Brief regering : Voortgangsbrief verbeteraanpak UWV
26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)
Nr. 812
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 maart 2025
Op 22 november heb ik u geïnformeerd over de voorgenomen aanpak van UWV om de fouten
te herstellen die zijn gemaakt bij de vaststelling van het dagloon van WIA-uitkeringen
in de periode 2020–2024 en het zo snel mogelijk verbeteren van de kwaliteit van de
vaststelling van de WIA-uitkeringen1. Hierbij bied ik u de update van de verbeteraanpak van UWV aan.
Sinds november heeft UWV hard gewerkt aan de verdere uitwerking. De correctieoperatie
en de verbetering van de kwaliteit is een omvangrijk en complex proces. Daarbij is
grote zorgvuldigheid geboden omdat het gaat om de bestaanszekerheid van mensen. Ik
begrijp ook dat mensen snel duidelijkheid willen, met name over de correcties en de
eventuele gevolgen en doorwerking daarvan op bijvoorbeeld hun toeslagen. We mogen
hen niet te lang in onzekerheid laten, zeker gezien de kwetsbare positie waarin velen
van hen verkeren. UWV probeert in de aanpak recht te doen aan de balans tussen zorgvuldigheid
en snelheid. En dat zoveel mogelijk te doen in contact met de mensen die het betreft.
Hun belang is steeds het ijkpunt in de keuzes die moeten worden gemaakt.
Zoals gezegd is de correctieoperatie voor UWV een omvangrijke en complexe opgave.
Het is ook een opgave die niet in isolement plaatsvindt. De uitvoering en betaalbaarheid
van de WIA staat vanuit diverse kanten zwaar onder druk. Het stelsel is te ingewikkeld
geworden, de instroom van mensen in de WIA stijgt en de wachtlijsten lopen op. Op
18 februari jl. besprak ik met uw Kamer de inzet op maatregelen om op korte en langere
termijn te komen tot een uitvoerbaarder stelsel en oplossing van de urgente problematiek.
In die context moet ook deze correctieoperatie worden gezien. Op korte termijn moeten
de fouten in de dagloonvaststelling worden opgelost en moet de kwaliteit van de vaststellingen
op orde komen. De basis moet op orde worden gebracht. Dit vergt veel van het UWV.
Om die reden werk ik nauw samen met UWV om het in staat te stellen deze opgaven uit
te voeren. Die zie ik als onlosmakelijk verbonden met de correctieoperatie.
Hieronder geef ik een appreciatie van de stand van zaken. Daarbij maak ik een onderscheid
tussen de activiteiten van de corrigeeroperatie waarvoor een apart organisatieonderdeel
is ingericht binnen UWV en het op orde brengen van de kwaliteit in de reguliere organisatie.
Tevens geef ik aan op welke wijze opvolging is gegeven aan de toezeggingen en de moties
die hier aan raken. Ik sluit af met het proces zoals ik dat tot aan de zomer voor
me zie.
1. Stand van zaken corrigeerorganisatie
1.1 Contact met mensen
De correctieoperatie draait om de mensen bij wie UWV in de afgelopen jaren fouten
heeft gemaakt bij de berekening van het dagloon van hun uitkering. Het is daarom van
groot belang dat zij rechtstreeks betrokken worden bij de aanpak van de correctie.
Dat niet alleen over deze mensen wordt gesproken, maar vooral ook met hen. Ik zie
dat UWV die handschoen oppakt. In de update staat beschreven hoe UWV daar al mee bezig
is en hoe daar vervolg aan wordt gegeven. Kern is daarbij de lerende aanpak waarbij
UWV samen met een kleine groep cliënten de correctieaanpak doorleeft. Op basis van
de gezamenlijke lessen en ervaringen van de cliënten brengt UWV verbeteringen aan
in de correctieaanpak. Daarnaast is sprake van een wisselwerking tussen het rechtstreeks
spreken van mensen in focusgroepen en contact via diverse belangen- en vertegenwoordigingsorganisaties.
Ik heb ook zelf gesproken met mensen over hun ervaringen met arbeidsongeschiktheidsuitkeringen
en blijf dat doen. Het besef dat mensen in een kwetsbare fase van hun leven worden
geconfronteerd met nog meer onzekerheid door toedoen van de overheid, sterkt mij in
mijn ambitie om fouten te herstellen en de kwaliteit van de dienstverlening door het
UWV te verbeteren. Hun belang is steeds het ijkpunt in de keuzes die gemaakt worden.
Dat wordt ook zo gevoeld in het kabinet. Aan de oproep van het lid Omtzigt om breder
vanuit het kabinet het contact met mensen hierover te hebben wordt gehoor gegeven.
Ik zal uw Kamer daarvan op de hoogte houden.
1.2 Omvang problematiek
UWV heeft over de periode januari 2020 – september 2024 200.000 WIA-uitkeringen geanalyseerd
op mogelijke fouten in de dagloonvaststelling. UWV kan niet garanderen dat de kwaliteit
van de dagloonvaststelling in de periode september 2024 tot en met december 2024 inmiddels
voldoende op orde was. Daarom worden ook over die periode uitkeringen gecontroleerd
op dagloonfouten en waar nodig gecorrigeerd. Dat zal het totaal aantal betrokken uitkeringen
verhogen van 200.000 naar ongeveer 220.000. De verwachting is dat van deze 20.000
uitkeringen ongeveer 5.000 uitkeringen moeten worden gecontroleerd op dagloonfouten.
De corrigeeroperatie geeft prioriteit aan het oppakken van lopende uitkeringen. Samen
met UWV zal ik bezien of het mogelijk is om ook beëindigde uitkeringen te controleren
en waar nodig te corrigeren.
De eerste fase van de analyse van 200.000 uitkeringen heeft UWV afgerond. Daarvan
moeten 38.000 uitkeringen nader worden onderzocht op fouten. Hier moeten de naar schatting
5.000 uitkeringen door de uitbreiding naar 31 december 2024 bij worden opgeteld. Dat
maakt het totaal te controleren uitkeringen circa 43.000. Bij de overige uitkeringen
is er geen aanleiding om aan te nemen dat er bij de vaststelling van de hoogte van
het dagloon fouten zijn gemaakt. Dit heeft UWV uitgebreid getoetst. Het aantal van
43.000 ligt binnen de bandbreedte die in november jl. werd ingeschat. Al deze 43.000
uitkeringen zullen één voor één handmatig worden onderzocht op daadwerkelijke fouten.
Op dit moment is dus nog onbekend bij hoeveel van die 43.000 uitkeringen daadwerkelijk
fouten zijn gemaakt bij de vaststelling van het dagloon. Daarmee is ook nog niet bekend
in welke mate fouten hebben geleid tot een te hoog of te laag dagloon. UWV begint
in maart met het informeren van hun cliënten.
De budgettaire gevolgen van de corrigeeroperatie worden meegenomen in de voorjaarbesluitvorming.
Dit betreft nadrukkelijk een eerste inschatting.
1.3 Opzet van de correctieoperatie
Voor het correctieproces wordt binnen UWV een aparte organisatie opgezet. Overigens
is dit niet «pijnloos», want het heeft consequenties voor de inzet van UWV op andere
terreinen. Daarom vind ik het belangrijk om UWV waar mogelijk te helpen, zodat het
niet ten koste gaat van dienstverlening richting uitkeringsgerechtigden. Ik verken
samen met UWV tijdelijke maatregelen om het huidige werk te verlichten. De focus ligt
hierbij op maatregelen die de uitvoering van de WW moeten ontlasten. Medewerkers die
nu werken aan de uitvoering van de WW hebben ervaring met berekeningen van het dagloon
en zijn inzetbaar voor de correctieoperatie. Maatregelen worden onder andere gewogen
op basis van de gevolgen voor uitkeringsgerechtigden, uitvoerbaarheid, juridische
mogelijkheden en budgettaire gevolgen.
Uitkomsten Gateway review
Zoals aangekondigd in de Stand van de uitvoering sociale zekerheid van december 2024
heeft Bureau Gateway op mijn verzoek een review uitgevoerd. Op 11 maart heb ik het
bij deze brief gevoegde rapport met hun conclusies en aanbevelingen ontvangen. Het
reviewteam heeft onderzoek gedaan in hoeverre de correctieorganisatie toereikend is
om de WIA-correctieoperatie adequaat uit te voeren. De hoofdconclusie is dat de correctie-organisatie,
die UWV aan het oprichten is, op de goede weg is. Ik ben blij met deze conclusie.
Tegelijkertijd schetst het reviewteam een context van een uitvoeringsorganisatie onder
druk, complexiteit van wet-en-regelgeving en intensieve politieke en maatschappelijke
aandacht, waarbinnen UWV deze opdracht moet vervullen. Bureau Gateway doet in het
rapport zes aanbevelingen, die onder meer betrekking hebben op de verhouding tussen
de correctie-organisatie en de reguliere organisatie, de samenwerking tussen UWV en
SZW, universele werkinstructies en het kwaliteitsmanagement binnen UWV en sturing
in relatie tot de (uitvoering van de) WIA. De Raad van Bestuur en ik onderschrijven
deze aanbevelingen en zullen in gezamenlijkheid werken aan de implementatie van de
aanbevelingen.
1.4 Aanpak correcties
In de oorspronkelijke verbeteraanpak en de bij deze brief gevoegde update licht UWV
toe op welke wijze en met welke uitgangspunten men de correcties wil aanpakken. Ik
onderschrijf die aanpak. UWV is in het kader van een lerende aanpak onlangs gestart
met het in kaart brengen van de gevolgen voor de uitkering van een zeer beperkt aantal
van 20 uit de groep mensen die zichzelf bij UWV hebben gemeld. Dit gebeurt op een
zorgvuldige manier, waarbij onder meer de keuze aan mensen zelf gelaten wordt om hieraan
mee te doen. Alvorens over te gaan tot beschikken, vindt daarover nader overleg plaats
met de relevante ketenpartners. Ik wil een paar specifieke aspecten van de corrigeeroperatie
uitlichten, mede gelet op de expliciete aandacht die uw Kamer daarvoor heeft gevraagd.
Centraal staat de menselijke maat en de lessen die in dat verband zijn geleerd uit
andere correctieoperaties. Een daarvan gaat over keteneffecten. In geval van nabetalingen
moet zoveel mogelijk voorkomen worden dat mensen in problemen raken als gevolg van
keteneffecten die optreden bij andere partijen, zoals verlies of verlaging van het
recht op toeslag(en) met (hoge) terugvorderingen tot gevolg. De problematiek rond
keteneffecten is erg complex, door het grote aantal ketenpartners en doordat ook de
doorwerking verschilt per ketenpartner. Een perfecte oplossing waarbij alle keteneffecten
worden weggenomen bestaat niet. UWV werkt enkele scenario’s met verschillende opties
uit, waarbij het uitgangspunt is om onbedoelde keteneffecten voor mensen zo veel mogelijk
te voorkomen. In overleg met alle ketenpartners worden de opties uitgewerkt, inclusief
de budgettaire gevolgen. Opties die worden uitgewerkt gaan onder andere over communicatie
richting uitkeringsgerechtigden en ketenpartners, ondersteuning van uitkeringsgerechtigden
en onderlinge verrekening tussen UWV en ketenpartners. Ook wordt uitgewerkt of een
nabetaling buiten het inkomen kan worden gehouden. Daarbij onderzoeken we, op verzoek
van de Tweede Kamer, ook de optie van een onverplichte tegemoetkoming. Ik streef ernaar
uitgewerkte scenario’s zo spoedig mogelijk aan uw Kamer te kunnen schetsen. Belangrijk
is dat voorafgaand aan de start van het corrigeren zoveel als mogelijk duidelijk is
hoe met keteneffecten wordt omgegaan, waarbij het uitgangspunt is dat negatieve keteneffecten
zoveel mogelijk worden gemitigeerd. UWV doet dat in nauw overleg met alle ketenpartners
en zal daar met hen afspraken over maken. Ook zal voorafgaand aan de start worden
bezien hoe met de eventuele kosten van mitigerende maatregelen wordt omgegaan. Eventuele
kosten van mitigerende maatregelen moeten worden gedekt conform begrotingsregels.
In mijn brief van 22 november jl. heb ik het uitgangspunt uitgesproken dat we zeer
terughoudend zijn met terugvorderen, want mensen mogen niet de dupe worden van fouten
die de overheid heeft gemaakt. Alleen als het mensen redelijkerwijs duidelijk kon
zijn dat de WIA-uitkering te hoog was vastgesteld kan er aanleiding zijn voor een
terugvordering. In mijn gesprekken met mensen is mij duidelijk geworden dat deze uitspraak
tot onzekerheid leidt bij mensen: had ik kunnen weten dat ik te veel kreeg? En moet
ik straks terugbetalen? Ik hecht er daarom aan te benadrukken dat hier zeer terughoudend
mee wordt omgegaan. Alleen als de WIA-uitkering hoger is dan het eerdere loon, bekijkt
UWV per individueel geval of het iemand redelijkerwijs duidelijk was of had kunnen
zijn dat de uitkering te hoog was. En vervolgens zal UWV ook nog kijken naar de financiële
en sociale gevolgen voor de betrokken persoon. Ook onderzoekt UWV of volledig afzien
van terugvorderen doelmatig zou kunnen zijn door onder andere de besparing op de uitvoeringskosten
die dat met zich meebrengt. Daarbij wordt ook de maatschappelijke impact betrokken.
Een aanpak voor het zoveel mogelijk voorkomen van keteneffecten en duidelijkheid omtrent
het terugvorderbeleid zijn essentiële voorwaarden voordat met de daadwerkelijke correcties
kan worden begonnen. Dit geldt eveneens voor de wijze waarop met de effecten voor
werkgevers, verzekeraars en pensioenfondsen wordt omgegaan. In de paragraaf hieronder
ga ik nader in op deze effecten.
1.5 Impact voor werkgevers, pensioenfondsen en verzekeraars en toeslagen
Werkgevers
UWV gaat fouten corrigeren en deze WIA-uitkeringen herzien. De correcties die UWV
verricht voor uitkeringsgerechtigden hebben ook financiële implicaties voor werkgevers.
Daarbij valt een onderscheid te maken naar de terugwerkende kracht van de correcties
(terugkijkend naar de afgelopen jaren) en het toekomstig effect van de correcties
(de hoogte van de uitkering wordt vanaf een bepaald moment voor de toekomst aangepast).
Verder is er een verschil tussen de effecten voor de publiek verzekerde werkgevers
en voor de eigenrisicodragers (ERD).
Op dit moment worden mogelijke effecten in kaart gebracht en worden scenario’s ontwikkeld
hoe daar het beste mee kan worden omgegaan. Voor het aanpassen van de hoogte van de
uitkering naar de toekomst worden geen complicaties verwacht. Die aanpassing werkt
altijd door in de premie die de werkgever betaalt of in de uitkering die de werkgever
als eigenrisicodrager betaalt. Die doorwerking leidt niet tot naheffingen, terugbetalingen
of verrekeningen.
Voor de correcties met terugwerkende kracht ligt dat complexer. ERD betalen voor eigen
rekening uitkeringen uit aan werknemers. Het is ook mogelijk dat UWV deze uitkeringen
uitbetaalt en de bedragen verhaalt op de ERD. Deze uitkeringen kunnen als gevolg van
dagloonfouten te hoog of te laag zijn geweest. De publiek verzekerde werkgevers betalen
een gedifferentieerde premie. Voor deze publiek verzekerde werkgevers heeft een herstelactie
gevolgen in de toekomst in de vorm van bijgestelde premies. Hierbij speelt ook het
terugvorderbeleid een rol. Als mensen een te hoge uitkering hebben gehad die niet
wordt teruggevorderd, dan heeft dat effect voor werkgevers die een te hoge uitkering
of premie hebben betaald in de afgelopen jaren. Hoe om te gaan met deze en andere
effecten wordt door UWV uitgewerkt. Vanzelfsprekend worden werkgevers daarbij betrokken.
Pensioenfondsen en verzekeraars
Verzekeraars bieden aanvullende WIA-verzekeringen aan voor (individuele) werknemers
van werkgevers. Verzekeraars bieden verschillende pakketten aan: de ene keer vullen
zij aan naar rato van de WIA-uitkeringen van het UWV, de andere keer vullen zij aan
tot een nader bepaald maximum. Als een uitkering stijgt, dan kan dat in de markt leiden
tot meestijgende of juist dalende aanvullingen. Als een uitkering daalt, treden omgekeerde
effecten op. In de praktijk zal het dan bijvoorbeeld voorkomen dat als UWV een nabetaling
doet aan een uitkeringsgerechtigde een verzekeraar een terugvordering moet doen omdat
dat betekent dat hij in het verleden teveel heeft aangevuld.
Pensioenfondsen bieden arbeidsongeschiktheidspensioenen aan via werkgevers. Een arbeidsongeschiktheidspensioen
komt inhoudelijk overeen met de aanvullende verzekering, maar wordt vaak collectief
aangeboden aan alle werknemers van werkgevers. Aanpassingen in de uitkering hebben
gevolgen voor het pensioen dat is uitgekeerd aan de werknemer. Zowel aanvullende WIA-verzekeringen
als arbeidsongeschiktheidspensioenen hebben direct invloed op het inkomen van de uitkeringsgerechtigde.
Ik ben samen met UWV in gesprek met pensioenfondsen en verzekeraars om dit keteneffect
voor de uitkeringsgerechtigde in kaart te brengen en zo nodig te beperken.
Toeslagen
Een nabetaling van het UWV leidt tot een verhoging van het verzamelinkomen, wat direct
kan leiden tot een aanpassing van het voorschot en het (deels) verliezen van het recht
op toeslagen. Ook kan dit in het volgende jaar leiden tot (hoge) terugvorderingen
van uitgekeerde toeslagen. Omdat het inkomen in het jaar na de nabetaling teruggaat
naar het normale en lagere niveau kunnen jojo-effecten in de hoogte van de toeslagvoorschotten
ontstaan. UWV werkt opties uit om doorwerking van nabetalingen op toeslagen in zijn
geheel te voorkomen. Voor het geval dat dat niet haalbaar wordt geacht, wordt tegelijkertijd
ook gekeken naar mogelijkheden om achteraf te compenseren.
2. Kwaliteit op orde brengen
In mijn kamerbrief van 22 november 2024 heb ik aangegeven dat UWV in oktober 2024
is gestart met het inrichten en uitvoeren van een nieuw kwaliteitssysteem voor de
sociaal-medische beoordelingen. Het gaat om de Meting Operationele Kwaliteit (MOK).
Deze kwaliteitscontroles zijn gericht op alle aspecten van de beoordeling, zoals de
administratieve beoordeling, de dagloonberekening en de medische- en arbeidsdeskundige
beoordeling. Het doel is dat fouten snel gesignaleerd worden, zodat deze hersteld
kunnen worden. Daarnaast geeft het nieuwe kwaliteitssysteem periodiek inzicht in de
meest gemaakte fouten, waardoor UWV hier gericht actie op kan inzetten en het kwaliteitsbewust
werken in de organisatie structureel wordt vergroot
Tegelijkertijd is UWV bezig om ook op andere manieren een beter zicht te krijgen op
de kwaliteit van de sociaal-medische dienstverlening. Zo loopt er een onderzoek naar
de kwaliteit van de vaststelling maatmanloon en heeft UWV een externe partij verzocht
het nieuwe kwaliteitsmanagementsysteem breed te evalueren met een verdieping op de
sociaal-medische dienstverlening. Daarnaast intensiveert UWV de investering in haar
medewerkers, in de vorm van opleidingen, duidelijkere werkinstructies en verbeteringen
in de IT.
Ik volg de voortgang op de diverse ingezette acties nauwlettend. Tot het moment dat
UWV het kwaliteitssysteem MOK volledig heeft geïmplementeerd, en dit op een kwalitatief
juiste wijze werkend is voor alle sociaal-medische beoordelingen en dienstverlening,
zal ik uw Kamer periodiek informeren over de voortgang en resultaten door middel van
de Kamerbrieven over de correctieoperatie en verbetering van de kwaliteit binnen UWV.
In de volgende paragrafen ga ik opeenvolgend in op hoe ik vereenvoudigingen verken
om de druk op UWV te verlichten, de implementatie van het nieuwe kwaliteitssysteem
(MOK), het externe onderzoek naar het nieuwe kwaliteitssysteem MOK, de lopende onderzoeken
naar de kwaliteit van de vaststelling van het maatmanloon en de ondersteuning van
cliënten in onzekerheid.
2.1 Vereenvoudiging wetgeving WIA en dagloonregels
In de Kamerbrief van 22 november 2024 heb ik aangegeven dat samen met UWV nader bekeken
wordt op welke wijze de dagloonsystematiek geharmoniseerd en/of vereenvoudigd kan
worden. De nadruk in deze fase ligt op optimalisatie binnen UWV. Onderdeel daarvan
is de vaststelling van het dagloon door harmonisatie minder foutgevoelig te maken.
Dat betreft onder meer een heldere en eenduidige instructie en ondersteuning voor
het omgaan met ingewikkelde berekeningen en controles van de gegevens. Daarnaast zet
UWV in op verdergaande automatisering. Het zijn vaak handmatige onderdelen in het
proces die de berekening foutgevoelig maken.
Tevens onderzoeken UWV en SZW gezamenlijk mogelijke vereenvoudigingen van de dagloonsystematiek.
De inzichten die UWV opdoet over de veel gemaakte fouten wordt hierbij betrokken.
Wijzigingen aan de systematiek betreffen een langdurig traject, waarbij oog moet zijn
voor de effecten op zowel de verschillende betrokken partijen (uitkeringsgerechtigden,
uitvoerder en (ex-) werkgever), begrijpelijkheid, financiële effecten en geldende
juridische verplichtingen uit bijvoorbeeld internationale verdragen en jurisprudentie.
Ik verwacht u in de tweede helft van dit jaar over de voortgang nader te kunnen informeren.
Met de inzet op zowel optimalisatie van het proces binnen UWV als vereenvoudiging
wordt opvolging gegeven aan de motie De Jong (PVV)2.
Tegelijkertijd verken ik hoe ik met vereenvoudigingen de druk op de uitvoeringsorganisatie
kan verlichten. Dit neem ik mee in de uitwerking van OCTAS op korte termijn, zoals
ik ook met uw Kamer heb besproken op 18 februari. Ik voel de urgentie, al ligt hier
ook een uitdaging omdat er op dit moment geen aanvullende middelen beschikbaar zijn.
2.2 Implementatie nieuw kwaliteitssysteem (MOK)
In oktober 2024 is UWV gestart met de eerste kwaliteitscontroles MOK voor de WIA-
en Wajong-beoordelingen. Met deze kwaliteitsmeting toetst een UWV-district kruiselings
de dossiers, die onderdeel uitmaken van de steekproef, van een ander district. Dit
wordt gedaan door medewerkers, zodat zij zelf ook leren van deze toetsing. Vervolgens
toetst het landelijk team van auditors een deel van de getoetste dossiers. Geconstateerde
fouten met impact op een uitkering worden vervolgens direct gecorrigeerd. Daarnaast
geven de controles inzicht in veel gemaakte fouten, waar UWV op kan acteren met leer-
en verbetertrajecten.
Voor de eerste MOK-controles die eind 2024 zijn uitgevoerd op WIA- en Wajong-beoordelingen
is gebleken dat het op een juiste en uniforme wijze uitvoeren van de controles nog
aandacht behoeft. Uit de eerste landelijke controles blijkt dat er verschillen zitten
in hoe de controles in de praktijk worden uitgevoerd. Als gevolg van deze praktijkvariatie
is er nog onvoldoende consistentie tussen de controles, waardoor de uitkomsten van
de eerste MOK-controles niet betrouwbaar zijn en hier nog geen juiste conclusies aan
kunnen worden verbonden over de algehele kwaliteit van de WIA- en Wajong-beoordelingen
in die periode. UWV streeft ernaar deze uitvoering van de MOK-controles steeds meer
uniform te krijgen en verwacht uiterlijk september 2025 de MOK-controles op de WIA-
en Wajong-beoordelingen landelijk op een juiste en consistente wijze te kunnen uitvoeren.
Ik vind het een goede eerste stap dat UWV inmiddels is gestart met het implementeren
van een nieuw kwaliteitssysteem. Tegelijkertijd zijn er ook zorgen. De eerste kwaliteitscontroles
eind 2024 op de WIA- en Wajong-beoordelingen laten zien dat er tijd en ervaring nodig
is om een dergelijk kwaliteitssysteem goed werkend te krijgen. Daarnaast moet ik helaas
constateren dat UWV het kwaliteitssysteem op een later moment kan implementeren voor
andere sociaal-medische beoordelingen en dienstverlening. UWV geeft aan dat de Ziektewet
vanaf het najaar wordt meegenomen in de MOK-controles. UWV heeft tevens aan een externe
partij gevraagd om het kwaliteitsmanagementsysteem UWV-breed (voor alle wetten) te
evalueren en voorstellen te doen voor verbetering. Deze inzichten gebruikt UWV om
kwaliteitscontroles voor het hele beoordelingsproces beter in te richten: van WIA-beoordeling
tot herbeoordeling.
Ondanks het gegeven dat de eerste MOK-controles nog geen consistent beeld geven over
de kwaliteit van de WIA- en Wajong-beoordelingen, wil ik uw Kamer wel informeren over
de eerste bevindingen vanuit deze controles. De uitkomsten van de WIA-onderzoeken
zijn nog niet bekend. Ik zal uw Kamer later informeren over de uitkomsten. De Staatssecretaris
heeft uw Kamer in januari geïnformeerd over de voorlopige uitkomsten op de Wajong.
2.3 Extern onderzoek naar het kwaliteitsmanagementsysteem
Om het kwaliteitsmanagement op orde te brengen laat UWV naast de hiervoor genoemde
korte termijn maatregelen een extern onderzoek uitvoeren door EY naar opzet, bestaan
en werking van het kwaliteitsmanagementsysteem binnen UWV en mogelijke verbeteringen
daarin. In het onderzoek zijn daarnaast verdiepende vragen opgenomen over het kwaliteitsmanagementsysteem
van het organisatieonderdeel Sociaal Medische Zaken (SMZ).
Hoofdvragen onderzoek kwaliteitsmanagementsysteem UWV:
1. Breng in kaart hoe het kwaliteitsmanagementsysteem (KMS) op UWV-niveau is ingericht
en werkt.
2. UWV onderzoekt jaarlijks zelf de werking van het kwaliteitsmanagementsysteem door
middel van de «interne toets», waarbij in een driejarige cyclus alle onderdelen van
het kwaliteitsmanagementsysteem worden geraakt (n.b. de UWV/ISO 9001 managementprincipes).
In 2023 is dit voor het eerst gedaan. Voer aan de hand van de uitkomsten bij onderzoeksvraag
1 een marginale toets uit over de uitkomsten van de interne toets 2023 en onderzoek
de wijze waarop de «interne toets» wordt uitgevoerd. Ga daarbij na of de interne toets
bijdraagt aan de verbetering van het kwaliteitsmanagementsysteem en adviseer over
mogelijke verbeteringen.
Verdiepende vragen organisatieonderdeel SMZ
3. Wat is er in opzet en bestaan ingericht binnen SMZ om de kwaliteit van de dienstverlening
t.a.v. de WIA, WAJONG en Ziektewet te borgen? Maak hierbij onderscheid voor de medische,
juridische en arbeidskundige werkzaamheden bij SMZ
4. Welke inzichten komen uit deze verdiepende onderzoeksvragen naar voren, geef advies
over waarop SMZ (en UWV) zich moet verbeteren en welke acties hierbij prioriteit moeten
hebben waarbij het cliëntperspectief uiteraard belangrijk is.
De voorziene opleverdatum van het onderzoek is medio juni, zodat ik u in het derde
kwartaal kan informeren over de resultaten en de opvolging die UWV hieraan geeft.
Vanuit dit onderzoek door EY en de uitkomsten van de eerste MOK-controles, zal ik
bezien of er nadere aanvullende maatregelen nodig zijn om de kwaliteitsborging binnen
UWV op orde te krijgen.
2.4 Maatmanloon
Tijdens de behandeling van de begroting SZW in november jl. heb ik met uw Kamer van
gedachten gewisseld over het maatmanloon en specifiek over de vraag of fouten in de
dagloonberekening ook leiden tot aanpassingen in het maatmanloon en daarmee wellicht
tot aanpassing van het arbeidsongeschiktheidspercentage. Ik heb aangegeven daar in
deze brief op terug te komen.
Het maatmanloon is onderdeel van de sociaal-medische beoordeling en wordt mede gebruikt
om de mate van arbeidsongeschiktheid te bepalen. Dat gebeurt door een vergelijking
te maken van het loon dat de werknemer verdiende uit de laatste verrichte arbeid (het
maatmanloon) en het loon dat de werknemer nog kan verdienen. Hieruit volgt of de werknemer
recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Anders dan bij het dagloon is
de berekening van het maatmanloon meer transparant voor mensen, omdat deze terugkomt
in de beoordelingsgesprekken en beschikbare informatie voor mensen.
De berekening van het dagloon en van het maatmanloon verschillen van elkaar en worden
om die reden ook los van elkaar verricht door andere medewerkers binnen UWV. Wel wordt
in beide gevallen gebruik gemaakt van dezelfde brongegevens: namelijk het loon waarover
werknemerspremies worden betaald (het SV-loon) zoals dat in de polisadministratie
is opgenomen. Op basis van die brongegevens wordt dus in verschillende systemen een
andere berekening gemaakt, onder andere doordat verschillende elementen in de loongegevens
relevant zijn voor het dagloon en het maatmanloon. Dat betekent ook dat als een fout
wordt ontdekt in de berekening van het dagloon en het dagloon opnieuw wordt berekend,
dit niet leidt tot een herberekening van het maatmanloon. Herberekening van het maatmanloon
maakt daarmee geen deel uit van de correctieoperatie, die alleen gericht is op correctie
van het dagloon.
Ik heb uw Kamer eerder deze maand geïnformeerd over minimale afwijkingen in de vaststelling
van het maatmanloon door een verkeerde verwerking van CBS-indexcijfers. Daarnaast
onderzoekt UWV momenteel de kwaliteit van de berekeningen. Hierbij gaat het in eerste
instantie om een gericht onderzoek naar de kwaliteit van maatmanloonberekeningen door
middel van een steekproef van 298 dossiers uit de maand oktober 2023. Verder is de
berekening van het maatmanloon ook onderdeel van de MOK-WIA (een steekproef van 375
dossiers in oktober 2024) UWV verwacht de uitkomsten van zowel het gerichte onderzoek
als de MOK in april gereed te hebben. Ik zal uw Kamer daar vervolgens over informeren.
Hierbij zal ik ook de invulling van motie van Kent (SP) meenemen3.
2.5 Ondersteuning van cliënten bij vragen en onzekerheid
Nu er nog diverse onderzoeken lopen naar de kwaliteit en het tijd en aandacht nodig
heeft voordat de kwaliteit op de sociaal-medische beoordelingen weer voldoende is
geborgd, heb ik UWV verzocht om cliënten die zorgen hebben over de juistheid van hun
beoordeling extra dienstverlening te bieden. Dit geldt zowel voor zorgen op het terrein
van de WIA als de Wajong. UWV besteedt via het Klantcontactcentrum al extra aandacht
aan mensen die met dit type zorgen bellen. Ook werkt UWV al geruime tijd aan een intensivering
van persoonlijk contact en begeleiding voor deze mensen, middels een speciaal team
met persoonlijke cliëntondersteuners. Vanuit dit team kunnen mensen een persoonlijk
gesprek krijgen en bekijkt de cliëntondersteuner op basis van de specifieke vragen
en zorgen, welke weg de cliënt kan bewandelen. Dit kan leiden tot een herbeoordeling
of herzieningsverzoek, maar ook tot andere dienstverlening vanuit UWV zoals het Team
Geldzorgen en mediation en een warme doorgeleiding naar bijvoorbeeld de gemeente of
een andere partij, indien dit van toepassing is. Belangrijk om te melden is dat dit
team verder wordt versterkt en de dienstverlening verder wordt uitgewerkt. Dit team
zal bestaan uit gespecialiseerde cliëntondersteuners vanuit UWV zelf én van buiten
UWV, zodat er ook een onafhankelijke blik op de situatie kan worden geworpen. Uitkeringsgerechtigden
kunnen hierbij onafhankelijk financieel advies ontvangen.
Over de nadere inrichting van dit gespecialiseerde team gaat UWV in gesprek met cliëntenraden
en sociale partners en de VNG (met name gelet op de Wajong). Ik vind het zeer belangrijk
dat mensen zich gehoord en geholpen voelen en vertrouw erop dat UWV met dit gespecialiseerde
team mensen daadwerkelijk kan helpen. Daarbij zal UWV ook oog houden voor de rechtsbescherming
van mensen.
3. Correctieoperatie loonloze tijdvakken
Naast de corrigeeroperatie rondom de kwaliteit van de WIA-dagloonvaststellingen vroeg
uw Kamer ook om de aanpak over de herstelactie met betrekking tot loonloze tijdvakken,
onder meer vanwege de samenhang tussen beiden.
In de Stand van de uitvoering december 2024 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitspraken
van de Centrale Raad van Beroep (hierna: CRvB) betreffende de WIA-dagloonvaststelling
in situaties waarin sprake is van een periode zonder inkomen (loonloos tijdvak) in
de WIA-referteperiode. Deze uitspraken hebben ertoe geleid dat voor verzekerden die
recht krijgen op een WIA-uitkering na de datum van de uitspraak, een gewijzigde dagloonvaststelling
geldt als zij zo’n loonloos tijdvak in de WIA-referteperiode hebben.
Voor uitkeringsgerechtigden met een lopende WIA-uitkering is onderzocht wat de implicaties
van de uitspraak zijn voor de hoogte van hun WIA-uitkering. Er zal een herstelactie
worden uitgevoerd voor WIA-uitkeringsgerechtigden die vanaf 1 juli 2015 recht hebben
op een WIA-uitkering en die een loonloos tijdvak in de WIA-referteperiode hadden.
De keuze van de datum van 1 juli 2015 is gebaseerd op de wetshistorie. Tot 1 juli
2015 golden voor de dagloonvaststelling van WW en WIA gelijkluidende regels. Per 1 juli
2015 is hierin een verschil ontstaan, doordat afwijkende regels voor de WW-dagloonvaststelling
zijn gaan gelden. De CRvB heeft vastgesteld dat dit onderscheid een ongerechtvaardigd
verschil in behandeling tussen WW- en WIA-gerechtigden is. Nu dit verschil per 1 juli
2015 is ontstaan, wordt bij deze datum aangesloten voor vaststelling van de doelgroep
waar de gewijzigde dagloonvaststelling zal plaatsvinden.
De hiervoor beschreven doelgroep zal een gewijzigde WIA-dagloonvaststelling krijgen,
conform de berekeningswijze zoals is beschreven in de uitspraak van 30 juli 2024.
Concreet betekent dit dat het totale inkomen uit arbeid in de WIA-referteperiode wordt
gedeeld door een verminderd aantal dagloondagen, zoals ook bij de vaststelling van
het WW-dagloon plaatsvindt. In de uitspraak van 29 november 2023 heeft de CRvB een
andere werkwijze geïntroduceerd. Hieruit zou afgeleid kunnen worden dat, afhankelijk
van de reden van het ontstaan van het loonloze tijdvak (door toekenning van een WW-uitkering
in de WIA-referteperiode of door een andere oorzaak) een andere berekeningswijze van
het WIA-dagloon zou moeten plaatsvinden. Om de complexiteit van de dagloonvaststelling
in het algemeen en de correctieoperatie in het bijzonder niet te vergroten, wordt
ervoor gekozen om de berekeningswijze van de uitspraak van 30 juli 2024 toe te passen.
Deze uitspraak is ook verstrekkender dan de uitspraak van 29 november 2023, omdat
zij niet is gericht op de oorzaak van het loonloze tijdvak, maar op de berekeningswijze
van loonloze tijdvakken in het algemeen. Ik realiseer mij dat de berekeningswijze
van de uitspraak van 30 juli 2024 in enkele gevallen kan leiden tot een lager dagloon
dan wanneer de berekeningswijze van de 29 november 2023-uitspraak wordt toegepast.
Ik hecht echter aan de vermindering van complexiteit bij de dagloonvaststelling.
In voorgaande debatten zijn vragen gesteld door de leden van zowel Groenlinks/PvdA
als NSC vanaf welke datum een aanpassing van het WIA-dagloon naar aanleiding van deze
uitspraken dient plaats te vinden. Gelet op de geldende juridische kaders zullen het
WIA-dagloon en daarmee ook de hoogte van de WIA-uitkering van de betreffende WIA-uitkeringsgerechtigden
worden aangepast per de datum van de toepasselijke uitspraak van de CRvB. Concreet
betekent dit dat WIA-uitkeringsgerechtigden die een loonloos tijdvak hebben als gevolg
van de toekenning van een WW-uitkering in de WIA-referteperiode een herziening zullen
krijgen per 29 november 2023. Voor uitkeringsgerechtigden die een loonloos tijdvak
hebben door een andere oorzaak, zal herziening van het WIA-dagloon plaatsvinden per
30 juli 2024. Om de complexiteit niet verder te vergroten, wordt de uitkering van
WIA-uitkeringsgerechtigden die te maken hebben met meerdere loonloze tijdvakken om
beide redenen, opgehoogd per 29 november 2023.
Zoals eerder aangegeven is het de bedoeling om voor mensen die met meerdere herstelacties
tegelijk worden geconfronteerd, de correctie in een keer uit te voeren. Vanwege die
samenhang zal het moment waarop deze herstelactie zal worden uitgevoerd, evenals andere
elementen, zoals hoe wordt omgegaan met keteneffecten en (financiële) gevolgen voor
werkgevers worden bepaald in synchronisatie met de herstelactie betreffende de WIA-dagloonvaststelling.
Hierover informeer ik u in de volgende voortgangsbrief.
4. Dilemma’s rond sturing en informatievoorziening
In het commissiedebat over de WIA van 18 februari 2025 vroeg u mij om ook in te gaan
op de dilemma’s rond de sturingsrelatie en informatievoorziening tussen UWV en SZW.
Ik acht het noodzakelijk om de sturingsrelatie en de informatievoorziening tussen
UWV en SZW te verbeteren. In de afgelopen jaren is de ernst van knelpunten in de uitvoering
op diverse momenten onvoldoende onderkend. Relevante uitvoeringsinformatie kwam soms
niet of te laat beschikbaar, zoals over fouten in de vaststelling van de uitkeringen.
Daarom heb ik de Algemene Rekenkamer verzocht om hiernaar onafhankelijk onderzoek
te verrichten. De Algemene Rekenkamer verwacht het eindrapport met conclusies en aanbevelingen
in oktober 2025 te publiceren. Voor het eind van het jaar kan ik dan een kabinetsreactie
met uw Kamer delen met daarin maatregelen om de sturingsrelatie en de informatievoorziening
tussen UWV en SZW te verbeteren.
5. Vooruitblik
Mensen centraal stellen. Voortvarend en zorgvuldig. Dat zijn mijn centrale uitgangspunten
bij de aanpak van deze correctieoperatie. UWV is daarmee aan de slag en werkt hard
aan een aanpak die gehoor geeft aan die uitgangspunten. Stap voor stap wordt ingezoomd
op waar de fouten daadwerkelijk zitten en hoe die hersteld moeten worden in combinatie
met het voorkomen van nieuwe fouten.
Voordat het daadwerkelijk corrigeren van uitkeringen kan starten, moeten nog diverse
zaken worden uitgewerkt, zoals het zoveel mogelijk voorkomen van keteneffecten. Ik
verwacht dat UWV dat in de komende maanden kan afronden en zal uw Kamer daar in de
zomer over informeren. Ook zal ik daarbij ingaan op ontwikkelingen in de verbeteraanpak,
bijvoorbeeld nadere inzichten uit de lerende aanpak en een beter beeld over wat voor
correcties worden gedaan. Vooruitlopend op de voortgangsbrief zal ik uw Kamer informeren
over de MOK-uitkomsten op de WIA en het onderzoek naar het maatmanloon nadat ik de
uitkomsten van UWV heb ontvangen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Y.J. van Hijum
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.