Brief regering : Standpunten en plannen van het kabinet voor een toekomstbestendiger inkoop- en aanbestedingsbeleid
26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Nr. 442 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
EN VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 december 2024
In deze brief zetten wij de standpunten en plannen uiteen van dit kabinet voor een
toekomstbestendig inkoop- en aanbestedingsbeleid. Van de bouw van een brug en de aanleg
van wegen tot de schoonmaak en beveiliging van kantoren: aanbesteden gaat om veel
geld. Nederlandse overheden besteden jaarlijks voor ongeveer 86,6 miljard euro aan1, waarvan twee derde door medeoverheden. Aanbesteden is een middel om beleidsdoelen
te realiseren en moet kwaliteit opleveren voor een gunstige prijs. Daarnaast kan aanbesteden
worden ingezet als belangrijk instrument om extra impact te maken op de verdere verbetering
van veiligheid, duurzaamheid en een gezonde en sociale leefomgeving. In het bijzonder
vindt dit kabinet innovatie en de vermindering van regeldruk belangrijke aandachtspunten.
Het is van belang dat aanbestedende diensten en uitvoerders binnen heldere aanbestedingskaders
de autonomie en ruimte hebben om een optimale afweging te maken tussen deze belangen
zodat zij per situatie het beste resultaat kunnen realiseren.2
Het Rijk en medeoverheden onderschrijven de plannen voor een toekomstbestendiger inkoop-
en aanbestedingsbeleid en blijven hun krachten bundelen. De grote hoeveelheid lopende
initiatieven bij zowel Rijk als medeoverheden laat zien dat wij samen al hard werken
aan het verbeteren van aanbesteden.
Voorts wil het kabinet in het bijzonder rekening houden met de gevolgen van bestaande
en eventueel nieuwe regelgeving voor kleinere aanbestedende diensten en bedrijven.
Dit kabinet zal daarom niet zomaar kiezen voor nieuwe verplichtingen. Wij vinden het
belangrijk dat het Rijk en medeoverheden goed in gesprek blijven met elkaar én met
het bedrijfsleven.
Het kabinet waardeert de steun en aandacht op het gebied van toekomstgericht inkopen
en aanbesteden vanuit uw Kamer. Het plan van de ChristenUnie mede namens GroenLinks/PvdA,
SP en Volt met tien punten voor een duurzamer en socialer inkoop- en aanbestedingsbeleid
van overheden3 (hierna: Tienpuntenplan) is een goed voorbeeld hiervan.
Hieronder geven wij onze standpunten en plannen voor de sociale en duurzame kant van
een toekomstbestendiger inkoop- en aanbestedingsbeleid. Dit doen we door te reageren
op dit Tienpuntenplan.
De voorstellen uit het Tienpuntenplan hebben wij gegroepeerd in de volgende vier thema’s:
I. Sturing (voorstel 1, 2 en 10)
Deze voorstellen zien op meer centraal gestuurd beleid en toezicht vanuit het Rijk
en (wettelijke) verplichtingen voor aanbestedende diensten op het gebied van rapportage
en monitoring.
Het Rijk steunt de oproep tot meer regie bij inkoop- en aanbestedingsbeleid. Het Rijk
zal de regie versterken en meer integraal beleid uitvoeren. IenW, BZK en EZ nemen
gezamenlijk het voortouw namens de maatschappelijk verantwoord opdrachtgeven en inkopen
(MVOI)-departementen en koepelorganisaties van de medeoverheden. Voor de lange termijn
willen wij verkennen of de governance en/of verantwoordelijkheden binnen het Rijk herzien moeten worden. Daarnaast is monitoring
van voortgang en het behalen van doelen nodig voor regie en aansturing. De actielijn
«Regie op de monitoring MVI» uit het Nationaal plan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen
2021–20254 (hierna: Nationaal plan MVI) gaat daarom in op verdere ontwikkeling van de monitoringssystematiek.
Steeds meer worden eisen aan de overheidsinkoop gesteld5 via specifieke product – en sectorale Europese regelgeving. Wij zullen in overleg
met aanbestedende diensten de regelgeving in de toekomst concretiseren in eisen en
criteria voor inkoop en aanbestedingen. Daarnaast is het belangrijk om ruimte te laten
voor de afweging van diverse belangen en om de uitvoeringslasten voor de aanbestedende
diensten te beperken. Daarom zijn wij terughoudend in het opleggen van aanvullende
verplichtingen. Vaak zijn er andere en betere manieren om doelen met betrekking tot
maatschappelijk verantwoord opdrachtgeven en inkopen (hierna: MVOI) te realiseren
dan het opleggen van verplichtingen.6 Wij zullen daarom bezien of IenW, BZK en EZ gezamenlijk een rol in de toekomst kunnen
spelen om te toetsen of eventuele voorgenomen verplichtingen de juiste manier zijn
om deze MVOI-doelen te realiseren.
II. Expertise en voorlichting
(voorstel 8 en 9)
Deze voorstellen zien op het vergroten van kennis en bewustwording bij aanbestedende
diensten, inkopers, opdrachtgevers en het mkb over de mogelijkheden rond maatschappelijk
verantwoord aanbesteden.
Het Rijk zal verbetering aanbrengen in de informatievoorziening over maatschappelijk
verantwoord aanbesteden door meer budget beschikbaar te stellen vanuit de EZ-begroting
voor juridische expertise en voorlichting door PIANOo, en door de voorlichting over
MVOI en de rol van de regiomanagers structureel bij PIANOo te beleggen.
III. Meer ruimte voor sociale ondernemingen en klein mkb
(voorstellen 5, 6 en 7)
Dit thema omvat voorstellen om de betrokkenheid van sociale ondernemingen en klein
mkb bij overheidsopdrachten te vergroten. Dit zal plaatsvinden door de mogelijkheden
te verruimen om overheidsopdrachten aan deze ondernemingen toe te kennen en om aanbestedende
diensten te verplichten om te kiezen voor de optie die de meeste maatschappelijke
waarde oplevert.
Het kabinet vindt het belangrijk dat sociale ondernemingen en klein mkb een goede
kans maken bij overheidsopdrachten. Het Rijk zal verkennen hoe de betrokkenheid van
sociale ondernemingen en klein mkb bij overheidsopdrachten kan worden vergroot. Door
middel van een pilot true pricing onderzoeken we hoe «verborgen» kosten kunnen worden meegenomen in de prijs bij beoordeling
van offertes voor aanbestedingen en inkoop. Daarnaast zetten wij een onderzoek uit
naar de belemmeringen die sociale ondernemingen en klein mkb ervaren.
IV. Ketenverantwoordelijkheid door MVOI-beleid in lijn brengen met OESO-richtlijnen
(voorstellen 3 en 4)
Deze voorstellen zien op de bescherming van mensenrechten en milieu in waardeketens.
In het Tienpuntenplan wordt voorgesteld om binnen MVOI-beleid aansluiting bij de OESO-richtlijnen
voor multinationale ondernemingen inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen (hierna:
OESO-richtlijnen) en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (hierna: UNGP’s) voor de toepassing van gepaste zorgvuldigheid te versterken.7
Het Rijk zet al stappen om het MVOI-beleid meer in lijn te brengen met de OESO-richtlijnen
en de UNGP’s. Met de Nederlandse Uitvoeringsagenda Internationale Sociale Voorwaarden
(hierna: ISV) richt het Rijk zich via het inkoopthema ISV op het voorkomen en aanpakken
van misstanden in de toeleveringsketen. Zoals aangekondigd in de Uitvoeringsagenda
ISV8 hebben BZ, BZK en SZW de ISV-bestekteksten aangepast om deze beter aan te laten sluiten
bij de OESO-richtlijnen en de UNGP’s.9 Ook zijn twee onderzoeken uitgevoerd naar een mogelijke verbreding van het ISV-kader
en de wenselijkheid om de toepassing van ISV als gunnings- en/of selectiecriterium
te stimuleren.10 Departementen voeren daarnaast een risicoanalyse uit op het gebied van mensenrechten
en arbeidsomstandigheden. Wij verkennen hoe we dit kunnen uitbreiden naar het thema
milieu. Het kabinet roept de 40 overige grootste overheidsorganisaties op een soortgelijke
risicoanalyse uit te voeren. Tot slot worden de mogelijkheden tot het verdergaand
in lijn brengen van het MVOI-beleid met OESO-richtlijnen verkend in de evaluatie en
actualisatie van de rijksinkoopstrategie Inkopen met Impact en de evaluatie van het Nationaal plan MVI.
Voor een uitgebreidere toelichting op onze standpunten en plannen voor een toekomstbestendiger
inkoop-en aanbestedingsbeleid verwijzen wij u naar Bijlage 1.
De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, C.A. Jansen
mede namens De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, R.J. Klever
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Y.J. van Hijum
Indieners
-
Indiener
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken -
Medeindiener
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Medeindiener
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat