Brief regering : Geannoteerde Agenda Raad voor Concurrentievermogen 6 maart
21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen
Nr. 630
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2025
Met deze brief zend ik u de geannoteerde agenda voor de formele Raad voor Concurrentievermogen
(RvC) voor de onderdelen industrie en interne markt. De Raad vindt op 6 maart in Brussel
plaats. Ik ben voornemens deel te nemen aan deze Raad.
De Minister van Economische Zaken,
D.S. Beljaarts
Inleiding
Op deze Raad voor Concurrentievermogen (hierna: Raad) van 6 maart zal worden gesproken
over een actieplan voor diensten, het omnibus-simplificatiepakket, het EU-kompas voor
concurrentievermogen & de Clean Industrial Deal, en het Carbon Border Adjustment Mechanism
(CBAM). Ook staat een diversenpunt over een non-paper van Frankrijk over de metaal-
en staalsector geagendeerd.
Naar een horizontale strategie voor een gemoderniseerde interne markt: de noodzaak
voor een actieplan voor diensten
Beleidsdebat
De Europese Commissie zal voor juli 2025 de horizontale interne-marktstrategie presenteren.
De strategie gaat over het versterken van de interne markt door het bestuurskader
te moderniseren, belemmeringen binnen de EU weg te nemen en het ontstaan van nieuwe
belemmeringen te voorkomen. Tijdens het debat ligt de vraag voor welke acties op het
terrein van diensten de nieuwe strategie zou moeten bevatten.
Nederlandse positie
Het kabinet vindt dat de aangekondigde horizontale interne-marktstrategie concrete
acties op alle beleidsterreinen moet bevatten, onder meer op het terrein van diensten.
Het doel is om bestaande ongerechtvaardigde belemmeringen weg te nemen, nieuwe te
voorkomen, bestaande interne marktregels beter te implementeren en toe te passen,
en om de Single Market Enforcement Taskforce (SMET) te versterken. Feiten en behoeften uit de praktijk, van ondernemers, burgers
en uitvoeringsinstanties, moeten leidend zijn bij de acties in genoemde strategie,
op alle beleidsterreinen. Door belemmeringen beter in kaart te brengen en te koppelen
aan concrete voorstellen op alle (relevante) beleidsterreinen, kunnen verantwoordelijke
Ministers, onder andere in de Raad voor Concurrentievermogen, prioriteiten stellen
en sturen op resultaten.
Het kabinet blijft conform het Regeerprogramma werken aan de versterking van de interne
markt op basis van de kabinetsbrede actieagenda1. In verlengde daarvan heeft het kabinet tien concrete belemmeringen en onderwerpen
geïdentificeerd die de genoemde strategie moet adresseren. Dit is eerder met uw Kamer
gedeeld2. Hierin zijn ook suggesties voor de dienstensector opgenomen, zoals de inzet op het
wegnemen van ongerechtvaardigde belemmeringen bij de meldplicht voor detacheringen
en het verbeteren van de informatievoorziening over de meldplicht. Het kabinet vindt
dat een actieplan voor diensten niet op zichzelf moet staan, maar volwaardig onderdeel
moet zijn van de bredere interne-marktstrategie. De dienstenmarkt omvat een groot
deel van de Europese economie en biedt veel kansen voor ondernemers en burgers, ook
in grensregio’s. Tegelijkertijd is de dienstenmarkt heel divers. Ambities en de capaciteit
om over de grens activiteiten te ontplooien, lopen daardoor uiteen. Dat vraagt in
de interne-marktstrategie om enerzijds ambitie maar ook om realisme, maatwerk en aandacht
voor sectorspecifieke oplossingen, onder meer in groeimarkten, voor knelpunten in
de praktijk.
Krachtenveld
Nederland heeft samen met twaalf andere EU-lidstaten een non-paper opgesteld om de
Commissie concrete input te geven voor de horizontale interne-marktstrategie. Hierin
staan concrete suggesties voor de dienstensector, zoals het identificeren van belemmeringen
als onderdeel van een structurele en continue inventarisatie. Het non-paper is in
januari 2025 bij de Commissie ingediend, maar andere lidstaten kunnen tijdens de Raad
nog steun voor het non-paper uitspreken.
Omnibus-simplificatiepakket
Beleidsdebat
De Europese Commissie zal naar verwachting een eerste Omnibusvoorstel op 26 februari
publiceren. Het voorstel zal zich richten op simplificatie van belemmeringen in en
tussen (ten minste) de richtlijn duurzaamheidsrapportage, de taxonomieverordening
en de richtlijn internationaal verantwoord ondernemen. Het voorstel heeft ten doel
de regeldruk van verschillende Europese wetten in samenhang te verminderen. De discussie
tijdens de Raad zal zich naar verwachting dan ook baseren op het voorstel. Op het
moment van schrijven is het voorstel nog niet gepubliceerd.
Nederlandse positie
Het kabinet staat positief tegenover voorstellen die regeldruk verminderen. Het terugdringen
van regeldruk is een prioriteit voor het kabinet. Wanneer het voorstel gepubliceerd
is zal het kabinet uw Kamer via de gebruikelijke weg van het BNC-fiche uitgebreider
informeren over de inzet.
Krachtenveld
Het krachtenveld rondom het Omnibusvoorstel is verdeeld tussen de behoefte aan vereenvoudiging
van regelgeving, het borgen van rechtszekerheid voor bedrijven en de bescherming van
ambitieuze duurzaamheidseisen. Er zijn EU-lidstaten die bij simplificatie pleiten
voor inachtneming van stabiel en voorspelbaar overheidsbeleid, maar ook EU-lidstaten
die pleiten voor uitstel en vereenvoudiging voor middelgrote bedrijven.
Een sterker concurrerende Europese industrie – EU-kompas voor concurrentievermogen
en Clean Industrial Deal
Beleidsdebat
Op 29 januari 2025 heeft de Europese Commissie (hierna: Commissie) een mededeling
over het EU-kompas voor concurrentievermogen (hierna: kompas) gepubliceerd. De mededeling
bouwt voort op de aanbevelingen uit de rapporten van Letta[1] en Draghi[2] en biedt een beleidskader en strategische visie op versterking van het EU-concurrentievermogen.
Eén van de drie pijlers ziet op decarbonisatie van de industrie en het verbinden hiervan
met industrie-, mededingings-, staatssteun-, economisch en handelsbeleid. De Clean
Industrial Deal (CID) is hiervoor het belangrijkste pakket en zal ten tijde van de
discussie in deze Raad gepubliceerd zijn (verwachting: 26 februari a.s.). De discussie
zal zich er waarschijnlijk op richten hoe de doelen uit het kompas en de aankondigingen
uit de CID elkaar kunnen versterken. De kabinetspositie over het kompas wordt kort
na het voorjaarsreces naar uw Kamer gestuurd.
Nederlandse positie
De brede kabinetsinzet is uiteengezet in de Kamerbrief EU-concurrentievermogen3. In deze brief wordt eerst de economische en geopolitieke context geschetst en aangegeven
dat een sterke, concurrerende EU belangrijk is voor Nederland om onze welvaart en
bestaanszekerheid te behouden, en veerkrachtig te blijven in een geopolitiek veranderende
wereld. De inzet van het kabinet op EU-concurrentievermogen is langs zes thema’s uitgewerkt.
Aandacht voor energie, grondstoffen, circulariteit en toekomstgerichte industrie zijn
hier uitdrukkelijk onderdeel van. Het is voor Nederland van belang dat de CID de concurrentiepositie,
de weerbaarheid en de verduurzaming van de Europese energie-intensieve industrie versnelt
en versterkt. Het is daarnaast van belang dat de CID ook uitvoering dient te geven
aan het behalen van de klimaatdoelen richting 2040 en 2050 en daarmee ter verdere
uitvoering van de motie Erkens (samenhang behalen 2040-doel/uitvoeringsagenda en behoud
concurrentievermogen) (Kamerstuk 31 793, nr. 257).
Krachtenveld
Er is EU-brede erkenning voor de problematiek omtrent Europees concurrentievermogen
en de uitdagingen van de Europese industrie. Initieel leek zich een voorzichtige tweedeling
tussen de lidstaten voor te doen over de mate waarin verduurzaming en concurrentiekracht
elkaar kunnen versterken of juist tegenwerken. De Commissie lijkt met de CID, net
als Nederland, echter de eerste benadering aan te houden.
Carbon Border Adjustment Mechanism
Gedachtewisseling
Op verzoek van Italië is het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) toegevoegd
als agendapunt. Dit zal besproken worden in relatie tot het onderwerp concurrentievermogen.
Op het moment van schrijven is nog niet bekend waarop de focus van de discussie zal
liggen.
Nederlandse positie
Het kabinet vindt dat CBAM een cruciale rol kan spelen in zowel het behalen van de
afgesproken klimaatdoelen als in de verbetering van het industriële concurrentievermogen
van de EU. CBAM kan op de lange termijn bescherming tegen koolstoflekkage bieden voor
de betrokken sectoren, vooral gezien de gratis toewijzing van emissierechten in het
kader van het EU-ETS in de loop van de tijd verder zal afnemen. Tegelijkertijd erkent
het kabinet dat CBAM niet in alle mogelijke situaties waarin verschillen in koolstofbeprijzing
bestaan een gelijk speelveld creëert. CBAM kan specifiek voor de exportmarkt een concurrentienadeel
hebben. Het kabinet staat open voor het adresseren van deze situaties met inachtneming
van conformiteit met regelgeving van de Wereldhandelsorganisatie (WHO), het gelijk
speelveld en de klimaatdoelen.
Krachtenveld
De Europese Commissie heeft een evaluatie van de CBAM aangekondigd voor de tweede
helft van 2025. Er zijn EU-lidstaten die voorstander zijn van uitbreiding van de reikwijdte
van CBAM, evenals EU-Lidstaten die de voorkeur geven aan het eerst in werking laten
treden van CBAM, alvorens deze wordt aangepast.
Diversenpunt: Non-paper staalsector
Debat
In het kader van de CID zal de Europese Commissie op korte termijn een actieplan voor
de staal- en metaalsector presenteren, ter versnelling van de verduurzamingsopgave
en ter versterking van de concurrentiepositie. Vooruitlopend op dit voorstel heeft
Frankrijk een non-paper gepubliceerd. Hierin roept Frankrijk op tot het nemen van
vergaande handelsdefensieve maatregelen. Het non-paper focust met name op staalproducenten
en minder op staalverwerkers, die een grote rol vervullen in de Nederlandse staalsector.
Nederlandse positie
Nederland steunt in essentie de oproep van Frankrijk dat strategische sectoren in
de EU beschermd moeten worden, terwijl tegelijkertijd de concurrentiepositie verbetert
en deze sectoren ook verder verduurzamen. Echter, Nederland kan om een aantal redenen
het non-paper niet medeondertekenen. Waar het non-paper oproept tot overschrijden
van WHO-regelgeving, hecht Nederland aan WHO-conformiteit bij ingrijpen in bepaalde
sectoren. Ook loopt het paper vooruit op de herziening van het CBAM-kader door de
Commissie, terwijl Nederland de uitkomsten van de lopende evaluatie op CBAM wil afwachten.
Krachtenveld
Naast Frankrijk hebben vooralsnog twee andere lidstaten het non-paper medeondertekend.
De problematiek rond de Europese staalsector wordt wel breder erkend.
Indieners
-
Indiener
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.