Brief regering : Aanpak verkeersveiligheid van elektrische fietsen
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 1157
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 februari 2025
Tijdens het Schriftelijk Overleg Verkeersveiligheid van 24 juni 2024 heeft de Tweede
Kamer haar zorgen uitgesproken over de verkeersveiligheid van fatbikes (Kamerstuk
29 398, nr. 1111). In deze brief ga ik, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid (JenV),
in op de aanpak om de verkeersveiligheid van elektrische fietsen (inclusief fatbikes)
te verbeteren. Ook gaat de brief specifiek in op vier aangenomen moties over dit onderwerp
die ingediend zijn tijdens het Tweeminutendebat Verkeersveiligheid van 11 september
2024. Tot slot wordt de stand van zaken van de implementatie van het kader voor Lichte
Elektrische Voertuigen (LEV-kader) gedeeld.
Geen specifieke regels voor fatbikes
Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat begrijpt dat er zorgen zijn over de
hinder en veiligheid van fatbikes. Op 15 januari 2025 heeft de Kamer het rapport ontvangen
«fatbikes als een aparte voertuigcategorie: is aparte wetgeving voor de fatbike mogelijk?».
Dit onderzoek heeft het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) laten uitvoeren
naar aanleiding van de motie van de leden Olger van Dijk en Veltman om alleen voor
fatbikes een minimumleeftijd van 14 jaar en een helmplicht in te voeren.1Het adviesbureau DTV heeft diverse stakeholders geconsulteerd met kennis van het voertuig,
voertuigtechnologie en verkeersveiligheid.2 Het bureau stelt dat het «een heilloze weg» is om onderscheid te maken tussen fatbikes
en andere elektrische fietsen. Het belangrijkste argument is dat elk kenmerk dat gekozen
wordt om onderscheid te maken, eenvoudig te omzeilen is. Fabrikanten of consumenten
installeren bijvoorbeeld dunnere banden, splitsen zadels op, of maken het frame zwaarder
of lichter. Bovendien leiden veel voorkomende kenmerken van de fatbike niet tot een
aantoonbaar onveiliger voertuig, of tot onveiliger weggedrag.
Versterken aanpak tegen opvoeren van elektrische fietsen
Hoewel het onderzoek uitwijst dat specifieke regels gericht op fatbikes niet uitvoerbaar
zijn, spreekt de Kamer met deze motie een duidelijke zorg uit. Het Ministerie van
IenW deelt de zorg van de hinder, onveilige situaties en ongevallen die plaatsvinden
met fatbikes, waarbij jonge slachtoffers vallen. Daarom is het van belang dat elektrische
fietsen, waaronder fatbikes, voldoen aan de regels voor fietsen met trapondersteuning
en dat de bestuurders van deze fietsen veilig gedrag vertonen in het verkeer. Het
opvoeren van elektrische fietsen en het gebruik van illegale voertuigen brengt niet
alleen verkeersveiligheidsrisico’s met zich mee, maar leidt er ook toe dat bestuurders
niet verzekerd zijn bij een ongeval.
Omdat de motie van de leden Olger van Dijk en Veltman niet uitvoerbaar wordt geacht,
zijn verschillende opties overwogen om tot andere effectieve, gedragen en handhaafbare
maatregelen te komen. Zo is in een eerdere Kamerbrief een overzicht gepresenteerd
van maatregelen die voor alle elektrische fietsen zouden kunnen gaan gelden, zoals
een minimumleeftijd en een fietshelmplicht voor een bepaalde leeftijdsgroep.3 Het Ministerie van IenW ziet dat er voor het nemen van dergelijke maatregelen verdeeldheid
is onder stakeholders. Er zijn organisaties die dit vanuit verkeersveiligheidsbelangen
een goed idee vinden, maar er is ook een groep die verwacht dat hiermee het fietsgebruik
afneemt en dat als een ongewenste ontwikkeling ziet. Tegelijkertijd is er vooralsnog
geen goede onderbouwing voor het nemen van maatregelen voor alle elektrische fietsen.
Zoals aangegeven in de Kamerbrief van 15 mei 2024 is er over de jaren heen sprake
van een stijgend aantal verkeersslachtoffers waarbij elektrische fietsen betrokken
zijn (Kamerstuk 29 398, nr. 1107). Het is echter te vroeg om te concluderen dat er daadwerkelijk sprake is van een
verhoogd risico. Voor specifiek het instellen van een minimumleeftijd voor gebruikers
van elektrische fietsen heeft er in het najaar van 2024 een stakeholderbijeenkomst
plaatsgevonden. De uitkomsten van die bijeenkomst zijn in hoofdlijnen opgenomen in
de Kamerbrief van 10 september 2024. Het verslag is bijgevoegd.
Alles overwegende komt het Ministerie van IenW tot de conclusie dat de meest effectieve
optie is om de huidige aanpak, die in de kern bestaat uit communicatie, handhaving
en markttoezicht, te versterken.
Communicatie
Het Ministerie van IenW gaat een vervolg geven aan de campagne «’t kan hard gaan».
In 2024 is deze campagne gelanceerd. Hierbij worden ouders en jongeren gewezen op
de risico’s die ze lopen als ze de regels niet volgen. Via de verschillende kanalen
zijn al meer dan drie miljoen mensen bereikt. In overleg met stakeholders, waaronder
provincies, wordt de planning van de campagne vormgegeven. Gedacht wordt aan een moment
voor de zomer omdat ouders/verzorgers mogelijk een elektrische fiets aanschaffen voor
het volgend schooljaar van de kinderen. Ook gaat het ministerie de medeoverheden en
partners consulteren of het huidige aanbod aan communicatiemiddelen voldoende is of
dat meer nodig is.
Handhaving
Handhaving speelt ook een belangrijke rol. Politie, het Openbaar Ministerie, en andere
handhavingsdiensten komen opgevoerde elektrische fietsen, waaronder fatbikes, steeds
meer tegen en treden hiertegen op. Dit zien we terug in de sterke toename van het
aantal opgelegde boetes en inbeslagnames. Hierbij dient te worden opgemerkt dat handhaving
een sluitstuk is en geen oplossing voor dit maatschappelijke vraagstuk.
Uit cijfers van het CJIB blijkt dat het aantal opgelegde boetes voor het laten staan
of rijden met een ongekeurd voertuig op de openbare weg (illegaal opgevoerde voertuigen)
is gestegen van 643 in 2023 naar 4845 in 2024. Hoewel er geen uitsplitsing in de cijfers
mogelijk is naar het soort illegaal opgevoerd voertuig is volgens de politie bij het
merendeel van deze geconstateerde overtredingen een fatbike betrokken. Verder zijn
er door het Openbaar Ministerie in 2024 in één zaak 10.500 fatbikes in beslag genomen,
hiermee is voorkomen dat deze onveilige elektrische fietsen op de markt zijn gekomen.
Voorts kunnen Buitengewoon Opsporingsambtenaren (boa’s) handhavend optreden tegen
bestuurders van fatbikes die overlast veroorzaken of verkeersgevaarlijk gedrag vertonen,
zoals het rijden op de stoep. Vanuit JenV loopt momenteel een verkenning waarin het
boa-bestel diepgaander tegen het licht wordt gehouden. Daarbij wordt ook meegenomen
of en zo ja, op welke extra verkeersfeiten boa’s kunnen handhaven en de wenselijkheid
daarvan. Tot deze verkenning is afgerond worden geen nieuwe taken of bevoegdheden
aan boa’s toegekend. De Kamer wordt op de hoogte gehouden van het traject via het
halfjaarbericht van de politie.
Naast meer inzet op handhaving is het belangrijk te sturen op meer toezicht aan de
voorzijde voordat opgevoerde fatbikes (en overige elektrische fietsen) de markt op
komen.
Markttoezicht
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) zet in op het controleren van verkopers
en fabrikanten van fatbikes die op de markt worden gebracht als fiets met trapondersteuning,
maar feitelijk een ongekeurde bromfiets zijn. Komend jaar gaat de ILT deze inzet voortzetten
om bij te dragen aan een veilige, eerlijke en duurzame markt. Hiervoor werkt de ILT
nauw samen met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de politie. Daarnaast
maakt de ILT afspraken met online platformen, zoals Marktplaats. Door het verwijderen
van advertenties van aanbieders van ongekeurde bromfietsen is er minder aanbod beschikbaar.
Het is de intentie van de ILT om deze werkwijze ook bij andere handelsplatformen in
te zetten.
Daarnaast gaat het Ministerie van IenW in gesprek met het Ministerie van Financiën
(waaronder de Douane) over de inzet van de Douane voor het toezicht op fatbikes die
niet voldoen aan Europese producteisen. Het doel is om mogelijkheden te onderzoeken
om de instroom van voertuigen te beperken die niet aan de regelgeving voldoen.
Verbod op aanwezigheid hard- en software waarmee controles worden bemoeilijkt of beïnvloed
Het Ministerie van IenW is bezig met het verbod op de aanwezigheid van hard- en software
waarmee controles worden bemoeilijkt of beïnvloed. Daarmee wordt de regelgeving voor
elektrische fietsen gelijkgetrokken met bijvoorbeeld bromfietsen. De politie kan handhavend
optreden wanneer op een voertuig een voorziening is aangebracht om tijdelijk de snelheid
van het voertuig tot het toegestane niveau te begrenzen. Verder wordt in het document
nogmaals uiteengezet welke regels de basis zijn voor handhavers op de markt en op
de weg. Naar verwachting treedt deze wijziging van de Regeling voertuigen per 1 juli
2025 in werking.
Overige moties met betrekking tot elektrische fietsen
Handhaving heeft de mogelijkheid om in het menu te kijken
De motie van de leden Veltman en Vedder verzoekt het voor de politie mogelijk te maken
om in alle gevallen van controle van de fatbike in het menu te kijken4. Het is al mogelijk voor de politie om bij een technische voertuigcontrole van een
elektrische fiets, waaronder fatbikes, in het menu te kijken. Daarvoor hoeft er geen
sprake te zijn van een indicatie dat de fiets is opgevoerd. Indien daarbij geconstateerd
wordt dat de elektrische fiets beschikt over de optie dat bij een hogere snelheid
dan 25 km/h nog trapondersteuning wordt geboden, dan levert dit een overtreding op
van artikel 32, onderdeel a, Wegenverkeerswet 1994.
Op grond van dat artikel is het verboden om een voertuig op de openbare weg te gebruiken
of te plaatsen wanneer voor dat voertuig geen goedkeuring is verleend. Fietsen zijn
hierop de uitzondering. Fietsen met trapondersteuning zijn ook uitgezonderd mits de
hulpmotor een maximaal nominaal vermogen heeft van 250 watt; de aandrijfkracht wordt
onderbroken wanneer de bestuurder ophoudt met trappen; en deze geheel wordt onderbroken
wanneer het voertuig een snelheid van 25 km/h bereikt.
Wanneer er op een elektrische fiets hard- of software aanwezig is, waarmee het mogelijk
is om met trapondersteuning sneller te rijden dan 25 km/h, voldoet deze fiets niet
meer aan de definitie «fiets met trapondersteuning» maar is het juridisch een bromfiets
of speedpedelec. Dit betekent dat dit voertuig wel een goedkeuring moet hebben, bijvoorbeeld
bij de Rijksdienst Wegverkeer (RDW), voor gebruik of plaatsing op de openbare weg.
De politie heeft tot dusver alleen handhavend opgetreden indien er met te hoge snelheid
werd gereden omdat dit een indicatie is dat een elektrische fiets beschikt over trapondersteuning
die niet stopt bij een snelheid van 25 km/h. Er komt een handhavingsinstructie voor
de politie met daarin een toelichting op de regelgeving en de handhavingsmogelijkheden.
Vorm van typegoedkeuring voor elektrische fietsen
Naar aanleiding van de motie van de leden Olger van Dijk en Vedder onderzoekt het
Ministerie van IenW de mogelijkheden van een vorm van keuring voor alle elektrische
fietsen met trapondersteuning, bijvoorbeeld via een keurmerk.5 De RAI Vereniging heeft in een persbericht van 14 november 2024 laten weten een dergelijk
keurmerk te gaan ontwikkelen. Zij zien dit als een gerichte oplossing voor de problematiek
rondom illegale fatbikes en andere opgevoerde modellen. Het Ministerie van IenW betrekt
het initiatief van de RAI Vereniging in de verdere uitwerking van het onderzoek. Rond
de zomer van 2025 wordt de Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek
naar een vorm van typegoedkeuring voor elektrische fietsen.
Geofencing inzetten voor verkeersveiligheid
Naar aanleiding van de motie van het lid Van der Plas, start het Ministerie van IenW
begin 2025 met een onderzoek naar de mogelijkheden voor het bevorderen van de verkeersveiligheid
met behulp van geofencing voor lichte elektrische voertuigen.6 Geofencing biedt de mogelijkheid om bijvoorbeeld de trapondersteuning van elektrische
fietsen te begrenzen binnen een bepaald gebied. De uitkomsten van het onderzoek worden
uiterlijk het vierde kwartaal van 2025 met de Kamer gedeeld.
Stand van zaken implementatie LEV-kader
De regels voor gebruikers van LEVs worden opgenomen in verschillende algemene maatregelen
van bestuur (AMvB’s). Concepten daarvan worden eerst aan de beide Kamers van het parlement
voorgelegd. De afgelopen tijd heb ik de in 2021 aangekondigde regels voor de gebruikers
van LEVs doorgenomen en die in samenhang met de eventuele regels voor elektrische
fietsen bekeken.7 Ik hecht sterk aan deze samenhang voor de gebruikers. Het is daarom niet mogelijk
geweest de concepten in de tweede helft van 2024 naar de Eerste en Tweede Kamer te
sturen. Er wordt gestreefd de concepten rond de zomer van 2025 aan het parlement aan
te bieden.
De technische eisen voor goedkeuring van LEVs zijn vastgelegd in een ministeriële
regeling, de Regeling voertuigen. De komende tijd ga ik die eisen doornemen en daarna
de benodigde wijzigingen in procedure brengen (consultaties en Europese notificatie).
Tot slot
Op 11 februari 2025 vindt het commissiedebat verkeersveiligheid plaats. Het thema
fatbikes zal naar verwachting in het debat een belangrijke plek krijgen. Het Ministerie
van IenW is van mening dat versterking op de lopende aanpak tegen het opvoeren van
elektrische fietsen (incl. fatbikes), het meest effectief is om het probleem verder
aan te pakken. Ondertussen blijft het Ministerie van IenW in samenwerking met stakeholders
scherp op ontwikkelingen die mogelijk om een bijgestuurde aanpak vraagt. Het ministerie
blijft de Kamer, in samenwerking met JenV, actief informeren over de voortgang en
resultaten.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat