Brief regering : Verzamelbrief opvang Oekraïne
19 637 Vreemdelingenbeleid
36 045 Situatie in Oekraïne
Nr. 3312 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ASIEL EN MIGRATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 november 2024
Inleiding
Sinds de inval van Rusland in Oekraïne in februari 2022 zijn miljoenen Oekraïners
gedwongen geweest te vluchten naar de Europese Unie, en ook naar Nederland. In dit
conflict zijn wij de regio en daarom blijven we opvang bieden aan de vele ontheemden
uit Oekraïne die een veilig heenkomen zoeken in ons land. Helaas duurt de oorlog voort
en de verwachting is dat dit op korte termijn niet zal veranderen. Ontheemden uit
Oekraïne zullen dus nog langere tijd in Nederland verblijven. Gemeenten, vele vrijwilligers
en betrokken departementen en overheidsorganisaties werken elke dag aan het mogelijk
maken van deze opvang. Dit zullen we de komende periode gezamenlijk blijven doen.
Deze inspanningen om ontheemden op een goede manier op te vangen worden zeer gewaardeerd.
Op 3 november jl. zijn er 122.440 ontheemden uit Oekraïne ingeschreven in de Basisregistratie
Personen (BRP) die op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) bescherming
krijgen.1 Daarnaast zijn er 46.020 ontheemden uit Oekraïne uitgeschreven uit de BRP. Op 1 november
jl. waren er 92.540 opvangplekken gerealiseerd waarvan 91.990 plekken bezet. Dit leidt
tot een bezettingsgraad van 99,4 procent in de noodopvang.2
In deze Verzamelbrief opvang Oekraïne informeer ik uw Kamer over de bijgestelde prognose
instroom Oekraïense ontheemden en wat dit betekent voor het benodigde aantal gemeentelijke
opvangplekken voor juli 2025. Tevens zal ik ingaan op de wijzigingen in de normbedragen
onder de bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne (BooO) en mijn voornemen
om in te zetten op meer duurzame opvang, die op termijn ook voor andere doelgroepen
zoals spoedzoekers en studenten beschikbaar zou kunnen komen. Tot slot ga ik in op
het verbeteren van de arbeidsmarktpositie van ontheemden uit Oekraïne.
Met deze brief worden acht bijlages meegestuurd. Het betreft: 1. De beslisnota, 2. De
prognose instroom Oekraïense ontheemden, 3. De beleidsmatige toelichting bij prognose
instroom Oekraïense ontheemden, 4. Rapport Kostprijsonderzoek Opvang Ontheemden Oekraïne
2024, 5. De beslisnota BooO, 6. Beschrijving misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O),
7. Risicotabel M&O en 8. tijdlijn M&O.
Ik stuur als coördinerend bewindspersoon voor de aanpak van de opvang van ontheemden
uit Oekraïne deze brief mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Prognose instroom Oekraïense ontheemden
In lijn met de MPP is een prognose opgesteld voor de netto instroom van Oekraïense
ontheemden voor 2024 en verder. Uit de prognose volgt een bandbreedte, met daarin
een minimum (240 netto instroom per week), medio (410 netto instroom per week) en
maximum scenario (570 netto instroom per week). De cijfers zijn daarmee naar beneden
bijgesteld ten opzichte van wat met de vorige prognose werd verwacht. Hoewel de bandbreedte
en bijbehorende onzekerheid hoog blijft. Voor de doorvertaling naar het benodigd aantal
gemeentelijke opvangplekken is de mediaan van de bandbreedte aangehouden. De mediaan
van deze prognose gaat uit van een gemiddeld netto instroom van ca. 350 per week.
Op basis van deze instroomprognose is de verwachting dat per 1 juli 2025 ca. 135.340
ontheemden uit Oekraïne in Nederland verblijven, dit inclusief derdelanders die onder
de RTB vallen.
Eerder heeft het kabinet gemeenten gevraagd om 120.000 gemeentelijke opvangplekken
te realiseren per 1 januari 2025. Gelet op het te verwachten aantal Oekraïense ontheemden
in juli 2025, wordt het benodigde aantal gemeentelijke opvangplekken voor 1 juli 2025
naar beneden bijgesteld tot 109.000. Dit betreft een inspanningsverplichting. Hierin
is ook meegenomen dat we zien dat sinds het begin van dit jaar meer ontheemden onderdak
vinden via een eigen netwerk of via particuliere initiatieven.
Ik ben mij ervan bewust dat dit een uitdagende opgave is voor de gemeenten in Nederland,
met name ook gelet op de grote opgave in de reguliere asielketen en de taakstelling
voor de huisvesting van statushouders in een woningmarkt die al zwaar onder druk staat.
Het Rijk zet de ondersteuning aan gemeenten bij het realiseren van gemeentelijke opvangplekken
onverminderd voort. De Nationale Opvang Organisatie voor ontheemden uit Oekraïne zal
alle gemeenten en samenwerkingsverbanden blijven ondersteunen met bemiddeling, advies
en met financiële middelen. Het uitgangspunt hierbij is dat gemeenten geen financieel
nadeel ondervinden van de opvangtaak voor ontheemden uit Oekraïne. De volgende paragraaf
beschrijft hoe het Kabinet dit uitgangspunt ook in 2025 ondersteunt.
Wijziging normbedragen bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne
Gemeenten krijgen sinds 2022 een vergoeding vanuit de BooO. Het uitgangspunt van deze
bekostigingsregeling is zoals gezegd, dat gemeenten geen financieel nadeel ondervinden
van de opvang van ontheemden uit Oekraïne en dat de bekostiging bijdraagt aan het
creëren van voldoende opvangplekken door financiële drempels weg te nemen.
De bekostigingsregeling bevat onder meer normbedragen per dag per gerealiseerde plek
voor de gemeentelijke opvangplekken (GOO) en per maand voor de particuliere opvang
(POO). De normbedragen worden jaarlijks herijkt, zodat zij aan blijven sluiten bij
de werkelijke kosten die gemeenten maken. De normbedragen voor het boekjaar 2024 zijn
gebaseerd op het kostenonderzoek dat in de zomer van 2023 is uitgevoerd. Het doel
is om ook per 1 januari 2025 reële compensatie te blijven bieden aan gemeenten die
kosten maken voor de opvang van ontheemden. In de zomer van 2024 is daarom opnieuw
een onafhankelijk kostprijsonderzoek uitgevoerd naar de samenstelling van deze kosten.3 Daarbij zijn ook de kosten die gemeenten (gaan) maken voor het heffen van een eigen
bijdrage en het verplicht inhouden van leefgeld onderzocht. Voor het onderzoek hebben
75 gemeenten input geleverd. De inzichten die uit het onderzoek naar voren komen,
dienen als basis voor aanpassingen in zowel het normbedrag voor de GOO als de POO
per 1 januari 2025.
Op basis van het kostprijsonderzoek wordt het normbedrag voor de GOO herzien van € 61
in 2024 naar € 44 in 2025. De uitzonderingsbepaling blijft in stand, waarbij gemeenten
werkelijke kosten per gerealiseerde plek per dag kunnen declareren indien zij niet
uitkomen met het normbedrag.
Er zijn twee belangrijke wijzigingen in de opbouw van het normbedrag ten opzichte
van 2024. Ten eerste maken de kosten voor de relatief dure accommodatietypen hotels
en schepen alsmede de kosten voor catering, geen onderdeel meer uit van het normbedrag.
Deze kostensoorten worden in relatief weinig gemeenten nog gemaakt en drijven het
gemiddelde normbedrag onevenredig hoog op. Ten tweede zijn de kosten voor het heffen
van een eigen bijdrage en het inhouden van leefgeld bij het normbedrag opgeteld. Tot
slot merk ik op dat de verwachte inflatie voor 2025 in het normbedrag is verwerkt.
Het normbedrag voor de POO wordt aangepast van € 92 in 2024 naar € 48 in 2025 per
geregistreerd persoon per maand waarin aan deze persoon een verstrekking is gedaan.
Volgens het kostenonderzoek maken gemeenten gemiddeld € 40 euro aan kosten voor een
persoon in de particuliere opvang. Bij dit gemiddelde normbedrag zijn de gemiddelde
kosten voor het inhouden van leefgeld opgeteld. Daarnaast is rekening gehouden met
inflatie.
De meest onzekere elementen in het GOO- en POO-normbedrag zijn de kosten voor het
verplicht inhouden van leefgeld en het innen van de eigen bijdrage. De ontwikkeling
van deze kosten zal in 2025 worden gemonitord. Verder wordt op basis van het onderzoek
het BTW-compensatiefonds aangevuld, zodat gemeenten de niet-kostprijsverhogende BTW
via het BTW-compensatiefonds kunnen terugvragen.
Het nieuwe normbedrag voor 2025 leidt tot een reële vergoeding voor de kosten die
gemeenten maken bij de uitvoering van de wettelijke taak voor het opvangen van ontheemden
uit Oekraïne. Mochten de kosten hoger uitvallen dan het normbedrag, dan kunnen gemeenten
op basis van de uitzonderingsbepaling de werkelijk gemaakte kosten declareren. Dit
betekent mogelijk een extra administratieve last voor de gemeenten en naar ik begrepen
heb zijn er ook vragen bij gemeenten over de wijze waarop de kosten op een voor de
accountant acceptabele manier inzichtelijk gemaakt kunnen worden. Ik zal hiervoor
in samenspraak met de VNG ondersteuning bieden in de vorm van factsheets en het uitwisselen
van best practices.
Mochten de kosten lager uitvallen dan het normbedrag, dan doe ik een dringend beroep
op gemeenten om het overschot terug te storten aan het Rijk.
Duurzame opvang
Voor het jaar 2025 zijn de randvoorwaarden voor het regelen van opvang op financieel
gebied ingevuld met de bovenstaande wijzigingen van de BooO. Vanuit gemeenten wordt
al langere tijd aangedrongen op meer rust en ruimte in de financiering van de opvang.
Hierop worden verschillende sporen ingezet.
Gemeenten kunnen voor het geschikt maken van locaties voor opvang transitiekosten
declareren bij het Rijk. In beginsel worden alle aanvragen die aan de voorwaarden
voldoen toegekend voor de periode tot aan het einde van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming
plus maximaal één jaar (RTB+1). Om gemeenten te ondersteunen bij het realiseren van
voldoende (langdurig) beschikbare opvangplekken, zullen de transitiekosten onder aanvullende
voorwaarden van die opvanglocatie naar een termijn van maximaal drie jaar worden omgerekend,
indien een opvanglocatie langer beschikbaar is dan de RTB+1 en de financiering niet
op basis van die termijn rond komt.
In lijn hiermee ben ik voornemens samen met de gemeenten te werken aan meer duurzame
opvang voor ontheemden uit Oekraïne. Dit vanuit de gedachte, dat duurzame opvang door
langere beschikbaarheid kosteneffectiever gerealiseerd kan worden en na het vertrek
van de ontheemden ook voor andere doelgroepen beschikbaar kan komen, bijvoorbeeld
als doorstroomlocatie voor statushouders, voor spoedzoekers, studenten of anderen.
Een belangrijke pijler hieronder is de uitvoering van de motie Podt van 7 maart 2024
(Kamerstuk 36 394, nr. 15)4die de regering oproept samen met de VNG te onderzoeken hoe de financiering van opvang
en huisvesting voor verschillende doelgroepen kan worden ontschot.
Arbeidsmarktpositie ontheemden uit Oekraïne
Op 7 november jl. heeft de Staatssecretaris Participatie en Integratie de Kamer geïnformeerd5 over de inzet op het verhogen van de arbeidsmarktparticipatie en het verbeteren van
de arbeidsmarktpositie van ontheemden uit Oekraïne. Deze inzet ziet onder andere op
verbeterde informatievoorziening, aanvullende mogelijkheden voor het werken binnen
gereglementeerde beroepen en het faciliteren van betere matching (op niveau) tussen
werkgevers en werkzoekende ontheemden uit Oekraïne. Uitgangspunt hierbij is om investeringen
tijdens het verblijf hier ook van nut te laten zijn bij terugkeer en de wederopbouw
van Oekraïne zodra de situatie in Oekraïne dat in de toekomst toelaat.
Bovenstaande inzet sluit aan bij de kabinetsbrede inzet op participatie en zelfredzaamheid
voor deze groep. In de Kamerbrief is tevens een actualisatie opgenomen van de arbeidsmarktcijfers
ten aanzien van ontheemden uit Oekraïne.
Conclusie
Tot slot benoem ik dat ik uw Kamer, samen met mijn collega’s, periodiek blijf informeren
over de ontwikkelingen op dit onderwerp evenals de aangrenzende werkvelden, zowel
op nationaal, Europees als internationaal niveau.
De Minister van Asiel en Migratie, M.H.M. Faber-van de Klashorst
Indieners
-
Indiener
M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie