Brief regering : Besluit en Vertrekmoratorium Libanon
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 3314
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ASIEL EN MIGRATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 november 2024
Gezien de recente ontwikkelingen in het conflict tussen Israël en Hezbollah heb ik
besloten een besluit- en vertrekmoratorium in te stellen voor Libanon voor de duur
van zes maanden. Het moratorium komt te gelden voor Libanese asielzoekers en voor
vreemdelingen die naar Libanon terug moeten keren.
Een besluit- en vertrekmoratorium wordt afgekondigd wanneer er naar verwachting voor
een korte periode onzekerheid bestaat over de situatie in een land van herkomst en
op grond daarvan redelijkerwijs niet kan worden beslist op aanvragen van vreemdelingen
die daar vandaan komen.
Sinds 17 september jl. is het conflict tussen Israël en Hezbollah in Libanon scherp
geëscaleerd. Hoewel de aanvallen zich in het begin beperkten tot bepaalde delen van
Libanon heeft het conflict zich nu ook verspreid naar gebieden die eerder niet betrokken
waren. Het is momenteel onduidelijk op welke manier dit conflict zich verder zal ontwikkelen
en er lijkt op de korte termijn geen sprake te zijn van de-escalatie. Het is onvoldoende
duidelijk wat de precieze omvang en aard van het geweld is alsook of dit geweld plaatselijk
dan wel wijdverbreid is. Daarnaast zijn er nog onvoldoende betrouwbare cijfers omtrent
het aantal slachtoffers en ontheemden. Als gevolg hiervan is het niet mogelijk om
bestendig beleid te formuleren en is het daarom niet mogelijk om zorgvuldig en weloverwogen
beslissingen te nemen op aanvragen van asielzoekers.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken zal verzocht worden om een ambtsbericht omtrent
de situatie in Libanon op te stellen aan de hand waarvan bezien zal worden welke beleidsmatige
stappen mogelijk zijn. Uiteraard wordt de situatie in Libanon ook tussentijds gemonitord.
Mocht daar aanleiding toe bestaan kan het besluit- en vertrekmoratorium ook eerder
worden ingetrokken.
Met het instellen van een besluitmoratorium wordt in de zaken van asielzoekers uit
Libanon voor de duur van het moratorium in beginsel geen besluit genomen. Indien er
asielaanvragen zijn die ouder zijn dan 21 maanden – en daarmee de maximale termijn
van het besluitmoratorium overschrijden – beslist de IND. In deze zaken geldt dat
gelet op het ingestelde besluit- en vertrekmoratorium als hoofdregel onvoldoende kan
worden beoordeeld en gemotiveerd dat er géén risico op ernstige schade is bij terugkeer.
Daarom zal dan vooralsnog moeten worden aangenomen dat terugkeer een reëel risico
op ernstige schade met zich meebrengt.
Als gevolg van het vertrekmoratorium is geen gedwongen vertrek mogelijk naar Libanon.
Het is niet meer mogelijk om een bewaringsmaatregel ter fine van gedwongen vertrek
naar Libanon op te leggen. Daarentegen is de inbewaringstelling van Libanese Dublinclaimanten
nog wel mogelijk.
Uitgezonderd van zowel het besluit-, als het vertrekmoratorium zijn onder meer Dublinclaimanten,
vreemdelingen ten aanzien van wie een veilig derde land wordt tegengeworpen, vreemdelingen
die reeds in het bezit zijn van internationale bescherming in een andere EU-lidstaat
of zijn erkend als vluchteling in een derde land dan wel in een derde land anderszins
voldoende bescherming genieten, en openbare-orde en 1F-zaken (zie voor het volledige
overzicht paragraaf C3/2 van de Vc 2000).
De Minister van Asiel en Migratie, M.H.M. Faber-van de Klashorst
Indieners
-
Indiener
M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie