Brief regering : Vierde voortgangsbrief aanpak georganiseerde criminaliteit tijdens detentie en berechting
29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit
29 279
Rechtsstaat en Rechtsorde
24 587
Justitiële Inrichtingen
Nr. 465
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 maart 2025
De ondermijnende criminaliteit vormt een groot gevaar voor onze samenleving en onze
democratische rechtsstaat, de bestrijding daarvan is een topprioriteit van het kabinet.
Een (levens)lange gevangenisstraf stopt de zogenaamde «criminele kopstukken» echter
niet. Ook vanuit detentie proberen deze hoogrisicogedetineerden door te gaan met hun
ondermijnende activiteiten en de instandhouding van hun criminele netwerk buiten de
gevangenis. Het tegengaan van voortgezet crimineel handelen vanuit detentie is dan
ook één van de speerpunten van dit kabinet.
De afgelopen vier jaar is de aanpak van georganiseerde criminaliteit tijdens detentie
en berechting geïntensiveerd. Het kabinet gaat deze aanpak verder versterken en investeert
structureel 16 mln. euro in het tegengaan van voortgezet crimineel handelen in detentie.
Het kabinet wil het voor hoogrisicogedetineerden, zoveel als kan, onmogelijk maken
om hun criminele activiteiten vanuit detentie voort te zetten. Dit draagt bij aan
zowel de veiligheid van de maatschappij, als dat van personeel en gedetineerden binnen
de penitentiaire inrichtingen.
Hierbij stuur ik uw Kamer, mede namens de Staatssecretaris Rechtsbescherming, de vierde
voortgangsbrief aanpak georganiseerde criminaliteit tijdens detentie en berechting. In deze brief presenteer ik allereerst de wijze waarop ik uitvoering geef aan het
regeerprogramma (bijlage bij Kamerstuk 36 471, nr. 96), rapporteer ik over overige nieuwe ontwikkelingen en mijlpalen ten aanzien van eerder
aangekondigde maatregelen, geef ik een update over de voortgang van verschillende
moties en volgt mijn reactie op het WODC onderzoek «Grip of in de Greep?».
Uitwerking Regeerprogramma
Het kabinet wil het contact van hoogrisicogedetineerden met de buitenwereld beperken.
Om dreiging van buiten de gevangenis te weren wil het kabinet ook verstevigende fysieke,
organisatorische en elektronische maatregelen treffen. De internationale samenwerking
zal worden versterkt om voortgezet crimineel handelen in detentie (VCHD) tegen te
gaan. Daarnaast wil het kabinet dat onttrekking aan vrijheidsbeneming en elektronische
monitoring strafbaar wordt. Het regeerprogramma wordt daarom uitgewerkt langs vijf
lijnen:
1. Beperken contactmomenten hoogrisicogedetineerden
2. Inzet op dreiging van buiten de Penitentiaire Inrichting (PI)
3. Versterking internationale samenwerking
4. Herijking detentielandschap
5. Strafbaarstelling Onttrekking
1. Beperking contactmomenten hoogrisicogedetineerden
Om VCHD tegen te gaan wil het kabinet de nieuwe maatregelen uit het voorstel van wet
tot wijziging van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) zo snel mogelijk implementeren,
indien dit voorstel tot wet wordt verheven. Op 4 februari jl. heeft de Tweede Kamer
ingestemd met bovengenoemd wetsvoorstel.1 Door de maatregelen in dit wetsvoorstel worden de contactmomenten van hoogrisicogedetineerden
vergaand beperkt. Het aantal contactmomenten met (vooraf) gescreende contacten wordt
wettelijk vastgelegd en beperkt, het aantal rechtsbijstandverleners wordt beperkt
tot twee en er komt visueel toezicht op het contact tussen gedetineerde en rechtsbijstandverlener.
Indien nodig kan ik als Staatssecretaris met het inzetten van de in dit wetsvoorstel
opgenomen bevelsbevoegdheid de contacten van een hoogrisicogedetineerden tot nul beperken.2 De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) bereidt zich op dit moment voor op de implementatie
van deze voorgestelde maatregelen.
Het kabinet vindt het, net als uw Kamer, van groot belang dat deze maatregelen zo
snel mogelijk worden gerealiseerd. Ik hoop daarom op een spoedige behandeling in de
Eerste Kamer.
2. Inzet op dreigingen van buiten de Penitentiaire Inrichting
DJI treft extra maatregelen om dreigingen van buiten de PI tegen te gaan. Zo wordt
er flink geïnvesteerd in apparatuur om contrabande en drones te detecteren en onschadelijk
te maken. Ik licht enkele maatregelen hieronder toe.
Drones
De dronetechnologie is sterk in ontwikkeling en stelt DJI voor uitdagingen. Een belangrijk
deel van de regeerprogrammamiddelen wordt daarom ingezet voor het tegengaan van drones
en ongewenste dronevluchten in de nabijheid van de PI.
DJI beschikt onder andere over een landelijk dekkend dronedetectiesysteem. Dit systeem
wordt met aanvullende technologie versterkt. Ook investeer ik in meer innovatiekracht
bij DJI. Hiervoor wordt, naast apparatuur, extra gekwalificeerd personeel geworven
zodat de drone detectiesystemen zowel huidige maar ook toekomstige drones zoveel mogelijk
kan blijven detecteren. In aanvulling op het dronedetectiesysteem wordt nauw samengewerkt
met veiligheidspartners in de regio’s om eventuele drones zo snel mogelijk te signaleren
en daarop te acteren.
Ik vind het belangrijk dat DJI ook zelf drones uit de lucht kan halen. Hiervoor zijn
middelen gereserveerd. DJI heeft geen eigen bevoegdheid om drones te verstoren of
uit de lucht te halen. Hiervoor moet DJI een bijstandsverzoek doen bij de Politie.
De (juridische) mogelijkheden om DJI zelf te laten beschikken over deze bevoegdheden
worden momenteel verkend. De Kamer wordt na de zomer geïnformeerd over deze uitkomsten.
In de tussentijd bestaat er – waar nodig – via andere wegen de mogelijkheid om drones
te verstoren. Uit veiligheidsoverwegingen kan ik hier verder niet op ingaan.
De inzet van drones biedt ook kansen. Zo zal DJI beschikken over meer en geavanceerdere
eigen drones. Deze drones zet DJI zelf in om de veiligheidssituatie rondom een PI
vanuit de lucht beter te monitoren om afwijkingen te signaleren en daarop te acteren.
Detectie contrabande
Om contrabande verder tegen te gaan wordt er geïnvesteerd in technologische maatregelen.
Te denken valt aan overgooidetectie, GSM-detectie en de inzet van bodyscanners. Daarbij
worden er nog meer veiligheidsmaatregelen getroffen. Vanuit veiligheidsoverwegingen
kan ik niet al deze maatregelen beschrijven, anders worden criminelen wijzer en verliezen
deze maatregelen hun effectiviteit.
Personele versterking
Om de vertaalslag te maken van de technologische ontwikkelingen buiten DJI, naar kansen
en innovaties binnen DJI wordt er extra specialistisch personeel geworven. De werving
daarvoor is gestart. De extra personele inzet wordt bijvoorbeeld ingezet op drone-innovaties,
onderzoek naar GSM-detectie en telefoon-jamming.
3. Versterking internationale samenwerking
Ondermijnende criminaliteit stopt niet bij de grenzen. Ik vind het daarom belangrijk
dat DJI ook ten aanzien van VCHD over de grenzen heen kan samenwerken. Ik zet daarom
in op een versterking van de internationale samenwerking. De internationale samenwerking
tussen gevangenissen wordt versterkt om meer gegevensdeling over gedetineerden mogelijk
te maken. Hiervoor wordt ingezet op extra personele capaciteit bij het Landelijke
Bureau Inlichtingen en Veiligheid (LBIV) en ICT-aanpassingen om de vertrouwelijke
informatie over hoogrisicogedetineerden op een veilige manier te kunnen delen. DJI
werft hiervoor op dit moment extra personeel, ook om bij te dragen aan de strategische
samenwerking voor meer internationale kennisdeling.
Verder wordt vanuit mijn departement, in samenwerking met Europris, de tweede internationale
conferentie naar Voortgezet Crimineel Handelen in Detentie georganiseerd.3 Deze conferentie zal naar verwachting dit najaar plaatsvinden in Italië.
4. Herijking detentielandschap
In de derde voortgangsbrief aanpak georganiseerde criminaliteit tijdens detentie en berechting is het nieuwe detentielandschap voor hoogrisicogedetineerden gepresenteerd.4
DJI heeft het toetsingskader Uitgebreid Beveiligd – Afdelingen Intensief Toezicht
aangescherpt, met daarbij een nieuw programma van eisen. Voor de meest urgente «mitigerende
maatregelen» zijn er in 2024 reeds middelen toegekend. Met de middelen uit het regeerprogramma
worden er aanvullende veiligheidsmaatregelen genomen om de vier bestaande AIT’s in
Leeuwarden, Arnhem, Krimpen aan den IJssel en Alphen aan den Rijn te laten voldoen
aan het nieuwe toetsingskader. Dit ziet op organisatorische, bouwkundige en elektronische
aanpassingen. Deze maatregelen worden gefaseerd geïmplementeerd. De nieuwe AIT’s voldoen
bij oplevering aan het nieuwe programma van eisen.
Elke AIT beschikt uiterlijk in 2030 over een videoconferentie ruimte. Dit draagt bij
aan een beperking van risicovolle vervoersbewegingen omdat verhoren door de Rechter-commissaris
en zittingen plaats kunnen vinden via een hoogwaardige videoverbinding.
Verder verwijs ik naar de paragraaf over de fysieke maatregelen waarin ik nader inga
op de fysieke maatregelen rondom gedetineerden op de EBI en de AIT.
5. Strafbaarstelling onttrekking
In het regeerprogramma staat dat de onttrekking aan vrijheidsbeneming en elektronische
monitoring strafbaar wordt. Deze toezegging uit het regeerprogramma wordt momenteel
uitgewerkt en het wetsvoorstel zal naar verwachting in het voorjaar van 2025 in consultatie
worden gegeven.
Voortgang maatregelen: ontwikkelingen en mijlpalen
In deze paragraaf informeer ik uw Kamer over de nieuwe ontwikkelingen en mijlpalen
binnen de reeks (andere) maatregelen die getroffen worden om georganiseerde criminaliteit
tijdens detentie en berechting tegen te gaan. Daarbij ga ik ook in op enkele algemene
veiligheidsmaatregelen in detentie. Het betreft de fysieke maatregelen, advocatuur,
lopende ontwikkelingen, moties en toezeggingen.
Fysieke maatregelen
Vught
De uitbreiding van de 12 extra EBI-plaatsen in PI Vught, conform de motie Ellian/Wilders,
loopt volgens planning.5 Deze extra EBI-plekken worden in 2026 gerealiseerd. Voor de uitbreiding in Vught
geldt dat de EBI in gebruik kan blijven terwijl de nieuwbouw plaatsvindt.
De EBI in Vught beschikt over twee videoruimtes, waar hoogwaardige videoverhoren plaats
kunnen vinden tijdens hoogrisicozittingen en verhoren door de rechter-commissaris.
De voorbereidingen voor de realisatie van een zittingszaal in de PI Vught ligt op
schema. Dit voorjaar wordt de zittingszaal in PI Vught geopend en in gebruik genomen.
Hierdoor wordt het aantal vervoerbewegingen met EBI-gedetineerden beperkt.
Lelystad
In Lelystad wordt de bouw van een extra beveiligde rechtbank voorbereid, ter vervanging
van de Bunker in Amsterdam-Osdorp. Medio 2024 heeft het Rijksvastgoedbedrijf (RVB)
in opdracht van de Raad voor de rechtspraak (Rvdr) het bouwproject Extra Beveiligde
Zittingszaal (EBZ) Lelystad opgestart. Een projectteam is aan de slag met de verdere
planuitwerking van de EBZ. De geplande ingebruikname van de EBZ is nu medio 2031.
De aanbestedingsprocedure voor de AIT in Lelystad heeft langer geduurd dan is voorzien.
Om deze reden is oplevering met enkele maanden vertraagd. Oplevering staat nu gepland
voor het voorjaar van 2029.
Vlissingen
Conform het verzoek om periodieke updates uit de motie Kuik/Van den Berg meld ik dat
de ontwikkeling van het Justitieel Complex Vlissingen volgens planning verloopt. Het
Europese Aanbestedingsproces is doorlopen en de realisatie van het Justitieel Complex
Vlissingen is op 11 september 2024 gegund. Hiermee is een belangrijke mijlpaal bereikt
in dit bouwproject. De periode van september 2024 tot en met 2026 staat in het teken
van het ontwerpen van het Justitieel Complex Vlissingen, waarna de bouw start. Het
complex zal in 2030 in gebruik worden genomen. Hiermee wordt zo goed als mogelijk
uitvoering gegeven aan de genoemde motie Kuik/Van den Berg6 en de motie Eerdmans,7 die beide de urgentie benadrukken en oproepen tot snelheid.
De realisatie van de EBZ Lelystad en Justitieel Complex Vlissingen (JCV), alsmede
de realisatie van de EBZ in de PI Vught heeft gevolgen voor de taken van de politie
ter beveiliging van de openbare ruimte. In augustus 2024 is een projectteam van start
gegaan, bestaande uit vertegenwoordigers van de rechtspraak, DJI-DV&O, Politie en
JenV om deze gevolgen in kaart te brengen.8 De oplevering van impactanalyse is naar verwachting in het tweede kwartaal 2025 gereed.
De realisatie van de EBZ draagt bij aan een betere beheersing van veiligheidsrisico’s,
met name in combinatie met de mogelijkheden om in de PI Lelystad, net als in het Justitieel
Complex Schiphol, cellen voor tijdelijke overnachting van gedetineerden met een hoog
vlucht- of maatschappelijk risico te realiseren.
Totaal aantal capaciteitsplaatsen EBI en AIT
We werken toe naar 60 EBI-plaatsen in 2030, tegenover 24 nu. Zowel in Vught als in
Vlissingen wordt zo gebouwd dat compartimentering tot blokken van 3 cellen mogelijk
is. Op die manier wordt kleinschaligheid gerealiseerd.
Op dit moment zijn er 49 AIT-plaatsen verspreid over vier locaties: Krimpen aan den
IJssel, Alphen aan den Rijn, Leeuwarden en Arnhem. Medio 20259 worden daar 17 plaatsen in Sittard aan toegevoegd en in 2029 12 plaatsen in Lelystad.
Voor Vlissingen geldt dat er vier paviljoens met 48 plaatsen per paviljoen zullen
worden gebouwd met het beveiligingsniveau uitgebreid beveiligd. In beginsel is één
van die paviljoens bedoeld voor het AIT-regime. Binnen dit paviljoen wordt weer kleinschaligheid
georganiseerd.10
Met deze capaciteitsuitbreidingen tot 60 EBI-plaatsen op twee locaties en circa 126
AIT-plaatsen op zeven locaties kunnen we de hoogrisicogedetineerden met een relatie
tot de georganiseerde criminaliteit ook in de toekomst kleinschalig, veilig en voldoende
gespreid detineren.
Advocatuur
Toezicht advocatuur
Op 17 februari jl. heeft de Staatssecretaris Rechtsbescherming uw Kamer geïnformeerd
over de voortgang van het toezicht op de advocatuur. De Nederlandse orde van Advocaten
heeft opdracht gegeven aan prof. dr. H Winter (RUG) van onderzoeksbureau Pro Facto
om onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek te doen naar de kaders en inrichtingsmodaliteiten
voor het klacht- en tuchtrecht en toezicht op de advocatuur. Het rapport van Pro Facto,
dat voor de zomer verwacht wordt, wordt met interesse tegemoet gezien. Uw Kamer wordt
in het najaar geïnformeerd over de vervolgstappen.
Taskforce bescherming tegen ondermijning
De Nederlandse orde van advocaten (NOvA) heeft de Taskforce Bescherming tegen ondermijning
opgericht. In de vorige voortgangsbrief is mijn ambtsvoorganger uitvoerig ingegaan
op de diverse initiatieven die de NOvA vanuit deze taskforce organiseert.11 Met subsidie van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en de Nationaal Coördinator
Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) zal de NOvA de diverse initiatieven voortzetten
om de weerbaarheid en veiligheid van advocaten verder te vergroten, zoals het organiseren
van weerbaarheidstrainingen, de vertrouwensadvocaat, de noodtelefoon en noodknop.
Weerbaarheidscampagne
In december 2023 is er door de NOvA een weerbaarheidscampagne gelanceerd ter vergroting
van bewustwording en stimulering van de discussie over het onderwerp weerbaarheid/dreiging
binnen de advocatuur. Daarnaast is de NOvA begin 2025 een voorlichtingscampagne gestart
die zich richt op het onderwerp contante betalingen binnen de advocatuur om de bekendheid
over de regels met betrekking tot betalingen te vergroten.
Onderzoek Ipsos I&O naar druk en dreiging bij advocaten
In 2024 heeft Ipsos I&O in opdracht van de NOvA onderzoek gedaan waaruit is gebleken
dat steeds meer advocaten te maken krijgen met agressie, bedreiging en/of intimidatie
tijdens het uitoefenen van hun vak. In 2022 kreeg nog 50 procent van de advocaten
die deelnamen aan het onderzoek te maken met agressie, bedreiging en/of intimidatie.
In 2024 is dat percentage gestegen naar 55 procent. Bij 43,6 procent van de advocaten
ging het zelfs om meerdere incidenten in het afgelopen jaar.
Dit onderzoek maakt zichtbaar dat de huidige inzet op de weerbaarheid van advocaten
van grote waarde is. De Taskforce bescherming tegen ondermijning van de NOvA blijft
onverminderd inzetten op versterking van de weerbaarheid. Met de NOvA wordt er goed
contact gehouden over ontwikkelingen op dit vlak.
Lopende ontwikkelingen, moties en toezeggingen
De Detentie Intelligence Unit
De Detentie Intelligence Unit (DIU) is met ingang van 2025 operationeel. In de DIU
werkt het Openbaar Ministerie (OM), het Gedetineerden Recherche Informatie Punt (GRIP)
en DJI samen aan analyses en aan het opmaken van informatieproducten over gedetineerden.
Deze informatieproducten kunnen vervolgens worden gebruikt bij plaatsingsbeslissingen
en het treffen van gepaste maatregelen in de verschillende fasen van detentie, maar
eveneens om strafbare feiten, ook in de buitenwereld, op te sporen. Het delen van
intelligence levert een belangrijke bijdrage aan de kennispositie van DJI, politie
en het OM over hoogrisicogedetineerden. De eerste resultaten zijn positief en hebben
bijgedragen aan het versterkte veiligheidsbeeld over hoogrisicogedetineerden.
Motie voorkomen van lekken
De motie van de heer Eerdmans (JA21) stelt dat de regering alles in het werk moet
stellen om het lekken van geheime informatie aangaande de EBI te voorkomen.12 Helaas kunnen we nooit honderd procent voorkomen dat er gelekt wordt. Wel heb ik
DJI dringend verzocht om geheimhouding binnen de EBI zo goed als mogelijk te waarborgen.
Dit is in het belang van de samenleving. Hiermee geef ik invulling aan deze motie.
Motie geen voorwaardelijke invrijheidsstelling bij gedetineerde met hoge veiligheidsrisico’s
In de motie van het lid Ellian (VVD) wordt verzocht om bij het OM onder de aandacht
te brengen dat een voorwaardelijke invrijheidsstelling (v.i.) niet gepast is bij veroordeelden
van wie onaanvaardbare veiligheidsrisico’s uitgaan en de Aanwijzing Voorwaardelijke
Invrijheidsstelling tegen deze achtergrond opnieuw te bezien. Dit heeft de Minister
van Justitie en Veiligheid gedaan op 29 november 2024. Het OM verleent geen v.i. als
er veiligheidsrisico’s zijn die niet beheersbaar zijn. Het OM maakt daarbij voor iedere
gedetineerden een individuele afweging. Sinds de inwerkingtreding van de Wet straffen
en beschermen in juli 2021 gaat de v.i. niet langer automatisch in. Het OM kijkt voor
elke gedetineerde naar drie criteria om te bepalen of iemand v.i. krijgt: het gedrag
gedurende de detentie, risico’s die van de gedetineerden uitgaan en de belangen van
slachtoffers, nabestaanden en andere relevante personen. Risico’s voor de samenleving
zijn voor het verlenen van v.i. dus medebepalend. Dit volgt ook uit het nieuwe Wetboek
van Strafvordering, waar in art. 7.3.7 lid 4 sub b is opgenomen dat bij de beslissing
over het verlenen van v.i. in ieder geval de mogelijkheden voor het beperken en beheersen
van risico’s die gepaard gaan met een eventuele invrijheidstelling worden betrokken.
Indien potentiële risico’s niet kunnen worden ondervangen door het stellen van algemene
en bijzondere voorwaarden, kan dat reden zijn om geen v.i. te verlenen. Ten behoeve
van de beoordeling of er aan iemand v.i. verleend kan worden, ontvangt het OM onder
andere advies van de reclassering en DJI. Bij zware en complexe zaken kan bovendien
het Adviescollege Voorwaardelijke Invrijheidstelling (AVI) worden ingeschakeld. Bij
de beoordeling van de verlening van v.i. worden eventuele risico’s terdege meegenomen.
De huidige Aanwijzing Voorwaardelijke Invrijheidstelling biedt hier voldoende ruimte
toe, het is niet nodig om dit te herzien. Hiermee is uitvoering gegeven aan de motie
van het lid Ellian.13
Motie algemeen verbod De Vrije Zielen
Op 2 april 2024 heeft de Tweede Kamer de motie van het lid Ellian (VVD) inzake De
Vrije Zielen aangenomen.14 Met de motie wordt de regering verzocht om het blad De Vrije Zielen niet langer toe
te staan in penitentiaire inrichtingen, justitiële jeugdinrichtingen en forensisch
psychiatrische klinieken. Ik heb besloten dit te regelen via een wijziging van de
huisregels van de inrichtingen en klinieken. In de Regelingen model huisregels wordt
bepaald dat het bezit van De Vrije Zielen, en eventuele opvolgers van dat blad met
een gewijzigde titel, verboden is. De Regelingen model huisregels zullen op 1 april
2025 worden gepubliceerd en in werking treden.
Moties om contrabande tegen te gaan
Het Kamerlid Ellian (VVD) verzoekt in zijn motie om verscherpte controles in te stellen
bij de PI’s waar de meeste telefoons worden gevonden en om aanvullende maatregelen
om het binnen brengen van onder andere telefoons tegen te gaan, met name bij de PI’s
met de meeste voorvallen.15 De genoemde (aanvullende) maatregelen bij de uitwerking van het regeerprogramma dragen
bij om het binnen brengen van contrabande tegen te gaan. Daarbij wordt door de inzet
van onaangekondigde acties van de Landelijke Bijzondere Bijstandseenheid (LBB) van
de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O) in de PI’s (risicogestuurd) gecontroleerd
op de aanwezigheid van contrabande.16 Eerder aangetroffen contrabande zijn signalen op basis waarvan (risicogestuurde)
inzet plaatsvindt.17 Op deze wijze worden er verscherpte controles verricht waar nodig. Deze controles
zijn aanvullend op de maatregelen die de Penitentiaire Inrichtingen treffen om contrabande
tegen te gaan.18
Naar aanleiding van de motie van Kamerlid van Dijk (PVV) is geïnventariseerd op welke
wijze structureel en regelmatig gecontroleerd kan worden op contrabande door de inzet
van speurhonden.19 Voor met name de inzet van een telefoonhond is het van belang dat op basis van goede
voorinformatie gericht naar telefoons wordt gezocht. Hierbij is dan ook sprake van
risicogestuurd zoeken. De inzet van een speurhond in combinaties met de onaangekondigde
acties van het LBB levert veelal het meeste resultaat op.20 De onaangekondigde acties worden indien nodig met de inzet van een speurhond geïntensiveerd.
Naar aanleiding van deze motie streef ik in elk geval naar een verdubbeling van de
inzet van speurhonden in 2025. Hiermee beschouw ik de motie van het lid van Dijk afgedaan.
Onderzoekmoties
Verder informeer ik u dat ik bezig ben met de uitvoering van de motie van Kamerleden
Ellian en Wilders21 om te onderzoeken hoe het aantal criminele kopstukken dat door dezelfde advocaat
wordt bijgestaan, beperkt kan worden. Dit geldt ook voor de motie van de leden Ellian
en Eerdmans inhoudende een onderzoek naar de vraag hoe auditief toezicht op gesprekken
tussen gedetineerden en advocaten op de Afdelingen Intensief Toezicht en in de extra
beveiligde inrichting vormgegeven kan worden.22 Ik streef ernaar uw Kamer binnen termijn die gesteld is in de motie van de leden
Ellian en Wilders te informeren over de uitvoering van de moties.
Beleidsreactie «Grip of in de Greep»
Het WODC onderzoeksrapport «Grip of in de greep? is op 12 december aan uw Kamer aangeboden. Op verzoek van DJI heeft het WODC onderzoek
gedaan naar de gevolgen van de aanpak van georganiseerde criminaliteit voor DJI. Ik
ga hierna in op belangrijkste conclusies en aanbevelingen, gevolgd door mijn reactie.
In de bredere context van het Nederlandse gevangeniswezen is volgens de gesproken
respondenten sprake van verharding. Volgens de onderzoekers is er echter geen cijfermatige
onderbouwing voor de aanname dat er sprake is van zwaardere gedetineerden die betrokken
zijn bij ondermijnende criminaliteit, ook wordt de toename van deze doelgroep betwist.
Dit is deels te verklaren doordat er geen eenduidige definitie zou zijn van ondermijning.
Volgens de onderzoekers moet er meer duidelijkheid komen over de vragen wanneer er
sprake is van een hoogrisicogedetineerden; wanneer plaatsing op een AIT of EBI volgt
en wanneer afschaling mogelijk is. Ook is er behoefte aan meer uniformiteit tussen
de AIT’s.
Ik ben de onderzoekers erkentelijk voor het onderzoek. Dit onderzoek onderstreept
het belang van diverse reeds ingezette trajecten. Hieronder mijn beleidsreactie:
DJI spreekt over hoogrisicogedetineerden als plaatsing in een specifiek regime noodzakelijk
is vanwege de aard en omvang van de risico’s. De risico’s en plaatsingscriteria worden
in de wijziging van regelgeving nader uitgewerkt.23 Te denken valt aan plaatsing op een EBI, een AIT, een Terroristenafdeling (TA), een
Beheers Problematische Gedetineerden (BPG) afdeling en (delen van) het Penitentiair
Psychiatrisch Centrum (PPC). Het risicoprofiel is daarvoor leidend.24 De cijfers uit het WODC onderzoek gaan tot en met 2022. Ten aanzien van de verwachte
toename van het aantal hoogrisicogedetineerden baseer ik mij op actuele cijfers van
DJI. Deze laten zien dat het aantal hoogrisicogedetineerden stijgt. De stijging van
het aantal gedetineerden is onder meer gelegen in de verbeterde informatiepositie
van DJI, de nauwe samenwerking met ketenpartners binnen het veiligheidsdomein en nieuw
binnengekomen gedetineerden. Dit rechtvaardigt dan ook de getroffen maatregelen zoals
de opening van extra AIT’s.
Ik herken de behoefte tot meer duidelijkheid omtrent de plaatsing op een AIT. Met
de wijziging van de Penitentiaire Beginselenwet wordt de Regeling selectie, plaatsing
en overplaatsing van gedetineerden (Rspog) aangepast. De plaatsingscriteria voor de
AIT worden hierin opgenomen. Mede naar aanleiding van het advies van de Raad voor
Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, volgt daarbij meer duidelijkheid omtrent
plaatsing op een AIT.25 Deze wijziging van de ministeriele regeling hangt direct samen met de wetswijziging
en zal gelijk met de voorgenomen wijziging in werking treden. In de aanpassing van
de Rspog worden ook twee moties betrokken: de motie Sneller c.s., die verzoekt om
verduidelijking van de plaatsingscriteria van de AIT in de Rspog, en de motie Lahlah
c.s., die verzoekt om de mogelijkheden tot het afschalen van de beveiligingsniveaus
te beschrijven in de toelichting op de Rspog.26
DJI hanteert een exit-strategie waarbij de plaatsing van een gedetineerde de hoogte
van het risico volgt. Elke twaalf maanden wordt beoordeeld of het verblijf van een
gedetineerde in de EBI of AIT moet worden verlengd voor wederom twaalf maanden. DJI
beoordeelt dat op basis van concrete, betrouwbare en actuele informatie afkomstig
van de inrichting waar de betrokken gedetineerde verblijft, het meldpunt-GRIP en het
OM. Wanneer niet wordt voldaan aan de plaatsingscriteria van de EBI of AIT zal het
verblijf niet worden verlengd en vindt afschaling naar een lager beveiligingsniveau
plaats. Een gedetineerde die verblijft op de EBI of AIT speelt daarmee zelf een cruciale
rol in de afschaling van maatregelen en daarmee in de overplaatsing naar een lichter
regime. Gedetineerden hebben immers zelf de keuze om de banden met het criminele milieu
te verbreken en te stoppen met voortgezet crimineel handelen vanuit detentie.
Ik volg de onderzoekers in hun conclusie tot meer sturing op uniformiteit binnen de
AIT’s. Dit is mede aanleiding geweest voor de ontwikkeling van productspecificatie
voor de AIT. Met de inwerkingtreding van het wetsvoorstel tot wijziging van de Pbw
en de daaronder hangende regelgeving waaronder de model huisregels, volgt een verdere
uniformiteit op de AITs Dit betekent bijvoorbeeld dat in alle zeven AIT’s dezelfde
regels gaan gelden ten aanzien van het aantal contactmomenten. Ook volg ik de onderzoekers
in de noodzaak tot het versterken en het stroomlijnen van de informatiepositie over
hoogrisicogedetineerden. De reeds beschreven ontwikkelingen van de DIU dragen hier
in hoge mate aan bij.
Tot slot
In deze brief ben ik ingegaan op de aanvullende maatregelen die vanuit het regeerakkoord
worden getroffen. Door deze maatregelen wordt voortgezet crimineel handelen vanuit
detentie nog verder tegen gegaan. Met deze maatregelen kunnen we een betere bescherming
bieden aan de maatschappij, aan medewerkers in de PI’s en de advocatuur tegen de risico’s
die uitgaan van hoogrisicogedetineerden.
Uw Kamer wordt op de hoogte gehouden van nieuwe ontwikkelingen en mijlpalen.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
I. Coenradie
Indieners
-
Indiener
I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid