Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Saris c.s. ter vervanging van nr. 67 over het uitzonderen van de beroepsbegeleidende leerweg
36 446 Wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en enige andere wetten in verband met de invoering van regels voor het verlenen van toelating voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten)
Nr. 81
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID SARIS C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
NR. 67
Ontvangen 4 april 2025
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel C, wordt het voorgestelde artikel 1b als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «2.» geplaatst.
2. Voor het tweede lid (nieuw) wordt een lid ingevoegd, luidende:
1. Van het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk 3a zijn uitgezonderd stichtingen die
ten behoeve van een beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen a tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijsin de beroepsbegeleidende leerweg, als bedoeld in artikel 7.2.7, vierde lid, van die
wet een dienstbetrekking aangaan met een student en deze ter beschikking stellen aan
een bedrijf dat of de organisatie die de beroepspraktijkvorming verzorgt en een erkenning
als bedoeld in artikel 1.5.3 van die wet heeft.
Toelichting
Dit amendement regelt een uitzondering op het toelatingsstelsel voor stichtingen die
ten behoeve van de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) een dienstbetrekking aangaan
met een student en deze ter beschikking stellen aan een erkend leerbedrijf.
Bij een mbo-opleiding in de BBL combineren studenten werken en leren. BBL-studenten
werken 3 tot 4 dagen in de praktijk van het beroep (beroepspraktijkvorming) en gaan
1 dag naar school. Om een BBL-student te mogen begeleiden moet een bedrijf of organisatie
beschikken over een erkenning als leerbedrijf door de SBB. BBL-studenten treden in
dienst bij een bedrijf en verrichten werk in het kader van de beroepspraktijkvorming.
Opleidingen in de BBL leveren een erkend mbo-diploma op en zijn erop gericht jongeren
en werkenden op te leiden voor duurzaam werk. In beginsel is hierbij geen sprake van
het ter beschikking stellen van arbeidskrachten. Dat is anders in het geval het verrichten
werk in het kader van de beroepspraktijkvorming bij een erkend leerbedrijf geschiedt
via een stichting die de dienstbetrekking met een student aangaat en deze ter beschikking
stelt aan het leerbedrijf.
Het toelatingsstelsel is gericht op het tegengaan van misstanden in de uitzendsector.
BBL-trajecten vallen hier principieel buiten: het gaat hier om onderwijs gerelateerde
dienstbetrekkingen in een gestructureerde leeromgeving, niet om commerciële arbeidsbemiddeling.
Ook voormelde stichtingen die een belangrijke rol spelen bij het werk in het kader
van de beroepspraktijkvorming zouden van de toelatingsplicht moeten worden uitgezonderd.
Een toetsingsplicht zou namelijk onnodige bureaucratische lasten opleggen aan dergelijke
instellingen die al intensief worden gecontroleerd binnen het onderwijsdomein. Dit
amendement voorkomt dat, zodat deze instellingen zich kunnen blijven richten op hun
rol bij de maatschappelijke opdracht: het opleiden en begeleiden van mensen naar betekenisvol
werk.
Saris Flach Rikkers-Oosterkamp
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ilse Saris, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
André Flach, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
M.G.F. Rikkers-Oosterkamp, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Voor |
GroenLinks-PvdA | 25 | Tegen |
VVD | 24 | Voor |
NSC | 20 | Voor |
D66 | 9 | Tegen |
BBB | 7 | Voor |
CDA | 5 | Voor |
SP | 5 | Tegen |
ChristenUnie | 3 | Tegen |
DENK | 3 | Voor |
FVD | 3 | Voor |
PvdD | 3 | Tegen |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
JA21 | 1 | Voor |