Brief regering : Positief besluit Tijdelijk Noodfonds Energie
29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie
Nr. 533
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS EN MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN
VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2025
Een deel van de huishoudens in Nederland heeft nog steeds moeite met het betalen van
de energierekening en grip te krijgen op de hoogte hiervan. De prijzen op de energiemarkt
zijn de afgelopen tijd gestabiliseerd, maar tegelijkertijd liggen de prijzen structureel
hoger dan voor de Russische invasie in Oekraïne.
Daarom werken we als kabinet aan de betaalbaarheid van de energierekening en een rechtvaardige
energietransitie om problemen voor veel huishoudens te verminderen. Het is cruciaal
dat de energietransitie niet ten koste gaat van mensen met een kleine beurs. Het kabinet
zet daarom in op een rechtvaardige en betaalbare energietransitie, ook voor deze huishoudens.
Steun via een energiefonds in 2025
Vlak voor het kerstreces hebben wij de Tweede Kamer geïnformeerd dat er op dat moment
onvoldoende juridische en financiële vereisten waren om op zorgvuldige en effectieve
wijze een energiefonds in te richten. De betrokken partijen zijn daarna opnieuw met
elkaar om de tafel gegaan voor een ultieme poging om er toch gezamenlijk uit te komen
in het belang van de huishoudens. De uitkomst van deze nieuwe ronde gesprekken is
positief: naast een financiële bijdrage van een aantal energieleveranciers1 ten behoeve van de uitvoeringskosten hebben de netbeheerders een welwillende grondhouding
getoond om ook financieel bij te dragen aan deze uitvoeringskosten tot een maximum
van € 4,35 miljoen. De totale uitvoeringskosten bedragen € 10,70 miljoen. Daarmee
worden de uitvoeringskosten volledig gedekt door de energiesector. Een officieel besluit
van de netbeheerders daartoe moet nog worden genomen, conform de geëigende procedures
van de betrokken bedrijven, wat de komende weken zal volgen.
Voor het kabinet biedt dit voldoende basis om over te gaan tot een positief besluit
om het energiefonds in 2025 op te gaan starten. Bij de uitvoering hiervan maakt het
kabinet graag opnieuw gebruik van de expertise en de ervaring van de Stichting Tijdelijk
Noodfonds Energie (TNE). Daarom is het kabinet ook dit jaar bereid een subsidie te
verlenen aan TNE.
TNE heeft minimaal 8 weken nodig vanaf het moment dat het kabinet een formeel verzoek
aan TNE doet. In de tussentijd wordt door de netbeheerders het voorstel om financieel
bij te dragen aan de uitvoeringskosten van het energiefonds voorgelegd aan de aandeelhouders.
Voordat het loket van het energiefonds opengaat, dient bevestigd te zijn dat de uitvoeringskosten
à € 10,70 miljoen definitief gedekt worden door partijen anders dan het Rijk.
Het is belangrijk dat de uitvoeringskosten om het energiefonds op te zetten niet door
het Rijk bekostigd worden om daarmee het risico op staatssteun te mitigeren. Van een
dergelijk risico is sprake als er geen Europese aanbesteding wordt doorlopen. Een
Europese aanbesteding kent een lange doorlooptijd. Deze opzet voor een energiefonds
in 2025 is niet aan de Europese Commissie voorgelegd om te laten toetsen op eventuele
staatssteunaspecten.
We kunnen op dit moment de Tweede Kamer en huishoudens nog niet informeren over de
datum van openstelling van het fonds en de specifieke voorwaarden zoals de hoogte
van de inkomensgrens en de energiequote. We realiseren ons uiteraard dat het al medio
februari is en huishoudens, die veel moeite hebben met het betalen van de energierekening
en de verwarming niet aan durven te zetten tijdens deze koude dagen uit angst voor
kosten, behoefte hebben aan duidelijkheid. Er wordt daarom met de hoogste urgentie
gewerkt aan de uitwerking van het fonds.
Bij deze uitwerking wordt ook onderzocht of het technisch mogelijk is om een aanvraag
door huishoudens met een blokaansluiting te realiseren. Als dit technisch mogelijk
blijkt, wordt invulling gegeven aan de motie van de leden Kops en Vermeer2 om bij de uitwerking van het energiefonds ervoor te zorgen dat ook huishoudens met
blokaansluiting in aanmerking kunnen komen voor energiecompensatiemaatregelen, tot
uitvoering te brengen.
Met deze brief kunnen wij invulling geven aan de motie van het lid Postma c.s.3 om alles in gereedheid te brengen om het energiefonds in te zetten, uitvoeren. Daarbij
kan helaas de genoemde datum van 1 januari 2025 niet meer gehaald worden.
Met deze brief wordt ook invulling gegeven aan het eerste deel van de motie van het
lid Kröger4 over het zo snel mogelijk openstellen van het Noodfonds Energie. Het tweede deel
van deze motie, het via het Sociaal Klimaatfonds borgen van structurele steun voor
mensen in energiearmoede, wordt aan het einde van deze brief behandeld.
Afgelopen proces
De Tweede Kamer heeft diverse vragen gesteld over het afgelopen proces tot nu toe.
Direct nadat de € 60 miljoen voor 2025 en 2026 voor ondersteuning voor de energierekening
beschikbaar kwam, is de afgelopen maanden door de Ministeries van SZW, KGG en VRO
zeer intensief met de energiesector, andere private partijen en medeoverheden gesproken.
Daarbij gaat het om grote en kleine energieleveranciers, Energie Nederland, netbeheerders,
Netbeheer Nederland, de VNG en met verschillende gemeenten en provincies als aandeelhouders
van de netbeheerders. Daarnaast zijn er gesprekken gevoerd met andere private partijen
zoals een aantal banken. Ook zijn diverse particuliere fondsen, loterijen en goede
doelenorganisaties gevraagd om bij te dragen. Schuldenlab heeft in het proces een
faciliterende rol gespeeld. Dit samengenomen heeft uiteindelijk tot dit positieve
besluit geleid.
Beroep op de Comptabiliteitswet
Het subsidiebedrag is op dit moment bepaald op € 54,31 miljoen, waarmee het risico
op het creëren van een buitenwettelijk bestuursorgaan wordt vermeden. Op het moment
dat partijen, anders dan het Rijk, nog aanvullende inleg doen kan de inleg van het
kabinet nog verhoogd worden met een maximum van € 1,69 miljoen.5
Het energiefonds in 2025 geldt als nieuw beleid dat in verband met het budgetrecht
van de Eerste en Tweede Kamer pas van start kan gaan nadat de beide Kamers met de
ontwerpbegrotingen hebben ingestemd. Om huishoudens zo snel mogelijk te kunnen ondersteunen
bij de energierekening is subsidieverlening op korte termijn belangrijk. Om de effectiviteit
van het beleid te waarborgen is het daarom van groot belang dat het wij zo snel mogelijk
over kunnen gaan tot subsidieverlening en niet hoeven te wachten op de stemmingen
in de Eerste Kamer over de ontwerpbegroting 2025 van SZW.
Hiermee kan het fonds naar verwachting enkele weken eerder open. Dat maakt echt een
verschil voor kwetsbare huishoudens. De subsidieverlening zal zo snel mogelijk worden
gestart zodra de subsidieaanvraag van TNE is ontvangen. De beschikbare middelen kunnen
vervolgens direct aan TNE worden betaald, zodat het energiefonds na subsidieverlening
zo snel als mogelijk operatief kan zijn. Zoals eerder in deze brief al is aangegeven,
gaat het loket van het energiefonds open, zodra bevestigd is door de energiesector
dat de uitvoeringskosten definitief gedekt zijn. Daarom willen wij voor het energiefonds
een beroep doen op artikel 2.25 lid 2 van de Comptabiliteitswet, zodat kwetsbare huishoudens
zo snel mogelijk ondersteund kunnen worden bij het betalen van de energierekening.
Wij beseffen dat het proces om te komen tot het voorgenomen besluit enige tijd heeft
geduurd, maar vragen uw begrip.
Social Climate Fund
De privaat-publieke constructie zal in 2025 voor de laatste keer worden opgezet, waarmee
ook voor de laatste keer aan de energiesector om een financiële bijdrage aan het energiefonds
wordt gevraagd. Ondertussen werken we ook met urgentie aan een structurele oplossing
voor 2026 en later via het Social Climate Fund (SCF). Vanaf 2026 staat het SCF ter
beschikking voor het opvangen van de effecten van het emissiehandelssysteem voor CO2-emissies van de gebouwde omgeving en transport (ETS2) voor kwetsbare huishoudens
en microbedrijven.
Om aanspraak te maken op deze middelen moet Nederland vóór juli 2025 een Sociaal Klimaatplan
indienen bij de Europese Commissie. Eind november heeft het kabinet zich gebogen over
de verschillende voorstellen die door een aantal departementen is ingediend ten behoeve
van het SCF. Het kabinet heeft besloten om eerst voorstellen in consultatie te brengen
bij relevante stakeholders en de Tweede Kamer, alvorens te besluiten welk voorstel
ingediend wordt bij de Europese Commissie.
Het Ministerie van SZW en het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
(VRO) hebben gezamenlijk een voorstel ingediend voor het SCF, waarbij ingezet wordt
op maatregelen die bijdragen aan verduurzaming en energiezuiniger maken van woningen
in combinatie met directe inkomenssteun voor kwetsbare groepen (energiefonds).
Zo worden huishoudens structureel geholpen en worden zij weerbaarder voor stijgende
energielasten, mede als gevolg van ETS2. Deze consultatie is inmiddels gestart. De
Tweede Kamer is hierover per brief op 28 januari jongstleden geïnformeerd. In de tussentijd
wordt een traject ingezet om te komen tot een publieke uitvoerder voor het energiefonds
voor de komende jaren.
Afrondend willen wij alle partijen bedanken die betrokken zijn geweest bij het tot
stand komen van dit positieve besluit om over te gaan tot het verzoek aan het Tijdelijk
Noodfonds Energie. Met de in deze brief genoemde partijen wordt de komende tijd het
fonds in 2025 nader uitgewerkt en wordt bezien hoe er ook een warme doorverwijzing
naar hulp bij verduurzaming kan plaatsvinden.
Wij hopen u voor dit moment met deze brief voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.N.J. Nobel
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Y.J. van Hijum
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans
Indieners
-
Indiener
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Medeindiener
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken -
Medeindiener
Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid