E-mailprocedure : Behandeling van wetvoorstel Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie (35153)
De vergadering is geweest
7 april 2020
16:00 uur
16:00 uur
Commissie:
Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
Leden en plv. leden van de van vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat,
Hedenmiddag is in de procedurevergadering van uw commissie over o.m. de behandeling van spoedeisende wetsvoorstellen besloten via een e-mailprocedure een besluit te nemen over de behandeling van wetsvoorstel Wijziging van de Telecommunicatiewet met betrekking tot ongewenste zeggenschap in telecommunicatiepartijen (Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie) (Kamerstuk 35153). Het wetsvoorstel is reeds voor plenaire behandeling aangemeld. De vraag die voorligt is of dit wetvoorstel vóór het zomerreces moet worden behandeld, conform verzoek van het kabinet.
Het uitgangspunt is het aantal fysieke overleggen tot een minimum te beperken. Door het Presidium zijn de volgende criteria vastgesteld die kunnen worden betrokken bij het bepalen van spoed:
1. Is het corona-gerelateerd en vereist het daarom spoed?
2. Zijn er aanmerkelijke juridische en/of budgettaire consequenties die spoed vereisen?
3. Zijn er andere inhoudelijke gronden voor spoed?
Hierbij verzoek ik u mij uiterlijk dinsdag 7 april 2020 om 16.00 uur te laten weten of u van oordeel bent dat de behandeling van het wetsvoorstel Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie vóór het zomerreces dient plaats te vinden. Indien dit het geval is, verzoek ik u tevens aan te geven of het wetvoorstel als hamerstuk kan worden aangemeld dan wel in een wetgevingsoverleg kan worden behandeld (graag een Allen beantwoorden op dit e-mailbericht). Spoedig daarna wordt u geïnformeerd over de uitkomst.*
Dennis Nava
*Toelichting
De e-mailprocedure is geregeld in artikel 36, vierde lid, van het Reglement van Orde, luidende:
4. Indien een voorstel eenvoudig en spoedeisend van aard is, kunnen de leden van de commissie langs schriftelijke weg over dat voorstel besluiten. De voorzitter van de commissie beslist of een voorstel eenvoudig en spoedeisend van aard is. Het besluit, bedoeld in de eerste volzin, wordt genomen als ware de Kamer in voltallige samenstelling bijeen en zou zij stemmen als bedoeld in artikel 69, derde lid. Dit betekent dat in een e-mailprocedure een voorstel is aangenomen indien het door een absolute Kamermeerderheid wordt gesteund.
Hedenmiddag is in de procedurevergadering van uw commissie over o.m. de behandeling van spoedeisende wetsvoorstellen besloten via een e-mailprocedure een besluit te nemen over de behandeling van wetsvoorstel Wijziging van de Telecommunicatiewet met betrekking tot ongewenste zeggenschap in telecommunicatiepartijen (Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie) (Kamerstuk 35153). Het wetsvoorstel is reeds voor plenaire behandeling aangemeld. De vraag die voorligt is of dit wetvoorstel vóór het zomerreces moet worden behandeld, conform verzoek van het kabinet.
Het uitgangspunt is het aantal fysieke overleggen tot een minimum te beperken. Door het Presidium zijn de volgende criteria vastgesteld die kunnen worden betrokken bij het bepalen van spoed:
1. Is het corona-gerelateerd en vereist het daarom spoed?
2. Zijn er aanmerkelijke juridische en/of budgettaire consequenties die spoed vereisen?
3. Zijn er andere inhoudelijke gronden voor spoed?
Hierbij verzoek ik u mij uiterlijk dinsdag 7 april 2020 om 16.00 uur te laten weten of u van oordeel bent dat de behandeling van het wetsvoorstel Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie vóór het zomerreces dient plaats te vinden. Indien dit het geval is, verzoek ik u tevens aan te geven of het wetvoorstel als hamerstuk kan worden aangemeld dan wel in een wetgevingsoverleg kan worden behandeld (graag een Allen beantwoorden op dit e-mailbericht). Spoedig daarna wordt u geïnformeerd over de uitkomst.*
Dennis Nava
*Toelichting
De e-mailprocedure is geregeld in artikel 36, vierde lid, van het Reglement van Orde, luidende:
4. Indien een voorstel eenvoudig en spoedeisend van aard is, kunnen de leden van de commissie langs schriftelijke weg over dat voorstel besluiten. De voorzitter van de commissie beslist of een voorstel eenvoudig en spoedeisend van aard is. Het besluit, bedoeld in de eerste volzin, wordt genomen als ware de Kamer in voltallige samenstelling bijeen en zou zij stemmen als bedoeld in artikel 69, derde lid. Dit betekent dat in een e-mailprocedure een voorstel is aangenomen indien het door een absolute Kamermeerderheid wordt gesteund.
Bijlage
Agendapunten
-
1
Behandeling van wetvoorstel Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie (35153)
Te behandelen:
Loading data