Brief regering : Brief inzake beveiligingsmissie OPCW
32 623 Actuele situatie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten
Nr. 333 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 februari 2025
De stabiliteit in Syrië is in het belang van Nederland, onder meer met het oog op
veiligheid en migratie. Zoals bekend heeft het Assad-regime in het verleden op grote
schaal chemische wapens geproduceerd en ingezet op Syrisch grondgebied. Uit eerste
contacten tussen het interim-bestuur van Syrië en de Organisatie voor het Verbod op
Chemische Wapens (Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons – OPCW) blijkt dat zich aanzienlijke voorraden chemische wapens en productiefaciliteiten
voor deze wapens op Syrisch grondgebied bevinden, waarvan het Assad-regime niet eerder
melding heeft gemaakt. Het interim-bestuur van Syrië heeft de OPCW verzocht een leidende
rol te spelen bij de veilige vernietiging van deze chemische wapens en productiefaciliteiten.
De OPCW is bereid deze rol op zich te nemen. Deze opdracht onderstreept de rol van
de OPCW als de internationale autoriteit op het gebied van chemische wapens en sluit
aan bij diens mandaat op grond van het Chemische Wapens Verdrag (CWV).
Het kabinet vindt het een belangrijke positieve stap dat het Syrische interim-bestuur
zich tot de OPCW wendt om een centrale rol te spelen in de vernietiging van chemische
wapens. Het kabinet steunt die rol voor de OPCW dan ook. Directeur-Generaal Arias
van de OPCW heeft op 8 februari in een eerste bezoek aan Damascus de rol van de OPCW
zichtbaar bekrachtigd en is in directe gesprekken met het interim-bestuur in Syrië
de mogelijkheden en benodigde vervolgstappen nagegaan.
De OPCW had Nederland om ondersteuning gevraagd bij de beveiliging van dit eerste
bezoek van de DG OPCW aan Syrië. Via deze brief informeert het kabinet uw Kamer over
de reeds verrichte inzet van een beveiligingsteam van de Koninklijke Marechaussee
om dit bezoek van DG Arias van de OPCW aan Syrië mogelijk te maken. Met deze bescheiden,
maar betekenisvolle bijdrage onderstreept Nederland het belang van de vernietiging
van chemische wapens in Syrië en de centrale rol van de OPCW daarbij. Omdat de OPCW
zeer hechtte aan het vertrouwelijke karakter van het verkenningsbezoek en vanwege
de operationele veiligheidsrisico’s die hieraan verbonden waren, was het niet mogelijk
uw Kamer vooraf te informeren over dit eerste bezoek. Deze inzet wordt niet geschaard
onder het toetsingskader van artikel 100, gezien de korte duur en het civiele karakter
van het bezoek.
Afhankelijk van verdere ontwikkelingen is het mogelijk dat er in de komende periode
meerdere OPCW-bezoeken aan locaties in Syrië zullen volgen. Het kabinet informeert
u via deze weg over het voornemen om, waar gewenst en mogelijk, eveneens de beveiliging
van deze bezoeken te verzorgen of hieraan een andere bijdrage te leveren. Nu de OPCW-inzet
in Syrië openbaar is geworden, is het wel mogelijk u, via deze brief, op hoofdlijnen
te informeren over eventuele vervolginzet in de komende periode. Indien aan een eventuele
toekomstige inzet nieuwe of andere risico’s verbonden zijn, zal uw Kamer daarover,
evenals over mitigerende maatregelen, aanvullend worden geïnformeerd.
Binnenlandse situatie in Syrië
Na de val van het Assad-regime op 8 december jl. is in Damascus een interim-bestuur
gevormd onder leiding van Hay’at Tahir al-Sham (HTS). De binnenlandse politieke situatie in Syrië is volatiel. Het interim-bestuur
heeft geen controle over het hele land, waar nog diverse gewapende groepen actief
zijn, zoals het Syrian National Army (SNA), de Syrian Democratic Forces (SDF), en facties in Suweyda en Deraa. In delen van Syrië vinden nog steeds gevechten
plaats. Daarnaast heeft Israël sinds de val van Assad honderden luchtaanvallen uitgevoerd
op wapenopslagplaatsen, marineschepen en andere militaire doelen in Syrië.
Het interim-bestuur richt zich op veiligheid, stabiel bestuur en het verbeteren van
relaties met buurlanden en de internationale gemeenschap. Het interim-bestuur heeft
aangekondigd in ieder geval tot 1 maart 2025 aan te blijven, waarna een overgangsregering
wordt aangesteld. Het opstellen van een nieuwe Grondwet en het uitschrijven van verkiezingen
volgens berichten van HTS kan nog drie tot vier jaar duren.
Toelichting op de Nederlandse bijdrage
Syrië had de OPCW uitgenodigd voor een high-level meeting in Damascus. Daaropvolgend verzocht de OPCW Nederland om beveiliging en vervoer te
verzorgen voor de OPCW-functionarissen die naar Damascus zouden afreizen. Normaliter
voorziet het bestemmingsland in dergelijke voorzieningen; in Syrië ontbreekt deze
capaciteit echter. Ook de OPCW zelf beschikt niet over dergelijke capaciteiten. Nederland
beoogt met deze inzet bij te dragen aan het bewaken en beveiligen van de OPCW bij
het uitvoeren van de rol en taken van de OPCW in het kader van het chemisch wapenverdrag.
Bovendien levert Nederland met deze inzet een actieve bijdrage aan het versterken
van goed gastlandschap. Het kabinet hecht aan een nauwe samenwerking met de OPCW.
Daarnaast zou toegang van chemische experts tot Syrië benut kunnen worden om (additionele)
bewijzen te verzamelen over het chemische wapenprogramma van het Assad-regime en eventuele
inzet van deze wapens ten tijde van dat regime.
De inzet is uitgevoerd door een eenheid van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten
(BSB) van de Koninklijke Marechaussee onder commando van de Commandant der Strijdkrachten.
Zij verzorgden de beveiliging tijdens de heen- en terugreis, over land vanuit Beiroet,
en tijdens het verblijf in Damascus.
De inzet vond plaats in burgertenue en de voertuigen hadden een civiele uitstraling.
De eenheid was voorzien van zelfverdedigingsmiddelen met een bijbehorende geweldsinstructie
die beperkt was tot, maar geschikt was voor, zelfverdediging van het te beschermen
personeel van de OPCW en de eenheid. Het team beschikte over wapens ter zelfverdediging.
De rechtsbasis voor de inzet bestaat uit de instemming van Libanon en het interim-bestuur
Syrië, als gastlanden, om deze inzet uit te voeren.
Risico’s
HTS heeft in de hoofdstad Damascus beperkte capaciteiten om de veiligheidssituatie
onder controle te houden, aangezien de veiligheidssituatie in andere delen van het
land instabieler is en HTS strijders vooral daar benodigd zijn. Ondanks dat een deel
van de HTS-strijders geïnspireerd is door jihadistisch gedachtegoed en mogelijk vijandig
staat tegenover vertegenwoordigers van de Westerse internationale gemeenschap, lijkt
de discipline onder HTS-strijders goed te zijn en hebben zich vooralsnog, voor zover
bekend, geen incidenten voorgedaan tegen Westerse vertegenwoordigers in Damascus sinds
de machtsovername in december 2024.
De BSB heeft diverse maatregelen genomen, waaronder een operationele verkenning, om
veiligheidsrisico’s te onderkennen en te verkleinen. Daarnaast bestaat er in Syrië
een kans op Iraanse en Russische spionage- en cyberactiviteiten gericht op Nederlandse
militairen. Deze konden worden gemitigeerd door de veiligheidsmaatregelen en -procedures
van de BSB. Er zijn geen noemenswaardige medische risico’s onderkend. Verder werden
er geen extra gezondheidsrisico’s verwacht in verband met de duur van de inzet.
Financiën
De kosten voor deze inzet worden betaald uit het Budget Internationale Veiligheid.
De Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp
De Minister van Defensie, R.P. Brekelmans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Defensie