Brief regering : Handvatten voor Kamerleden voor controleren doeltreffendheid en doelmatigheid beleid voor het Ministerie van Justitie en Veiligheid
31 865 Verbetering verantwoording en begroting
Nr. 277
BRIEF VAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARISSEN VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 april 2025
1. Aanleiding
Uw Kamer heeft behoefte aan inzicht in de verwachte doeltreffendheid en doelmatigheid
van beleid. Dat spreekt ook uit de recente moties Van Vroonhoven/Vermeer1 en Van der Lee2. Vanuit de Operatie Inzicht in Kwaliteit (2018–21) zijn er nieuwe beleidsinstrumenten
ontwikkeld, die uw Kamer daarbij houvast kunnen geven. De bovengenoemde moties hebben
bovendien geleid tot enkele aanscherpingen rondom de betreffende instrumenten3.
Met deze brief brengen we deze beleidsinstrumenten graag onder de aandacht van uw
Kamer. Daarbij willen we u graag uitnodigen voor een technische briefing in de aanloop
naar het jaarlijkse verantwoordingsdebat. Specialisten van ons ministerie geven dan
een uitgebreide toelichting hoe uw Kamer gebruik kan maken van deze instrumenten bij
haar controlerende taak.
2. Handvatten voor Kamer vanuit beleidsinstrumenten
Zijn nieuwe maatregelen in de aanpak van de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit
effectief en doelmatig? Moet er bijgestuurd worden op beleid over huiselijk geweld
en femicide? Heeft het kansspelenbeleid de afgelopen jaren de gewenste resultaten
opgeleverd? En zo nee: hoe kan het beter?
De genoemde instrumenten helpen om in alle fases van de beleidscyclus het antwoord
te krijgen op dergelijke vragen. Belangrijke instrumenten zijn de Strategische Evaluatie
Agenda (SEA) met de bijbehorende Periodieke Rapportages, Beleidskeuzes uitgelegd (artikel
3.1 van de Comptabiliteitswet) en het Beleidskompas. Het gebruik van deze instrumenten
draagt bij aan een betere beleidskwaliteit door beter onderbouwde besluitvorming,
meer op kennis gebaseerd beleid, meer inzicht in wat wel en niet werkt en beleid dat
beter aansluit bij burgers en bedrijven.
Hieronder staan per instrument de handvatten die ze uw Kamer bieden en relevante actuele
ontwikkelingen. Een korte toelichting op de drie instrumenten is te vinden in bijlage
1.
2.1 Strategische Evaluatie Agenda (SEA) en Periodieke Rapportages
Uw Kamer kan de SEA gebruiken om te controleren en sturen op de doeltreffendheid en
doelmatigheid van beleid door:
• wensen voor evaluatie en monitoring van beleid kenbaar te maken middels Kamervragen;
• de evaluatieprogrammering te beoordelen, er vragen over te stellen en aanvullende
wensen mee te geven, in het bijzonder bij de begrotingsbehandeling;
• toe te zien op de uitvoering van evaluaties en monitors uit de SEA, in het bijzonder
bij het verantwoordingsdebat;
• vragen te stellen over het Plan van aanpak van de Periodieke Rapportage (de zogenaamde
Harbersbrief) en hier eventueel wensen over meegeven;
• de Kabinetsreactie van de Periodieke Rapportage te beoordelen, er vragen over te stellen
en aanvullende wensen mee te geven om aan te sturen op het verbeteren van beleid;
• erop toe te zien dat de toezeggingen met betrekking tot de opvolging van aanbevelingen
uit Periodieke Rapportages en andere belangrijke evaluaties worden nageleefd. Vanaf
2026 wordt hier jaarlijks over gerapporteerd.
De volgende actuele ontwikkelingen zijn hierbij van belang:
• Binnen JenV zijn de SEA-thema’s waarop Periodieke Rapportages worden gemaakt vorig
jaar herijkt. Er zijn nu 12 JenV-thema’s waarover periodiek verantwoording afgelegd
moet worden.
• De eerste Periodieke Rapportage van JenV wordt eind 2025 verstuurd aan de Kamer (Contraterrorisme,
begrotingsartikel 36.2).
• In 2026 volgen de Periodieke Rapportages over Veiligheid en lokaal bestuur (begrotingsartikel
33) en Voorkomen van (herhaald) crimineel gedrag (artikel 34.1–34.5). Het Plan van
aanpak voor deze onderzoeken wordt voor Prinsjesdag 2025 aan uw Kamer verstuurd.
• Als gevolg van de motie Van Vroonhoven-Vermeer wordt na de afronding van de eerste
Periodieke Rapportages jaarlijks gerapporteerd aan de Kamer over de opvolging van
de aanbevelingen uit Periodieke Rapportages.
• Als onderdeel van het verbeteren van de beleidskwaliteit wordt binnen JenV gewerkt
aan verbetering van de kwaliteit van de SEA. Zo wordt voor enkele beleidsthema’s de
beleidstheorie gereconstrueerd. Beleidstheorieën maken duidelijk welke kennis/inzichten
nodig zijn voor een goede verantwoording over het beleid. Transparantie in de begroting
over deze inzichtbehoefte helpt uw Kamer te controleren of de geprogrammeerde (evaluatie)onderzoeken
van JenV bijdragen aan een goede verantwoording over beleid. Idealiter levert het
Beleidskompas een groot deel van de beleidstheorie op.
Betrokkenheid van Kamerleden bij de SEA is essentieel en inbreng vanuit de Kamer wordt
dan ook zorgvuldig meegewogen. Tegelijkertijd staat voorop dat de programmering van
de SEA plaatsvindt binnen de kaders van de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek4 en op basis van strategische afwegingen zodat zo relevant mogelijk inzicht wordt
verkregen in de doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid. Veel van de onderzoeken
voor JenV worden uitgevoerd door het WODC. Vanuit haar onafhankelijke positie bepaalt
het WODC zelf de onderzoeksprioriteiten en -vragen om de wetenschappelijke kwaliteit
en relevantie van het onderzoek te waarborgen.
2.2 Beleidskeuzes uitgelegd (CW3.1) en Beleidskompas
Uw Kamer kan Beleidskeuzes uitgelegd/CW3.1 en het Beleidskompas gebruiken om te controleren
en sturen op de doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid door:
• de informatie uit Beleidskeuzes uitgelegd/CW3.1 te gebruiken om in het debat over
beleidsvoorstellen de Minister te bevragen over de doeltreffendheid en doelmatigheid;
• op basis van de evaluatieparagraaf van Beleidskeuzes uitgelegd aangeven aan welke
monitors en evaluaties zij prioriteit geeft en eventueel welke aanvullende onderzoeksvragen
ze beantwoord wil zien;
• eisen dat Beleidskeuzes uitgelegd/CW3.1 en/of het Beleidskompas toe wordt gepast wanneer
dit nog niet is gebeurd.
De volgende actuele ontwikkelingen zijn hierbij van belang:
• In 2023 bedroeg de naleving van Beleidskeuzes uitgelegd rijksbreed 41%5. In reactie daarop heeft de Kamer de motie van der Lee6 aangenomen, waarin de regering wordt verzocht een plan op te stellen waardoor de
naleving in 2025 minstens 60% bereikt. Om de naleving te versterken wordt vanaf de
eerste suppletoire begroting 2025 in het overzicht van majeure uitgavenmutaties opgenomen
over welke nieuwe uitgaven uw Kamer een bijbehorende CW3.1-toelichting zal ontvangen.
• De evaluatie van Beleidskeuzes uitgelegd7 laat zien dat de kwaliteit van de ingevulde kaders beter moet. Hiervoor is het belangrijk
dat het Beleidskompas goed wordt doorlopen.
• Bij JenV was er in 2023 één voorstel dat binnen de scope van Beleidskeuzes uitgelegd
viel. Hiervoor is een kader Beleidskeuzes uitgelegd ingevuld. De ervaring van de laatste
jaren laat echter zien dat zowel de naleving als de kwaliteit van de toepassing van
CW3.1 ook bij JenV om aandacht vragen.
3. Technische briefing
Tijdens een technische briefing kan verder worden ingegaan op de SEA van JenV en duidelijk
worden gemaakt hoe uw Kamer de SEA kan gebruiken. Dit kan worden gekoppeld aan concrete
momenten zoals het verantwoordingsdebat, de begrotingbehandeling en communicatie over
de Periodieke Rapportage aan uw Kamer. Naast de SEA kunnen de specialisten van het
ministerie ingaan op Beleidskeuzes uitgelegd/CW3.1.
Dergelijke sessies hebben eerder plaats gevonden bij andere departementen. Zo heeft
SZW een informele technische sessie met Kamerleden gehouden over de SEA en heeft VWS
een ambtelijk gesprek gevoerd over de SEA met de rapporteur van de begroting.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, I. Coenradie
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, T.H.D. Struycken
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid