Brief regering : Verslag van de Europese Raad van 20 en 21 maart 2025
21 501-20 Europese Raad
Nr. 2246
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 april 2025
Hierbij bied ik u het verslag aan, mede namens de Minister-President, van de Europese
Raad van 20 en 21 maart 2025.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Verslag van de Europese Raad en Eurotop van 20 maart 2025
Op donderdag 20 maart 2025 vond de Europese Raad (ER) plaats, waar werd gesproken
over de Russische agressie tegen Oekraïne, het Meerjarig Financieel Kader (MFK), migratie,
het Midden-Oosten, concurrentievermogen en oceanen. Ook werd in aanwezigheid van SGVN
Guterres gesproken over multilaterale aangelegenheden.
Russische agressie tegen Oekraïne
De ER sprak, deels in aanwezigheid van de Oekraïense president Volodymyr Zelenskyy,
over de actuele ontwikkelingen in de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne en het
belang van voortgezette brede EU-steun aan Oekraïne om het land juist nu sterk te
positioneren. Ook Nederland blijft Oekraïne steunen, militair en niet-militair. Net
als de vorige keer werden de conclusies over Oekraïne door 26 EU-lidstaten aangenomen
(Hongarije steunde deze niet). Diverse landen benadrukten dat de druk op Rusland om
de oorlog te beëindigen moet worden gemaximaliseerd, onder meer door middel van een
ambitieus zeventiende sanctiepakket. In de conclusies herbevestigden de lidstaten
dat de Russische centrale banktegoeden in lijn met EU-wetgeving bevroren moeten blijven
tot Rusland de agressieoorlog beëindigt en schadebetalingen aan Oekraïne voldoet.
Het kabinet onderstreept dit en blijft daarnaast, zoals ook met uw Kamer gewisseld,
in EU-verband pleiten voor het serieus onderzoeken van aanvullende mogelijkheden om
de Russische Centrale Banktegoeden te gebruiken voor steun aan Oekraïne. Gedegen onderzoek
naar de juridische en financieel-economische risico’s blijft daarbij van belang.
De ER sprak ook over het belang van duurzame en rechtvaardige vrede voor Oekraïne
en verwelkomde alle inspanningen, waaronder van de Verenigde Staten en Oekraïne, om
deze vrede te realiseren. Ook werd Rusland opgeroepen om de politieke wil te tonen
om een einde aan de oorlog te maken. De ER verwelkomde de inspanningen van gelijkgezinde
en NAVO landen om te komen tot robuuste veiligheidsgaranties voor Oekraïne. Nederland
benadrukte het belang van brede steun voor Oekraïne, waaronder via het voorstel van
Hoge Vertegenwoordiger voor militaire steun, een ambitieus zeventiende sanctiepakket
en door investeringen in de Oekraïense defensie-industrie.
Midden-Oosten
De ER nam conclusies aan over het Midden-Oosten. De Raad betreurde het verbreken van
het staakt-het-vuren in de Gazastrook als ook het groot aantal burgerslachtoffers
bij de recente Israëlische luchtaanvallen. De ER betreurde tevens de weigering van
Hamas om de resterende gijzelaars vrij te laten en riep partijen op om de afspraken
van de overeenkomst onmiddellijk na te leven. Ook riep de ER op tot ongehinderde en
duurzame humanitaire toegang tot en distributie van hulp in de gehele Gazastrook.
De ER verwelkomde het Arabische herstel- en wederopbouwplan dat op 4 maart jl. in
Caïro is aangenomen als een basis voor gesprekken voor een oplossing van de situatie.
De EU staat klaar om op basis van dit plan gesprekken aan te gaan met Arabische en
andere internationale partners. Ook onderstreepte de Raad het belang van een duurzame
oplossing, waarvoor de tweestatenoplossing het uitgangspunt vormt.
Ten aanzien van Syrië sprak de ER een stevige veroordeling uit van het geweld tegen
burgers. Ook werden de autoriteiten opgeroepen om burgers te beschermen en de rechten
van alle bevolkingsgroepen te respecteren, in lijn met motie Omtzigt.1 Nederland zal hier aandacht voor blijven vragen. De sanctieverlichting van de EU
maakt onderdeel uit van een graduele en omkeerbare aanpak op basis van nauwgezette
monitoring van de situatie in Syrië. De ER verwelkomde de resultaten van de negende
Syrië conferentie «Standing with Syria: meeting the needs for a successful transition» die op 17 maart 2025 plaatsvond.
Concurrentievermogen
De ER onderstreepte dat het concurrentievermogen van Europa dringend moet worden versterkt.
Daarbij moest de focus liggen op vereenvoudiging en vermindering van de regelgevings-
en administratieve lasten, verlaging van de energieprijzen en het mobiliseren van
privaat kapitaal om de nodige investeringen in de economie van de EU aan te trekken.
Simplificatie
De ER riep op om de administratieve, regelgevings- en rapportagelasten voor bedrijven
en overheidsdiensten snel drastisch te verminderen zonder de voorspelbaarheid, de
beleidsdoelstellingen, de hoge normen en de integriteit van de interne markt te ondermijnen.
Concreet riep de Europese Raad op alle administratieve lasten met ten minste 25 procent,
en voor het MKB met ten minste 35 procent, te verminderen, het stop-the-clock-mechanisme inzake duurzaamheidsrapportage goed te keuren, de voorgestelde omnibusvereenvoudigingspakketten
zo spoedig mogelijk af te ronden, en bestaande wetgeving verder te vereenvoudigen.
Daarnaast wilde de ER dat snel werk wordt gemaakt van verdere vereenvoudigingsinitiatieven,
onder meer op het gebied van het koolstofvrij maken van de industrie, veiligheid en
defensie. Nederland benadrukte tijdens deze discussie het belang van vereenvoudiging
van Europese regelgeving in het domein van ruimtelijke ordening om te helpen Nederland
van het vergunningenslot te krijgen.
Concurrentievermogen
Teneinde het Europees concurrentievermogen verder te versterken is volgens de ER een
ambitieuze nieuwe horizontale strategie voor de interne markt nodig. Die moet gericht
zijn op het verdiepen van de interne markt door de resterende belemmeringen weg te
nemen, versnippering aan te pakken en toepassing en handhaving te verbeteren. De ER
riep, mede op verzoek van Nederland, tevens op om de industriële innovatie, vernieuwing
en decarbonisatie van Europa te borgen, en de groei van sleuteltechnologieën, zoals
kunstmatige intelligentie, kwantumtechnologieën, halfgeleiders, 5G/6G en andere kritieke
technologieën, te bevorderen. Ook moet aandacht worden besteed aan traditionele industrieën
in transitie, met name de automobiel-, scheepvaart-, luchtvaart- en energie-intensieve
industrieën, onder andere door flexibiliteit in de verordening tot vaststelling van
CO2-emissienormen voor auto’s en bestelwagens. Nederland wees hier specifiek op de uitdagingen
voor het concurrentievermogen rondom hoge energieprijzen, stikstof en netcongestie.
Energie
De ER wees op de tweeledige doelstelling om Europese energiesoevereiniteit en klimaatneutraliteit
tegen 2050 na te streven, en om ervoor te zorgen dat de Unie wereldwijd concurrerend
blijft. In dit kader drong de ER erop aan burgers en bedrijven in de EU beter te beschermen
tegen hoge energiekosten, de levering van betaalbare en schone energie veilig te stellen
en vóór 2030 een echte energie-unie tot stand te brengen. Hiervoor is ambitieuze elektrificatie
met alle koolstofneutrale en koolstofarme oplossingen nodig, en investeringen in netwerken,
opslag en interconnecties. De ER verwelkomde het onlangs uitgekomen actieplan voor
betaalbare energie van de Commissie, waarin zowel structurele als kortetermijnmaatregelen
worden geschetst, met name voor de zwaarst getroffen burgers en bedrijven, met behoud
van de integriteit van de interne markt.
Spaar- en investeringsunie
De ER stond vervolgens stil bij de verdieping en integratie van de Europese kapitaalmarkten.
Op 19 maart jl. bracht de Europese Commissie de strategie voor een spaar- en investeringsunie
uit. De Commissievoorzitter lichtte dit voorstel toe. Geïntegreerde en diepere Europese
kapitaalmarkten zijn essentieel voor het concurrentievermogen van de EU. Een spaar-
en investeringsunie zal privaat kapitaal helpen mobiliseren en is ook van belang voor
de strategische autonomie en economische veiligheid van de EU. Vele leiders waaronder
Nederland onderstreepten het belang van het beter ontsluiten van privaat kapitaal
om de noodzakelijke investeringen in de Europese economie maar ook op het gebied van
o.a. defensie te ondersteunen. De ER riep op voortgang te boeken op de lopende voorstellen
uit het Actieplan Kapitaalmarktunie uit 2020. Ook nodigde de ER de Commissie uit tot
het doen van nieuwe voorstellen om kapitaal te mobiliseren, de Europese kapitaalmarkten
verder te integreren en toezicht te convergeren. Tot slot benadrukte de ER het belang
van complementaire nationale maatregelen om kapitaalmarkten te verdiepen en te versterken.
Meerjarig Financieel Kader
De ER had een eerste algemene gedachtewisseling over het volgend Meerjarig Financieel
Kader (MFK) vanaf 2028. Het voorstel van de Commissie voor het volgend MFK wordt in
de zomer van 2025 verwacht. Een aantal lidstaten gaf aan dat er middelen beschikbaar
moeten zijn voor zowel bestaande als nieuwe prioriteiten, en noemden daarbij in het
bijzonder het belang van het cohesiebeleid. Andere lidstaten, waaronder Nederland,
wezen op het belang van een moderne en toekomstbestendige begroting. Nederland onderstreepte
hierbij dat er geen ruimte is om de nationale bijdragen aan de EU begroting te verhogen.
Daarom dienen scherpe keuzes te worden gemaakt in de prioritering van de Europese
begroting. Ten slotte werd gesproken over de start van de terugbetaling van leningen
in het kader van NextGenerationEU in het volgende MFK. De hoofdsom zal uiterlijk in
2058 volledig zijn terugbetaald, in overeenstemming met het Eigenmiddelenbesluit.
Migratie
De Raad sprak over migratie en verwelkomde de brief van de voorzitter van de Commissie.
De ER benoemde een aantal onderwerpen waar verder aan moet worden gewerkt, waaronder
op het gebied van het tegengaan van irreguliere migratie, het aanscherpen van terugkeerbeleid,
de herziening van het concept van veilige derde landen en landen van herkomst en de
(door)ontwikkeling van brede partnerschappen en innovatieve oplossingen. De ER riep
de Raad en het Europees Parlement op om met spoed het recente Commissievoorstel over
terugkeer te behandelen.
Voorafgaand aan de Raad kwamen een grote groep regeringsleiders en de voorzitter van
de Commissie op uitnodiging van Minister-President Schoof, mede namens Italië en Denemarken
bijeen om te spreken over migratie, de discussies op de Raad zelf voor te bereiden
en het belang van innovatieve oplossingen, waaronder terugkeer-/transithubs. Ook tijdens
deze bijeenkomst werd de noodzaak onderstreept van aanscherping van Europese regelgeving
ten aanzien van terugkeer en het veilige derde land concept. Deze groep sprak af deze
samenwerking voort te zetten en ook voorafgaand aan de volgende ER in dit format bijeen
te komen.
Multilateralisme
In bijzijn van SGVN Guterres werd gesproken over het belang van het VN-systeem en
multilateralisme. De EU benadrukte dat een sterk multilateraal systeem essentieel
is voor stabiliteit en veiligheid. De EU blijft hierbij een voorspelbare partner en
blijft gecommitteerd aan het «Pact for the Future» dat essentieel is om de ontwikkelingsdoelstellingen te halen.
Defensie en veiligheid
In navolging van de speciale bijeenkomst van de ER op 6 maart werd kort gesproken
over het Europese defensie en veiligheidsbeleid. De voorzitter van de Commissie lichtte
het daags voor de ER gepubliceerde Witboek over de toekomst van EU-defensiesamenwerking
toe en wees op de eerder deze week gepresenteerde voorstellen op het gebied van defensie-financiering.
De ER riep op om de inhoudelijke behandeling van deze voorstellen snel op te pakken.
Nederland onderstreepte inzake financiering dat nationale besluitvormingsprocessen
zorgvuldig moeten kunnen worden doorlopen, en gaf conform motie Eerdmans aan dat eurobonds
voor Nederland niet acceptabel zijn.2 Ook noemde Nederland het belang van tijdelijkheid en gerichtheid van de voorstellen
en benadrukte het belang van schuldhoudbaarheid en financiële stabiliteit. De regeringsleiders
benadrukten dat een sterke EU op het gebied van veiligheid positief bijdraagt aan
trans-Atlantische veiligheid en complementair is aan de NAVO. Er werd afgesproken
bij de volgende bijeenkomst weer op dit onderwerp terug te komen.
Oceanen
De ER sprak kort over het «EU Ocean Pact» en de derde VN Oceanenconferentie die van 9 tot 13 juni aanstaande plaatsvindt in
Nice. De Commissie kondigde aan te komen met een Europees Oceanen Pact, mede gericht
op het duurzaam gebruik en beheer van de oceanen waaronder het belang van duurzame
visserij.
Externe relaties
Onder externe relaties werd kort stilgestaan bij de recente ontwikkelingen op de Balkan
en werd de Raad Buitenlandse Zaken gevraagd hier tijdens hun bijeenkomst van april
verder over te spreken.
Eurotop
De Eurotop stond stil bij de economische situatie in de eurozone en beleidscoördinatie
tegen de achtergrond van de geopolitieke risico’s en onzekerheden. De president van
de ECB, Christine Lagarde, gaf een toelichting op de economische en monetaire situatie.
De EU gaat door een herstelperiode heen. De economische groei is ongeveer hetzelfde
als in 2024 en de werkeloosheid historisch laag. Inflatie was in februari 2,3 procent.
Onzekerheid over de wereldwijde handel is hoger dan tijdens COVID en financiële crisis.
Lagarde benadrukte het belang van een sterkere kapitaalmarktunie en een digitale euro
tegen de geopolitieke achtergrond. De voorzitter van de Eurogroep, Pascal Donohoe,
had voorafgaand aan de Eurotop in een brief aan de voorzitter van de ER de economische
en monetaire ontwikkelingen toegelicht. Hij stond stil bij coördinatie van begrotingsbeleid,
de (digitale) euro en de kapitaalmarkt.
De regeringsleiders benadrukten het belang van weerbaarheid en concurrentievermogen
van de Europese economie. De regeringsleiders namen kennis van de brief en spoorden
de Eurogroep aan tot beleidscoördinatie en tot het waakzaam blijven bij het monitoren
van ontwikkelingen van het begrotingsbeleid. Tijdens de Eurotop benadrukten de regeringsleiders
de sense of urgency van voortgang ten aanzien van de kapitaalmarktunie en velen wezen op het belang om
meer privaat kapitaal te kunnen gebruiken voor noodzakelijke investeringen in Europa.
Tenslotte werd stilgestaan bij de voortgang van Bulgarije inzake toetreding tot de
euro in afwachting van het assessment van de Commissie en de ECB.
Indieners
-
Indiener
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken