E-mailprocedure : Voorstel voor invulling blok 3 rondetafelgesprek Uitvoeringswet Digitaledienstenverordening

Geachte (plv.) leden van de commissie Digitale Zaken,
 
Op onderstaande emailprocedure inzake het voorstel voor de invulling van een aanvullend blok 3 over het thema online veiligheid voor het rondetafelgesprek over de Uitvoeringswet Digitaledienstenverordening is als volgt gereageerd:
•             Het voorstel wordt gesteund door de leden van de fracties VVD en NSC.
•             Overige fracties hebben niet gereageerd.
 
Er is hiermee onvoldoende steun voor het voorstel. Het voorstel is niet aangenomen.
               
Dit betekent een aanvullend derde blok niet zal worden georganiseerd. Het rondetafelgesprek met de blokken 1 en 2 zal, conform besluitvorming in de procedurevergadering d.d. 24 april 2024, georganiseerd worden op 21 mei 2024 van 18.30-20.30 uur.

Van: Commissie DiZa 
Verzonden: donderdag 25 april 2024 14:05
Aan: GC-Commissie-DiZa 
CC: Commissie DiZa 
Onderwerp: [SPOED-EMAILPROCEDURE] Voorstel voor invulling blok 3 rondetafelgesprek Digitaledienstenverordening, reactie gevraagd voor 26 april 14.00 uur
 
Geachte (plv.) leden van de vaste commissie voor Digitale Zaken,

Tijdens de procedurevergadering d.d. 24 april 2024 heeft de commissie besloten om een aanvullend derde blok te organiseren over thema online veiligheid voor het rondetafelgesprek Uitvoeringswet digitaledienstenverordening.
Via emailinventarisatie zijn suggesties voor deelnemers geïnventariseerd, zodat vóór het meireces via emailprocedure hierover kan worden besloten.
Bijgaand treft u het voorstel namens de informele voorbereidingsgroep voor de invulling van blok 3 op basis van de aangedragen suggesties. 
 
Ik verzoek u vriendelijk uiterlijk vrijdag 26 april 2024 om 14.00 uur kenbaar te maken of u dit voorstel steunt (graag door middel van een allen beantwoorden op dit e-mailbericht).
Spoedig daarna wordt u geïnformeerd over de uitkomst*
 
*Toelichting
De e-mailprocedure is geregeld in artikel 7.20, tweede lid, van het Reglement van Orde, luidende:
2. Een commissie kan buiten haar vergaderingen langs schriftelijke weg besluiten over een voorstel dat naar het oordeel van haar commissievoorzitter eenvoudig en spoedeisend van aard is. Het besluit wordt genomen als ware de Kamer in voltallige samenstelling bijeen en stemde zij als bedoeld in artikel 8.25.
 
 
Met vriendelijke groet,

Liselotte Boeve
Griffier vaste commissie voor Digitale Zaken
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018, 2500 EA Den Haag