Uitgelicht : Mestbeleid

Op 4 november 2020 van 13.00 tot 17.00 uur overlegt de commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het mestbeleid. Hiervoor komt minister Schouten van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit naar de Kamer.

Volg live

Het overleg is in de Thorbeckezaal van de Tweede Kamer. Via deze website kunt u live meekijken of meeluisteren. Of kijk via de app en website Debat Direct.

Agenda en verslag

U kunt alle stukken doornemen die bij deze vergadering horen. Zodra het woordelijk verslag van het overleg klaar is, kunt u dit ook via deze link lezen.

Stukken van deskundigen en organisaties

Het rondetafelgesprek ‘Contouren toekomstig mestbeleid’ dat was gepland op 28 oktober 2020, is wegens coronamaatregelen niet doorgegaan. Het rondetafelgesprek zou gehouden worden als voorbereiding op het algemeen overleg. De personen en organisaties die voor het rondetafelgesprek position papers zouden aanleveren, hebben dat alsnog gedaan. Ook heeft de commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een aantal experts gevraagd een stuk te schrijven. Al deze stukken zijn nu toegevoegd aan de agenda van het overleg.

Naar een nieuw mestbeleid

Ook in 2020 is nog steeds sprake van een mestoverschot. Dat wil zeggen dat dieren in de landbouw meer mest afscheiden dan wat op landbouwgronden in Nederland gebruikt kan worden. Het afvoeren van mest is door het mestoverschot kostbaar.

Op de agenda van het overleg staan onder andere de plannen voor een nieuw mestbeleid die het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op 8 september 2020 heeft gepresenteerd.

Daarin staat hoe de rijksoverheid de waterkwaliteit wil verbeteren, en het meststelsel wil vereenvoudigen en verduurzamen.

Het nieuwe mestbeleid richt zich op drie hoofdlijnen: grondgebondenheid voor de melkveehouderij en rundvleesveehouderij, afvoer van alle mest naar mestverwerkers voor intensieve bedrijven (met name varkens, pluimvee en vleeskalveren) en een gebiedsgerichte aanpak om waterkwaliteit te verbeteren. De plannen zijn richtingen die de overheid, ook met lokale overheden, in de komende tien jaar samen met de sectoren verder gaat uitwerken.

Grondgebondenheid of afvoer van mest

Melkvee- en rundveehouders moeten in de toekomst volledig grondgebonden werken. Overige veehouders, zoals varkens- en geitenhouders, krijgen de keuze om grondgebonden of niet-grondgebonden te werken. Bij grondgebondenheid zetten veehouders de mest van hun vee af op eigen grond of bij een bedrijf in de buurt. Boeren voor wie grondgebondenheid niet mogelijk is, voeren alle mest af naar een mestverwerker.

Waterkwaliteit

Stoffen uit mest, zoals fosfaat en stikstof, kunnen het grond- en oppervlaktewater vervuilen. Met name in gebieden met löss- en zandgrond voldoet de kwaliteit van het water niet aan bepaalde normen. Een van de aangekondigde maatregelen is dat boeren meer kennis moeten krijgen over de effecten van bemesting van hun gewassen op de waterkwaliteit. Bijvoorbeeld door dit zelf te meten.