Brief regering : Aanpassing Meerjarige stimuleringsregeling flex- en transformatiewoningen
32 847 Integrale visie op de woningmarkt
Nr. 1245
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 februari 2025
De uitdagingen op het gebied van volkshuisvesting in Nederland zijn veelzijdig en
hebben een grote maatschappelijke impact. Het aanbod van betaalbare woningen is minder
dan de vraag. In het regeerprogramma van dit kabinet is afgesproken dat we in heel
Nederland meer woningen gaan bouwen. Het doel is het toevoegen van 100.000 nieuwe
woningen per jaar.
Veel gemeenten hebben woningbouwplannen of werken aan de realisatie ervan. Een deel
van de gemeenten en corporaties maakt daarbij gebruik van verplaatsbare, modulaire
woningen (flexwoningen), omdat deze snel op een geschikte locatie of boven op een
bestaand gebouw gerealiseerd kunnen worden. Ook worden gebouwen getransformeerd zodat
zij een woonfunctie krijgen. Deze inspanningen helpen om de woningvoorraad op korte
termijn uit te breiden, waardoor we een huis kunnen bieden aan vele woningzoekenden
die hier dringend behoefte aan hebben.
Het doel van de «Meerjarige stimuleringsregeling flex- en transformatiewoningen 2023»
(SFT) is het versneld realiseren van (verplaatsbare) woningen door een meerjarige
stimuleringsbijdrage te leveren aan projecten met flex- en transformatiewoningen.
De financiële middelen hiervoor zijn nog door het vorige kabinet ter beschikking gesteld
en komen dus bovenop de 5 mld. die dit kabinet de voor woningbouw inzet. Over de nadere
uitwerking van de inzet van de 5 mld. en dan met name de realisatiestimulans wordt
u dit voorjaar nader geïnformeerd.
Aanvragen voor flexwoningen en transformatie blijven achter
Bij brief van 11 juli 20241 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de toekenningen van de tweede tranche van de SFT.
Wat daarbij opviel, was dat sinds de aanscherping van de voorwaarden ten opzichte
van de oorspronkelijke SFT-regeling uit 2022, de aanvragen achterblijven bij de verwachtingen.
Uit inventarisaties van de toenmalige Uitvoeringsorganisatie Versnelling Tijdelijke
Huisvesting kwam naar voren dat ruim 40 gemeenten concrete woningbouwplannen voor
flexwoningen en transformaties hebben, terwijl deze gemeenten nog geen aanvraag hadden
ingediend. Hierop is onderzocht of de voorwaarden van de regeling mede aanleiding
zijn voor achterblijvende aanvragen. In mijn brief van 19 december 20242 heb ik aangegeven dat het noodzakelijk is gebleken om de voorwaarden van de regeling
aan te passen om deelname aan de regeling te vergroten. Met deze brief informeer ik
uw Kamer over de wijzigingen.
Toevoegen van optopprojecten
Het toevoegen van nieuwe woonruimten aan een bestaand gebouw dat al wordt bewoond,
viel nog niet onder de SFT. Dat is een gemiste kans, want er is een groot potentieel
voor het optoppen van gebouwen met woningen (circa 100.0003). Optoppen heeft over het algemeen een vergelijkbare negatieve businesscase als projecten
met flexwoningen. Door optoppen nu toe te voegen aan de SFT kunnen gemeenten ook hiervoor
een bijdrage aanvragen.
Verhogen van het bedrag per woning: van € 7.800 naar € 14.000
In de SFT-regeling uit 2022 werd een bijdrage van € 12.000 per woning toegekend. In
de regeling zoals die nu is gewijzigd, was de bijdrage bepaald op € 7.800 per woning
vanuit de overweging dat de Regeling tegemoetkoming herplaatsing flexwoningen (RTHF)
een deel van de financiële risico’s in flexwoningprojecten ondervangt. Uit de reacties
van gemeenten en woningcorporaties en met berekeningen van Aedes is gebleken, dat
het bedrag van € 7.800 onvoldoende is om een substantieel deel van de negatieve business cases te compenseren. Tegen deze achtergrond is ervoor gekozen de bijdrage per woning te
verhogen tot € 14.000. Hierbij is het oorspronkelijke bedrag uit de succesvolle SFT-regeling
uit 2022 als grondslag genomen, inclusief een ophoging voor de gestegen bouwkosten.
Aanpassing van de realisatietermijn: start bouw binnen achttien maanden en afronding
binnen een redelijke termijn
De SFT kent nu als voorwaarde dat projecten geheel binnen twaalf maanden gerealiseerd
dienen te zijn met de mogelijkheid tot zes maanden verlenging. Deze termijn blijkt
te kort te zijn. De SFT wordt bovendien effectiever wanneer de focus wordt gelegd
op het versnellen van het traject voorafgaand aan de start bouw. Daar zit ook de invloed
die de gemeente zelf kan uitoefenen met name in het traject van de vergunningverlening.
De SFT is daarom aangepast door als voorwaarde op te nemen dat de start van de bouw
binnen achttien maanden plaats moet vinden met mogelijke verlenging van eenmaal zes
maanden.
Gebleken is dat er een diversiteit aan projecten bestaat die qua complexiteit, omvang,
business case en aantallen woonruimten erg kunnen verschillen. Een algemene eindtermijn voor realisatie
is daarmee niet geschikt gebleken. Tegelijkertijd is het wel belangrijk sturing te
houden op de daadwerkelijke afronding van een project. Om meer maatwerk te kunnen
leveren is nu bepaald dat een project binnen een redelijke termijn moet worden afgerond.
In de verleningsbeschikking wordt de door het college geplande realisatiedatum van
het project opgenomen. Wanneer projecten vertraging oplopen, dient het college dit
te melden. Wanneer het afronden van een project binnen een redelijke termijn buiten
zicht raakt, kan tot terugvordering worden overgegaan. Hier gaat een proces aan vooraf
waarbij tussen de gemeente en het ministerie de oorzaken voor vertraging en mogelijkheden
voor versnelling zijn onderzocht.
Andere wijzigingen
Het loket voor aanvragen staat vanaf heden doorlopend open totdat het totale beschikbare
budget voor de SFT is toegekend. Daarmee krijgen gemeenten meer gelegenheid om hun
aanvraag in te dienen op een moment dat het vergunningentraject zover is gevorderd
dat de start van de bouw binnen achttien maanden aannemelijk is. Het uitkeringsplafond
van de SFT is € 77.882.000 in 2025.
Het doorlopend openstellen van de SFT kan ertoe leiden dat een gemeente meerdere aanvragen
indient en daarmee per saldo uitkomt boven het eerder gestelde plafond van € 5.000.000
per gemeente. Dit plafond is dan ook geschrapt. Dit laat onverlet dat bij de beoordeling
van de aanvraag zal worden getoetst of er sprake is van één projectgebied.
Tot slot
Met deze wijzigingen is de SFT grondig aangepast. Ik verwacht dat hiermee meer woningen
worden gerealiseerd. Uiteraard ga ik dat nauwgezet volgen en zal ik daarover rapporteren
aan uw Kamer in brieven over de voortgang van de woningbouw.
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.