dus ook permanent, reisverboden kunnen worden opgelegd. Ik hoop echt dat de Staatssecretaris
daar zijn creativiteit laat zien om te kijken hoe we dat wel kunnen doen. Datzelfde
geldt ook voor bodycams. Ik vind het enerzijds teleurstellend dat wij als opdrachtgever
richting de grootste vervoerder van ons land daar eigenlijk niks over te zeggen hebben.
Dat zegt dan ook iets over de wijze waarop we invloed kunnen uitoefenen op de wijze
waarop wij het graag zouden willen zien op ons spoor. Ik hoop dat NS ook meekijkt
en in ieder geval deze roep vanuit de grootste fractie in het parlement ook ter harte
neemt. We zouden echt heel graag willen zien dat die bodycams als de wiedeweerga,
weliswaar op vrijwillige basis, worden uitgerold.
Daar wil ik het bij laten. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de heer Olger van Dijk namens Nieuw Sociaal Contract
in de tweede termijn.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Het is goed om van de Staatssecretaris te horen dat hij de
uitdagingen die er zijn, ook op financieel gebied voor het openbaar vervoer, erkent.
In die zin was het debat misschien niet geruststellend. Ik ben blij met de toezegging
dat wij in maart als Kamer een beeld krijgen van de effecten die worden verwacht ten
aanzien van de budgetkorting op de BDU. Tegelijkertijd hoop ik, en zo heb ik de Staatssecretaris
ook begrepen, dat hij zich maximaal gaat inzetten. Hij zegt dat hij zelf ook de hoop
heeft maar geen enkele garantie kan bieden. Dat begrijp ik ook vanuit verwachtingsmanagement.
Tegelijkertijd zou ik ook vanuit de Kamer – dat is ook onze rol – deze Staatssecretaris
maximaal willen aansporen om daar echt voor te gaan, en ook om waar te maken wat we
met elkaar willen en wat ook in het hoofdlijnenakkoord staat, in het bijzonder het
proberen om dorpskernen in het landelijk gebied daarop uit te zonderen, ook daar waar
het bijvoorbeeld die stadsregio's betreft.
Er resteert voor mij nog een enkele vraag op het gebied van sociale veiligheid. De
Staatssecretaris heeft helder aangegeven dat hij daar ook in mei op terugkomt met
een aantal punten, en daar ook aan werkt. Ten aanzien van de stations begreep ik dat
er wordt gewerkt aan het uitrusten van meer stations met cameratoezicht. Ik heb de
Staatssecretaris ook horen zeggen dat het de bedoeling of de verwachting is dat dit
uiteindelijk voor elk station gaat gelden. Mijn vraag aan de Staatssecretaris zou
nog zijn: kan hij ook een ingroeipad naar de Kamer sturen om dat te laten zien? Of
kan hij een planning sturen hoe die uitrol er verder uitziet, waarin hij misschien
inderdaad vooral de stations meeneemt waar de nood het hoogst is? Voor het geval van
de bodycams sluit ik mij aan bij de vraag en de opmerkingen – dat waren het vooral
– van de heer Heutink.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Veltman van de VVD.
Mevrouw Veltman (VVD):
Voorzitter. We hebben het daarnet gehad over het mobiele nummer dat in de NS-treinen
geappt kan worden als mensen zich onveilig voelen, en dat er daarbij mogelijk sprake
is van schijnveiligheid. De Staatssecretaris gaf aan dat bij de NS na te gaan, en
ook bij reizigersorganisaties en via social media het licht op te steken. De VVD neemt
die onveiligheid wel heel erg serieus. Daarom wil ik eigenlijk voorstellen om dit
echt ook serieus te bekijken. Ik wil de Staatssecretaris vragen of hij dit onafhankelijk
met steekproeven in die app wil onderzoeken. Nogmaals, dat vraag ik niet voor niets.
Ik heb veel nare berichten gelezen over mensen die bang waren in de trein, zich geen
raad wisten, niet wisten wat te doen, geïntimideerd werden en met agressie te maken
kregen. Ik vind dat we dat echt heel serieus moeten nemen. Ik weet dat de Staatssecretaris
zegt zich maximaal in te zetten voor minder onveiligheid in het ov, en ik wil dus
vragen of hij dit wil toezeggen. Dat zou ons een motie schelen.
Ten tweede vroeg ik de Staatssecretaris naar de verdeling van de 2,5 miljard van de
woningbouwmobiliteitsgelden en niet naar de verdeling van de exploitatiegelden die
naar provincies en vervoersbedrijven gaan. Op dat eerste kreeg ik een antwoord, maar
dat had ik niet gevraagd. Die had ik namelijk al in het snotje. Ik zou dus graag een
antwoord willen op de vraag welk afwegingskader er wordt gehanteerd voor die 2,5 miljard.
Hoe komt dat geld op de plekken terecht waar dat het hardst nodig is?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Bamenga is net ook weggegaan voor een ander debat. Dat heeft u
ook kunnen zien. Ik geef de heer El Abassi namens DENK dus nog het woord voor de termijn.
De heer El Abassi (DENK):
Voorzitter, dank. Ik hoor hier veel over veiligheid. Veiligheid is een heel belangrijk
onderwerp, maar ik denk dat het niet de bedoeling is om hier kapot te bezuinigen en
vervoer daarmee voor iedereen onbetaalbaar te maken, waardoor niemand meer met het
vervoer reist en daardoor de veiligheid toeneemt. Ik hoop niet dat dat de intentie
hiervan is. Wij zullen het tweeminutendebat ingaan met de bedoeling om de coalitie
te dwingen zich aan de afspraken te houden. Daarnaast ben ik niet overtuigd van het
antwoord van de Staatssecretaris waarin hij eigenlijk aangeeft een database op te
willen richten die toezicht houdt op taxichauffeurs. Hij geeft als antwoord dat het
een verbetering is. Ik ben op zoek naar de noodzaak hiervan en het antwoord op de
vraag waarom dit een verbetering is. Daar zullen wij ook richting het tweeminutendebat
onze focus op leggen.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. We zijn daarmee aan het einde gekomen van de tweede termijn van de zijde
van de Kamer. Ik schors voor vijf minuten, zodat de Staatssecretaris de beantwoording
kan voorbereiden. Ik schors kort.
De vergadering wordt van 13.33 uur tot 13.39 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen dit commissiedebat Openbaar vervoer en taxi. We zijn toegekomen aan de
beantwoording in de tweede termijn door de Staatssecretaris. We gaan daar snel mee
beginnen. Ga uw gang.
Staatssecretaris Jansen:
Dank, voorzitter. De heer De Hoop heeft gevraagd of ik de consequenties van de BDU-korting
op woningbouw in kaart wil brengen. Ik heb volgens mij al heel netjes aangegeven dat
ik het gesprek met de Minister van VRO aanga. Tegelijkertijd voeren we gesprekken
met de vervoersregio's om daar inzichtelijk te krijgen wat de consequenties zijn die
zij zien. Dat past volgens mij ook in het totaalplaatje, dus ik ga daar mijn best
voor doen. U mag het als een toezegging zien, maar ik weet natuurlijk niet zeker of
ik de Minister van VRO uiteindelijk kan overtuigen. Maar ik ben ervan overtuigd dat
ik een heel eind kan komen.
Ik had nog een vraag gekregen van de heer De Hoop, namelijk of ik in kaart kan brengen
wat de consequenties zijn voor de studenten-ov-kaartvergoeding met het oog op de vermindering.
Ik ga natuurlijk met de Minister van OCW bespreken of hij dat op kan pakken. Daarnaast
zullen we in de brief die ik voor maart heb toegezegd ingaan op de BDU-korting, op
de studenten-ov-kaart en op de impact op de woningbouw. Dus dan pakken we alles in
één verhaal terug.
Ik had een vraag gekregen van de heer Van Dijk van NSC over camera's op alle stations.
Die vraag hebben we natuurlijk al aan ProRail gesteld. Daarop kregen we natuurlijk
het antwoord dat het onder andere afhankelijk is van de financiering, zoals ik ook
wel had verwacht. De prioriteit is: op de onveiligste stations het eerst. Dat zei
ik ook al in de eerste termijn. Tegen de heer Van Dijk zeg ik dat we dit zullen meenemen
in de volgende rapportage Stationsagenda.
Mevrouw Veltman heeft gevraagd naar steekproeven inzake het noodnummer van de NS.
De NS doet al onderzoek naar het nummer. Wij zullen zelf ook steekproeven gaan uitvoeren;
dat kan ik echt wel toezeggen. En we zullen ook ons licht opsteken op meer locaties
dan alleen bij de NS.
De voorzitter:
Korte vraag van mevrouw Veltman.
Mevrouw Veltman (VVD):
Hartelijk dank voor deze toezegging. Begrijp ik goed dat het dan een onafhankelijk
onderzoek wordt? Ja? Graag. Dank u wel.
Staatssecretaris Jansen:
Ja. Dat is de reden waarom ik zeg dat we dit zelf oppakken. We doen het dan allebei.
Mevrouw Veltman (VVD):
Ja, goed. «Onafhankelijk» is ook los van het ministerie. Maar goed, u begrijpt mijn
punt.
Staatssecretaris Jansen:
Ja.
De voorzitter:
Dank u wel. We hebben het genoteerd. Dan willen we er even bij zetten wanneer die
steekproef gedaan wordt en wanneer de resultaten daarvan naar de Kamer komen. Heeft
u daar zicht op? Kunt u daar iets over zeggen?
Staatssecretaris Jansen:
Met enige ruimte: voor het einde van het jaar. Dat zeg ik heel eerlijk. Het kost wat
meer ruimte om dat goed in beeld te krijgen.
De voorzitter:
In het najaar. Dank u wel.
Staatssecretaris Jansen:
Van de heer El Abassi kreeg ik een vraag over het nut en de noodzaak van de database
voor taxi's. De huidige systematiek functioneert niet; dat is ook uit de evaluatie
gebleken. De centrale database maakt controles op rij- en rusttijden voor de ILT,
en dus ook voor chauffeurs, veel eenvoudiger. Uiteindelijk gaat dat resulteren in
veiliger taxivervoer en minder kans op ongelukken. Het raakt dus rechtstreeks aan
de veiligheid. Tegelijkertijd is het effect minder administratie, juist omdat de ILT
dit gewoon kan inzien zonder dat daarvoor bij wijze van spreken ter plekke de auto
moet worden bekeken. Dat is het antwoord op de vraag over nut en noodzaak.
Ik kom bij de laatste vraag die ik heb gekregen. Die ging over de WoMo-middelen: welk
afwegingskader wordt gehanteerd voor de 2,5 miljard? In april wordt dit openbaar gemaakt,
in de aanloop naar het strategische MIRT-debat. We bekijken nu welke criteria wij
hierbij willen hanteren. Daar is nog discussie over, ook in de onderraad, dus kan
ik daar nu geen nadere omschrijving van geven, anders dan dat we dit in de aanloop
naar het strategische MIRT-debat kenbaar zullen maken.
Er is nog een vraag, voorzitter.
De voorzitter:
Ogenblik. De heer Van Dijk wordt op zijn wenken bediend.
Staatssecretaris Jansen:
Sorry, er was nog een vraag van de heer Van Dijk over camera's in de treinen. U heeft
gelijk: op dit moment zitten in ongeveer drie kwart van de treinen al camera's. Een
deel van die camera's maakt het mogelijk om live mee te kijken in de meldkamer. Dat
heb ik ook gedaan toen ik op bezoek was bij de NS. Van het incident van vorig jaar,
dat volgens mij al genoemd werd door de heer Heutink, waren helaas geen beelden uit
de trein beschikbaar, omdat dit plaatsvond in een van de oudere treinen waar op dat
moment helaas nog geen camera's in waren. Er zijn wel beelden van het perron; het
belagen van de machinist staat op beeld. In alle nieuwe treinen en alle treinen die
gereviseerd worden, worden camera's ingebouwd. De NS werkt er dus naartoe om uiteindelijk
alle treinen te voorzien van een camera.
De voorzitter:
De heer Heutink heeft een vraag.
De heer Heutink (PVV):
Volgens mij is de Staatssecretaris het dan ook met ons eens dat het nut en de noodzaak
van én bodycams én het invoeren van camera's in alle treinen niet beter onderschreven
kan worden. Misschien is het overbodig, maar ik vraag de Staatssecretaris nogmaals
om zich daar echt voor in te gaan spannen, ook bij de NS.
Staatssecretaris Jansen:
Ik zie absoluut nut en noodzaak daarvan in. Dat werd me afgelopen maandag ook weer
duidelijk toen ik in de trein met een conducteur sprak. Ook hij was een groot voorstander
van de bodycam. Dus wat dat betreft zijn het nut en de noodzaak mij meer dan duidelijk.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan zijn we aan het einde gekomen van de tweede termijn en de beantwoording
door de Staatssecretaris namens het kabinet. Dan komen we langzaamaan bij het einde
van dit debat. We moeten nog wel wat administratie doen; dat zal ik nu doen. We gaan
even na of we alle toezeggingen hebben genoteerd.
Allereerst wil ik vermelden dat het lid De Hoop van GroenLinks-Partij van de Arbeid
een tweeminutendebat heeft aangevraagd.
Als het goed is, is er een drietal toezeggingen gedaan.
– De eerste luidt als volgt. De Staatssecretaris zegt toe de Kamer voor de zomer te
informeren over de aanpak betreffende de sociale veiligheid in het ov, met daarbij
de benodigde financiering. Dit is een toezegging aan de hele commissie. Helemaal goed.
– De tweede toezegging. De Staatssecretaris zegt toe de hele Kamer – dat wil zeggen:
deze commissie, deze leden – te informeren over de voorgenomen bezuinigingen op de
brede doeluitkering en het studentenreisproduct en over de gevolgen hiervan voor het
aanbod van het ov en het ontsluiten van nieuwe woonwijken. Hij zal deze brief uiterlijk
in maart aan de Kamer doen toekomen.
– Dan de laatste toezegging. De Staatssecretaris zegt toe steekproeven te laten uitvoeren
inzake het alarmnummer voor reizigers van de Nederlandse Spoorwegen en de effectiviteit
van het alarmnummer. De resultaten hiervan worden in het najaar aan de Kamer teruggekoppeld.
Dat is een toezegging aan het lid Veltman.
Mevrouw Veltman (VVD):
We hadden net nog even gespecificeerd dat dat onafhankelijke steekproeven zijn. Misschien
kan dat er nog even voor gezet worden.
De voorzitter:
We zullen dat erbij zetten.
Staatssecretaris Jansen:
Onafhankelijk, ja.
De voorzitter:
Dan kijk ik even of alles genoteerd is. Alles is genoteerd. Dan zijn we echt aan het
einde gekomen van dit debat. Ik wil in ieder geval de Staatssecretaris en de ambtelijke
ondersteuning hartelijk danken voor de beantwoording. Ik wil ook alle mensen die dit
debat op de publieke tribune hebben gevolgd, hartelijk danken voor hun komst en ik
wil de mensen die het op afstand hebben gevolgd, hartelijk danken voor hun belangstelling.
Dank aan de ondersteuning voor het mogelijk maken van het voeren van dit debat. Natuurlijk
dank ik ook de griffie, en dank ik de leden voor het levendige debat in de eerste
termijn; dat was hartstikke mooi. Ik denk dat de proef met onbeperkte interrupties
vooralsnog geslaagd is. We gaan het in de volgende debatten ook zien. Ik dank u hartelijk
en ik sluit dit debat.
Sluiting 13.47 uur.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.C. (Peter) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
M. Schukkink, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.