Brief regering : Actuele ontwikkelingen in Suriname en de inzet van het kabinet
20 361 Suriname
Nr. 223 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2025
Naar aanleiding van het aangevraagde notaoverleg met uw Kamer over Suriname, informeer
ik u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, over
de actuele ontwikkelingen in Suriname en de inzet van het kabinet.
Het Koninkrijk der Nederlanden en Suriname hebben vanuit het gedeelde verleden, de
gemeenschappelijke taal en de grote Surinaamse diaspora in Nederland en de Caribische
delen van het Koninkrijk een bijzondere relatie. De bilaterale samenwerking is zakelijk
en betrokken op basis van gelijkwaardigheid en wederzijds respect en omvat een breed
scala aan onderwerpen. Sinds het aantreden van de regering Santokhi in juli 2020 en
de brief die uw Kamer op 2 oktober 2020 (Kamerstuk 20 361, nr. 184) ontving, heeft de relatie tussen Nederland en Suriname een hernieuwde vlucht genomen.
Zo startte het Makandra programma in 2021, een samenwerking tussen de twee overheden.
De excuses voor het slavernijverleden door voormalig Minister-President Rutte op 19 december
2022 vormde de opmaat voor een dialoog met Suriname hierover. Sinds 2020 vond over
en weer een groot aantal bezoeken plaats. In september 2021 bezocht President Santokhi
met een regeringsdelegatie Nederland en op 1 juli 2023 woonde voormalig Minister van
Buitenlandse Zaken Keti Koti in Suriname bij. Ook tussen de Caribische delen van het
Koninkrijk en Suriname zijn de banden aangehaald en verstevigd.
Ontwikkelingen in Suriname
Politiek
Dit is een belangrijk jaar voor Suriname: 25 mei a.s. vinden parlementsverkiezingen
plaats en op 25 november a.s. viert Suriname zijn 50-jarige onafhankelijkheid. De
regering staat sinds 2020 onder leiding van President Santokhi en bestaat uit een
coalitie van de Vooruitstrevende Hervormings Partij (VHP), de Algemene Bevrijdings-
en Ontwikkelings Partij (ABOP), en Pertjajah Luhur (PL). De Nationale Partij Suriname
(NPS) stapte in februari 2023 uit de coalitie. De aankomende parlementsverkiezingen
zijn de eerste met een evenredig kiesstelsel, ingevoerd na een uitspraak in augustus
2022 van het Surinaams Constitutioneel Hof. Het oordeelde dat het districtenstelsel
discriminatoir is vanwege de grote discrepantie in de stem- en zetelverdeling tussen
de verschillende districten in Suriname. De verkiezingsperiode is inmiddels gestart
en de registratieperiode voor partijen om deel te nemen aan de verkiezingen is half
maart. Rond die tijd worden ook de eerste partijprogramma’s verwacht. In Suriname
worden geen publieke peilingen gehouden. Suriname heeft de Organisatie Amerikaanse
Staten (OAS), CARICOM en de EU uitgenodigd verkiezingswaarnemers te sturen.
Na een jarenlange strafrechtelijke procedure volgde op 20 december 2023 de definitieve
veroordeling van de verdachten van de Decembermoorden door het Constitutioneel Hof.
Voormalig legerleider en president Desi Bouterse werd veroordeeld tot 20 jaar, zijn
vier medeverdachten Iwan Dijksteel, Ernst Geffery, Benny Brondenstein en Stephanus
Dendoe ieder tot 15 jaar. Bouterse en Dijksteel onttrokken zich aan hun gevangenisstraf
en waren voortvluchtig. In december 2024 overleed Desi Bouterse zonder zijn straf
te hebben uitgezeten.
Financieel-economisch
De huidige regering kampte bij aantreden met grote economische problemen. Santokhi
zette een uitgebreid economisch hervormingsprogramma in met steun van het IMF. Onder
dit driejarige programma (USD 688 miljoen) voerde Suriname ingrijpende sociaaleconomische
en begrotingshervormingen door. Doel was de overheidsfinanciën op orde te brengen,
corruptie tegen te gaan en de economie te stabiliseren. Ook zijn afspraken gemaakt
over het herstructureren van schulden met (bilaterale) schuldeisers. De hervormingen
leidden tot een aanmerkelijke verbetering van de economie en het terugdringen van
de schuldenlast. Zo kwam de groei van het BBP volgens de Wereldbank in 2024 uit op
2,9% en daalde de inflatie van 34,9% (2020) tot 17,2% (2024). Waar de overheidsschuld
in 2020 nog 146,4% van het BBP bedroeg, wordt deze in 2024 geschat op 87,2%. Tegelijkertijd
leidden de hervormingen tot prijsstijgingen van eerste levensbehoeften omdat subsidies
op o.a. elektriciteit en water werden afgeschaft. De Surinaamse bevolking ondervindt
hiervan de effecten. Grote onvrede hierover leidde in februari 2023 tot gewelddadige
protesten, uitzonderlijk in Suriname. De regering hervormde ook het toezicht op de
financiële sector. De Centrale Bank kreeg een onafhankelijker positie, o.a. om te
voldoen aan internationale standaarden ter voorkoming van witwassen en de financiering
van terrorisme.
Op 1 oktober 2024 maakte het Franse TotalEnergies met de Amerikaanse APA Corporation bekend over te gaan tot exploitatie van een olieveld voor de Surinaamse kust, naar
schatting goed voor 700 miljoen vaten. Het Surinaamse staatsoliebedrijf is voornemens
een belang van 20% in de ontwikkeling van het olieveld te nemen. De eerste olie-inkomsten
worden rond 2028 verwacht. De aankomende regering zal over de besteding hiervan belangrijke
keuzes moeten maken, het is daarmee een belangrijk verkiezingsthema.
Mensenrechten
In het algemeen kunnen maatschappelijke organisaties, zoals vakbonden, mensenrechtenverdedigers
en journalisten in vrijheid hun werkzaamheden verrichten. De Nederlandse ambassade
zet zich conform de prioriteiten van het Nederlandse mensenrechtenbeleid actief in
voor LHBTQI+ acceptatie, onder andere via deelname aan de Suriname PRIDE-maand. Daarnaast
worden uit het decentrale mensenrechtenbudget projecten ten behoeve van rechten van
vrouwen en meisjes gefinancierd. Suriname moet nog uitvoering geven aan de vonnissen
van het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens inzake de erkenning van de
rechten van inheemse en tribale volken.
Bilaterale relatie
Verdragsmiddelen
Bij de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 stelde Nederland Verdragsmiddelen aan
Suriname ter beschikking (omgerekend € 1,58 miljard). Vanwege uitvoerings- en verantwoordingsproblemen
en politieke ontwikkelingen in Suriname, liep de besteding van deze middelen meerdere
malen vertraging op. Bij het aantreden van de regering Santokhi zijn de resterende
Verdragsmiddelen van € 13,37 miljoen vrijgegeven. In 2023 werden twee arrangementen
getekend voor € 8 miljoen t.b.v. de gezondheidszorg. Ook werd begin 2025 een arrangement
getekend van € 5 miljoen voor het Productie Krediet Fonds ter stimulering van het
midden- en kleinbedrijf in Suriname. In 2025 worden daarmee de Verdragsmiddelen volledig
besteed en wordt de ontwikkelingsrelatie met Suriname definitief afgerond.
Makandra
Het Makandra (Surinaams voor «samen optrekken») programma faciliteert samenwerking
tussen de Nederlandse en de Surinaamse overheid via kennisoverdracht op de terreinen
goed bestuur, rechtsstaat, niet-economische infrastructuur, klimaatadaptatie en -mitigatie
en sociale publieke diensten. Het fungeert als katalysator voor samenwerking tussen
de Nederlandse en Surinaamse overheden. Het programma startte in 2021 en bedraagt
€ 10 miljoen.
Makandra maakte 52 projecten mogelijk. Op financieel-economisch gebied zijn de Centrale
Bank, Belastingdienst, Douane en Rekenkamer versterkt. Op justitieel gebied kreeg
de samenwerking met Surinaamse ketenpartners zoals het Hof van Justitie, Openbaar
Ministerie, Korps Politie Suriname, Korps Penitentiaire Ambtenaren en de Forensisch
Maatschappelijke Zorg (Reclassering) een impuls. Op het terrein van klimaat werd samengewerkt
op waterbeheer, kustbescherming en stedelijke veerkracht. Op de terreinen onderwijs
en cultuur is ingezet op vernieuwing van wetgeving en versterking van de onderwijsinspectie
in Suriname. In 2025 loopt het programma af en evalueert de Directie Internationaal
Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) van mijn ministerie het programma.
Slavernijverleden
Toenmalig Minister-President Rutte bood 19 december 2022 namens de Nederlandse regering
excuses aan voor het handelen van de Nederlandse staat in het slavernijverleden. Zijne
Majesteit de Koning herhaalde deze excuses op 1 juli 2023 en vroeg daarbij om vergiffenis.
Uw Kamer is hierover in verschillende Kamerbrieven geïnformeerd.1 Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor de opvolging van de
excuses met Suriname en voert daartoe een dialoog met Suriname. In dit kader zijn
ook middelen beschikbaar gesteld uit het fonds slavernijverleden voor Suriname: € 33,3 miljoen
voor maatschappelijke initiatieven en hetzelfde bedrag voor beleidsintensiveringen.
Om de dialoog op dit onontgonnen terrein op te starten stelde het Ministerie van Buitenlandse
Zaken van maart 2023 tot juli 2024 een Speciaal Gezant Slavernijverleden aan. Zij
reisde zeven keer naar Suriname en sprak met nazaten van tot slaaf gemaakten en andere
betrokkenen, waaronder de inheemse- en marrongemeenschappen. Om de dialoog met Nederland
verder vorm te geven, bestaat aan Surinaamse zijde het voornemen een platform op te
richten waarin vertegenwoordigers van de meest betrokken groepen deelnemen. De president
van Suriname zal dit platform installeren. In afwachting van de oprichting van het
platform zetten de Nederlandse ambassade in Paramaribo en mijn ministerie de dialoog
over de opvolging van de excuses voor het slavernijverleden voort, in het eigen tempo
van Suriname.
Anton de Kom leerstoel
Op 19 juni 2023 bood de Minister van Buitenlandse Zaken namens de regering de kinderen
en familieleden van Anton de Kom excuses aan voor het leed dat hij en zijn gezin hebben
ondervonden door toedoen van de toenmalige Nederlandse autoriteiten. Om invulling
te geven aan het eerherstel financiert het Ministerie van Buitenlandse Zaken een leerstoel
aan de Vrije Universiteit Amsterdam, bedoeld om het gedachtengoed van Anton de Kom
levend te houden. Op 1 december 2024 werd Guno Jones benoemd als hoogleraar op deze
leerstoel. De Vrije Universiteit Amsterdam en de Anton de Kom Universiteit in Paramaribo
werken in het kader van deze leerstoel intensief samen.
Handel
Suriname is voor Nederland een relatief kleine handelspartner. De totale waarde van
de export van Nederland naar Suriname bedroeg in 2023 € 230 miljoen waaronder zuivelproducten,
machines- en transport apparatuur. De import van Suriname naar Nederland bedroeg € 22 miljoen,
waaronder vis, groenten en fruit. En marge van het bezoek van voormalig Minister-President
Rutte en Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in september
2022 reisden VNO-NCW voorzitter en 16 bedrijven uit de diensten-, agro- en maritieme
sector mee om kansrijke sectoren te identificeren.2 Ondernemen in Suriname blijft voor Nederlandse bedrijven uitdagend vanwege de relatief
kleine markt en een ingewikkeld vestigingsklimaat. De in augustus 2023 bij de ambassade
aangetreden douane-attaché speelt hier waar mogelijk een adviserende rol. Ter ondersteuning
bij het betreden van de Surinaamse markt, kunnen Nederlandse ondernemers een beroep
doen op een deel van het handelsinstrumentarium (onder andere Private Sector Development-middelen
en diverse RVO subsidies)3.
Veiligheid, justitie en rechtsstaat
Algemeen
Een goede samenwerkingsrelatie met Suriname op het gebied van justitie en veiligheid
is van belang vanwege intensief personenverkeer, grensoverschrijdende criminaliteit,
ondermijning en de nabijheid van de Caribische delen van het Koninkrijk. Sinds 2020
verdiepten Nederland en Suriname de samenwerking op een breed palet aan onderwerpen
die raken aan justitie, rechtsstaat en veiligheid. Er wordt intensief samengewerkt
met het Ministerie van Justitie en Veiligheid, en ketenpartners zoals de Raad voor
de Rechtspraak, het Openbaar Ministerie, de politie en de Douane. Het bezoek van toenmalig
Minister voor Rechtsbescherming Franc Weerwind aan Suriname in december 2022 onderstreepte
de versterkte samenwerking. Makandra projecten gaven de samenwerking een verdere impuls.
Ondermijning
Ondermijnende criminaliteit is grotendeels grensoverschrijdend en internationaal van
karakter. Suriname is een belangrijk doorvoerland voor cocaïne en daarom één van de
prioritaire landen binnen de Rijksbrede internationale ondermijningsaanpak. Op de
Nederlandse ambassade zijn een politieliaison en een douane-attaché werkzaam om de
samenwerking met Suriname verder vorm te geven. In december 2024 tekenden de Surinaamse
en Nederlandse Douane een Memorandum of Understanding (MoU) ter implementatie van
het in 2004 gesloten Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek
Suriname inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken. Het verdrag maakt
de informatie-uitwisseling en samenwerking tussen beide douanediensten mogelijk; het
MoU operationaliseert en ondersteunt deze samenwerking.
Nederland en Suriname voeren al geruime tijd jaarlijks bilateraal drugsoverleg. Met
behulp van Nederlandse inzet kunnen controles op drugs in Suriname effectiever worden
ingezet in de haven en op de luchthaven, bijvoorbeeld door de inzet van door Nederland
gefinancierde speurhonden en het trainen van scananalisten door de Nederlandse Douane.
Daarnaast vinden twee keer per jaar trainingen plaats door de Koninklijke Marechaussee
(KMar), politie en Douane gezamenlijk aan het BID-team (narcoticateam) van de Surinaamse
politie en aan de Surinaamse douanerecherche om drugssmokkel via luchthavens aan te
pakken.
Ook in internationaal verband zoekt Nederland samenwerking met Suriname. Nederland
is sinds eind 2023 lid van EL PACCTO 2.0, een samenwerkingsprogramma tussen de EU,
de Latijns-Amerikaanse en Caribische regio gericht op het tegengaan van georganiseerde
criminaliteit in de regio. Dit programma koppelt expertise van Europese lidstaten
aan een vraag uit de regio. Nederland levert de «Strategic Key Expert for the Caribbean
region», die o.a. behoeften voor samenwerking in kaart brengt, activiteiten ontwikkelt,
korte termijn experts levert en verantwoordelijk is voor de integratie van de Caribische
regio in het programma, inclusief Suriname. Suriname ratificeerde in 2021 het Verdrag
van San José, een instrument gericht op regionale samenwerking, informatiedeling en
effectieve inzet van schaarse maritieme capaciteit in de Caribische regio. Het verdrag,
dat voor het gehele Koninkrijk van kracht is, beoogt verdragspartijen in staat te
stellen om in elkaars territoriale wateren sneller en effectiever anti-drugsoperaties
uit te voeren. Dit is van belang voor het Koninkrijk.
Defensie
In april 2021 tekenden Nederland en Suriname een intentieverklaring voor militaire
samenwerking. Sinds augustus 2022 heeft Nederland weer een residerend defensie attaché
in Paramaribo. Voor Suriname is Nederland één van de strategische defensiepartners,
naast Brazilië, Frankrijk en de Verenigde Staten.
De militaire samenwerking verloopt goed en ziet onder meer op capaciteitsopbouw van
de Surinaamse defensie en materiële ondersteuning. Via Makandra werden leiderschapstrainingen
aangeboden en de kustwacht versterkt. Daar tegenover staat dat Nederland veel waarde
hecht aan jungletrainingen in Suriname, cruciaal voor de wereldwijde inzetbaarheid
van de Nederlandse krijgsmacht. Hiertoe trad in 2022 de bilaterale Status of Forces Agreement van 2008 in werking, nadat het in beide landen parlementair was goedgekeurd.
Volksgezondheid
De afgelopen jaren werkten Nederland en Suriname intensief samen op het gebied van
gezondheidszorg. Eerst met een specifieke focus op de bestrijding van COVID-19, onder
andere door schenking van vaccins, persoonlijke beschermingsmiddelen en medische apparatuur.
Daarnaast stelde Nederland een speciaal gezant beschikbaar om de Surinaamse regering
te adviseren over de hervorming van de gezondheidszorg om zo kwaliteit, toegankelijkheid
en efficiëntie van de gezondheidszorg in het land te verbeteren.
Personenverkeer
Suriname koestert al lang de wens tot EU-visumliberalisering. Hiervoor dient Suriname
aan door de EU vast te stellen voorwaarden te voldoen. De afgelopen jaren heeft de
Nederlandse regering de Surinaamse wens meerdere malen onder de aandacht gebracht
van de Europese Commissie. De Commissie dient eerst een voorstel te doen, waarna de
lidstaten een standpunt bepalen.
In 2024 rondden Suriname en de Benelux-landen de onderhandelingen af over visumvrijstelling
van de visumplicht voor houders van een geldig diplomatiek of dienstpaspoort. Deze
uitzondering op het EU-visumbeleid is een nationale competentie. Nederland sluit dergelijke
overeenkomsten in Benelux-verband. Aan de visumvrijstelling is ook het tekenen van
een overeenkomst betreffende de terug- en overname van personen die onregelmatig op
het grondgebied verblijven gekoppeld. Beide overeenkomsten zijn getekend op 14 februari
jl. en zullen na ratificatie in werking treden. Daarbij is sinds 2020 de terugkeersamenwerking
met Suriname hervat, onder andere via de gemengde werkgroep tussen Suriname en Nederland.
Nederland en Suriname zetten zich blijvend in op continuering en verdere verbetering
van deze samenwerking.
Internationaal cultuurbeleid
Met deze brief beantwoord ik de door uw Kamer aangenomen motie Van den Hul en Belhaj
(Kamerstuk 20 361, nr. 191), waarin wordt verzocht een extra impuls aan culturele samenwerking met Suriname
te geven. Suriname blijft ook in het Internationaal Cultuur Beleidskader (ICB) 2025–2028
één van de 24 prioriteitslanden. Hiermee wordt de inzet op een duurzame en wederkerige
relatie met Surinaamse culturele en erfgoedorganisaties voortgezet. De samenwerking
strekt zich uit over verschillende culturele sectoren zoals film, dans, podiumkunsten,
beeldende kunst, literatuur en erfgoed. De samenwerking op erfgoed is geïntensiveerd.
Zo wordt gewerkt aan verbeterde toegankelijkheid van koloniale museale objecten uit
Suriname die zich in Nederland bevinden, assisteert Nederland bij het versterken van
de Surinaamse erfgoedwetgevingen en zijn beurzen beschikbaar gesteld voor onderzoekers
en studenten voor onderzoek naar koloniale collecties. De Rijksdienst voor het Cultureel
Erfgoed (RCE) ondersteunt capaciteitsopbouw, ook voor gebouwd en maritiem erfgoed.
De wederzijdse belangstelling voor culturele samenwerking is duidelijk zichtbaar:
tussen 2021 en 2023 werden gemiddeld 13 projecten per jaar ondersteund, in 2024 waren
dat er 35. Dit was onder meer mogelijk door de aanvulling van de reguliere Internationaal
Cultuur Beleid-middelen met budget vanuit het Herdenkingsjaar Slavernijverleden van
het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De Rijkscultuurinstellingen voerden
de afgelopen tijd verschillende residentieprogramma’s en ondersteuningen om de samenwerking
te stimuleren, makers de mogelijkheid te bieden ervaring op te doen en van elkaar
te leren. Ook de komende tijd zetten zij dit voort.
Onderwijs
De onderwijssamenwerking tussen Nederland en Suriname is sinds 2022 geïntensiveerd.
In 2023 tekenden de toenmalige Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Robbert
Dijkgraaf en de Surinaamse Minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur Henry Ori
een MoU. Daarin is afgesproken voor een periode van twee jaar samen te werken aan
een onderwijsagenda met vier hoofdthema’s: versterking beleid en wettelijk kader;
institutionele capaciteitsversterking tussen overheden; versterking kwaliteit funderend
onderwijs; betere aansluiting op arbeidsmarkt en behoud (academisch) talent in Suriname.
Nederlandse kennisinstellingen zijn actief betrokken bij de onderwijsagenda, bijvoorbeeld
bij het vergroten van het studiesucces van Surinaamse studenten in Nederland en het
aanmoedigen van meer synergie en samenhang in de vele losse samenwerkingsverbanden
binnen het beroeps- en hoger onderwijs. Daarnaast werken de onderwijsinspecties nauw
samen.
Caribisch deel Koninkrijk
De geografische nabijheid, de Surinaamse diaspora, met name op Curaçao, intensief
personenverkeer, toerisme en handelsbelangen zorgen voor sterke banden met het Caribisch
deel van het Koninkrijk. President Santohki bracht in oktober 2024 een officieel bezoek
aan Aruba en Curaçao.
Aruba legt sinds 2021 de nadruk op het bevorderen van de handelsrelatie en werkt met
Suriname samen op het gebied van toerisme, innovatie, volksgezondheid, kennisuitwisseling,
het slavernijverleden en universitaire samenwerking. Een Arubaanse handelsmissie naar
Suriname juni jl. onderstreepte opnieuw de intentie van beide landen om de samenwerking
verder uit te breiden en te formaliseren in een Memorandum of Understanding (MoU),
dat op 21 oktober 2024 werd ondertekend.
Ook Curaçao zet zich in voor het versterken van bestaande economische samenwerkingsverbanden
en zal zich tegelijkertijd richten op het creëren van nieuwe samenwerkingsvormen,
bijvoorbeeld in het kader van CARICOM. Minister-President Pisas bezocht hiertoe op
25 november 2024 Suriname.
De Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp
Indieners
-
Indiener
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken