Brief regering : Proces voor omgang met mogelijk koersgevoelige informatie technische briefing post
29 502 Toekomstige ontwikkeling van de Nederlandse postsector
Nr. 197
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 januari 2025
Op 29 januari vindt een technische briefing plaats met de vaste commissie voor Economische
Zaken over post. Om inzicht te geven in de situatie bij de uitvoering van de wettelijke
taak voor postbezorging is het voornemen om tijdens het laatste onderdeel van deze
briefing financiële informatie afkomstig van PostNL te delen met uw Kamer. Deze informatie
is vertrouwelijk en koersgevoelig. Voordat deze technische briefing plaats kan vinden,
zou ik graag werkafspraken met de vaste commissie voor Economische Zaken willen maken
over de omgang met deze koersgevoelige informatie.
In deze brief zal ik een korte toelichting geven over de achtergrond van de regelgeving
rondom mogelijk koersgevoelige informatie, waarom in dit geval sprake is van mogelijk
koersgevoelige informatie en waarom we op dit moment in het proces hiermee te maken
krijgen. In de bijlage vindt u een voorstel om tot werkafspraken te komen met elkaar.
PostNL is beursgenoteerd. Daarom is de Europese Verordening marktmisbruik van toepassing.
Deze Verordening beoogt marktmisbruik te voorkomen om de goede werking van de financiële
markten te waarborgen en de bescherming van beleggers en hun vertrouwen in de financiële
markten te versterken.
Concrete, niet-openbare informatie over een beursgenoteerde onderneming, die indien
zij openbaar wordt gemaakt, een significante invloed zou kunnen hebben op de koers
van die financiële instrumenten, kwalificeert als voorwetenschap. Voorwetenschap wordt
ook wel aangeduid als koersgevoelige informatie.
De Verordening marktmisbruik verbiedt – kort gezegd – eenieder die weet of moet begrijpen
dat bepaalde informatie voorwetenschap betreft om deze voorwetenschap te delen met
andere personen. Dit verbod op wederrechtelijke mededeling geldt zolang de informatie
niet volledige openbaar is en de informatie dus (nog) als voorwetenschap kwalificeert.
Het verbod staat echter (bij wijze van uitzondering) toe om voorwetenschap te delen
als het (strikt) noodzakelijk is voor de uitoefening van een functie. In alle gevallen
dient wel zorgvuldig bekeken te worden welke informatie gedeeld wordt; het moet gaan
om informatie op een zogenaamde «need to know»-basis.
Ik stel voor om voor de technische briefing op 29 januari 2025 een proces met elkaar
in te richten voordat de leden van de vaste commissie voor Economische Zaken vertrouwelijke
informatie kunnen ontvangen. Dit, zodat de leden van de vaste commissie voor Economische
Zaken de afweging kunnen maken of zij de mogelijk koersgevoelige informatie willen
ontvangen en dus instemmen met de verplichtingen op grond van de Verordening marktmisbruik.
Een voorstel hiertoe staat opgenomen in bijlage 1 bij deze brief.
Om bovengenoemde redenen en overwegingen stel ik aan de vaste commissie voor Economische
Zaken voor om voor de technische briefing post met elkaar de werkafspraken te maken
zoals opgenomen in bijlage 1.
De Minister van Economische Zaken,
D.S. Beljaarts
Indieners
-
Indiener
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken