Brief regering : 22e voortgangsrapportage ERTMS
33 652 Spoorbeveiligingssysteem European Rail Traffic Management System (ERTMS)
Nr. 106
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 april 2025
Bijgaand bied ik u de 22e voortgangsrapportage van het programma ERTMS aan, die gaat
over de tweede helft van 2024. Ook is het accountantsrapport van de Auditdienst Rijk
(ADR) toegevoegd. Het programma heeft een positieve controleverklaring ontvangen over
2024. Ik dank de ADR voor de controle en neem de gedane aanbevelingen ter harte.
In maart 2025 is tranche 1 vastgesteld, onder voorbehoud van de voorjaarsbesluitvorming
2025, waarmee de eerste stappen van de uitrol nu bekend zijn. Hiermee krijgt de lerende
aanpak, waar nu 1,5 jaar hard aan gewerkt is, vaste vorm. Deze eerste tranche bestaat
onder meer uit drie baanvakken – met daarbij twee proefbaanvakken – waar de uitrol
van ERTMS van start zal gaan. Tegelijk wordt doorgewerkt aan diverse projectonderdelen
die reeds waren opgestart. Helaas is op een aantal van deze projectonderdelen sprake
van kostenstijgingen. Hoewel dit niet het gewenste beeld is, past het wel in deze
fase van het programma van nadere detaillering en heroverweging.
In deze brief wordt eerst stilgestaan bij enkele actuele ontwikkelingen. Daarna wordt
ingegaan op de eerste tranche, de stand van zaken van de bijstelling van de aanpak
en de beheersing. Ook is er aandacht voor enkele moties en toezeggingen. Tenslotte
is er een blik vooruit op de komende periode.
Actuele ontwikkelingen
Naast de herijking gaat het lopende werk door, waarin enkele mooie mijlpalen zijn
bereikt. In oktober 2024 is ook op de Hanzelijn (Lelystad-Zwolle) gestart met ervaringsrijden.
De testen op de hiervoor aangepaste baanvakken Amsterdam-Utrecht en de Hanzelijn zijn
positief afgerond. Er is daarom gestart met het uitdelen van de fysieke sleutels aan
400 ERTMS-bevoegde HSL-machinisten, die nodig zijn om de trein (de SNG) van ATB-only
in ERTMS-stand te kunnen zetten. Elke week komen er tientallen reizigerstreinen bij
die onder ERTMS gereden worden. Zo wordt er steeds meer ervaring opgedaan met het
rijden onder ERTMS.
Daarnaast heeft ProRail in november 2024 de realisatie van ERTMS tussen Kijfhoek en
de Belgische grens gegund. De bouwwerkzaamheden op het ruim vijftig kilometer tellende
traject tussen Kijfhoek en de Belgische grens gaan naar verwachting eind 2025 van
start.
Op het baanvak Kijfhoek-Belgische grens rijden veel spoorgoederenvervoerders. Wanneer
de uitrol op dit baanvak is voltooid kan hier alleen met voertuigen gereden worden
die uitgerust zijn met de juiste versie van ERTMS. Om die reden is een subsidieregeling
opgezet voor de spoorgoederenvervoerders, ten behoeve van de ombouw van locomotieven.
De Kamervragen ten aanzien van deze regeling zijn in maart 2025 beantwoord.1 Ook heeft de programmadirectie ERTMS met een marktonderzoek laten onderzoeken of
er voldoende goederenlocomotieven met baseline 3 beschikbaar zijn bij de indienststelling.
Het onderzoeksrapport is bij deze brief gevoegd (bijlage 3).
Dit onderzoek laat zien dat er naar verwachting in de markt voldoende voor Nederland
geschikte goederenlocomotieven met baseline 3 zullen zijn. Deze locomotieven zijn
in meerdere landen inzetbaar, waarbij marktwerking uiteindelijk bepaalt waar deze
locomotieven worden ingezet. De tijdige beschikbaarheid van de locomotieven met ERTMS
blijft echter een uitdaging volgens de onderzoekers. Dit komt door continue doorontwikkeling
van de specificaties van ERTMS en FRMCS, het complexe en tijdrovende inbouwen en laten
goedkeuren van ERTMS in voertuigen, de beperkte markt aan leveranciers en capaciteitsbeperkingen
bij betrokken partijen. Om deze uitdagingen aan te pakken, bevat het onderzoeksrapport
aanbevelingen omtrent gerichte steun aan de sector en het stroomlijnen van goedkeuringsprocessen.
Deze aanbevelingen passen binnen de huidige aanpak van IenW.
Update herijking
De essentie van de herijking is het ontwikkelen van een stapsgewijze aanpak (in tranches).
Zo ontstaat een beheersbaar en maakbaar plan met een lerende aanpak, waarmee kan worden
ingespeeld op ontwikkelingen. Naast het bijstellen van de aanpak wordt ook gewerkt
aan de herinrichting van de governance, naar aanleiding van de al opgedane ervaringen
en aanbevelingen uit de second opinion.2
Zoals hiervoor al vermeld, is een belangrijke stap gezet met het vaststellen van tranche
1. Deze richt zich op het ontwikkelen en werkend krijgen van het vervoersysteem met
ERTMS-level 2-only op een druk, met gemengd vervoer bereden baanvak. In de eerste
tranche wordt het centrale beveiligingssysteem van ERTMS ontwikkeld. Daarnaast zijn
er aanpassingen van de computersystemen en de beveiliging daarvan. Ook de treinen
worden klaargemaakt voor rijden op ERTMS, inclusief het opleiden van de gebruikers.
De scope van tranche 1 zal ook de aanleg van ERTMS op de Noordelijke lijnen, de Zeeuwse
Lijn en Kijfhoek – Roosendaal – Belgische grens omvatten, inclusief de verwijdering
van seinen en het ATB-systeem. Het vaststellen van de scope van tranche 1 is nog onder
voorbehoud van de voorjaarsbesluitvorming.
Moties en toezeggingen
Er is vanuit de Kamer tijdens het Commissiedebat Spoorveiligheid en ERTMS van 11 december
jl. aandacht gevraagd voor de impact van het proefbaanvak op de Zeeuwse Lijn op de
Zeeuwse reizigers. Ter uitvoering van de motie Boutkan en Heutink3 is een analyse van eensporig testen als bijlage 2 bij deze voortgangsrapportage gevoegd.
Deze analyse laat zien dat er grote, nadelige effecten zijn wanneer op slechts een
van de twee sporen van de Zeeuwse lijn getest en beproefd wordt. Daarom is gekozen
voor de test op beide sporen. Daarnaast wordt er, conform de motie De Hoop en Stoffer,4 gekeken hoe we de impact van het proefbaanvak op de Zeeuwse reizigers zo beperkt
mogelijk kunnen houden. In de afgelopen periode heeft de programmadirectie ERTMS met
Zeeuwse partijen (zoals regionale overheden, onderwijsinstellingen, bedrijven en reizigersorganisaties)
gesproken om hun wensen en zorgen te inventariseren. De inbreng wordt bekeken in de
nadere uitwerking van het testen en beproeven maar ook het inrichten van zaken als
vervangend vervoer in de komende jaren.
Bij de uitrol van ERTMS onderscheiden we de begrippen «baselines», «versies» en «levels».
Conform de toezegging meer duidelijkheid aan de Kamer te verschaffen over deze begrippen
en de impact ervan, wordt er gewerkt aan een memo met een toelichting op ERTMS-versies,
-baselines en -levels.5 Met de vaststelling van de nieuwe Europese verordeningen (TSI’s6) in 2023 werd duidelijk dat een nieuwere versie van ERTMS (baseline 4) verplicht
wordt om treinen en infrastructuur in dienst te mogen stellen. De komende periode
wordt bekeken wat deze wijziging betekent voor de uitrol in Nederland.
Beheersing
De ADR heeft een controle uitgevoerd naar de financiën in de voortgangsrapportage
en een onderzoek naar onder meer de beheersing. De ADR doet enkele aanbevelingen die
betrekking hebben op de ramingsmethodiek, het risicomanagementplan en het kwaliteitsmanagementplan.
Ik neem de vervolgstappen van de Auditdienst Rijk voor continue verbetering ter harte.
Het rapport is bijgevoegd als bijlage 4.
De CIO en ECF constateren dat de aanpak in tranches ten goede komt aan de beheersing
en adaptiviteit van het programma. Ze zien dat er steeds meer integraal en in samenhang
naar de opgave en bijbehorende issues wordt gekeken. Om tot dit integrale vervoerssysteem
te komen, adviseren ze om de beheersingsaspecten (planning, financiën, etc.) integraal
vorm te geven en de positie van de programmadirectie ERTMS verder te versterken. In
dit kader raden ze aan om in te zetten op standaardisering, uitfasering van oude systemen
en regie op toekomstige ontwikkelingen. Ik dank de CIO en ECF voor hun aanbevelingen,
die meegenomen worden in het verder vormgeven van de aanpak en governance van de uitrol.
De ontwikkelingen rondom de diverse programmaonderdelen binnen tranche 1 zijn geactualiseerd.
Het aanscherpen van de beheersing en het herijken van het plan leidt uiteindelijk
tot een betere en goedkopere uitvoering. Op de korte termijn betekenen de verbeteringen
en aanscherpingen wel een verhoging van de voorziene kosten. Dit leidt in deze voortgangsrapportage
tot een verhoging van de prognose met € 161 mln. De ontwikkeling van de prognose past
niet alleen bij de fase waarin het programma zich bevindt, maar komt ook voort uit
de erfenis van de oude aanpak en investeren in de meer robuuste nieuwe aanpak. De
hogere kosten worden met name veroorzaakt door de aanpassing van de infrastructuur
en systemen en een langere uitrolperiode, die doorwerkt in de algemene kosten en het
beheer en onderhoud. De verwachte dekking neemt ook toe met onder meer de jaarlijkse
indexering (IBOI), waardoor de huidige budgetspanning per saldo oploopt met € 76 mln.
naar € 1.078 mln. Dit betreft de budgetspanning op de volledige programmascope van
de Programmabeslissing uit 2019.
Het beeld op dit moment is dat bij tranche 1 ten opzichte van de Programmabeslissing
2019 bepaalde scopeonderdelen doorschuiven naar latere tranches, waarmee de spanning
voor de eerste tranche zal afnemen omdat maatregelen nog niet worden uitgevoerd. Tegelijk
is voorzien om twee andere (proef)baanvakken (de Noordelijke Lijnen en de Zeeuwse
Lijn) toe te voegen aan de scope van tranche 1. Deze scopewijzigingen hebben ook zijn
weerslag op de budgetspanning op het programma. Onderdeel van de financiële herijking
van het programma is daarom ook het terugbrengen van deze spanning tot een beheersbaar
niveau.
Voor de budgettaire gevolgen van de vaststelling van tranche 1 en de effecten op de
verdere landelijke uitrol wordt daarom verwezen naar de Voorjaarsnota 2025. Bij de
23e voortgangsrapportage ERTMS worden tevens de budgettaire gevolgen van tranche 1 toegelicht.
Er wordt nagedacht over hoe de uitrol van ERTMS anders kan. Op korte termijn zal dit
voor tranche 1 niet direct effect hebben, maar op de langere termijn heeft dit mogelijk
een grotere impact. Zoals eerder toegezegd aan het lid Veltman7 is er nadrukkelijk aandacht voor hoe de uitrol van ERTMS efficiënter, sneller en
dus goedkoper kan. Op dit moment werkt de programmadirectie ERTMS met alle partijen
in de spoorsector aan de invulling van tranche 2. De Kamer zal tijdig geïnformeerd
worden via de halfjaarlijkse voortgangsrapportages over de voorbereiding van volgende
tranches.
Ten slotte
Met de uitrol van ERTMS worden de eerste stappen gezet om van een deels nog analoog
spoor over te gaan naar een digitaal systeem. De uitrol wordt zo vormgegeven dat er
een robuuste aanpak ontstaat, waarbij geleerd kan worden van de stappen en waar nodig
bijsturing te geven is. Het is daarom een mooie mijlpaal dat tranche 1 nu is vastgesteld
en dat daarmee duidelijk is wat het plan voor de komende jaren is. De digitalisering
van het spoor is een uitdagende opgave, die de komende jaren veel van de spoorsector
zal blijven vragen. De Kamer wordt via de halfjaarlijkse voortgangsrapportages op
de hoogte gehouden van de ontwikkelingen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Ch.A. Jansen
Indieners
-
Indiener
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.