Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Sneller c.s. ter vervanging van nr. 8 over vervangende taakstraf bij een onbetaalde geldboete
36 636 Vaststelling van Boek 1, Hoofdstuk 10, en de Boeken 7 en 8 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Tweede vaststellingswet Wetboek van Strafvordering)
Nr. 12
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID SNELLER C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
NR. 8
Ontvangen 17 februari 2025
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel II komt het voorgestelde artikel 7.5.8 als volgt te luiden:
Artikel 7.5.8
1. Indien bij een geldboete volledig verhaal onmogelijk is gebleken of daarvan is afgezien,
wordt de in het vonnis of arrest bepaalde vervangende taakstraf tenuitvoergelegd.
Indien geen vervangende taakstraf is bepaald, wordt de in het vonnis of arrest bepaalde
vervangende hechtenis tenuitvoergelegd.
2. De termijn waarbinnen de vervangende taakstraf moet worden verricht, bedraagt negen
maanden na het in kennis stellen van de veroordeelde van de tenuitvoerlegging van
de vervangende taakstraf. De artikelen 7.6.2, 7.6.6 en 7.6.7 zijn van overeenkomstige
toepassing.
3. Indien de veroordeelde niet aanvangt met de vervangende taakstraf, geen medewerking
verleent aan het vaststellen van zijn identiteit of de vervangende taakstraf niet
naar behoren verricht of heeft verricht, wordt de in het vonnis of arrest bepaalde
vervangende hechtenis tenuitvoergelegd.
4. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis is slechts mogelijk na voorafgaande
waarschuwing. Op de waarschuwing is artikel 1.9.1, tweede lid, van toepassing. Tenuitvoerlegging
vindt niet eerder plaats dan twee weken na de dag van de waarschuwing, tenzij de veroordeelde
geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland heeft.
5. Indien een gedeelte van het verschuldigde bedrag is voldaan of verhaald, vermindert
de duur van de vervangende taakstraf of vervangende hechtenis naar evenredigheid.
Heeft de vermindering tot gevolg dat voor een gedeelte van een uur vervangende taakstraf
zou moeten worden verricht, of voor een gedeelte van een dag vervangende hechtenis
zou moeten worden ondergaan, dan vindt afronding naar boven plaats tot het naaste
aantal gehele uren dan wel dagen.
6. Indien een gedeelte van de vervangende taakstraf is verricht, vermindert de duur
van de vervangende hechtenis naar evenredigheid van het resterende bedrag. Heeft deze
vermindering tot gevolg dat voor een gedeelte van een dag vervangende hechtenis zou
moeten worden ondergaan, dan vindt afronding naar boven plaats tot het naaste aantal
gehele dagen.
7. Het vijfde en zesde lid zijn ook van toepassing indien de betaling plaatsvindt nadat
al een deel van de vervangende taakstraf is verricht of een deel van de vervangende
hechtenis is ondergaan.
II
Na artikel III wordt een artikel toegevoegd, luidende:
ARTIKEL IIIA
Artikel 24c van het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «volgt, dat» ingevoegd «een vervangende taakstraf en».
2. Aan het eerste lid wordt na de eerste zin een zin ingevoegd, luidende: Indien de
rechter een vervangende taakstraf niet opportuun acht, beveelt hij dat vervangende
hechtenis zal worden toegepast.
3. In het eerste lid wordt «dit bevel» vervangen door «een bevel».
4. In het tweede lid wordt voor «De duur» een zin ingevoegd, luidende: De duur van de
vervangende taakstraf wordt in uren vastgesteld.
5. In het derde lid worden voor de eerste zin twee zinnen ingevoegd, luidende: De vervangende
taakstraf duurt ten minste acht uur en ten hoogste tweehonderdveertig uren. Voor elke
€ 12,50 van de geldboete wordt niet minder dan één uur opgelegd.
Toelichting
Dit amendement geeft de strafrechter de mogelijkheid om bij oplegging van een geldboete
een vervangende taakstraf te bevelen voor het geval de geldboete niet wordt betaald.
Daarmee wordt het sanctiearsenaal van de rechter uitgebreid. Dat moet bijdragen aan
meer maatwerk bij het bepalen van de best passende straf en de uitvoering ervan in
een individueel geval.
Het toevoegen van de vervangende taakstraf aan het sanctiearsenaal past ook in de
wetssystematiek. De invoering van de taakstraf als zelfstandige hoofdstraf in 2001
heeft geleid tot een herziening van de rangorde van de hoofdstraffen, waarbij de taakstraf
gepositioneerd is tussen de geldboete en de vrijheidsstraf. Bij een niet betaalde
geldboete ligt het daarom voor de hand eerst te kijken naar een taakstraf alvorens
over te gaan tot hechtenis. Omdat in het jeugdstrafrecht al een vervangende taakstraf
mogelijk is (artikel 6:6:30 van het huidige Wetboek van Strafvordering; voorgesteld
artikel 7.7.19), ziet dit amendement alleen op het algemene strafrecht.
Uit recente cijfers blijkt dat een aanzienlijk deel van de detentiepopulatie – ongeveer
een kwart – verblijft in vervangende hechtenis, veelal wegens het niet betalen van
een geldboete of het niet (volledig) verrichten van een taakstraf. Vaak betreft dit
kortdurende detenties. De indieners achten het wenselijk om het aantal kortdurende
detenties terug te dringen met het oog op de daardoor veroorzaakte detentieschade
en de recidivecijfers onder ex-gedetineerden. De vervangende taakstraf kan hieraan
bijdragen. Mensen die door het niet betalen van hun geldboete anders vervangend gehecht
zouden worden, kunnen die hechtenis dan immers voorkomen door een vervangende taakstraf
te verrichten. Dit kan bijvoorbeeld van meerwaarde zijn voor mensen die door ontstane
schulden hun boete(s) niet meer kunnen betalen.
Dit amendement regelt dat de rechter bij een geldboete in beginsel een vervangende
taakstraf beveelt. Dit gebeurt alleen niet indien de rechter een vervangende taakstraf
niet opportuun acht. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn als een verdachte niet heeft
meegewerkt aan eerdere taakstraffen of terechtstaat in verband met (ernstige) recidive.
Een vervangende taakstraf zou ook achterwege kunnen blijven als de rechter een (zeer)
hoge geldboete wil opleggen die niet in een redelijke verhouding staat tot het wettelijk
toegestane maximum aantal taakstrafuren. Bij een geldboete dient naast een eventuele
vervangende taakstraf verder altijd vervangende hechtenis te worden bevolen, zodat
bij het niet betalen van een geldboete en het niet (volledig) verrichten van een vervangende
taakstraf altijd een vrijheidsbenemende straf kan volgen.
Om te voorkomen dat vervangende taakstraffen van enkele uren ten uitvoer moeten worden
gelegd, regelt dit amendement dat de minimumduur acht uren (dit komt overeen met een
werkdag) bedraagt. Verder wordt geregeld dat voor elke 12,50 euro geldboete niet minder
dan een uur vervangende taakstraf wordt bevolen. Deze begrenzing is bedoeld om mensen
die hun geldboete nu wel betalen zo min mogelijk een financiële prikkel te geven dit
niet meer te doen als een vervangende taakstraf wordt opgelegd.
Nadat de rechter een geldboete heeft opgelegd en daarbij de (duur van de) vervangende
taakstraf en vervangende hechtenis heeft bepaald, zal het Centraal Justitieel Incassobureau
(CJIB) eerst overgaan tot tenuitvoerlegging van de geldboete. Indien de geldboete
niet wordt betaald ondanks de toepassing van wettelijke verhogingen en de inzet van
een gerechtsdeurwaarder, krijgt de veroordeelde de mogelijkheid de vervangende taakstraf
te verrichten. De reclassering is met deze tenuitvoerlegging belast en bepaalt per
geval hoe de vervangende taakstraf wordt ingevuld.
De uitvoeringstermijn van de vervangende taakstraf bedraagt negen maanden en gaat
lopen vanaf het moment dat de zaak door het CJIB aan de reclassering is overgedragen
en de veroordeelde hiervan in kennis is gesteld. Wordt de vervangende taakstraf niet
of niet volledig verricht, dan wordt de vervangende hechtenis tenuitvoergelegd na
voorafgaande waarschuwing. Indien de vervangende taakstraf niet volledig is verricht,
wordt de vervangende hechtenis berekend naar evenredigheid van het resterende boetebedrag.
In tegenstelling tot bij de reguliere taakstraf heeft de veroordeelde geen mogelijkheid
om een bezwaarschrift in te dienen tegen het tenuitvoerleggen van de vervangende hechtenis
na het niet (volledig) verrichten van de vervangende taakstraf. Er is namelijk primair
een geldboete opgelegd waarbij naar huidig recht evenmin een rechtsmiddel bestaat
tegen de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis. Vervangende hechtenis kan
worden voorkomen door de geldboete (in termijnen) te betalen. Met de voorgestelde
vervangende taakstraf krijgt de veroordeelde een extra mogelijkheid om vervangende
hechtenis te voorkomen. Een rechtsmiddel wordt om die reden niet noodzakelijk geacht
en zou het tenuitvoerleggingsproces bovendien aanzienlijk verzwaren en kunnen vertragen.
Sneller
Six Dijkstra
Boswijk
Ellian
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Joost Sneller, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Derk Boswijk, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
J.P.S. Six Dijkstra, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Ulysse Ellian, Tweede Kamerlid