Brief regering : Ontwikkelingen diergeneeskundige zorg
28 286 Dierenwelzijn
Nr. 1388 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 april 2025
Gezelschapsdieren zijn voor veel mensen een belangrijk onderdeel van hun leven. Wie
een dier heeft, draagt de verantwoordelijkheid daar goed voor te zorgen. Dit betekent
goede dagelijkse verzorging zoals voeding, gezonde leefomstandigheden en waar nodig
medische behandeling ter preventie of behandeling van ziekten. Hiervoor is het belangrijk
dat er kwalitatief goede diergeneeskundige zorg beschikbaar is, in reguliere tijden
en in de spoed. Veel mensen hebben zorgen over het stijgen van de prijzen van de diergeneeskundige
zorg voor gezelschapsdieren en vragen zich af of zij de zorg voor hun dier kunnen
blijven betalen. Er zijn zorgen over de gevolgen die dit kan hebben voor diergezondheid
en dierenwelzijn. Ook zijn er vragen over de mogelijke invloed van ketenvorming in
de diergeneeskundige zorg op de hoogte van deze prijzen. Deze signalen en zorgen over
prijsstijgingen, de mogelijke rol van ketenvorming daarbij en de mogelijke gevolgen
voor dieren deel ik en neem ik zeer serieus. Uw Kamer heeft hier meermaals aandacht
voor gevraagd en heeft hierover verschillende moties aangenomen die de regering vragen
om hier actie op te ondernemen.
In deze brief ga ik, mede namens de Minister van Economische Zaken, in op de resultaten
van het onderzoek dat ik heb laten uitvoeren door Ecorys (bijlage 1). Met de uitvoering
van dit onderzoek geef ik invulling aan de motie Beckerman (Kamerstuk 36 200 XIV, nr. 28). Dit onderzoek was nodig om een objectief beeld te krijgen van de prijsontwikkeling
in de diergeneeskundige zorg in de periode 1991–2024, de oorzaken voor deze prijsontwikkeling
en de rol van ketenvorming daarbij. Op basis daarvan heb ik samen met de Minister
van EZ en in overleg met de veterinaire beroepsgroep bepaald welke acties vanuit de
beroepsgroep, de overheid en de ACM nodig zijn om concreet invulling te geven aan
de aanpak van dit vraagstuk. Centrale doelen in de aanpak zijn:
1. Een goed functionerende markt voor diergeneeskundige zorg, met voldoende effectieve
concurrentie op dienstverlening, zorgaanbod en prijs.
2. Versterking van de informatiepositie van de consument, zodat hij een goed geïnformeerde
vrije keuze kan maken voor de zorg voor zijn dier.
3. Maatregelen om kosten te kunnen te besparen, zowel aan de aanbodkant (door de beroepsgroep)
als aan de vraagkant (door de consument).
Resultaten onderzoek prijsontwikkelingen diergeneeskundige zorg
Reguliere zorg
Uit het Ecorys-rapport komt naar voren dat de tarieven voor alle typen consulten (reguliere
zorg en spoedzorg samen) in de periode 1991–2024 2 tot 2,5 keer sneller zijn gestegen dan de inflatie. De grootste prijsstijging vond
plaats in de periode 1991–2015, voordat de ketens hun intrede hadden gedaan. In de
periode 2015–2024 zijn deze tarieven ook gestegen, maar in deze periode benaderde
de stijging meer de inflatie dan in de periode 1991–2015 (met name bij reguliere zorg).
Het rapport beschrijft diverse uiteenlopende oorzaken voor deze stijging, zoals grote
veranderingen in vraag en aanbod, professionalisering van de diergeneeskundige zorg
(zowel qua techniek als organisatie), een veranderende arbeidsmarkt, toename van kosten
en een meer marktconforme prijsstelling. In de jaren ’90 hanteerden de meeste praktijken
volgens Ecorys relatief bescheiden tarieven die dicht tegen de kostprijs aanlagen.
Ook vond kruissubsidie plaats tussen diensten voor verschillende diersoorten (er werd
verdiend aan de zorg voor landbouwhuisdieren). Er is nu meer differentiatie in behandelingen
en prijsstellingen, waarbij meer marktconforme tarieven worden gerekend.
Spoedzorg
In de periode 1991–2024 zijn de tarieven voor spoedzorg 3 tot 3,5 keer sneller gestegen
dan de inflatie. Dat betekent dat de tarieven in de spoedzorg harder zijn gestegen
dan de tarieven voor reguliere zorg. Daarvan is de grootste stijging in de periode
1991–2015, voordat de ketens hun intrede hadden gedaan. In de periode 2015–2024 zijn
de tarieven sneller gestegen dan de inflatie en is de tariefstijging voor spoedzorg
hoger dan de tariefstijging voor de reguliere zorg. Oorzaken voor deze prijsstijging
zijn volgens Ecorys verminderde bereidheid onder veterinaire professionals om onregelmatig
te werken, veranderingen in de beschikbaarheid van spoedzorg (24/7) en aanpassing
van de arbeidsrechtelijke wetgeving. Ook beschrijft Ecorys dat het aanbod van spoedzorg
de afgelopen decennia sterk is veranderd. Ketenpartijen nemen een steeds grotere rol
in de organisatie van de spoedzorg.
Ketenontwikkeling
Naast de prijsontwikkelingen heeft Ecorys ook gekeken naar ketenontwikkeling in de
diergeneeskundige zorg in Nederland. Naar schatting zijn er 1.200 praktijken voor
gezelschapsdieren in Nederland. Van deze praktijken zijn circa 490 praktijken in handen
van ketens. Het marktaandeel van ketens is dus circa 40%. Er zijn twee grote internationale
ketens met honderden aangesloten praktijken en daarnaast zijn er drie middelgrote
ketens, met enkele tientallen praktijken.
De opkomst van ketens heeft volgens Ecorys mede geleid tot verdere ontwikkeling van
de diergeneeskundige zorg, door onder meer het aanbieden van een breed scala aan diensten
en specialisaties in diagnostiek en behandeling. Doordat ketens vaak meer gespecialiseerde
dierenartsen en meer parttimers in dienst hebben, hebben zij relatief hogere personeelskosten.
Naast salariskosten zijn andere kosten ook vaak hoger, in vergelijking met reguliere
praktijken, zoals de huur van grote(re) locaties en kostbaar(der) aanbod aan diagnostische-
en medische apparatuur en de mate waarin deze worden gebruikt. De tarieven van ketens
ten opzichte van zelfstandige praktijken zijn circa 6% tot 10% hoger voor reguliere
zorg, en circa 40% hoger voor spoedzorg. Bij deze 40% is sprake van een bandbreedte
(lagere en hogere prijzen) en zijn sommige zelfstandige dierenklinieken bij bepaalde
handelingen duurder dan ketens.
Ecorys benoemt dat de spoedzorg in de periode tot circa 2015 vaak werd geleverd als
een service boven op de basiszorg van de praktijk. Regelmatig gebeurde dit in samenwerking
met andere dierenartsen in de regio. De vraag naar spoedzorg buiten standaard werktijden
nam echter toe en de bereidheid van dierenartsen in loondienst om deze dienst te leveren
verminderde. Door het afnemende aanbod van spoeddienst door reguliere praktijken en
de overname of oprichting van spoedzorgklinieken, wordt spoedzorg in toenemende mate
door ketens gefaciliteerd. Kleinere en/of zelfstandige praktijken sluiten vaak in
de avonduren en weekenden en maken, bijvoorbeeld door middel van doorverwijzing, gebruik
van de centrale spoedlocaties.
Ecorys beschrijft in het rapport een aantal algemene risico’s van ketenvorming op
het functioneren van markten, zoals minder keuzevrijheid voor de consument. Daarnaast
geeft Ecorys aan dat een aandachtspunt naar de toekomst is of verdere concentratie
op de markt tot minder concurrentie gaat leiden. Om het effect van ketenvorming op
de marktwerking te kunnen beoordelen, moet gekeken worden of er voldoende concurrrentie
(op lokale en regionale schaal) tussen de aanbieders is, zo stelt Ecorys.
Kostenbesparende maatregelen
Naast de prijs- en ketenontwikkeling heeft Ecorys ook gekeken naar mogelijke kostenbesparende
maatregelen vanuit de sector. Daaruit komen een aantal mogelijkheden, zoals het verbreden
van het takenpakket van de paraveterinair waardoor het takenpakket van de dierenarts
deels wordt ontlast en kosten kunnen worden bespaard. Daarnaast noemt Ecorys het creëren
van een functie op hbo-niveau en het verbeteren van de voorlichting richting de consument
over (zorg)kosten, diagnostiek- en behandelmogelijkheden zodat de consument een goed
geinformeerde keuze kan maken en waar mogelijk zijn kosten besparen. Ook het opstellen
van en behandelen conform richtlijnen voor veterinair handelen kan tot kostenbesparing
leiden in diagnose en behandeling, en het bundelen van krachten in de vorm van samenwerkingsverbanden
om bijvoorbeeld de kosten voor spoedzorg naar beneden te brengen.
Externe analyse diergeneeskundige zorg in Europa
Naast het Ecorys onderzoek heb ik een externe analyse laten uitvoeren naar de regulering
van diergeneeskunde in andere landen in het licht van de motie van het lid Beckerman
c.s. (Kamerstuk 36 410 XIV, nr. 63), die verzocht om met maatregelen en/of wetgeving te komen die effectief is gebleken
hier en in het buitenland om prijsstijgingen en de invloed van private investeerders
in de dierenzorg te beperken. Om uitvoering te geven aan deze motie en mijn toezegging
van mijn voorganger uit het LNV-begrotingsdebat van januari 2025, heb ik Wageningen
University & Research (WUR) gevraagd onderzoek te doen naar wet- en regelgeving omtrent
prijs- en ketenvorming in enkele relevante lidstaten en in de Verenigde Staten. In
bijlage 2 treft u dit rapport aan. In de analyse van WUR is door middel van kwalitatief
onderzoek (bureauonderzoek, het afnemen van een vragenlijst met Landbouwraden en interviews
met dierenartsen) gekeken naar zeven relevante Europese landen met verschillende mate
van regulering van de diergeneeskundige zorg. Ook is, ter vergelijking, een korte
omschrijving van de situatie in de Verenigde Staten gegeven. Het Verenigd Koninkrijk
is niet betrokken bij deze analyse, omdat de CMA (Competition and Market Authority)
eerder al een onderzoek is gestart naar o.a. de rol van ketens en prijzen voor diergeneeskundige
dienstverlening. De eerste resultaten van het onderzoek van de CMA worden eind 2025
verwacht.
Het rapport van WUR geeft aan dat in alle onderzochte landen sprake is van (een toename
van) ketenvorming, hoewel het marktaandeel van de ketens sterk varieert. In de onderzochte
landen is een grote variatie in de mate van regulering van de diergeneeskundige zorg.
Het rapport geeft aan dat ondanks de grote variatie in wet- en regelgeving, het erop
lijkt dat dit niet leidt tot veel effect op de prijsvorming. In alle onderzochte landen
is een sterke prijsstijging voor diergeneeskundige zorg zichtbaar, aldus de kwalitatieve
analyse van WUR. Het beeld uit het rapport sluit nauw aan op de ontwikkelingen in
Nederland.
Duiding onderzoeksresultaten
Ontwikkelingen reguliere zorg
Het Ecorys-rapport laat zien dat de tarieven voor reguliere diergeneeskundige zorg
in de afgelopen decennia (ruim 30 jaar) aanzienlijk zijn gestegen als gevolg van diverse
uiteenlopende oorzaken. Ik constateer dat er in deze periode grote veranderingen hebben
plaatsgevonden in de diergeneeskundige zorg die hebben geleid tot een sterke professionaliseringsslag
en een hoger niveau van zorg. Daar hebben zowel het dier, de eigenaar, de praktijk
en de veterinaire professional baat bij gehad. Bij deze professionele dienstverlening
horen marktconforme tarieven, die de onderliggende kosten inclusief een redelijk rendement
reflecteren en waar de veterinair professional ook een redelijk inkomen mee kan verdienen.
De stijging van de tarieven voor reguliere zorg zijn door deze professionaliseringsslag
– zowel veterinair als economisch – goed te verklaren.
Ontwikkelingen spoedzorg
Uit het Ecorys-rapport blijkt dat tarieven voor spoedzorg twee- tot driemaal hoger
zijn dan tarieven voor reguliere zorg en dat deze de afgelopen decennia nog harder
zijn gestegen dan de tarieven voor de reguliere zorg. Deze forse prijsstijging vind
ik zorgelijk. Ik constateer dat in het aanbod en de organisatie van spoedzorg de afgelopen
decennia grote veranderingen hebben plaatsgevonden, die hebben geleid tot een sterke
professionaliseringsslag en een hogere niveau van acute zorg. Hier hebben zowel het
dier, de eigenaar, de praktijk en de veterinaire professional baat bij gehad. Het
feit echter dat de tariefstijging in de spoedzorg nog hoger is dan de tariefstijging
in de reguliere zorg en dat de tarieven na 2015 nog verder zijn gestegen dan de inflatie,
in combinatie met de toenemende rol van ketens in de organisatie en het aanbod van
spoedzorg, met mogelijke gevolgen voor de keuzevrijheid van de consument, vind ik
een zorgelijke ontwikkeling. Ook in het buitenland leven deze zorgen. Uit de externe
analyse van de diergeneeskundige zorg blijkt dat in alle onderzochte landen de kosten
en beschikbaarheid van spoedzorg als een probleem worden ervaren.
Ontwikkelingen ketenvorming
Ketenpartijen hebben bijgedragen aan de professionaliseringsslag van de diergeneeskundige
zorg en hebben, zoals Ecorys aangeeft, een steeds grotere rol in het aanbod van de
24/7 spoedzorg. Daarmee dragen de ketenpartijen bij aan het oplossen van een deel
van het vraagstuk in het aanbod van spoedzorg. Tegelijkertijd constateer ik dat ketenpartijen
hogere tarieven hanteren dan zelfstandige praktijken: zo’n 6% tot 10% bij reguliere
zorg, zo’n 40% bij spoedzorg. Dat roept vragen op over of er sprake is van voldoende
marktwerking en keuzevrijheid. Ecorys geeft aan dat een risico van ketenvorming is
dat een verdere concentratie op de markt tot minder concurrentie kan leiden en daarmee
tot een minder goed functionerende markt.
Een goede informatiepositie van de consument is een belangrijk element in, en randvoorwaarde
voor, een goed functionerende markt. Ik constateer op basis van het Ecorys-rapport
dat er zorgpunten zijn over de keuzemogelijkheden voor consumenten, met name in de
spoedzorg. Enerzijds ziet dit op (beperkte) keuzemogelijkheden voor een praktijk.
Anderzijds ziet dit op de keuze als consument voor diagnostiek en behandelmethoden.
Vaak geldt dat er verschillende diagnostiek en behandelmogelijkheden zijn, met verschillende
prijskaartjes en mogelijk verschillen in resultaat. Als voor een consument inzichtelijk
is welke diagnostiek en behandelmogelijkheden er zijn, inclusief kostenplaatje en
verwachte resultaat, kan deze een vrije en goed geïnformeerde keuze maken. Dit verlaagt
het risico op overdiagnostiek en overbehandeling en draagt bij aan de mogelijkheid
voor consumenten om kosten te besparen.
Een tweede belangrijk element in, en randvoorwaarde voor, een goed functionerende
markt is dat sprake is van voldoende effectieve concurrentie, zodat dierenartsenpraktijken
zich in hun prijsstelling niet onafhankelijk kunnen gedragen ten opzichte van andere
aanbieders. Ik constateer op basis van het Ecorys-rapport dat er risico’s zijn voor
de concurrentie op deze markt, met name in de spoedzorg.
Aanpak en vervolgacties
De prijsontwikkelingen in de spoedzorg, in combinatie met de toenemende rol van ketens
in de organisatie en het aanbod van spoedzorg en de mogelijke gevolgen van ketenvorming
voor concurrentie en keuzevrijheid, vind ik zorgelijk, en tonen voor mij de noodzaak
voor een stevige aanpak. In deze aanpak richt ik mij op drie centrale doelen:
– Een goed functionerende markt voor diergeneeskundige zorg, met voldoende effectieve
concurrentie op dienstverlening, zorgaanbod en prijs.
– Versterking van de informatiepositie van de consument, zodat hij een goed geïnformeerde
vrije keuze kan maken voor de zorg voor zijn dier.
– Maatregelen om kosten te kunnen te besparen, zowel aan de aanbodkant door de beroepsgroep
als aan de vraagkant door de consument.
Er is niet één actie die dit vraagstuk volledig kan oplossen, het gaat om een integrale
aanpak waarin zowel acties van de overheid als de veterinaire beroepsgroep nodig zijn.
Over de onderzoeksresultaten en de zorgen over de markt voor diergeneeskundige zorg,
heb ik met het Ministerie van Economische Zaken, de ACM en diverse partijen in de
beroepsgroep gesprekken gevoerd, waarbij we gezamenlijk hebben bezien welke acties
nodig zijn en wat ieders rol daarin is. Dit heeft geleid tot een aanpak met drie concrete
actielijnen:
1. Vervolgonderzoek functioneren markt dierenartsenpraktijken door ACM
2. Acties veterinaire beroepsgroep
3. Acties overheid
1. Onderzoek ACM naar dierenartsenpraktijken
Het onderzoek naar de prijsontwikkeling en de rol van ketenvorming was een belangrijke
eerste stap om meer inzicht te krijgen in de ontwikkelingen in de markt voor diergeneeskundige
zorg. Zoals hierboven benoemd, geven de resultaten aanleiding tot aanvullende vragen
over het functioneren van deze markt. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) is als
onafhankelijk toezichthouder als enige in staat om antwoord te geven op de vraag of
de markt voor diergeneeskundige (spoed)zorg goed functioneert. Op 5 februari jl. heeft
de ACM aangekondigd in 2025 nader onderzoek te doen naar dierenartsenpraktijken. Met
dit onderzoek wordt invulling gegeven aan het deel van de motie Beckerman c.s., dat
verzocht om bezien hoe bestaande monopolies kunnen worden aangepakt, en bijvoorbeeld
te beginnen met een onderzoek naar – dierenartspraktijken (Kamerstuk 36 600 XIV, nr. 48). Ik ben blij met dit aangekondigde marktonderzoek en heb uw Kamer hier op 5 februari
jl. over geïnformeerd (Kamerstuk 28 286, nr. 1378). Ik heb de ACM verzocht of zij in hun onderzoek de keuzevrijheid van de consument
in de reguliere zorg en, met name, in de spoedzorg willen meenemen en of zij aanbevelingen
willen formuleren om de positie van de consument effectief te versterken en de consument
beter in staat te stellen om een goed geïnformeerde keuze te maken. Daarnaast heb
ik ACM gevraagd aanbevelingen te doen over eventuele marktmacht in de diergeneeskundige
zorg, in het bijzonder de positie van ketens in de spoedzorg.
2. Acties veterinaire beroepsgroep
De veterinaire beroepsgroep heeft een belangrijke rol in het verbeteren van de informatiepositie
van de consument en het bijdragen aan kostenbesparingen in de diergeneeskundige zorg.
Daarom heb ik intensief overleg gevoerd met de beroepsorganisaties KNMvD (Koninklijke
Maatschappij voor Diergeneeskunde), CPD (Collectief Praktiserende Dierenartsen) en
Vedias (Vereniging voor paraveterinairen).
De beroepsgroep zet diverse acties in gang om de positie van de consument te versterken,
zodat deze vrije en goed geïnformeerde keuzes kan maken en zo mogelijk kosten kan
beperken. Deze acties voeren zij uit binnen het kader van de vorming van één sterke
beroepsorganisatie voor veterinaire professionals.
Zij hebben aangekondigd concrete afspraken te gaan maken met praktijken en werkgevers
over een betere organisatie van spoedzorg. Dit komt de beschikbaarheid en de toegankelijkheid
ten goede in het belang van het dier en de consument.
Daarnaast is hun inzet om de transparantie over tarieven van diagnostiek en behandelmogelijkheden
te bevorderen, door praktijken te ondersteunen bij eenduidige communicatie. Zo kan
een eigenaar een beter afgewogen keuze maken voor een dierenartsenpraktijk.
Tevens maken zij dit jaar een plan van aanpak voor de ontwikkeling van professionele
standaarden die de veterinaire professional ondersteunt bij het onafhankelijk veterinair
handelen.
Zij geven daarbij de hoogste prioriteit aan normering van transparantie en van de
beschikbaarheid van (spoed)zorg buiten reguliere werktijden en starten met de ontwikkeling
van een professionele standaard voor transparantie en een standaard voor beschikbaarheid
van (spoed) zorg.
Ik waardeer deze inzet en ondersteun de beroepsgroep voor de ontwikkeling van de standaarden
dit jaar met een bedrag van € 250.000 gereserveerd op de begroting van het Ministerie
van LVVN.
Deze maatschappelijke thema’s vragen om een sterke en goed georganiseerde beroepsgroep.
Sinds 2022 zet ik mij hiervoor actief in zoals eerder aan de Kamer bericht (Kamerstuk
29 683, nr. 263 en nr. 301). De beroepsgroep heeft zelf een belangrijke taak om de kwaliteitsborging
van veterinair handelen te versterken. Ik faciliteer daarom de ontwikkeling van een
nieuwe beroepsorganisatie om de positie van de veterinaire professional en de kwaliteitsborging
van de diergeneeskundige dienstverlening te versterken. De heer Hans Schirmbeck is
eind vorig jaar als kwartiermaker gestart om samen met het veterinaire veld de visie
verder uit te werken tot een ontwerp voor een beroepsorganisatie voor veterinaire
professionals. In dit proces neem ik de motie van de leden Van Campen en Holman (Kamerstuk
28 286, nr. 1364) mee, die de regering verzoekt om met de beroepsgroep te komen tot een stelsel waarmee
de dierenartsenbranche komt te beschikken over een instrumentarium voor zelfregulering
op het gebied van dierenwelzijnscriteria, kwaliteitsborging en tarievenopbouw. Het
ontwerp voor de nieuwe beroepsorganisatie verwacht ik in de zomer van 2025. Ik zal
uw Kamer dit najaar over de voortgang informeren.
3. Acties van de overheid
Ik ben eind 2024 gestart met inventariseren welke mogelijkheden er zijn om paraveterinairen
meer bevoegdheden te geven binnen het wettelijke stelsel van veterinaire bevoegdheden
om mogelijk de kosten en werkdruk voor dierenartsen te verlichten en paraveterinaire
bevoegdheden beter te benutten. Ook verwacht ik dat dit positief zal kunnen bijdragen
aan de kwaliteit van de zorg. Deze verkenning bestaat uit 3 elementen. Allereerst
kijk ik binnen het huidige wettelijke kader naar maximale benutting en inzet van paraveterinairen
in de praktijk. Deze inzet vergt geen aanpassing van de wet, en kan op korte termijn
al effect in de praktijk hebben. Daarnaast kijk ik ook naar mogelijke verruiming en
aanpassing van de wettelijke bevoegdheden. En als derde wil ik nut en noodzaak van
een hbo-opleiding en een hbo-functie in het veld verkennen. Ik doe dit zorgvuldig
om te zien welke praktijkbehoefte er is na de aanpassingen zoals hierboven beschreven,
wat de impact is van een hbo-functie op het stelsel van diergeneeskundige bevoegdheden
en op de werkdruk. Met deze verkenning wordt uitvoering gegeven aan de motie van de
leden Holman en Van Campen (Kamerstuk 28 286, nr. 1372).
Daarnaast geef ik financiële ondersteuning aan de maatregelen waar de beroepsgroep
komend jaar concreet mee aan de slag gaat. Ik ondersteun dit jaar het ontwikkelen
van twee professionele standaarden voor transparantie en de organisatie van spoedzorg.
Tevens ondersteun ik het opstellen van een plan voor de ontwikkeling van professionele
standaarden voor diagnostiek en behandeling. Zoals eerder in de brief beschreven zet
ik mij sinds 2022 actief in voor de ontwikkeling van een nieuwe beroepsorganisatie
om de positie van de veterinaire professional en de kwaliteitsborging van de diergeneeskundige
dienstverlening te versterken.
In het kader van betere informatie en voorlichting voor de consument heeft de Kamer
mij per motie verzocht om met dierenartsen in overleg te gaan om de voorlichting te
verbeteren voor aanschaf van een gezelschapsdier, bijvoorbeeld door het aanbieden
van een gratis preconsult (motie Holman en Bromet, Kamerstuk 28 286, nr. 1365). Als een consument kiest voor een huisdier, gaat hij een langjarige verbintenis
aan, waarbij hij rekening moet houden met reguliere kosten, maar ook met onverwachte
kosten voor diergeneeskundige zorg. De consument kan bij de keuze voor een huisdier
ondersteund worden door de veterinaire professional. Ik ga in overleg met de beroepsgroep
hoe hun rol versterkt kan worden bij de aanschaf van een huisdier.
De Minister van Economische Zaken heeft afgelopen oktober 2024 (Kamerstuk 24 036, nr. 436) de Kamer geïnformeerd over zijn inzet op de actualisering van het mededingingsinstrumentarium.
Onderdeel daarvan is een verdieping naar de mogelijke problemen rond onderdrempelige
fusies en ook specifiek kralenrijgpraktijken. Dit is een strategie waarbij een reeks
aan onderdrempelige fusies op lokaal en regionaal niveau kan leiden tot marktmacht.
Momenteel onderzoekt de Minister of «kralen rijgen» kan leiden tot minder concurrentie
op lokaal of regionaal niveau en hoe groot dit probleem is. En of ingrijpen door de
overheid echt nodig is.
De Minister van Economische Zaken en ikzelf achten het van belang dat er met zorgvuldigheid
wordt bekeken of de situatie in de markt aanleiding geeft tot het treffen van eventuele
regulerende maatregelen door de overheid. Maatregelen die er op gericht zijn om bijvoorbeeld
te interveniëren in de prijsvorming en ketenvorming in een vrije markt zijn vergaande
maatregelen, waar een stevige onderbouwing voor nodig is. Deze maatregelen grijpen
immers direct in op het vrije handelen van dierenartsenpraktijken.
Het is voor deze onderbouwing noodzakelijk een goed beeld te krijgen van de werking
van de markt voor diergeneeskundige zorg. Ik heb het vervolgonderzoek van ACM nodig
om tot een zorgvuldige afweging te komen over eventuele prijsregulerende maatregelen.
Zodra dit ACM onderzoek is afgerond, zal ik aangeven hoe ik omga met de moties die
verzoeken om het introduceren van prijsregulerende maatregelen door de overheid, zoals
de motie van het lid Graus c.s. (Kamerstuk 36 410 XIV, nr. 40) en de motie van het lid Beckerman c.s. (Kamerstuk 36 410 XIV, nr. 63) vragen.
De Kamer heeft mij per motie verzocht te verkennen welke mogelijkheden de overheid
heeft om prijzen en ketenvorming te reguleren (Kamerstukken 36 600 XIV, nr. 48 en 28 286, nr. 1350). Met de bovenstaande actielijnen geef ik invulling aan de verkenning naar maatregelen
die de overheid kan nemen, conform ook de toezegging van mijn voorganger tijdens het
begrotingsdebat van LNV van januari 2024.
Afsluiting
Ik constateer dat in de afgelopen decennia enorme veranderingen hebben plaatsgevonden
in de diergeneeskundige zorg. De professionalisering heeft geleid tot een hoger niveau
van zorg. Daar hebben zowel het dier, de eigenaar, de praktijk en de veterinaire professional
baat bij gehad. Tegelijkertijd heeft dit geleid tot zorgen over de aanzienlijke prijsstijgingen
in met name de spoedzorg, en vragen over voldoende keuzevrijheid voor de consument
en concurrentie in de markt voor diergeneeskundige zorg. Daarom zet ik mij, samen
met de beroepsgroep en de Minister van EZ, maximaal in op verschillende sporen zoals
beschreven in deze brief. Ik verwacht dat met deze acties de positie van de consument
beter wordt geborgd en de markt voor diergeneeskundige zorg wordt versterkt, wat zal
leiden tot kostenbesparingen voor de consument. Wanneer het ACM-onderzoek gereed is,
zal ik uw Kamer over de uitkomsten informeren.
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie
Indieners
-
Indiener
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur