Brief regering : Kabinetsreactie IOB-periodieke rapportage ‘Beleidscoherentie voor voedselzekerheid, water en klimaat’
36 180 Doen waar Nederland goed in is – Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Nr. 132
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSHULP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 februari 2025
In december 2024 zond ik u de periodieke rapportage «Synergie in Ontwikkeling» over
coherentie van het Nederlandse beleid en de effecten op voedselzekerheid, water en
klimaat in ontwikkelingslanden, van de Directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie
(IOB) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.1
De commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp verzocht onlangs om een
aparte kabinetsreactie op deze IOB-evaluatie en om deze los van en vóór de beleidsbrief
over Ontwikkelingshulp te ontvangen.2 Hieronder ga ik in op de conclusies en aanbevelingen van de IOB.
Het onderzoek
De IOB onderzocht diverse aspecten van coherentie: intern – tussen Nederlandse projecten
onderling; extern – tussen Nederlandse projecten en het beleid van het partnerland
en andere donoren; samenhang in de tijd; en geografische samenhang (lokaal, nationaal,
mondiaal). Het betreft de periode 2016–2023. De evaluatie focust op Bangladesh, Ethiopië
en Mozambique. De IOB onderzocht ook hoe het Nederlandse ontwikkelingsbeleid samenhangt
met beleid ten aanzien van productie, consumptie, milieu en internationale handel.
In hoeverre versterken die elkaar of werken ze elkaar tegen?
Reactie op de conclusies
Het kabinet is de IOB erkentelijk voor de waardevolle analyse van resultaten en samenhang
(coherentie) binnen begrotingsartikel 2: «Duurzame Ontwikkeling», met subartikelen
2.1 Voedselzekerheid, 2.2 Water, en 2.3 Klimaat. Het kabinet verwelkomt het oordeel
dat in de drie landen goede resultaten zijn bereikt op de drie sub-artikelen, en erkent
dat resultaten niet altijd toekomstbestendig zijn (conclusie 3). Hier is verbetering
nodig. Het kabinet neemt nota van de conclusie dat meer coherentie betere resultaten
oplevert en dat minder coherentie de toekomst-bestendigheid van resultaten onder druk
kan zetten.
Reactie op de beleidsaanbevelingen
De aanbevelingen van de IOB bieden kansen om de programmering voor voedselzekerheid
en watermanagement aan te scherpen binnen de nieuwe richting van het hulpbeleid van
het kabinet, met focus op Nederlandse belangen. Het kabinet ziet perspectief om meer
te investeren in lange termijn nationale strategieën en samenhangende, geïntegreerde
water- en voedselzekerheidsprogramma’s, aangevuld met korte studies en innovatieve
pilot programma’s die de uitvoering voeden. Daarbij verdient nazorg aandacht, bijvoorbeeld
voor onderhoud van waterinfrastructuur. Dit alles wordt gecombineerd met een stevige
beleidsdialoog met het partnerland en coördinatie en co-financiering met andere donoren
(aanbevelingen 1, 2, 3). Opvolging van de aanbevelingen vergt maatwerk, geen «one
size fits all» omdat de randvoorwaarden per land verschillen. Dit vraagt capaciteit
en continuïteit op Nederlandse ambassades (aanbeveling 5) die effectief en efficiënt
moet worden ingezet, binnen de beperking van de taakstelling.
Het kabinet waardeert de aanbeveling om monitoring en evaluatie vaker te richten op
samenhangende pakketten van interventies in plaats van individuele projecten (aanbeveling 6).
Ook hier is capaciteit op posten een belangrijke randvoorwaarde. Ten aanzien van coherentie
van beleid op gebied van productie, consumptie, milieu en internationale handel (aanbeveling 7)
zal het kabinet, zoals de IOB aanbeveelt, op verschillende kanalen blijven inzetten:
EU handelsverdragen, de voedselsysteembenadering, en interdepartementale coördinatie
via onder andere de Monitor Brede Welvaart en de Nationale SDG-rapportage.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, R.J. Klever
Indieners
-
Indiener
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp