Brief regering : Start Nationaal Burgerberaad Klimaat
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 1463
BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2024
Na een uniek proces samen met de Kamer gaat het Nationaal Burgerberaad Klimaat (hierna:
burgerberaad) op 18 en 19 januari 2025 van start. De 175 deelnemers van het burgerberaad
komen vanuit de stad en het platteland, zijn jong en oud, en hebben verschillende
meningen over het klimaatbeleid. Samen gaan zij in gesprek over hoe we kunnen eten,
spullen gebruiken en reizen op een manier die beter is voor het klimaat. Belangrijk,
want de verandering naar een duurzaam Nederland raakt iedereen. Het verandert de omgeving,
het dagelijks leven en raakt de portemonnee van burgers.
Een burgerberaad is geen vervanging van het parlement, maar – onder de juiste randvoorwaarden
– een kansrijke aanvulling op de representatieve democratie. Het is een manier om
de betrokkenheid van burgers te vergroten door hen om advies te vragen over grote
maatschappelijke veranderingen. Ondersteund met informatie en onafhankelijke expertise
komt een door middel van loting geselecteerde groep mensen bij elkaar om in enkele
maanden tijd over een maatschappelijk vraagstuk in gesprek te gaan. Vervolgens geven
zij adviezen aan het kabinet. Het advies is niet bindend, de uiteindelijke keuze om
een advies wel of niet over te nemen ligt bij het kabinet. Zij besluiten per advies
of ze het wel of niet overnemen, waarbij ze een zorgvuldige motivatie van hun afweging
meegeven.
In deze brief informeer ik de Kamer, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties, over de start van het burgerberaad. Ook doe ik met deze brief
twee toezeggingen af en deel ik enkele succesfactoren die van belang zijn voor de
opvolging van de adviezen.
Start van het Nationaal Burgerberaad Klimaat
Op 1 februari dit jaar is de Kamer voor het laatst geïnformeerd over de voortgang
van het burgerberaad.1 Na een technische briefing op 4 april is Nienke Meijer op 17 juni als onafhankelijk
voorzitter van het burgerberaad benoemd. Zij wordt ondersteund door een onafhankelijk
secretariaat.2 Zij heeft de afgelopen maanden voorbereidingen getroffen zodat het burgerberaad in
het weekend van 18 en 19 januari 2025 van start kan gaan.
Gedurende minimaal zes weekenden buigen deelnemers zich over de vraag «Hoe kunnen
we als Nederland eten, spullen gebruiken en reizen op een manier die beter is voor
het klimaat?».3 De vraag gaat over de verantwoordelijkheden van burgers, bedrijven en overheden.
Tijdens de bijeenkomsten van het burgerberaad stelt de voorzitter verschillende soorten
kennis beschikbaar aan de deelnemers met als doel om alle kanten van het vraagstuk
goed te belichten. Denk aan de nieuwste wetenschappelijke inzichten en wat het huidige
(inter)nationale (klimaat)beleid is over eten, spullen gebruiken en reizen. Daarnaast
worden perspectieven uit de praktijk ingebracht, zoals die van het bedrijfsleven,
maatschappelijke organisaties en van beroepsgroepen zoals bijvoorbeeld boeren. Ook
brengen ambtenaren informatie in over hoe de overheid werkt en waar bijvoorbeeld beleidsruimte
is. Het burgerberaad is vrij om zelf met aanvullende kennisvragen te komen en/of andere
perspectieven uit te nodigen. Deze informatie kunnen deelnemers benutten in hun gesprekken
en adviezen. De voorzitter verwacht dat in september 2025 het burgerberaad de definitieve
adviezen overhandigt aan het kabinet en de Kamer.
Betrokkenheid van Kamer en kabinet
Het is belangrijk dat de Kamer en het kabinet ook de komende periode nauw betrokken
zijn bij het burgerberaad. De Kamer heeft daarvoor twee rapporteurs aangesteld, de
leden Erkens en Koekkoek.4 De rapporteurs, het kabinet en de voorzitter spreken elkaar regelmatig in het voortgangsoverleg.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en ik zetten ons graag in
om betrokkenheid van het kabinet te tonen. Daarom zijn we aanwezig bij de startbijeenkomst
om namens het kabinet de deelnemers welkom te heten en aan te geven dat wij uitkijken
naar hun adviezen. Ook hebben wij het voornemen om gedurende het burgerberaad betrokken
te blijven en het met aandacht en interesse te volgen. Wij betrekken daarin zo veel
mogelijk de andere leden van het kabinet. De rapporteurs hebben de intentie uitgesproken
nauw betrokken te willen blijven (bijvoorbeeld door aanwezigheid tijdens de bijeenkomsten)
en dat zij hierin de andere Kamerleden informeren en betrekken. Dat juichen wij toe.
Invulling van de randvoorwaarden voor een succesvol burgerberaad
In het periodieke voortgangsoverleg wordt de invulling van de tien randvoorwaarden5 voor een succesvol burgerberaad besproken met het kabinet en de rapporteurs van de
Kamer. Het voortgangsoverleg heeft op 4 oktober 2024 voor het eerst plaatsgevonden.
De basis van dit gesprek is een door de voorzitter opgestelde voortgangsrapportage.
Na de eerste bijeenkomst van het burgerberaad worden de voortgangsrapportages openbaar
gemaakt door de voorzitter.
Op het gebied van representativiteit en publiekscommunicatie (onderdeel van randvoorwaarde
«betrekken brede samenleving») zijn eerder toezeggingen gedaan aan de Kamer.
Representativiteit
70.000 Nederlanders (willekeurig geloot) van 16 jaar en ouder hebben half november
2024 een uitnodiging gekregen om mee te doen. Meer dan 4000 Nederlanders zijn ingegaan
op deze uitnodiging. De groep van mensen die zich aangemeld heeft, is divers genoeg
om op de gestelde kenmerken te selecteren. Deze kenmerken zijn woonplaats, leeftijd,
geslacht, opleiding en hun mening over het klimaatbeleid (zowel positief als negatief).6 Vervolgens is via gewogen loting op deze kenmerken een representatieve groep van
175 deelnemers geselecteerd.
Door onder andere een vergoeding, ondersteuning bij vervoer, het beschikbaar stellen
van kinderopvang, de inzet van gespreksbegeleiders en de mogelijkheid tot overnachting
zorgt de voorzitter voor bijeenkomsten waar iedereen zo goed mogelijk in staat wordt
gesteld om deel te nemen. Mochten er nog deelnemers afvallen vóór de eerste bijeenkomst
dan worden deze vervangen door kandidaten met zoveel mogelijk dezelfde kenmerken.
Zodra het burgerberaad gestart is worden deelnemers die onverhoopt afvallen niet meer
vervangen, omdat het essentieel is voor het proces en de uitkomst dat alle deelnemers
het gehele proces vanaf het begin hebben gevolgd. Met deze inzet voldoet het kabinet
aan de toezegging aan het lid Erkens om de Kamer te informeren over de representativiteit
van het burgerberaad (Kamerstuk 32 813, nr. 1288).7
Publiekscommunicatie
De brede samenleving wordt geïnformeerd over wat er gebeurt tijdens de bijeenkomsten
via de website en sociale kanalen van het burgerberaad. Dat gebeurt zo transparant
mogelijk.8 Ook wordt er actief ingezet op aandacht voor het burgerberaad in kranten, televisie
en online. Zo zorgen we dat ook Nederlanders die niet meedoen met het burgerberaad
het proces goed kunnen volgen. Dat draagt bij aan het vertrouwen in het burgerberaad
en in hun advies. Er wordt bovendien extra aandacht besteed aan het bereiken van groepen
mensen die de overheid normaal gesproken minder bereikt. Communicatie is nadrukkelijk
geen eenrichtingsverkeer naar de samenleving, maar ook bedoeld om haar actief te betrekken.
Tijdens het burgerberaad hebben de deelnemers de mogelijkheid om de bredere samenleving
actief te betrekken door middel van bijvoorbeeld een online raadpleging of straatgesprekken.
Met de hierboven genoemde inzet voldoet het kabinet aan de toezegging aan het lid
Boucke om de Kamer te informeren over de publiciteitscampagne.9
Opvolging van de adviezen
Zoals vastgelegd in het Instellingsbesluit10, reageert het kabinet uiterlijk zes maanden na ontvangst op het advies van het burgerberaad
in de kabinetsreactie, waarbij op ieder advies individueel wordt ingegaan (motiveringsplicht).
De Kamer heeft toegezegd het advies en de kabinetsreactie te bespreken (besprekingsplicht).11 In een slotbijeenkomst bespreekt het kabinet samen met de deelnemers op welke wijze
opvolging is gegeven aan het advies. Deze vindt twaalf maanden na de overhandiging
van de adviezen plaats.
Naast deze bestaande afspraken over opvolging, heb ik advies ingewonnen bij wetenschappers
en ervaringsdeskundigen uit binnen- en buitenland. Hen is gevraagd wat aanvullende
sleutelfactoren zijn voor goede opvolging. U vindt dit advies als bijlage bij deze
Kamerbrief.12Het kabinet deelt op basis hiervan de twee onderstaande voornemens. Het kabinet nodigt
de Kamer uit om mogelijke aanvullingen hierop te bespreken. Deze sleutelfactoren zijn
ook gedeeld met de voorzitter.
De opvolging van elk advies krijgt een duidelijk tijdspad
Het kabinet geeft in de kabinetsreactie per advies aan of ze wel of niet het advies
opvolgt. In de Klimaatnota deel ik de voortgang op de opvolging van de adviezen die
het kabinet overneemt. Waarschijnlijk kunnen niet alle adviezen die het kabinet overneemt
direct worden uitgevoerd. Daar waar het kabinet meer tijd nodig heeft – bijvoorbeeld
om het advies mee te nemen in de voorjaarsbesluitvorming of voor overleg met uitvoeringsorganisaties
–, schetst het kabinet een duidelijk tijdspad tot het verwachte besluit of de implementatie
ervan. Dit tijdspad wordt bijgewerkt in de jaarlijkse Klimaatnota.
De kabinetsreactie wordt in begrijpelijke taal gepubliceerd.
Het kabinet vindt het belangrijk om duidelijk en helder te communiceren wat het met
het advies van het burgerberaad gaat doen. Het kabinet schrijft de kabinetsreactie
in begrijpelijke taal en publiceert deze vervolgens online.
Het kabinet kijkt met grote belangstelling uit naar de waardevolle inzichten en adviezen
van het burgerberaad. Dit is een nieuw instrument en vraagt om inzet van het kabinet,
van de Kamer en van de 175 deelnemers van het burgerberaad. De uiteindelijke keuze
om een advies wel of niet over te nemen ligt bij het kabinet. Het kabinet committeert
zich om met de kabinetsreactie recht te doen aan de tijd, moeite en expertise die
in het advies van het burgerberaad zit. Door met een open blik te kijken naar deze
waardevolle adviezen en door als we iets niet overnemen, goed uit te leggen waarom
dat zo is.
Wij wensen de voorzitter en alle deelnemers veel inspiratie, succes en plezier in
dit bijzondere democratische proces.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans
Indieners
-
Indiener
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.