Brief regering : Adviescommissie richtlijn passend bewijs preventie en stand van zaken investeringsmodel voor preventie
32 793 Preventief gezondheidsbeleid
Nr. 819
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 april 2025
In het Regeerprogramma is de ambitie opgenomen om een investeringsmodel voor preventie
te ontwikkelen. Werken met dit investeringsmodel kan de gezondheid van inwoners van
Nederland verbeteren, doordat het technisch mogelijk wordt om op gezondheid gerichte
maatregelen (preventie), acties en activiteiten te beoordelen op hun gezondheidseffecten
en waarbij er ook meer inzicht zal zijn in mogelijke budgettaire gevolgen. Met deze
brief wil ik uw Kamer graag informeren over de voortgang van de ontwikkeling van het
model.
De afgelopen periode heb ik met diverse partijen gesproken over de ontwikkeling van
een investeringsmodel en hen ook gevraagd hieraan bij te dragen. Voor een deel zal
dit al op korte termijn gebeuren via de Adviescommissie richtlijn passend bewijs preventie
(daarover in deze brief meer) en tijdens een werkconferentie voor het investeringsmodel
voor preventie op 26 mei 2025.
Vier pijlers
Het model wordt gebouwd op basis van vier pijlers: (1) een richtlijn waarmee het passend
niveau van bewijs voor de gezondheidseffectbepaling van preventiemaatregelen kan worden
bepaald en over het gebruik hiervan; (2) een afwegingskader dat relevante informatie
combineert op basis waarvan een investeringsbesluit kan worden voorbereid door het
RIVM; (3) financiële besluitvorming; en (4) het verzamelen van relevante data om effect
van maatregelen te monitoren.
1) Richtlijn passend bewijs preventie
In de brief van 21 oktober 20241 heb ik u namens het kabinet laten weten dat er een gezaghebbende commissie wordt
ingesteld om overeenstemming te krijgen over waar het passend bewijs van gezondheidsmaatregelen
aan moet voldoen. Deze overeenstemming bestaat nog niet en dat zorgt dat er geen breed
gedragen uitgangspunt is voor de berekeningen in het investeringsmodel.
Op basis van het resultaat van een korte verkenning onder stakeholders en experts
(zie bijlage) vraagt het kabinet aan de Adviescommissie om een richtlijn op te stellen
waarmee het passend niveau van bewijs voor de gezondheidseffectbepaling van preventiemaatregelen
kan worden vastgesteld, inclusief een advies over het gebruik hiervan. De ministerraad
heeft hier op 28 maart jl. over besloten.
Ik heb de heer prof. dr. Ter Weel gevraagd en bereid gevonden om de rol van voorzitter
van deze commissie te vervullen. De overige leden zijn experts met kennis van observationele
methoden, econometrie en het preventiedomein. Eén van de leden neemt zitting namens
het RIVM en één namens het Zorginstituut Nederland. Daarnaast zullen het Centraal
Planbureau en de Gezondheidsraad optreden als adviseur van de commissie. Vanuit het
Ministerie van Financiën en VWS zijn er waarnemers.
De commissie start op 15 april 2025 en zal haar advies en richtlijn op 15 oktober
2025 aan mij aanbieden. De commissie zal een klankbordgroep inrichten om met belangrijke
gebruikers en stakeholders van gedachten te wisselen over de richtlijn en daarnaast
experts consulteren. Ook heb ik de commissie gevraagd oog te hebben voor wat nodig
is voor financiële besluitvorming.
De Adviescommissie heeft een methodologisch en technisch karakter, gaat over het hoe en doet geen uitspraken over budgettaire effecten. Dit zal gebeuren onder pijler 2.
2) Het afwegingskader van het investeringsmodel
In de kabinetsbrief over de beleidsagenda Gezondheid in alle beleidsdomeinen2 van december 2024 staat
«in het te ontwikkelen investeringsmodel voor preventie wordt bezien hoe kostenbesparingen
die over de tijd worden gerealiseerd binnen het betreffende beleidsterrein gebruikt
kunnen worden voor de financiering van preventieve maatregelen. Binnen dit model wordt
verkend hoe risico’s tussen betrokken partijen duidelijk in kaart gebracht kunnen
worden en effectief gespreid, zodat financiële en maatschappelijke voordelen evenwichtig
kunnen worden benut.»
Ik heb aan het RIVM gevraagd een plan van aanpak op te stellen en dit voorjaar aan
mij aan te bieden. Ik wil van hen vernemen wat nodig is om zicht te krijgen op de
effecten van maatregelen. Ik denk daarbij aan o.a. gezondheidseffecten en budgettaire
effecten (wat kost een maatregel en wat zijn de verwachte baten). Daarbij heb ik het
RIVM ook gevraagd of het mogelijk is om de werking van het afwegingkader dit najaar
te illustreren met enkele nog niet ingevoerde preventiemaatregelen, die ik dan ook
met uw Kamer kan delen. Ik spreek dan graag met uw Kamer verder over welke informatie
een afwegingskader moet bevatten en welke informatie u nodig acht om tot een financieel
besluit te kunnen komen (pijler 3).
Het plan van aanpak van het RIVM verwacht ik later deze maand. Tijdens de eerdergenoemde
werkconferentie over het investeringsmodel voor preventie zal met stakeholders en
experts worden doorgesproken, o.a. over dit plan van aanpak. Ik zal uw Kamer voor
de zomer 2025 informeren over de uitkomsten hiervan en hoe ik daar verder invulling
aan wil geven, zoals toegezegd in het commissiedebat Leefstijlpreventie in november
2024.
3) Financiële besluitvorming
Het investeringsmodel voor preventie biedt vervolgens belangrijke input voor financiële
besluitvorming over mogelijke maatregelen. Het model helpt om te komen tot goed onderbouwde
budgettaire reeksen en gezondheidseffecten, waarover vervolgens besluitvorming kan
plaatsvinden binnen de vastgestelde begrotingsregels. Het is daarbij mogelijk om maatregelen
(deels) te dekken met besparingen. Dit is bijvoorbeeld gebeurd bij het RS-vaccin.
Het resterende bedrag is daarbij gedekt op de VWS begroting middels een intensivering,
conform de geldende begrotingsregels.
In april 2024 is door de toenmalige Minister en Staatssecretaris van VWS de Kamer
geïnformeerd over alternatieve mogelijkheden om de financiering van vaccinaties en
bevolkingsonderzoeken anders in te richten.3 Het ging hier toen om:
a) een structureel budget op de begroting van VWS;
b) het automatisch opnemen in het aanbod als er een positief Gezondheidsraadadvies is;
en
c) bekostiging via een begrotingsfonds.
Hierbij is opgemerkt dat deze opties niet passen binnen de vastgestelde begrotingsregels
en dat het aan een nieuw kabinet is om hier een besluit over te nemen.
Voor deze pijler van het investeringsmodel werken we de genoemde opties verder uit
en brengen we de voor- en nadelen in kaart, ook ten opzichte van de huidige situatie.
Ik verwacht uw Kamer voor eind 2025 hier meer duidelijkheid over te kunnen geven.
4) Relevante data
Indien uiteindelijk besloten wordt tot een preventieve maatregel, dan is het belangrijk
om een goede nulmeting te doen van de gezondheidsbaten en deze vervolgens nauwlettend
te monitoren. De Technische werkgroep Kosten en Baten van Preventie zegt hierover
in haar advies van december 20234: «Het doen van een goede nulmeting en het monitoren van de maatregel na invoering (ex
post) is altijd belangrijk, niet alleen voor preventie. Echter is dit in het kader
van preventie wel extra van belang omdat er bij preventie ex ante (vóór invoering)
vaker uitgegaan moet worden van observationele data, intermediaire uitkomstmaten en
modellering. Het is dan extra belangrijk om ex post te monitoren of de maatregel wel
daadwerkelijk (in dezelfde mate) tot de verwachte baten leidt». Over hoe deze pijler kan worden vormgegeven beraad ik mij nog. Dit hangt voor een
deel samen met de ontwikkeling van de overige pijlers van het investeringsmodel voor
preventie.
Tot slot
De bovengenoemde vier pijlers geven een kort overzicht van de ontwikkelingen rondom
het investeringsmodel voor preventie. Na de werkconferentie zal ik u informeren over
de uitkomsten van de werkconferentie, het plan van aanpak van het RIVM en de tijdpaden
die daaruit volgen. Ik zal dit doen in de eerder5 aan uw Kamer toegezegde brief die u voor de zomer van 2025 van mij zult ontvangen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
V.P.G. Karremans
Indieners
-
Indiener
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport