Uitgelicht : Verkeersveiligheid
De commissie voor Infrastructuur en Waterstaat debatteert op woensdag 5 februari van 15.00 tot 19.00 uur over verkeersveiligheid. Namens het kabinet is minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat aanwezig.
Volg live
Het overleg over verkeersveiligheid is in de Klompézaal. Via deze website kunt u live meekijken of meeluisteren.
Agenda en verslag
U kunt hier alle stukken doornemen die bij deze vergadering horen. Zodra het woordelijk verslag van deze vergadering klaar is, kunt u dit ook via deze link lezen.
Snelheidsverlaging
Met ingang van half maart 2020 gaat op alle snelwegen in Nederland overdag tussen zes uur ’s ochtends en zeven uur ’s avonds de maximumsnelheid omlaag naar 100 kilometer per uur. Daar waar nu sneller gereden mag worden, moeten alle verkeersborden vervangen worden. Op wegen waar nu een hogere maximumsnelheid geldt (120 of 130 kilometer per uur) mag tussen 19.00 uur en 6.00 uur ook na half maart sneller gereden worden.
Verlaging van de maximumsnelheid is een van de maatregelen die het kabinet neemt vanwege de stikstofcrisis. De snelheidsverlaging is nodig om de stikstofuitstoot terug te dringen, zodat weer ruimte ontstaat voor de bouw van woningen.
Zelfrijdende auto’s
De ontwikkeling van zelfrijdende auto’s gaat steeds verder. Er zijn nu al auto's met zelfrijdende functies te koop. Dat aanbod aan automatische hulpmiddelen (rem-assistentie en automatisch inparkeren) zal de komende jaren verder toenemen, is de verwachting. De auto wordt steeds meer een rijdende computer.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) heeft die rijhulpsystemen onderzocht en daarbij ook gekeken wat de invloed van die middelen op bestuurders is. De OVV stelt vast dat de systemen kunnen bijdragen aan vergroting van de verkeersveiligheid, maar ook weer zorgen voor nieuwe veiligheidsrisico’s waar niet iedereen zich bewust van is. Daarom heeft de minister afspraken gemaakt over het vergroten van bekendheid van rijhulpsystemen die de verkeersveiligheid verbeteren. Het doel hiervan is dat bestuurders bewust worden hoe ze veilig kunnen handelen en ook de beperkingen kennen van rijhulpsystemen. Uitgangspunt blijft dat de bestuurder altijd verantwoordelijk blijft voor de besturing van een voertuig, hoeveel (elektronische) hulpmiddelen het voertuig ook bevat.
Toename aantal verkeersslachtoffers
De afgelopen jaren stagneerde de daling van het aantal verkeersslachtoffers. In 2018 vielen er zelfs ruim tien procent meer verkeersdoden. De meerderheid van die verkeersslachtoffers valt op gemeentelijke en provinciale wegen. Daarom werkt de minister, samen met provincies en gemeenten, aan het veiliger maken van die wegen. Bijvoorbeeld door de rijbanen beter van elkaar te scheiden en wegbermen beter te beveiligen. Daarvoor heeft de minister voor 2020 ook extra geld beschikbaar gesteld.
Omdat ook veel slachtoffers vallen door het gedrag van bestuurders, zullen de campagnes voor het app-verbod (MoNo) en alcohol in het verkeer (Bob) vaker te zien zijn. De minister van Veiligheid en Justitie werkt aan het strenger optreden tegen gevaarlijk rijgedrag.
Toezicht op de Stint
In het plenaire debat over het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over het ongeval met de Stint heeft de Tweede Kamer de minister gevraagd wanneer duidelijk was dat de zgn. Europese Machinerichtlijn van toepassing was op Stint als ‘bijzondere bromfiets’ en wat dit betekent voor het toezicht op de Stint. De Machinerichtlijn bevat algemene veiligheids- en gezondheidsvoorschriften bij de productie, maar bevat geen bepalingen over het toelaten tot de openbare weg. Voor dat laatste is in Nederland de Beleidsregel aanwijzing bijzondere bromfietsen vastgesteld.
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft de toezichtstaken op de bijzondere bromfiets inzichtelijk gemaakt. Dit is gebeurd in overleg met de andere toezichthoudende instanties. Ook worden samenwerkingsafspraken gemaakt, waarin onder andere aandacht is voor onderlinge afstemming en het uitwisselen van informatie in de praktijk.
De minister van IenW pleit er ondertussen in Europa voor om bijzondere bromfietsen onder te brengen in Europese voertuigregelgeving. Daarmee wordt voorkomen dat voor nieuw ontwikkelde voertuigen steeds bekeken moet worden of dit specifieke voertuig al dan niet onder de Machinerichtlijn valt.